Page 97 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
ogen altij d b ij werkzaamhed en na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
he den water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel ged uren de 15 mi-
nuten met water en roep direct
me dische hulp in.
Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d daarom von-
ken, open vuur, si garetten e. d. uit
d e buurt van d e accu en zorg voor
vol doen de ventilatie b ij acculaden
in een af gesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te la den
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opla den van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Acid )-accu is een speci-
ale acculad er (met constante spannin g)
vereist. Bij geb ruik van een conventione-
le accula der raakt de accu bescha digd.Om de accu op te b ergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voor dat u de accu verwij-
d ert de sleutel naar “OFF” en haal
d an eerst d e negatieve ka bel en
d aarna de positieve ka bel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voor dat u
d e accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervol gens eerst de
positieve ka bel en d aarna de ne ga-
tieve ka bel aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu steed s opgelad en. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
U1MCD2D0.book Page 32 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 98 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
DAU54513
Zekeringen vervan genDe zekeringenkastjes en afzonderlijke ze-
keringen bevinden zich onder paneel A. (Zie
pagina 6-9.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand. 1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Geb ruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
1. Hoofdzekering 1
2. Reservezekering
3. Cruise control zekering
4. Zekering remlicht
5. Zekeringenkastje
6. Hoofdzekering 2
5
1
3
4
2
2
5
26
1. Zekering ABS-motor
2. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
5. Zekering elektronische smoorklep
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
8. Zekering alarmverlichtingssysteem
9. Zekering signaleringssysteem
10.Circuitzekering aansluitcontact voor acces- soires
11.Zekering ABS-regeleenheid
12.Zekering ontstekingssysteem
13.Zekering rechter radiatorkoelvinmotor
14.Zekering linker radiatorkoelvinmotor
15.Zekering kuipruitstelmotor
147
9101112
13
715
817
2
3456
7
U1MCD2D0.book Page 33 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 99 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON” enschakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU40362
Koplamp gloeilampAls een koplampgloeilamp niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen of vervang de
gloeilamp.LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
Voo r geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering 1:
50.0 A
Hoofdzekering 2: 30.0 A
Koplampzekering: 25.0 A
Remlicht zekering:
1.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 20.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A × 2
Backup-zekering: 7.5 A
Circuitzekering alarmverlichtingssy-
steem: 7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 20.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires: 3.0 A
Zekering kuipruitmotor:20.0 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
U1MCD2D0.book Page 34 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 100 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
DAU54501
ParkeerlichtDit model heeft parkeerlichten van het LED-
type.
Als een parkeerlicht niet werkt, laat dan een
controle uitvoeren door een Yamaha-dea-
ler.
DAU54241
Voorste richtingaanwijzerDit model heeft voorste richtingaanwijzers
van het LED-type.
Als een voorste richtingaanwijzer niet
werkt, laat dan een controle uitvoeren door
een Yamaha dealer.
DAU27005
Vervan gen van een richtin gaan-
wijzer gloeilamp achter of gloei-
lamp in remlicht/achterlicht1. Verwijder het duozadel. (Zie pagina
3-30.)
2. Verwijderen van de gloeilampfitting richtingaanwijzers (samen met de
gloeilamp) of de gloeilampfitting rem-
licht/achterlicht (samen met de gloei-
lamp) door deze tegen de klok in te
draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
1. Parkeerlicht
1
1
1. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
2. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht
U1MCD2D0.book Page 35 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 101 of 118
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
5. Breng de lampfitting aan (samen metde gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Installeer het duozadel.
DAU24314
Gloeilamp in kentekenverlichtin g
vervan gen1. Verwijder de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze uit te trekken. 3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven aan
te brengen.1. Schroef
2. Kentekenverlichtingsunit
1. Gloeilamp kentekenverlichting
2. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1
2
U1MCD2D0.book Page 36 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 102 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
6
DAU25872
Problemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tij dens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop dat er
g een open vuur of vonken in de omg e-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernsti g letsel of scha de aan
ei gen dommen tot gevol g.
U1MCD2D0.book Page 37 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 103 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-38
6
DAU42505
Storingzoekschema’sStartpro blemen of slechte werkin g van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougies af of vervang de bougies. Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de elektrische
startknop.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu te laden.
DroogNat
Bedien de elektrische startknop.
U1MCD2D0.book Page 38 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 104 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-39
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de ra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de rad iatorvul dop en draai deze dan lan gzaam linksom te gen
d e aanslag zodat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en d raai deze links-
om en verwij der de dop.OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U1MCD2D0.book Page 39 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM