Page 161 of 271
159
108_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Zekering
n r. Ampère
(A) Functies
1 10Dimlicht rechts
2 10Dimlicht links - koplampverstelling
3 7, 5Grootlicht rechts
4 7, 5Grootlicht links
5 * 15Brandstofinjectie
6 * 7, 5Brandstofinjectie
7 * 15Brandstofinjectie
8 * 7, 5Motorventilateurgroep
9 7, 5Airconditioning
10 ** 7, 5Brandstofinjectie - remlichten - derde remlicht
11 5Plafonnier - bagageruimteverlichting
12 10
Richtingaanwijzers - alarmknipperlichten - instrumentenpaneel - display
Zekeringen motorruimte
F Maak de kunststof kap onder de voorruit
los door de twee borglippen in te drukken.
F
M
aak het deksel van de zekeringkast
los door de nok aan de rechterzijde in
te drukken, zodat u toegang hebt tot de
zekeringen.
Sluit na het controleren of vervangen van de
zekering het deksel zorgvuldig.
* PureTech 82-motor.
** VTi 68
S&S / VTi 68 -motor.
9
Praktische informatie
Page 162 of 271
160
108_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
** VTi 68 S&S / VTi 68 -motor.Z ekering
n r. Ampère
(A) Functies
13 10Claxon
14 30Servicecentrales
15 ** 7, 5ETG-versnellingsbak
16 7, 5Brandstofinjectie
17 7, 5Keyless entry and start-systeem
18 ** 7, 5Accu
19 25Brandstofinjectie - motorventilateurgroep
20 30Startmotor
21 7, 5Stuurslot
22 25Koplampen
23 7, 5ABS
24 7, 5Brandstofinjectie - startmotor - ETG-versnellingsbak -
Stop & Start
25 15Autoradio - keyless entry and start-systeem
26 7, 5Instrumentenpaneel - display
Praktische informatie
Page 163 of 271
161
108_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Zekeringn r. Ampère
(A) Functies
27 7, 5ESP
28 60Zekeringkast interieur
29** 125***Achterruit- en buitenspiegelverwarming - stoelverwarming -
elektrisch bedienbaar vouwdak - ABS - ESP -
motorventilateurgroep - mistlampen vóór - LED-dagrijverlichting
30 50
ETG-versnellingsbak
40 Stop & Start
31 50Stuurbekrachtiging
32 50*
Motorventilateurgroep
30
40
33 50ABS - ESP
34 10Reservezekering
* PureTech 82-motor.
** VTi 68
S&S / VTi 68 -motor.
***
D
eze zekering mag uitsluitend worden
vervangen door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
9
Praktische informatie
Page 164 of 271
162
108_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Zekeringn r. Ampère
(A) Functies
35 20Reservezekering
36 30Reservezekering
37 20Achterruit- en buitenspiegelverwarming
38 30ABS - ESP
39 7, 5Mistlampen vóór - instrumentenpaneel - display
40 7, 5LED-dagrijverlichting
41 15Stoelverwarming rechts
42 20Elektrisch bedienbaar vouwdak
43 15Stoelverwarming links
Praktische informatie
Page 165 of 271

163
108_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
12V- ac c u
De accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de (+) klem:
F
o
ntgrendel de motorkap met de
ontgrendelingshendel in het interieur en
maak aan de buitenzijde de veiligheidshaak
los,
F
o
pen de motorkap en plaats de
motorkapsteun onder de motorkap om hem
geopend te houden,
F
b
eweeg het plastic beschermkapje omhoog
voor toegang tot de (+) klem.
Toegang tot de accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels en voor het laden van een lege accu.
Voordat u werkzaamheden
uitvoer t
Zet de auto stil, trek de parkeerrem aan,
zet de versnellingsbak in de neutraalstand
en zet vervolgens het contact af.
Controleer of alle elektrische functies
van de auto zijn uitgeschakeld.
Deze sticker hoort bij het Stop &
Start-systeem en geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die
alleen losgekoppeld en/of vervangen
mag worden door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Na het monteren van de accu duurt
het even voordat het Stop & Start-
systeem weer zal werken, hoe lang dit
duurt is afhankelijk van klimatologische
omstandigheden en de laadtoestand van
de accu (kan tot ongeveer 8
uur duren). Het aanduwen om de motor te starten
is bij een auto met ETG -versnellingsbak
niet toegestaan.
9
Praktische informatie
Page 166 of 271

164
108_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
F Stel de startmotor in werking van de auto met de lege accu en laat de motor draaien.
A
ls de motor niet direct start, zet dan het
contact af en wacht even alvorens een
nieuwe poging te doen.
F
V
erwijder, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje van de pluspool (+).
F
S
luit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu A en vervolgens op de
pluspool (+) van de hulpaccu B .
F
S
luit de groene of zwarte kabel aan op de
minpool (-) van de hulpaccu B (of op het
massapunt van de auto met de hulpaccu).
F
S
luit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van de
auto met de lege accu (of op de motorsteun).
F
S
tart de motor van de auto met de hulpaccu
en laat deze gedurende enkele minuten
draaien. Controleer eerst of de nominale spanning
van de hulpaccu 12
V bedraagt en of
de capaciteit van de hulpaccu minimaal
gelijk is aan die van de ontladen accu.
Start de motor niet door een acculader
aan te sluiten.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet
los ter wijl de motor draait.
Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van het
c ontact.
Sluit de ruiten, het elektrisch bedienbare
vouwdak en de voorportieren voordat u de
accukabels loskoppelt.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut alvorens
d e motor te starten, zodat de elektronische
systemen geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als er zich na deze
handeling toch nog problemen voordoen.
F
W
acht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels in omgekeerde
volgorde los.
F
B
reng, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje aan op de pluspool (+).
Praktische informatie
Page 167 of 271

165
108_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Accu's bevatten schadelijke stoffen,
zoals zwavelzuur en lood. Accu's
moeten volgens de wettelijke
voorschriften worden afgevoerd en
mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
speciaal afvalstoffendepot.Bescherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend
uit in een goed geventileerde ruimte, ver
van open vuur of vonken veroorzakende
bronnen, om elk risico van brand- of
explosiegevaar uit te sluiten.
Probeer niet een bevroren accu
op te laden: de accu moet eerst
worden ontdooid om explosiegevaar
uit te sluiten. Als de accu bevroren
is geweest, laat deze dan eerst
controleren, voordat u hem laat
opladen door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Zij controleren of de inwendige
componenten zijn beschadigd en of de
behuizing scheuren vertoont, waardoor
giftige en corrosie-veroorzakende
accuzuren zouden kunnen weglekken.
Keer de polariteiten niet om en gebruik
uitluitend een 12-volt accu.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de
accupoolklemmen los te nemen.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is.Laden met behulp van een
acculader
F Maak de accupoolklemmen los.
F
V olg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
F
S
luit de accukabels weer aan, te beginnen
met de (+) kabel.
F
C
ontroleer of de accupolen en de klemmen
schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en
klemmen.
Een aantal functies is niet beschikbaar
als de laadtoestand van de accu
onvoldoende is.
9
Praktische informatie
Page 168 of 271

166
108_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Eco - mode*
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals het audiosysteem, de
ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 20
minuten gebruiken.
Deze periode kan, afhankelijk van de laadtoestand van de accu, veel korter zijn.
Neem de tijd die nodig is voor het
starten van de motor in acht om een
juiste lading van de accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu
starten van de motor om de accu bij te
laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden (zie de paragraaf
"Ac cu").
Raadpleeg de rubriek "Accu".
Inschakelen van de eco-mode
Na deze periode worden de actieve functies in
de ruststand gezet.
Uitschakelen van de eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze vijf minuten
draaien.
Ruitenwisserblad
vervangen
Demonteren van een
wisserblad vóór
F Til de ruitenwisserarm op.
F V erwijder het wisserblad door het naar
buiten te schuiven.
Monteren van een
wisserblad vóór
F Monteer het nieuwe wisserblad en bevestig het.
F
Z
et de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Om de effectiviteit van flatblade-
ruitenwissers te behouden raden wij u
aan om:
-
e
r voorzichtig mee om te gaan,
-
z
e regelmatig te reinigen met
zeepsop,
-
z
e niet te gebruiken om een stuk
karton tegen de voorruit te houden,
-
z
e bij de eerste tekenen van slijtage
te vervangen.
*
U
itsluitend van toepassing op auto's met
Keyless entry and start-systeem.
Praktische informatie