WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in het contactslot en draai
deze dan naar “OFF”. Houd de sleutel hier-
bij ingedrukt.
DAU39461
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en de achterlich-
ten, de kentekenverlichting en de parkeer-
lichten branden. De alarmverlichting en
richtingaanwijzers kunnen worden inge-
schakeld, maar alle andere elektrische sy-
stemen zijn uit. De sleutel kan worden
uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA11021
Ge bruik de parkeerstan d niet g ed urend e
lan gere tij d, an ders kan de accu ontla-
d en raken.
DAU49396
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Controlelampje startblokkering “ ”
2. Controlelampje linker
richtingaanwijzers “ ”
3. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
4. Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
5. Vrijstandcontrolelampje “ ”
6. Controlelampje grootlicht “ ”
7. ABS-waarschuwingslampje “ ”
8. Controlelampje rechter richtingaanwijzers “ ”
9. Controlelampje tractieregeling “TCS”
10.Controlelampjes cruise control
GEARN
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP˚C
0:06
TIME TRIP
1
2
8
3
7
4
9
10
6
5
ABS
U1MCD2D0.book Page 3 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-22
3
Sportmodus “S”
Vergeleken met de toermodus biedt deze
modus een sportievere motorrespons in
het lage- en middelhogetoerenbereik.
DAU1234H
StuurschakelaarsLinks Rechts
DAU54201
Dimlichtschakelaar/lichtsi
gnaalschake -
laar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u op de lichtsignaalzijde “PASS” van de
schakelaar terwijl de koplampen op dim-
licht staan.
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
1. Menuschakelaar “MENU”
2. Selectieschakelaar “ / ”
3. Cruise-controlschakelaars
4. Claxonschakelaar “ ”
5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
6. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar “ / /PASS”
RESSET
PA S S
1
6
542
3
1. Startschakelaar/noodstopschakelaar“//”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
STOPMODERUNSTART
32
1
U1MCD2D0.book Page 22 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-23
3
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU54211
Startschakelaar/noodstopschakelaar
“//”
Als u de motor wilt starten met de startmo-
tor, zet u deze schakelaar op “ ” en drukt
u vervolgens op de “ ”-zijde van de scha-
kelaar. Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU41701
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12735
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU12781
Cruise control-schakelaars
Zie pagina 3-6 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU54231
Menuschakelaar “MENU”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de functieweergave en in-
stelmodusweergave van de
multifunctionele meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-9
voor meer informatie.
DAU54221
Selectieschakelaar “ / ”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de functieweergave en in-
stelmodusweergave van de
multifunctionele meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-9
voor meer informatie.
DAU54691
Rijmo dusschakelaar “MODE”
WAARSCHUWING
DWA15341
Wijzi g d e rijmo dus niet tij dens het rij den.Met deze schakelaar kan de rijmodus wor-
den gewisseld tussen de toermodus “T” en
de sportmodus “S”.
De gasgreep moet volledig gesloten zijn bij
het wijzigen van de rijmodus.
De geselecteerde modus wordt getoond in
de rijmodusweergave. (Zie pagina 3-11.)
U kunt de rijmodus niet wijzigen terwijl de
cruise control in werking is.
U1MCD2D0.book Page 23 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
DAU54513
Zekeringen vervan genDe zekeringenkastjes en afzonderlijke ze-
keringen bevinden zich onder paneel A. (Zie
pagina 6-9.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand. 1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Geb ruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
1. Hoofdzekering 1
2. Reservezekering
3. Cruise control zekering
4. Zekering remlicht
5. Zekeringenkastje
6. Hoofdzekering 2
5
1
3
4
2
2
5
26
1. Zekering ABS-motor
2. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
5. Zekering elektronische smoorklep
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
8. Zekering alarmverlichtingssysteem
9. Zekering signaleringssysteem
10.Circuitzekering aansluitcontact voor acces- soires
11.Zekering ABS-regeleenheid
12.Zekering ontstekingssysteem
13.Zekering rechter radiatorkoelvinmotor
14.Zekering linker radiatorkoelvinmotor
15.Zekering kuipruitstelmotor
147
9101112
13
715
817
2
3456
7
U1MCD2D0.book Page 33 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON” enschakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU40362
Koplamp gloeilampAls een koplampgloeilamp niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen of vervang de
gloeilamp.LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
Voo r geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering 1:
50.0 A
Hoofdzekering 2: 30.0 A
Koplampzekering: 25.0 A
Remlicht zekering:
1.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 20.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A × 2
Backup-zekering: 7.5 A
Circuitzekering alarmverlichtingssy-
steem: 7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 20.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires: 3.0 A
Zekering kuipruitmotor:20.0 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
U1MCD2D0.book Page 34 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
SPECIFICATIES
8-3
8
Achterwielophangin g:Type:
Achterbrug (link-ophanging)
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/gas-oliedemper
Veerweg: 125 mm (4.9 in)Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking
Laadsysteem: Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:GT14B-4
Voltage, capaciteit:
12 V, 12.0 AhKoplamp:Type gloeilamp:HalogeenlampGloeilampen volta ge, watta ge × aantal:Koplamp:
12 V, 60.0 W/55.0 W × 2
Achterlicht/remlicht unit: 12 V, 5.0 W/21.0 W × 2
Voorste richtingaanwijzer:
LED
Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 21.0 W × 2
Parkeerlicht: LED
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1 Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand: LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Waarschuwingslampje olieniveau: LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
ABS-waarschuwingslampje: LED
Cruise control “SET” controlelampje: LED
Cruise control “ON” controlelampje:
LED
Controlelampje startblokkering: LED
Controlelampje tractieregeling: LED
Zekerin gen:Hoofdzekering 1:
50.0 A
Hoofdzekering 2: 30.0 A
Koplampzekering:
25.0 A
Remlicht zekering: 1.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A Zekering ontstekingssysteem:
20.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A × 2
Circuitzekering alarmverlichtingssysteem:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep: 20.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires: 3.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering kuipruitmotor: 20.0 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
U1MCD2D0.book Page 3 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
10-1
10
INDEXAABS ....................................................... 3-25
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-4
Accessoirebox ...................................... 3-34
Accu ...................................................... 6-31
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-30
Achteruitkijkspiegels ............................. 3-37
Achterwielophanging, smeren .............. 6-29BBanden ................................................. 6-20
Bougies, controleren............................. 6-12
Brandstof .............................................. 3-28
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 5-3CCardanolie............................................. 6-15
Claxonschakelaar ................................. 3-23
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controlelampje grootlicht ....................... 3-4
Controlelampjes cruise control ............... 3-4
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ........................ 3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4
Controlelampje startblokkering............... 3-5
Controlelampje tractieregeling................ 3-5
Cruise control ......................................... 3-6
Cruise control-schakelaars ................... 3-23DDimlichtschakelaar/ lichtsignaalschakelaar ........................ 3-22
D-mode (rijmodus) ................................ 3-21GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-27 Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ........................................ 3-43
Gereedschapsset ................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting, vervangen........................................... 6-36
HHoogte bestuurderszadel, verstellen.... 3-32IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode.............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............ 6-27
Klepspeling ........................................... 6-20
Koelvloeistof ......................................... 6-16
Koplampgloeilamp ............................... 6-34
Koplamphoogte, aanpassen ................ 3-35
Koppelingshendel........................ 3-24, 6-23LLuchtfilterelement, reinigen .................. 6-18MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Menuschakelaar ................................... 3-23
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ....................... 6-29
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 6-13
Multifunctionele meter ............................ 3-9NNiveaus rem- en koppelingsvloeistof, controleren ......................................... 6-25OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3
Opbergcompartimenten ....................... 3-34
PPanelen, verwijderen en aanbrengen ......6-9
Parkeerlicht ...........................................6-35
Parkeren ..................................................5-4
Plaats van de onderdelen .......................2-1
Problemen oplossen .............................6-37RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren........................6-28
Rem- en koppelingsvloeistof, verversen ............................................6-26
Rem- en schakelpedalen controleren
en smeren ...........................................6-27
Remhendel ............................................3-25
Remlichtschakelaars .............................6-24
Rempedaal ............................................3-25
Richtingaanwijzergloeilamp of gloeilamp in remlicht/achterlicht,
vervangen ...........................................6-35
Richtingaanwijzerschakelaar.................3-22SSchakelaar alarmverlichting ..................3-23
Schakelen ...............................................5-2
Schakelpedaal ......................................3-24
Schokdemperunit, afstellen ..................3-39
Selectieschakelaar ................................3-23
Serienummer motorblok .........................9-1
Smering en onderhoud, periodiek ..........6-5
Specificaties............................................8-1
Stalling ....................................................7-4
Stand van het stuur, verstellen .............3-35
Startblokkeersysteem .............................3-1
Starten van de motor ..............................5-1
Startschakelaar/noodstopschakelaar ...3-23
U1MCD2D0.book Page 1 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM