Page 137 of 149

Telefoon137
Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten te kiezen, selecteert u een van de volgende opties op het display:
■ Alle : Toont een overzicht van alle
oproepen in de onderstaande lijs‐
ten.
■ c: Ontvangen oproepen.
■ c : Gemiste oproepen.
■ a: Gekozen nummers.
De meest recente oproepen worden
bovenaan weergegeven. U kunt ook
op 4 of 1 drukken om in het display
omhoog of omlaag te bladeren.
Selecteer het gewenste contact uit de
gekozen gesprekkenlijst om het kie‐
zen te starten.
Let op
Druk indien nodig op < (om een pop-
upmenu te openen) en selecteer
Telefoongegevens bijwerken om de
gesprekkenlijsten bij te werken.Voicemailbox
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB,
CD35 BT USB - Voicemailbox
Wanneer de mobiele telefoon is ver‐
bonden, kunt u voicemailberichten
van de telefoon beluisteren via het in‐
fotainmentsysteem. Selecteer hier‐
voor het menu Voicemailbox.
NAVI 80 - Voicemailbox
Om voicemailberichten van de mo‐
biele telefoon via het infotainmentsys‐
teem te beluisteren als de telefoon is verbonden, drukt u in de startpagina
op MENU , gevolgd door Telefoon en
Voicemail op het displayscherm.
Het configuratiescherm verschijnt als
de voicemailbox nog niet is geconfi‐
gureerd. Voer het nummer in op het
numerieke toetsenbord en bevestig
de invoer.Inkomende oproepen
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Inkomende oproepen
Het gesprek aannemen, afhankelijk
van de configuratie van de auto:
■ Druk kort op de knop 7 (op de
knoppen op de stuurkolom)
■ Selecteer het pictogram 7 op het
display (door de draaiknop OK te
draaien en in te drukken)
Het gesprek niet aannemen, afhan‐
kelijk van de configuratie van de auto:
■ Houd de knop 8 (op de knoppen op
de stuurkolom) ingedrukt
■ Selecteer het pictogram } op het
display (door de draaiknop OK te
draaien en in te drukken)
Wanneer een oproep wordt ontvan‐ gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het infotainmentsysteem.
Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat
Page 138 of 149

138Telefoon
geval de naam weergegeven. Wan‐
neer het nummer niet kan worden weergegeven, wordt het bericht
Privénummer getoond.
CD35 BT USB - Inkomende oproepen Neem het gesprek aan door kort op
de knop 7 (op de knoppen op de
stuurkolom) te drukken.
Het gesprek niet aannemen: ■ Houd de knop 8 (op de knoppen op
de stuurkolom) ingedrukt, of
■ Selecteer Weigeren op het display
(door de centrale draaiknop te draaien en in te drukken)
Wanneer een oproep wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het infotainmentsysteem.
Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven. Wan‐
neer het nummer niet kan worden
weergegeven, wordt het bericht
Onbekend getoond.De beltoon van het handsfree-tele‐
foonsysteem is afhankelijk van het te‐
lefoonmodel en de modus (stil, trillen
enz.).Oproep automatisch in de wacht
Om veiligheidsredenen wordt de
functie "Oproep automatisch in de
wacht" standaard ingesteld. Het is
raadzaam deze functie ingeschakeld
te laten.
Wanneer een gesprek binnenkomt,
wordt de beller via een bericht geïn‐
formeerd dat u rijdt. Het gesprek start automatisch en de duur van het ge‐
sprek wordt op het displayscherm van
het Infotainmentsysteem weergege‐
ven. Neem de telefoon alleen op als
het veilig is om dat te doen.
Raadpleeg (CD35 BT USB) "Oproep
automatisch in de wacht in-/uitscha‐
kelen" in het hoofdstuk "Telefoonin‐ stellingen" om een automatische op‐
roep in de wacht uit te schakelen.
Wanneer "Oproep automatisch in de
wacht" uitgeschakeld is, kunt u een
gesprek weigeren door Weigeren te
selecteren of door de toets 8 inge‐
drukt te houden. Om de beller in dewacht te plaatsen, selecteert u
Pauze ; de beller wordt via een auto‐
matisch bericht geïnformeerd dat hij
in de wacht staat.
U kunt de functie "Oproep automa‐
tisch in de wacht" tijdelijk uitschake‐ len door Hervatten te selecteren of de
toets 7 in te drukken om de oproep
aan te nemen.
NAVI 50 - Inkomende oproepen
De oproep aannemen:
■ Druk op Aannemen op het display‐
scherm.
■ Druk kort op de knop 7 (op de
knoppen op de stuurkolom)
Het gesprek niet aannemen: ■ Druk op Weigeren op het display‐
scherm.
■ Houd de knop 8 (op de knoppen op
de stuurkolom) ingedrukt
Wanneer een oproep wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het infotainmentsysteem.
Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat
Page 139 of 149

Telefoon139
geval de naam weergegeven. Wan‐
neer het nummer niet kan worden weergegeven, wordt het bericht
Onbekend getoond.
NAVI 80 - Inkomende oproepen De oproep aannemen:
■ Druk op Aannemen op het display‐
scherm.
■ Druk kort op de knop 7 (op de
knoppen op de stuurkolom)
Het gesprek niet aannemen: ■ Druk op Weigeren op het display‐
scherm.
■ Houd de knop 8 (op de knoppen op
de stuurkolom) ingedrukt
Wanneer een oproep wordt ontvan‐ gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het infotainmentsysteem.
Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven. Wan‐
neer het nummer niet kan worden weergegeven, verschijnt het berichtGeen beller-id .Functies tijdens een
telefoongesprek
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Functies tijdens een telefoongesprek
Naast volumeregeling zijn diverse
functies beschikbaar tijdens een ge‐
sprek, waaronder:
■ Gesprek doorschakelen naar de mobiele telefoon
■ Naar het toetsenblok gaan
■ Oproep beëindigen
Draai aan en druk op de draaiknop
OK om te selecteren en te bevesti‐
gen.
Schakel het gesprek door van het
handsfree-telefoonsysteem naar de
mobiele telefoon door het weergave- item op de mobiele telefoon te selec‐
teren. Sommige mobiele telefoons kunnen ontkoppeld raken van het
handsfree-telefoonsysteem tijdens het overschakelen naar deze modus.
Een nummer kan ook op het nume‐
rieke toetsenbord worden ingevoerd
( 3 121) bijv. om een gespreksserver,zoals de voicemailbox, te bedienen.
Selecteer het #123 weergave-item
om het numerieke toetsenbord op te
roepen. Raadpleeg " Voicemailbox"
voor meer informatie.
Het gesprek beëindigen, afhankelijk
van de configuratie van de auto:
■ Druk kort op de toets 8
■ Druk op de TEL-toets
■ Selecteer het pictogram } op het
display
CD35 BT USB - Functies tijdens een
telefoongesprek
Naast volumeregeling zijn diverse
functies beschikbaar tijdens een ge‐
sprek, waaronder:
■ Pauze / Hervatten
■ Handset
■ Toetsen
■ Ophangen
Om de beller in de wacht te plaatsen,
selecteert u Pauze; de beller wordt
via een automatisch bericht geïnfor‐
meerd dat hij in de wacht staat. Se‐
lecteer Hervatten om het gesprek te
hervatten.
Page 140 of 149

140Telefoon
Schakel het gesprek van het hands‐
free-telefoonsysteem over naar de
mobiele telefoon door Handset te se‐
lecteren. Sommige mobiele telefoons
kunnen ontkoppeld raken van het
handsfree-telefoonsysteem tijdens het overschakelen naar deze modus.
Een nummer kan ook op het nume‐
rieke toetsenbord worden ingevoerd
( 3 121) bijv. om een gespreksserver,
zoals de voicemailbox, te bedienen.
Selecteer het Toetsen-menu-item om
het numerieke toetsenbord op te roe‐
pen. Raadpleeg " Voicemailbox" voor
meer informatie.
Het gesprek beëindigen: ■ Druk op de toets 8 of
■ Selecteer Ophangen en druk dan
op de centrale draaiknop
NAVI 50 - Functies tijdens een
telefoongesprek
Naast volumeregeling zijn diverse
functies beschikbaar tijdens een ge‐
sprek, waaronder:
■ } : Oproep beëindigen
■ n: Automicrofoon uitschakelen■ é: Automicrofoon inschakelen
■ m: Gesprek doorschakelen naar
mobiele telefoon
■ J l: Gesprek doorschakelen naar
de microfoon en luidsprekers van
de auto
NAVI 80 - Functies tijdens een
telefoongesprek
Naast volumeregeling zijn diverse
functies beschikbaar tijdens een ge‐
sprek, waaronder:
■ Oproep in de wacht zetten: Druk op
< (om een pop-upmenu te openen)
en selecteer In de wacht. Druk op
Doorgaan om het gesprek te her‐
vatten.
■ Gesprek doorschakelen naar mo‐ biele telefoon: Druk op < (om een
pop-upmenu te openen) en selec‐
teer Handset .
In sommige gevallen wordt de tele‐ foon tijdens het doorschakelen van
een oproep losgekoppeld van het
infotainmentsysteem.■ Oproep beëindigen: Druk op Oproep beëindigen .
■ Terug naar vorige menu: Druk op r .
Telefooninstellingen CD35 BT USB - Telefooninstellingen
Druk op de toets SETUP / TEXT en
selecteer het Telefooninstellingen -
menu.Oproep automatisch in de wacht in-/
uitschakelen
Om "Oproep automatisch in de
wacht" in of uit te schakelen, opent u
het menu In wacht en selecteert u
Automatisch (de standaardinstelling)
of Handmatig .
In de automatische modus klinkt er
een toon om aan te geven dat er een oproep in de wacht staat.Beltonen wijzigen
De autobeltoon of de telefoonbeltoon
kan worden gewijzigd voor binnenko‐
mende oproepen. Open het
Ringtone -menu en selecteer vervol‐
gens Auto of Telefoon .
Page 141 of 149

Telefoon141
Let op
Afhankelijk van het telefoonmodel is
de beltoonoverdrachtfunctie wellicht niet beschikbaar.Standaard telefooninstellingen her‐
stellen
Om de standaardwaarden van de te‐
lefooninstellingen te herstellen, se‐
lecteert u Fabrieksinstellingen door
de draaiknop te draaien en in te druk‐
ken. Bevestig de wijziging met de dis‐ playoptie wanneer daarom wordt ge‐
vraagd.Softwareversie weergeven
Om de softwareversie weer te geven,
selecteert u Softwareversie
weergeven door de draaiknop te
draaien en in te drukken.
NAVI 50 - Telefooninstellingen
Standaard telefooninstellingen her‐ stellen
U kunt op ieder gewenst moment naar het instellingenmenu gaan door
op de knop Start ; te drukken, ge‐
volgd door INSTELLINGEN op het
displayscherm.Selecteer Systeem, gevolgd door
Fabrieksinstellingen en Telefoon om
de standaardwaarden van de tele‐
fooninstellingen terug te zetten. Be‐
vestig de keuze door op OK te druk‐
ken.Softwareversie weergeven
U kunt op ieder gewenst moment
naar het instellingenmenu gaan door
op de knop Start ; te drukken, ge‐
volgd door INSTELLINGEN op het
displayscherm.
Selecteer Systeem, gevolgd door
Systeemversie om de softwareversie
weer te geven.
NAVI 80 - Telefooninstellingen
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Telefoon en Instellingen
op het displayscherm.
Maak een keuze uit de onderstaande
opties op het display:
■ Apparaten beheren :
Raadpleeg (NAVI 80) "Een mobiele telefoon koppelen" in het hoofdstuk
"Bluetooth-verbinding" 3 126.
■ Geluidsniveaus :
Het gespreksvolume en de beltoon
van het handsfree-telefoonsys‐
teem instellen.
■ Voicemail :
Raadpleeg (NAVI 80) "Voicemail‐
box" hierboven.
■ Bluetooth in-/uitschakelen :
Raadpleeg (NAVI 80) "Bluetooth
activeren" in het hoofdstuk "Blue‐
tooth-verbinding" 3 126.
■ Telefoongegevens automatisch
downloaden :
Kies deze optie door het vakje ☑ ernaast te selecteren.
Zodra de mobiele telefoon met het infotainmentsysteem is gekoppeld
en/of verbonden, kunnen de con‐
tactlijst en de gesprekkenlijsten van de mobiele telefoon naar het
handsfree-telefoonsysteem wor‐
den gedownload.
Het delen van gegevens moet
eveneens worden toegestaan op
uw telefoon. Raadpleeg de bedie‐
ningsinstructies voor uw mobiele
telefoon of uw netwerkprovider.
Page 142 of 149

142TelefoonMobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies en
bedieningsrichtlijnen
De installatie-instructies die eigen zijn aan de auto en de bedieningsrichtlij‐nen van de mobiele telefoon- enhandsfreefabrikant moeten in acht
worden genomen wanneer u een mo‐
biele telefoon installeert en bedient.
Anders kunt u de voertuigtypegoed‐
keuring ongeldig maken (EU-richtlijn
95/54/EC).
Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
■ Professioneel geïnstalleerde bui‐ tenantenne om het grootst moge‐
lijke bereik te verkrijgen,
■ Maximaal zendvermogen 10 watt,
■ Installatie van de telefoon op een daartoe geschikte plek, neem de
relevante opmerking in de Gebrui‐
kershandleiding, hoofdstuk
Airbagsysteem , in aanmerking.Laat u informeren over de voorziene
montageposities voor de buitenan‐
tenne of de toestelhouder en de mo‐
gelijkheden tot gebruik van toestellen met een zendvermogen van meerdan 10 watt.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan, wan‐
neer het maximale zendvermogen
van de mobiele telefoon niet groter is
dan 2 watt bij GSM 900 en niet groter
is dan 1 watt bij de andere types.
Voor veiligheidsredenen mag u geen
telefoon gebruiken terwijl u rijdt. Zelfs het gebruik van een handsfree-tele‐
foon vormt een afleiding tijdens het
rijden.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor mo‐
biele telefoons voldoen en radio's
is alleen toegestaan met een bui‐ tenantenne op de auto.
Voorzichtig
Mobiele telefoons en zendappara‐ tuur kunnen als de voornoemde
aanwijzingen niet in acht worden
genomen bij gebruik in het interi‐
eur zonder buitenantenne aanlei‐
ding geven tot functiestoringen in
de autoelektronica.
Page 143 of 149
Page 144 of 149

144TrefwoordenlijstAAac-bestanden ............................. 53
Aanpassing volume km/u .............36
Acc-bestanden.............................. 59
Achter UIT .................................... 33
AF (alternatieve frequentie) ..........49
Afbeeldingen ................................ 71
Afbeeldingen weergeven ..............71
Afbeeldingsviewer ........................77
Afstandsbediening ........................77
AGC geactiveerd ..........................33
Alarm- en hulpnummers .............105
Algemene aanwijzingen ............
.................. 4, 57, 59, 73, 118, 121
Algemene informatie ..............53, 63
Alternatieve route berekenen .....105
Antidiefstalfunctie ........................23
Apparaat van Bluetooth- apparatenlijst verwijderen .......126
AST (Autostore-lijst) .....................47
Audio-apparaat aansluiten ...........63
Audio-apparaat koppelen .............63
Audio-apparaat ontkoppelen ........63
Audio-cd's ..................................... 53
Audio-instellingen ...................33, 54
Audiospelers ................................. 23
Automatic Gain Control (AGC) .....33
Automatische telefoonverbinding 124
Automatische zenderopslag .........47Automatische zoom ......................77
Automatisch uitschakelen .............23
Automatisch zender zoeken .........44
Autostore-lijsten ............................ 47
AUX-ingang .................................. 57
B Balance......................................... 33
Bass.............................................. 33 Batterij vervangen......................... 77
Bediening ............................. 63, 132
Bediening navigatie ....................119
Bedieningselementen instrumentenpaneel ....................7
Bedieningselementen stuurkolom ..7
Bedieningselementen van infotainment............................... 23
Bedieningsrichtlijnen voor telefoon ................................... 142
Bedieningsstanden .......................23
Bediening van displayscherm 23, 121
Beeldinstellingen .......................... 23
Beeldscherm................................. 23 Begeleide rondleidingen ...............77
Begeleiding ................................ 105
Begeleiding uitschakelen ............105
Bekijk kaart ................................. 105
Bereid de route vooraf voor ..........96
Bestemming.................................. 77
Bestemming selecteren ................96