2015 MAZDA MODEL CX-3 Handleiding (in Dutch)

Page 609 of 707

MAZDA MODEL CX-3 2015  Handleiding (in Dutch) 7–25
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
 OPMERKING
(Met bandenspanningcontrolesysteem)
 Druk na het monteren van de 
reserveband niet op de instelschakelaar 
van het bandenspanningcontrole

Page 610 of 707

MAZDA MODEL CX-3 2015  Handleiding (in Dutch) 7–26
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput
               Starten  met  een  hulpaccu
              Starten  met  een  hulpaccu  kan  gevaarlijk  zijn  wanneer  dit  niet  op  de  juist

Page 611 of 707

MAZDA MODEL CX-3 2015  Handleiding (in Dutch) 7–27
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput
 WAARSCHUWING
 Leid de hulpstartkabels op afstand van onderdelen die gaan bewegen: 
 Het aansluiten van een hulpstartkabel op of nabij bewegen

Page 612 of 707

MAZDA MODEL CX-3 2015  Handleiding (in Dutch) 7–28
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput
     1.   Verwijder  het  accudeksel.
   2.   Controleer of de hulpaccu 12 V is en 
of de negatieve pool daarvan met de 
massa verbonden is.

Page 613 of 707

MAZDA MODEL CX-3 2015  Handleiding (in Dutch) 7–29
Als er zich een probleem voordoet
Starten in noodgevallen
             Starten  van  een  verzopen 
motor (SKYACTIV-G 2.0)
            Indien  de  motor  weigert  te  starten, 
bestaat de kans

Page 614 of 707

MAZDA MODEL CX-3 2015  Handleiding (in Dutch) 7–30
Als er zich een probleem voordoet
Starten in noodgevallen
 Leegraken van de 
brandstoftank
(SKYACTIV-D 1.5)
 OPGELET
 Probeer de motor niet langer dan telkens 
30 seconden achtereen te starten.

Page 615 of 707

MAZDA MODEL CX-3 2015  Handleiding (in Dutch) 7–31
Als er zich een probleem voordoet
Oververhitting
               Oververhitting
    Indien  het  waarschuwingslampje  voor 
hoge motorkoelvloeistoftemperatuur gaat 
branden, de auto vermogen ver

Page 616 of 707

MAZDA MODEL CX-3 2015  Handleiding (in Dutch) 7–32
Als er zich een probleem voordoet
Oververhitting
   6.   Controleer  of  de  koelventilator  draait 
en zet vervolgens de motor stop nadat 
de temperatuur gedaald is.
   7.   Controleer nadat d