Page 9 of 277
mits dat contractueel met de klant is overeen‐
gekomen.
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer bevindt zich
in de motorruimte.
Seite 9Opmerkingen9
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 10 of 277
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 11 of 277
Overzicht
Overzichten van toetsen, schakelaars en
schermweergaven dienen hier ter eerste kennismaking. Daarnaast leert u snel de principes van de verschillende
bedieningsmogelijkheden kennen.Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 12 of 277
BedieningsorganenUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Rondom het stuurwiel
1Veiligheidsschakelaar voor ruiten ach‐
terin 462Ruitbediening, afzonderlijk 463Buitenspiegelbediening 594Dashboardkastje aan de bestuurders‐
zijde 177
RijhulpsystemenWaarschuwing veranderen van
rijbaan 128Intelligent Safety 117Waarschuwing rijbaan verla‐
ten 1265VerlichtingSeite 12OverzichtBedieningsorganen12
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 13 of 277

Mistlamp 106Mistachterlicht 106Licht uit
Dagrijlicht 104Stadslicht 102Dimlicht 102Automatische verlichtingsrege‐
ling 103
Adaptieve bochtverlichting 104
Grootlichtassistent 105Instrumentenverlichting 1076Stuurkolomschakelaar, linksRichtingaanwijzers 75Grootlicht, lichtsignaal 75Grootlichtassistent 105Parkeerlicht 103Boordcomputer 957Toetsen op stuurwiel, linksSnelheidsbegrenzer 129Snelheid oproepen 146, 140Snelheidsregeling aan/uit, onder‐
breken 146Actieve gewenste rijsnelheid aan/
uit, onderbreken 140Afstand verkleinen 140Afstand vergroten 140Tuimelschakelaar voor snelheidsrege‐
ling 146, 1408Instrumentenpaneel 849Toetsen op stuurwiel, rechtsEntertainmentbronVolumeSpraakinvoer 25TelefoonGekartelde knop voor selectielijsten 9410Stuurkolomschakelaar, rechtsRuitenwisser 76Regensensor 77Ruiten en koplampen reini‐
gen 7711Motor starten/afzetten en contact
in-/uitschakelen 71Automatische start-stop-func‐
tie 7212Claxon, gehele vlak13Stuurwielverwarming 6214Stuurwiel verstellen 61Seite 13BedieningsorganenOverzicht13
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 14 of 277
15Motorkap ontgrendelen 217
Rondom de middenconsole
1Control Display 162Ventilatie 1693Waarschuwingsknipperlichtin‐
stallatie 237Centrale vergrendeling 384Dashboardkastje 1765Radio/cd/multimedia6Klimaatregeling 1647Controller met toetsen 178Parkeerrem 759Park Distance Control PDC 149
Achteruitrijcamera 152
Parkeerassistent 158
Surround View 152Side View 15510Rijbelevingsschakelaar 136Dynamische stabiliteitscontrole
DSC 13411Steptronic versnellingsbak keuzehen‐
del 79Seite 14OverzichtBedieningsorganen14
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 15 of 277
Handgeschakelde versnellingsbak keuze‐
hendel 79
Rondom de dakhemel
1Intelligente noodoproep 2372Glazen dak, elektrisch 483Controlelampje passagiersair‐
bag 1104Leeslampjes 1075Interieurverlichting 107Seite 15BedieningsorganenOverzicht15
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 16 of 277

iDriveUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Principe iDrive omvat de functies van een groot aantal
schakelaars. Deze functies kunnen derhalve op
een centrale plaats worden bediend.
WAARSCHUWING
De bediening van geïntegreerde informa‐
tiesystemen en communicatieapparatuur tij‐
dens het rijden kan de aandacht van het ver‐
keer afleiden. U kunt de controle over de auto
verliezen. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
De systemen en apparatuur alleen bedienen
als de verkeerssituatie het toelaat. Zo nodig
stoppen en de systemen resp. apparatuur bij
stilstaande auto bedienen.◀Overzicht
bedieningselementen
Bedieningselementen1Control Display2Controller met toetsen en, afhankelijk van
de uitrusting, met touchpad
Control Display
Aanwijzingen
▷Voor het reinigen van het Control Display
onderhoudsaanwijzingen in acht nemen.▷Geen voorwerpen in het gebied voor het
Control Display neerleggen, het Control
Display kan anders worden beschadigd.▷Wanneer het Control Display wordt bloot‐
gesteld aan zeer hoge temperaturen, bijv.
door intensieve zonnestralen, kan de hel‐
derheid verminderen of kan het Control
Display volledig worden uitgeschakeld. Bij
verlaging van de temperatuur, bijv. door
schaduw of airconditioning, worden de
normale functies weer hersteld.
Inschakelen
1.Contact inschakelen.2.Controller indrukken.Seite 16OverzichtiDrive16
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15