*Bepaalde modellen.4–79
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
Koplampsproeier *
Het contact dient op ON te staan en de
koplampen dienen ingeschakeld te zijn.
De koplampsproeiers werken automatisch
eenmaal elke vijfde keer dat de
voorruitensproeier geactiveerd wordt.
Als u de koplampsproeiers wilt gebruiken,
de ruitenwisserhendel tweemaal naar u toe
trekken.
Ruitensproeier UIT
OPMERKING
Als er lucht in de
koplampsproeiervloeistofl eiding
aanwezig is, bijvoorbeeld in gevallen
wanneer de auto pas nieuw is of nadat
een leeg sproeiervloeistofreservoir
opnieuw met sproeiervloeistof gevuld
is, zal wanneer de ruitenwisserhendel
bediend wordt geen sproeiervloeistof
gesproeid worden. Volg in dit geval
onderstaande procedure:
1. Start de motor.
2. Schakel de koplampen in.
3. Trek de ruitenwisserhendel
herhaalde malen tweemaal naar u
toe totdat de sproeiervloeistof naar
buiten sproeit.
Achterruitverwarming
De achterruitverwarming ontdoet de
achterruit van wasem.
Voor gebruik van de achterruitverwarming
moet het contact op ON staan.
Druk op de schakelaar om de
achterruitverwarming in te schakelen.
De achterruitverwarming functioneert
gedurende ongeveer 15 minuten en wordt
dan automatisch uitgeschakeld.
Wanneer de achterruitverwarming in
werking is brandt het indikatielampje.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
achterruitverwarming uit te schakelen
alvorens de 15 minuten zijn verstreken.
Handbediende airconditioning
Indikatielampje
$ 9 @ &