Page 25 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-10
3
Toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de be-
stuurder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot het hoogste aantal toeren
per minuut en keert daarna weer terug naar
nul tpm om het elektrische circuit te testen.LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de ro de zone wijst.
Ro de zone: 9000 tpm en ho ger
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt. Als
het laatste segment begint te knipperen,
dient u zo snel mogelijk te tanken.
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, lichten alle displaysegmenten één
keer op om het elektrische circuit te testen.OPMERKINGDeze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosesysteem. Als in het elek-
trisch circuit een storing wordt gedetec-
teerd, gaan alle displaysegmenten
knipperen. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
Eco-controlelampje
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen: Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
Selecteer de versnelling die geschikt
is voor de snelheid van de machine.
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1 2
1. Brandstofniveaumeter
GEARNA.TEM
P
C.TEM
P
1
1. Eco-controlelampje “ECO”
GEARNA.TEM
P
C.TEM
P
1
U1MCD2D0.book Page 10 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 26 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
3
Aandui din g in geschakel de versnellin g
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt
aangegeven door “ ” en door het
vrijstandcontrolelampje “ ”.
Rijmo dusweer gave Deze weergave geeft aan welke rijmodus is
geselecteerd: Toermodus “T” of sportmo-
dus “S”. Zie pagina 3-21 en 3-23 voor meer
informatie over de modi en hoe u deze kunt
selecteren.
Functieweer
gave
Druk op de menuschakelaar “MENU” om
de weergave te schakelen tussen afstelling
van kuipruit, afstelling van handvatverwar-
ming en selectie van informatieweergave. De stand van het kuipruit afstellen
Als u de kuipruit hoger wilt stellen, drukt u
op de “ ”-zijde van de selectieschake-
laar. Als u de kuipruit lager wilt stellen, drukt
u op de “ ”-zijde van de selectieschake-
laar.
De handvatverwarming afstellenDeze machine is voorzien van handvatver-
warming, die alleen kan worden gebruikt
als de motor loopt. Er zijn 4 instellingen
voor de handvatverwarming.
Als u de temperatuur van de handvatver-
warming wilt verhogen, drukt u op
de “ ”-zijde van de selectieschakelaar.
Als u de temperatuur van de handvatver-
warming wilt verlagen, drukt u op de “ ”-
zijde van de selectieschakelaar.
1. Vrijstandcontrolelampje “ ”
2. Aanduiding ingeschakelde versnelling
1. Rijmodusweergave
GEARN
25
A.TEMP
˚C
Lo
C.TEMP˚C
0:06
TIME TRIP
1
2
GEARNA.TEM
P
C.TEM
P
1
1. Functieweergave
2. Afstelling kuipruit
3. Afstelling handvatverwarming
4. Selectie informatieweergave
GEARN
25
A.TEMP˚C
Lo
C.TEMP˚C
0:06
TIME TRIP
1
2
3
4
Uit
Laag
Middel Weergave
Instelling
Hoog
U1MCD2D0.book Page 11 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 27 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-12
3
LET OP
DCA17931
Draa g han dschoenen wanneer u d e
han dvatverwarmin g g eb ruikt.
Als de omg evingstemperatuur 20
°C (68 °F) of meer b ed raa gt, moet u
d e han dvatverwarmin g niet op d e
instellin g Hoo g zetten.
Als het stuurhan dvat of de gashen-
d el versleten of bescha digd is, ge-
b ruik de han dvatverwarmin g dan
niet meer en vervan g hand vat en
hen del.De informatieweergave selecteren
Er zijn 3 informatieweergaven. U kunt de
geselecteerde informatieweergave wijzigen
door te drukken op de selectieschakelaar.
De volgende items worden getoond in de
informatieweergaven:
een kilometertellerweergave
rittellerweergaven
een ritteller-brandstofreserveweerga-
ve
een weergave geschatte actieradius
een weergave verstreken tijd
een omgevingstemperatuurweergave
een weergave koelvloeistoftempera-
tuur
een weergave gemiddeld brandstof-
verbruik
een weergave huidig brandstofver-
bruik
U kunt de items die in de informatieweerga-
ven worden getoond selecteren.
Zie pagina 3-15 als u de weergegeven
items wilt instellen of selecteren.
Kilometertellerweergave:
Rittellerweergaven:“TRIP-1” en “TRIP-2” tonen de afstand af-
gelegd sinds de tellers het laatst werden te-
ruggesteld op nul.
Wanneer ongeveer 5.5 L (1.45 US gal,
1.21 Imp.gal) van de brandstof resteert in
de brandstoftank, gaat het laatste segment
van de brandstofniveaumeter knipperen.
Daarnaast schakelt de informatieweergave
automatisch naar de brandstofreserve-rit-
tellermodus “TRIP-F” en wordt de afgeleg-
de afstand vanaf dat punt aangegeven.
1. Informatieweergave
2. Weergave–1
3. Weergave–2
4. Weergave–3
GEARN
5.0
TRIP-1 km
7.0
TRIP-2km
km
20
ODO
GEARN
11
RANGEkm
12.3
FUEL AVG km/L
km/L
12.3
CRNT FUEL
GEARN
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP ˚C
0:06
TIME TRIP
3
4
2
1
20
ODOkm
5.0
TRIP-1km
7.0
TRIP-2km
U1MCD2D0.book Page 12 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 28 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-13
3
In dat geval kunt u door het indrukken van
de selectieschakelaar schakelen tussen de
diverse informatieweergaven in de onder-
staande volgorde:
TRIP-F → Weergave–1 → Weergave–2 →
Weergave–3 → TRIP-F
Als u een ritteller op nul wilt terugzetten, ge-
bruikt u de selectieschakelaar om de infor-
matieweergave te selecteren die de ritteller
bevat. Druk kort op de toets “RESET” zodat
de ritteller knippert en druk vervolgens ge-
durende ten minste 2 seconden opnieuw
op de toets “RESET” terwijl de ritteller knip-
pert. Wanneer u de brandstofreserve-rittel-
ler niet zelf met de hand op nul terugstelt,
wordt deze automatisch teruggesteld zo-
dra na het tanken 5 km (3 mi) is gereden en
verschijnt de vorige weergavemodus weer. Weergave geschatte actieradius:
De afstand die u onder de huidige rijom-
standigheden kunt afleggen met de reste-
rende brandstof in de brandstoftank wordt
weergegeven.
Weergave verstreken tijd:De tijd die is verstreken sinds de sleutel
naar “ON” is gedraaid wordt weergegeven.
De maximale tijd die kan worden weerge-
geven is 99:59.
De weergave wordt automatisch terugge-
zet op nul als de sleutel naar “OFF” wordt
gedraaid.OPMERKINGEr zijn ook weergaven “TIME–2” en “TIME–
3” met verstreken tijd, maar deze kunt u
niet instellen op de informatieweergave. Zie
“Instelmodus” op pagina 3-15 voor uitge-
breide informatie.
Omgevingstemperatuurweergave:Dit display toont de omgevingstemperatuur
van –9 °C tot 50 °C in stappen van 1 °C. De
weergegeven temperatuur kan afwijken
van de omgevingstemperatuur.OPMERKING
Ook als de omgevingstemperatuur la-
ger dan –9 °C is, wordt –9 °C weerge-
geven.
50 °C wordt weergegeven, ook als de
omgevingstemperatuur hoger dan 50
°C is.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door langzaam rijden [ongeveer onder
20 km/h (12.5 mi/h)] of door het opont-
houd bij verkeerslichten, spoorweg-
overgangen etc.Weergave koelvloeistoftemperatuur:
GEAR4
3.4
TRIP-F km
11
RANGEkm
0:06
TIME TRIP
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP˚C
U1MCD2D0.book Page 13 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 29 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-14
3
De weergave koelvloeistoftemperatuur
geeft de temperatuur van de koelvloeistof
aan. De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden en de
motorbelasting.
Als de melding “Hi” knippert, stop de ma-
chine dan, stop vervolgens de motor en
laat de motor afkoelen. (Zie pagina 6-39.)OPMERKINGU kunt de geselecteerde informatieweerga-
ve niet wijzigen terwijl de melding “Hi” knip-
pert.LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
Weergave gemiddeld brandstofverbruik:De weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik “km/L”, “L/100km” of “MPG”
(alleen Verenigd Koninkrijk) geeft het ge-
middelde brandstofverbruik aan sinds de
weergave voor het laatst is teruggezet.
De weergave “km/L” geeft de gemid-
delde afstand aan die kan worden af-
gelegd op 1.0 L brandstof.
De weergave “L/100km” geeft de ge-
middelde hoeveelheid brandstof aan
die nodig is om 100 km af te leggen.
Alleen Verenigd Koninkrijk: De weer-
gave “MPG” geeft de gemiddelde af-
stand aan die kan worden afgelegd op
1.0 Imp.gal brandstof.
Als u de weergave gemiddeld brandstof-
verbruik op nul wilt terugzetten, gebruikt u
de selectieschakelaar om de informatie-
weergave te selecteren die de weergave
gemiddeld brandstofverbruik bevat. Druk
kort op de toets “RESET” zodat de weerga-
ve gemiddeld brandstofverbruik knippert
en druk vervolgens gedurende ten minste 2
seconden opnieuw op de toets “RESET”
terwijl de weergave knippert.
OPMERKINGNa het terugstellen van de weergave van
het gemiddelde brandstofverbruik wordt “_
_._” weergegeven totdat de machine 1 km
(0.6 mi) heeft afgelegd.LET OP
DCA15474
Bij storin gen wor dt continu “– –.–” weer-
g eg even. Vraa g een Yamaha d ealer de
machine te controleren.Weergave huidig brandstofverbruik:De weergave van het huidige brandstofver-
bruik “km/L”, “L/100km” of “MPG” (alleen
Verenigd Koninkrijk) geeft het brandstof-
verbruik onder de hui dige rijomstandighe-
den aan. De weergave “km/L” geeft de afstand
aan die kan worden afgelegd op 1.0 L
brandstof.
De weergave “L/100km” geeft de hoe-
veelheid brandstof aan die nodig is
om 100 km af te leggen.
GEAR4
Hi
C.TEMP ˚C
12.3
FUEL AVG km/L
12.3
CRNT FUEL km/L
U1MCD2D0.book Page 14 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 30 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-15
3
Alleen Verenigd Koninkrijk: De weer-
gave “MPG” geeft de afstand aan die
kan worden afgelegd op 1.0 Imp.gal
brandstof.OPMERKINGBij snelheden onder 10 km/h (6 mi/h) wordt
“_ _._” weergegeven.LET OP
DCA15474
Bij storin gen wor dt continu “– –.–” weer-
g eg even. Vraa g een Yamaha d ealer de
machine te controleren.Instelmo dus
OPMERKING De versnellingsbak moet in de vrij-
stand staan en de machine moet zijn
gestopt als u instellingen in deze mo-
dus wilt wijzigen.
Wanneer u naar een versnelling scha-
kelt en gaat rijden, of de sleutel naar
“OFF” draait, worden alle gemaakte
instellingen opgeslagen en wordt de
instelmodus vervolgens afgesloten.Houd de menuschakelaar “MENU” ten
minste 2 seconden ingedrukt om de instel-
modus te openen. Houd de menuschake-
laar “MENU” opnieuw ten minste 2
seconden ingedrukt om de instelmodus af
te sluiten en terug te keren naar de normale
weergave.
1. Instelmodusweergave
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
1
Weer gave Beschrijving
“Grip Warmer” Met deze functie kunt u de
instellingen voor laag, mid-
del en hoog tot 10 tempe-
ratuurniveaus instellen.
“Maintenance” Met deze functie kunt u
het olieverversingsinterval
“OIL” (afgelegde afstand)
en de onderhoudsinterval-
len “FREE-1” en “FREE-2”
controleren en terugzetten
op nul.
“Time Trip”Met deze functie kunt u de
functies “TIME–2” en
“TIME–3” controleren en
terugzetten op nul. Deze
tijdweergaven tonen de to-
tale verstreken tijd dat de
sleutel in de stand “ON”
staat. Wanneer de sleutel
naar “OFF” wordt ge-
draaid, worden de rittijden
gestopt, maar niet terug-
gezet op nul. De maxima-
le tijd die kan worden
weergegeven is 99:59.
Als de tijdweergaven 99:59
bereiken, worden deze au-
tomatisch teruggesteld
naar 0:00 om vervolgens
door te gaan met tellen.
“Unit” Met deze functie kunt u de
eenheden voor brandstof-
verbruik schakelen tussen
“L/100km” en “km/L”.
Alleen Verenigd Konink-
rijk: Met deze functie kunt
u de weergave-eenheden
schakelen tussen kilome-
ters en mijlen. Wanneer u
kilometers hebt geselec-
teerd, kunt u de eenheden
voor brandstofverbruik
schakelen tussen
“L/100km” en “km/L”.
“Display” Met deze functie kunt u de
items die in 3 informatie-
weergaven worden ge-
toond wijzigen.
U1MCD2D0.book Page 15 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 31 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-16
3
Temperatuurniveaus van de instellingenvoor de handvatverwarming aanpassen1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Grip Warmer” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”. De instelweergave voor de handvat-
verwarming wordt weergegeven en
“High” knippert in de weergave. 3. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
Het temperatuurniveau voor de instel-
ling voor Hoog gaat knipperen.
Gebruik de selectieschakelaar om het
temperatuurniveau in te stellen en
druk vervolgens op de menuschake-
laar “MENU”. “High” gaat knipperen. 4. Gebruik de selectieschakelaar om
“Middle” of “Low” te markeren en wij-
zig vervolgens de instelling met de-
zelfde procedure die u hebt gebruikt
voor de instelling voor Hoog.
5. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, gebruikt u de se-
lectieschakelaar om “ ” te markeren
en drukt u vervolgens op de menus-
chakelaar “MENU” om terug te keren
naar het instelmodusmenu.
OPMERKINGU kunt de instelling instellen op 10 tempe-
ratuurniveaus.De onderhoudstellers terugstellen op nul1. Gebruik de selectieschakelaar om“Maintenance” te markeren.
“Brightness” Met deze functie regelt u
de helderheid van het pa-
neel voor de multifunctio-
nele meter, afgestemd op
het aanwezige daglicht.
“Clock” Met deze functie kunt u de
klok instellen.
“All Reset” Met deze functie kunt u
alle items terugstellen, be-
halve de kilometerteller en
klok.
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
Grip WarmerHi
g
h
10
Middle
5
Low
1
Grip WarmerHi g
h
10
Middle
5
Low
1
Grip WarmerHi g
h
10
Middle
5
Low
1
U1MCD2D0.book Page 16 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 32 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-17
3
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”en druk vervolgens op de toets “RE-
SET” om het item te selecteren dat u
wilt terugzetten.
3. Terwijl het geselecteerde item knip- pert, houdt u de toets “RESET” ten
minste 2 seconden ingedrukt.
4. Druk op de menuschakelaar “MENU”
om terug te keren naar het instelmo-
dusmenu. “TIME–2” en “TIME–3” controleren en te-
rugzetten op nul1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Time Trip” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU” om “TIME–2” en “TIME–3” weer te ge-
ven. Als u een tijdweergave wilt terug-
zetten op nul, drukt u op de toets
“RESET” om het item te selecteren
dat u wilt terugzetten op nul. 3. Terwijl het geselecteerde item knip-
pert, houdt u de toets “RESET” ten
minste 2 seconden ingedrukt.
4. Druk op de menuschakelaar “MENU” om terug te keren naar het instelmo-
dusmenu.
De eenheden selecteren
1. Gebruik de selectieschakelaar om “Unit” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”. De instelweergave voor eenheden
wordt weergegeven en “km or mile”
(alleen voor Verenigd Koninkrijk) of
“km/L or L/100km” (behalve voor Ver-
enigd Koninkrijk) knippert in de weer-
gave.
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
20
OIL km
10
FREE-1km
10
FREE-2kmMaintenance
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockTIME-2
0:07
TIME-3
0:07
Time Trip
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
U1MCD2D0.book Page 17 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM