Page 177 of 277

Sluiten
Deksel dichtklappen.
Afsluiten Het dashboardkastje kan met een geïnte‐
greerde sleutel vergrendeld worden. Daardoor
is geen toegang tot het dashboardkastje mo‐
gelijk.
Na het vergrendelen van het dashboardkastje
kan de afstandsbediening zonder de geïnte‐
greerde sleutel worden afgegeven, bijv. in het
hotel.
Bestuurderszijde
Opmerking WAARSCHUWING
Het dashboardkastje steekt opengeklapt
in het interieur uit. Losse voorwerpen in het
dashboardkastje kunnen tijdens het rijden door
het interieur worden geslingerd, bijv. bij een
ongeval of bij rem- en uitwijkmanoeuvres. Er
bestaat kans op letsel. Het dashboardkastje na
het gebruiken direct sluiten.◀
Openen
Aan het handvat trekken.
Sluiten
Deksel dichtklappen.
Opbergvak voor
In de middenconsole bevindt zich een opberg‐
vak.
Opbergvakken in de
portieren
WAARSCHUWING
Breekbare voorwerpen, bijv. glazen fles‐
sen, kunnen bij een ongeval breken. Er kunnen
splinters in het interieur komen. Er bestaat
kans op letsel. Geen breekbare voorwerpen in
het interieur opbergen.◀
Middenarmsteun
Voorin In de armleuning tussen de voorstoelen be‐
vindt zich een opbergvak.
Openen
Middenarmsteun naar boven klappen.
Seite 177OpbergvakkenBediening177
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 178 of 277

Verschuiven
De middenarmsteun kan in lengterichting wor‐
den verschoven. Deze klikt vast in de eind‐
stand.
Aansluiting voor extern audioapparaat In de middenarmsteun kan via
de AUX-In-aansluiting of de
USB-audio-aansluiting een ex‐
tern audio-apparaat, bijv. een
mp3-speler, aangesloten wor‐
den.
Opbergvak achterinIn de middenconsole achterin bevindt zich een
opbergvak.
Bekerhouder Opmerking WAARSCHUWING
Ongeschikte drinkbekers in de beker‐
houder en hete dranken kunnen de bekerhou‐
der beschadigen en bij een ongeval het kans
op letsel vergroten. Er bestaat kans op letsel of
schade. Lichte, onbreekbare en afsluitbare
drinkbekers gebruiken. Geen hete dranken
vervoeren. Voorwerpen niet met geweld in de
bekerhouder drukken.◀Voorin
In de middenconsole bevinden zich twee be‐
kerhouders.
Om te openen: afdekking naar voren schuiven.
Om te sluiten: afdekking naar achteren schui‐
ven.
Achterin
In de middenarmsteun.
Trek de middenarmsteun naar voren aan de
lus.
Voor het openen: toets indrukken.
Om te sluiten: beide afdekkingen na elkaar
naar binnen terugdrukken.
ATTENTIE
Bij geopende bekerhouder kan de mid‐
denarmsteun niet worden teruggeklapt. Er be‐
staat gevaar voor schade. Afdekkingen terug‐
drukken voordat de middenarmsteun omhoog
wordt geklapt.◀
Seite 178BedieningOpbergvakken178
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 179 of 277

KleerhakenAanwijzingen WAARSCHUWING
Kledingstukken op de kledinghaken kun‐
nen tijdens het rijden het zicht beperken. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Kleding moet
zodanig aan de haken worden gehangen, dat
het zicht tijdens het rijden niet wordt belem‐
merd.◀
WAARSCHUWING
Bij ondeskundig gebruik van de kleding‐
haken kan bijv. bij rem- en uitwijkmanoeuvres
gevaar ontstaan door in het rond vliegende
voorwerpen. Er bestaat kans op letsel of schade. Alleen lichte voorwerpen, bijv. kleding‐
stukken, aan de kledinghaken hangen.◀
Algemeen
Voor het opklappen aan de bovenrand druk‐
ken.
Opbergvakken in de
bagageruimte
OpbergvakkenAan de linkerkant bevindt zich een opbergvak.
Net
Kleinere voorwerpen kunnen in het net aan de rechterkant worden opgeborgen.
Boodschappentashouder
Opmerking WAARSCHUWING
Bij ondeskundig gebruik van de houder
kan bijv. bij rem- en uitwijkmanoeuvres gevaar
ontstaan door in het rond vliegende voorwer‐
pen. Er bestaat kans op letsel of schade. Al‐
leen lichte voorwerpen, bijv. boodschappen‐
tassen, aan de houders hangen. Zware bagage
uitsluitend met de nodige beveiliging in de ba‐
gageruimte transporteren.◀
Overzicht
In de bagageruimte bevindt zich aan de linker‐
zijde een tashouder.
Spanband
Aan de linker zijbekleding bevindt zich een
spanband voor het vastzetten van kleine voor‐
werpen.
Bevestigingsogen in de bagageruimteVoor het vastzetten van de lading, zie pa‐
gina 188, zijn vier bevestigingsogen aange‐
bracht in de bagageruimte.
Vloernet Voor het vastzetten van de lading, zie pa‐
gina 188, en voor het voorwerpen van kleine
onderdelen kan ook het vloernet worden ge‐
bruikt.
Seite 179OpbergvakkenBediening179
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 180 of 277
Opbergvak onder de
bagageruimtebodem
Voor het opbergvak onder de bagageruimte‐
bodem een maximaal toegestane belading van
20 kg niet overschrijden.
De bagageruimtebodem omhoogklappen, pijl.
Vak opdelen
Het vak kan met een steekbaar scheidingsele‐
ment opgedeeld worden.
Seite 180BedieningOpbergvakken180
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 181 of 277
Seite 181OpbergvakkenBediening181
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 182 of 277
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 183 of 277
Rijtips
Het hoofdstuk biedt u ondersteunende
informatie voor specifieke rij-omstandigheden of bijzonder gebruik.Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15
Page 184 of 277

Bij het rijden in acht nemenUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Inrijden Algemeen
Bewegende onderdelen moeten op elkaar kun‐
nen inlopen.
De volgende aanwijzingen helpen bij het ver‐
krijgen van een optimale levensduur en zuinig‐
heid voor de auto.
Tijdens het inrijden de Launch Control, zie pa‐
gina 83, niet gebruiken.
Opmerking WAARSCHUWING
Door nieuwe onderdelen en componen‐
ten kunnen veiligheids- en rijhulpsystemen
vertraagd reageren. Er bestaat gevaar voor on‐
gevallen. Na het inbouwen van nieuwe onder‐
delen of bij een nieuwe auto defensief rijden en
eventueel vroegtijdig ingrijpen. Inrij-aanwijzin‐ gen van de betreffende onderdelen en compo‐
nenten in acht nemen.◀Motor, versnellingsbak en differentieel
Tot 2000 km
Maximale motortoerental en snelheid niet
overschrijden:▷Bij benzinemotor 4500/min en 160 km/h.▷Bij dieselmotor 3500/min en 150 km/h.
Volledige belasting of kickdown beslist vermij‐
den.
Vanaf 2000 km
Toerental en snelheid kunnen geleidelijk wor‐
den verhoogd.
BandenDirect na de productie is de grip van nieuwe
banden nog niet optimaal.
Gedurende de eerste 300 km beheerst rijden.
Remsysteem Remschijven en remvoeringen krijgen pas na
ca. 500 km een goed slijtage- en gedragspro‐
fiel. Tijdens deze inrijperiode beheerst rijden.
Koppeling
De koppeling bereikt pas na ca. 500 km zijn
optimale werking. Tijdens deze inrijperiode
voorzichtig ontkoppelen.
Na vervanging van onderdelen
Opnieuw de aanwijzingen voor het inrijden in
acht nemen, indien later bij het gebruik van de
auto de hierboven besproken componenten
worden vervangen.
Seite 184RijtipsBij het rijden in acht nemen184
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 245 - X/15