Page 81 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
6
Om de car danolie te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond.
2. Plaats een olieopvangbak onder het cardanhuis om de gebruikte olie op te
vangen.
3. Verwijder de vulplug van de cardan- olie en de aftapplug van de cardanolie
met hun pakkingen om de olie uit het
cardanhuis af te tappen. 4. Monteer de aftapplug van de cardan-
olie met de nieuwe pakking en zet de
plug vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
5. Vul de aanbevolen cardanolie bij tot aan de rand van de vulopening.
6. Controleer de pakking van de olie- vulplug op beschadiging en vervang
indien nodig.
7. Monteer de olievulplug met de pak-
king en zet de plug vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
8. Controleer het cardanhuis op olielek- kage. Zoek in geval van lekkage naar
de oorzaak.
DAU20071
KoelvloeistofVoor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU54161
Controleren van het koelvloeistofniveau1. Zet de machine op de middenbok.OPMERKING Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.2. Verwijder het linkerventilatiepaneel
van het stroomlijnpaneel. (Zie pagina
3-36.)
3. Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Aanhaalmoment:
Vulplug cardanolie:
23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
1. Vulplug cardanolie
2. Pakking
3. Aftapplug cardanolie
12
3
2
Aanhaalmoment: Aftapplug cardanolie:23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
Aan bevolen car danolie:
Originele Yamaha cardanolie SAE
80W-90 API GL-5
Oliehoeveelhei d:
0.20 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)
Aanhaalmoment: Vulplug cardanolie:23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
U1MCD2D0.book Page 16 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 82 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.4. Als het koelvloeistofniveau zich op ofonder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, open dan de reser-
voirdop. 5. Vul koelvloeistof of gedestilleerd water
bij tot aan de merkstreep voor maxi-
mumniveau en sluit de reservoirdop.
WAARSCHUWING! Verwij der alleen
d e dop van het koelvloeistofreser-
voir. Pro beer nooit om de ra diator-
vul dop te verwijd eren als de motor
kou d is.
[DWA15162]
LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezi g is, geb ruik
d an in plaats daarvan ged istilleer d
water of onthar d leid ingwater. Ge-
b ruik geen har d water of zout wa-
ter, dit is scha delijk voor de motor.
Als er in plaats van koelvloeistof
water is g eb ruikt, vervan g d it dan
zo snel mo gelijk door koelvloeistof,
an ders is het systeem niet be-
scherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan d e koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat dan een Yamaha d
ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
6. Monteer het paneel.
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om de rad iatorvuld op te ver-
wij deren als de motor warm is.
[DWA10382]
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
1
2
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
Inhou d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
U1MCD2D0.book Page 17 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 83 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
DAU20474
Luchtfilterelement reinigenHet luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd of vervangen volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Reinig (of vervang)
het luchtfilterelement vaker als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt.
1. Verwijder paneel B. (Zie pagina 6-9.)
2. Verwijder de luchtinlaatkap door de schroef en de snelsluitschroeven te
verwijderen.
3. Verwijder het luchtfilterdeksel door de schroeven te verwijderen. 4. Trek het luchtfilterelement uit.
5. Geef een paar tikjes tegen het luchtfil-
terelement om het meeste stof en vuil
te verwijderen en blaas dan het nog
achtergebleven vuil weg met pers- lucht zoals afgebeeld. Vervang het
luchtfilterelement als dit beschadigd
is.
6. Steek het luchtfilterelement in het luchtfilterhuis. LET OP: Zorg ervoor
d at het filterelement goe d aanli gt in
het luchtfilterhuis. Laat de motor
nooit draaien met het luchtfilterele-
ment uit genomen, hier door kunnen
d e zui ger(s) en/of cilin der(s) over-
mati g versleten raken.
[DCA10482]
7. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen. LET OP:
Let erop dat het ontluchtin gs-/over-
stroomslan getje van d e bran dstof-
tank niet wor dt af geknel d.
[DCA15412]
1. Luchtinlaatrooster
2. Snelsluitschroef
3. Schroef
1
3
2
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
1. Luchtfilterelement
2
2 1
1
U1MCD2D0.book Page 18 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 84 of 118
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
8. Monteer de luchtinlaatkap door deschroef en de snelsluitschroeven aan
te brengen.
9. Monteer het paneel.
DAU44735
Stationair toerental controlerenControleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
bijstellen.
DAU21385
De vrije sla g van d e gas greep
controlerenDe vrije slag van de gasgreep dient bij de
binnenrand van de gasgreep 1.0–3.0 mm
(0.04–0.12 in) te bedragen. Controleer de
vrije slag van de gasgreep regelmatig en
laat de vrije slag indien nodig afstellen door
een Yamaha dealer.
1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
1
Stationair toerental: 1000–1100 tpm
1. Vrije slag van gasgreep
1
U1MCD2D0.book Page 19 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 85 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
DAU21402
KlepspelingDe klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU2177A
Banden Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met deze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlijd en tot gevol g.
De ban dspanning moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e omg evingstemperatuur).
De ban dspannin g moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passa gier,
b ag ag e en accessoires d at v
oor dit
mo del is vast gestel d.
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaa d uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar belaste machine
kan lei den tot een on geval.
Ban denspannin g (g emeten op kou-
d e ban den):
Bela din g tot 90 k g (198 l b):
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
90 k g (198 l b) tot maximum bela-
d in g:
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
Rij den met hog e snelheid:
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
Maximale belastin g*:
215 kg (474 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas- sagier, bagage en accessoires
U1MCD2D0.book Page 20 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 86 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
Inspectie van ban den
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten b anden door
een Yamaha d ealer vervangen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijsta biliteit, waar door
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief b an-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over d e
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om d it te doen.
Rijd niet te snel d irect na het ver-
wisselen van een ban d. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in ger e
d en voor dat
het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
Ban deninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10482
Monteer altij d voor- en achter ban-
d en van hetzelf de merk en type.
Verschillen de ban den kunnen het
1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
U1MCD2D0.book Page 21 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 87 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
weggedra g van de machine veran-
d eren, wat kan lei den tot een ong e-
val.
Controleer altij d of de ventiel dopjes
stevi g zijn bevesti gd om zo lucht-
lekka ge te voorkomen.
Gebruik uitsluiten d d e hierna ver-
mel de ban dventielen en luchtven-
tiel buisjes om b ij hoge rijsnelhed en
een te la ge ban dspannin g te voor-
komen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
WAARSCHUWING
DWA10601
Deze motorfiets is uitg erust met specia-
le ban den die geschikt voor zeer ho ge
rijsnelhe den. Let op het vol gen de om
d eze ban den zo effectief mo gelijk te
kunnen geb ruiken.
Gebruik bij vervan gin g uitsluitend
het voor geschreven type ban den.
Bij an dere ban den is het risico op
een klap ban d b ij zeer ho ge rijsnel-
he den niet d enkbeeldig .
Gloe dnieuwe ban den bie den op
sommi ge typen wegdek relatief
weini g g rip tot dat ze zijn “in
ger
e-
d en”. Het is dan ook verstan dig d e
eerste 100 km (60 mi) na dat een
nieuwe ban d is aan geb racht rusti g
te blijven rij den en pas daarna de
rijsnelhei d te verho gen.
Voor dat met ho ge snelhei d wor dt
g ere den moeten de ban den zijn op-
g ewarm d.
Pas de ban dspannin g stee ds aan
vol gens de rijomstan dig he den.
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
Voo r
ban d:
Maat: 120/70 ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/BT023F F
METZELER/Roadtec Z8
Achter ban d:
Maat: 180/55 ZR17M/C (73W)
Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/BT023R F
METZELER/Roadtec Z8 C
VOOR en ACHTER:
Bandventiel:TR412
Luchtventielbuis:
#9100 (origineel)
U1MCD2D0.book Page 22 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 88 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
DAU22074
Koppelingshen delOmdat dit model is uitgerust met een hy-
draulische koppelingsbediening, hoeft de
vrije slag van de koppelingshendel niet te
worden afgesteld. Wel moeten voor elke rit
het niveau van de koppelingsvloeistof en
het hydraulisch systeem op lekkage wor-
den gecontroleerd. (Zie pagina 6-25.) Mis-
schien zit er lucht in het koppelingssysteem
als de koppelingshendel te veel vrije slag
heeft en schakelen moeizaam gaat, of als
de koppeling slipt en de machine slecht ac-
celereert. Als er lucht in het hydraulisch sy-
steem zit, moet het systeem door een
Yamaha dealer worden ontlucht voordat de motorfiets wordt gebruikt.
DAU37914
Vrije sla g van remhen del contro-
lerenAan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzi g g evoel in d e rem-
hend el kan betekenen dat er lucht in het
hy draulisch systeem aanwezi g is. Als er
lucht in het hy draulisch systeem zit, laat
d an het systeem d oor een Yamaha d ea-
ler ontluchten voor dat de machine wor dt
g eb ruikt. Lucht in het hy draulisch sy-
steem heeft een ne gatief effect op de remwerkin
g, waar door u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
on geluk als g evolg.1. Geen vrije slag remhendel
1
U1MCD2D0.book Page 23 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM