Page 129 of 149

Telefoon129
Als het koppelen mislukt, gaat het
systeem terug naar het vorige menu en verschijnt er een dienovereenkom‐ stig bericht. Herhaal de procedure zo
nodig.
CD35 BT USB - Een mobiele telefoon
koppelen
Om een telefoon aan het handsfree-
telefoonsysteem te koppelen, drukt u op de toets SETUP / TEXT en selec‐
teert u Bluetooth-verbinding uit het in‐
stellingenmenu. Selecteer een lege
sleuf door aan de centrale draaiknop
te draaien en druk op de knop om het volgende menu weer te geven.
Selecteer Nieuwe GSM aansluiten
door aan de centrale draaiknop te
draaien en in te drukken en zoek ver‐
volgens op de mobiele telefoon naar
Bluetooth-apparatuur in de omgeving van de telefoon.
Selecteer My_Radio (d.w.z. de naam
van het handsfree-telefoonsysteem)
uit de lijst op de mobiele telefoon en
voer via het toetsenbord van de mo‐
biele telefoon de koppelingscode indie op het displayscherm van het In‐
fotainmentsysteem staat weergege‐
ven.
Als het koppelen mislukt, verschijnt
het bericht Koppelen mislukt . Herhaal
de procedure zo nodig.
NAVI 50 - Een mobiele telefoon
koppelen
Druk op de knop Start ;, gevolgd
door INSTELLINGEN op het display‐
scherm.
Selecteer Bluetooth, gevolgd door
Bluetooth-apparaat zoeken of Extern
apparaat goedkeuren .
Het is ook mogelijk om in het menu‐
scherm Telefoon op het display op
z te drukken.
Zoek op de mobiele telefoon naar
Bluetooth-apparaten in de buurt van
het apparaat.
Selecteer MEDIA-NAV (d.w.z. de
naam van het handsfree-telefoonsys‐ teem) uit de lijst op de mobiele tele‐
foon en voer, indien nodig, via het
toetsenbord van de mobiele telefoonde koppelingscode in die op het dis‐
playscherm van het infotainmentsys‐
teem staat weergegeven.
De standaard koppelingscode is
0000 . Selecteer Wachtwoord
wijzigen om deze koppelingscode te
wijzigen voordat de koppelingsproce‐
dure wordt gestart.
Herhaal zo nodig de procedure als
het koppelen mislukt.
NAVI 80 - Een mobiele telefoon
koppelen
Om vanuit de startpagina naar het
menu Telefooninstellingen te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Telefoon en Instellingen op het dis‐
playscherm.
Selecteer Apparaten beheren uit de
lijst met opties. Op het display ver‐
schijnt een bericht waarin u wordt ge‐
vraagd om een Bluetooth-verbinding
tussen uw apparaat en het infotain‐
mentsysteem tot stand te brengen.
Selecteer Ja om door te gaan. Het in‐
fotainmentsysteem gaat zoeken naar
Page 130 of 149

130Telefoon
Bluetooth-apparatuur in de buurt en
toont vervolgens een lijst met appa‐
raten.
Selecteer uw apparaat uit de ge‐
toonde lijst. Afhankelijk van het tele‐
foontype bevestigt u het koppelings‐
verzoek of voert u de koppelingscode
in op het toetsenblok van de mobiele
telefoon om de koppeling met het in‐
fotainmentsysteem tot stand te bren‐
gen.
Om andere apparaten te koppelen,
drukt u in het scherm Apparaten
beheren op < om een pop-upmenu te
openen. Hier selecteert u
Toevoegen om andere apparaten op
dezelfde wijze te koppelen.
Herhaal zo nodig de procedure als het koppelen mislukt.
Mobiele telefoon
ontkoppelen van het
handsfree-telefoonsysteem Wanneer de lijst met gekoppelde te‐
lefoons vol is, kan een nieuwe tele‐
foon alleen gekoppeld worden wan‐
neer een bestaande telefoon wordt
ontkoppeld.Let op
Bij het ontkoppelen van een telefoon
worden alle gedownloade contacten en de belgeschiedenis in het tele‐
foonboek van het handsfree tele‐
foonsysteem gewist.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB - Een
mobiele telefoon ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. een tele‐
foon uit het geheugen van het hands‐
free-telefoonsysteem te verwijderen,
drukt u op de toets TEL en selecteert
u Apparaat verwijderen .
Selecteer de gewenste telefoon uit de apparatenlijst en druk op de draai‐
knop OK om het verwijderen te be‐
vestigen wanneer daarom wordt ge‐
vraagd.
CD35 BT USB - Een mobiele telefoon
ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. een tele‐
foon uit het geheugen van het hands‐ free-telefoonsysteem te verwijderen,
drukt u op de toets SETUP / TEXT en
selecteert u Bluetooth-verbinding uit
het instellingenmenu.Selecteer de gewenste telefoon uit de apparatenlijst, druk op de centrale
draaiknop en selecteer Verwijderen.
NAVI 50 - Een mobiele telefoon
ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. dat een te‐
lefoon uit het geheugen van het
handsfree-telefoonsysteem wordt
verwijderd, drukt u op de knop
Start ;, gevolgd door
INSTELLINGEN op het display‐
scherm.
Selecteer Bluetooth en Bluetooth-
apparatenlijst bekijken .
Selecteer de gewenste telefoon uit de apparatenlijst en druk op ë om het
apparaat te verwijderen. Verwijder zo
nodig alle apparaten door op Opties
te drukken, gevolgd door Alles
verwijderen . Bevestig met de knop
OK .
Page 131 of 149

Telefoon131
NAVI 80 - Een mobiele telefoon
ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. dat een te‐
lefoon uit het geheugen van het
handsfree-telefoonsysteem wordt
verwijderd, gaat u naar het scherm
Apparaten beheren .
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Telefoon en Instellingen
op het displayscherm.
Selecteer Apparaten beheren en druk
op < om een pop-upmenu te openen.
Selecteer vervolgens Verwijderen en
verwijder het geselecteerde apparaat van de lijst.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Vertrouw daarom niet al‐
leen op een mobiele telefoon bij
gesprekken van levensbelang
(bijv. bij het inroepen van medi‐
sche hulp).
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon alleen kunt bellen en ont‐ vangen indien u zich in een gebied
bevindt met een voldoende sterk
signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen ook niet ge‐
daan worden wanneer bepaalde
netwerkdiensten en/of telefoon‐
functies actief zijn. Raadpleeg uw
netwerkprovider voor meer infor‐
matie.
Het alarmnummer verschilt afhan‐ kelijk van het land of de regio. Wij
raden u aan het juiste alarmnum‐
mer voor het relevante land of de
relevante regio van tevoren op te
vragen.
Kies het alarmnummer (zie "Bedie‐
ning" 3 132); er wordt verbinding ge‐
maakt met de alarmcentrale.
Beantwoord de vragen van het per‐
soneel over de noodoproep.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
NAVI 50
Druk op de knop Start ; en kies
KAART op het displayscherm om het
alarmnummer voor de huidige locatie
te bekijken.
Druk op Opties en vervolgens op
Waar ben ik? .
Page 132 of 149

132Telefoon
Wanneer het scherm Waar ben ik?
verschijnt, drukt u op Opties, gevolgd
door Landinformatie op het display‐
scherm: Het alarmnummer ( bijv. 112)
verschijnt op het display.
Bediening Inleiding Wanneer een Bluetooth-verbinding
tot stand is gebracht tussen uw mo‐ biele telefoon en het handsfree-tele‐
foonsysteem, kunnen bepaalde func‐ ties van uw mobiele telefoon via de
bedieningselementen van het info‐
tainmentsysteem of het display wor‐
den bediend.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om de contacten en telefoonnummers die in
uw mobiele telefoon zijn opgeslagen, in het handsfree-telefoonsysteem te
importeren.
Nadat de verbinding tot stand is ge‐
bracht, worden de gegevens van de
mobiele telefoon naar het handsfree-
telefoonsysteem gezonden. Afhanke‐ lijk van het model telefoon kan dit
enige tijd duren. Tijdens deze periodeis het bedienen van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
slechts beperkt mogelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt de functies van het hands‐
free-telefoonsysteem. Daarom kan
het bereik aan beschreven functies afwijken.
Menu Telefoon
Het Telefoon -menu weergeven:
■ Druk op de toets 6TEL
- of -
■ Druk op de toets TEL
- of -
■ Druk op de knop Start ;, gevolgd
door TELEFOON op het display‐
scherm (NAVI 50)
■ Druk vanuit de startpagina op MENU , gevolgd door Telefoon op
het displayscherm (NAVI 80).Volumeregeling
R15 BT, R16 BT USB, CD16 BT,
CD18 BT USB - Volumeregeling
Draai tijdens een oproep aan de draaiknop m of druk op ! of # (op de
knoppen op de stuurkolom) om het
volume van de oproep te wijzigen.
CD35 BT USB - Volumeregeling
Om het volume voor gesprekken,
stemherkenning of de beltoon vooraf
in te stellen, drukt u op de toets
SETUP / TEXT en selecteert u Tele‐
fooninstellingen uit het instellingen‐
menu, gevolgd door Volume.
Selecteer de gewenste optie (bijv.
Beltoonvolume ) en stel het volume af
met de centrale draaiknop.
Draai tijdens een oproep aan de vo‐
lumedraaiknop of druk op ! of # (op
de knoppen op de stuurkolom) om het
volume van de oproep te wijzigen.
NAVI 50 - Volumeregeling
Druk tijdens een gesprek op de knop
< of ] van het infotainmentsysteem
om het gespreksvolume te wijzigen.
Page 133 of 149

Telefoon133
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op de toets ! of #.
NAVI 80 - Volumeregeling
Draai tijdens een gesprek aan de
draaiknop X van het infotainmentsys‐
teem om het gespreksvolume te wij‐
zigen.
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op de toets ! of #.
Een telefoonnummer bellen
Er zijn verschillende opties beschik‐
baar voor het bellen van telefoon‐
nummers, waaronder het bellen van
een contact in het telefoonboek of
vanuit een gesprekkenlijst. Nummers kunnen natuurlijk ook handmatig wor‐
den gekozen.
Handmatig een nummerinvoeren
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Handmatig een nummer invoeren
Terwijl het Telefoon-menu wordt
weergegeven, selecteert u Kiezen uit
de lijst.Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord ( 3 121)
en selecteer 7 om het kiezen te star‐
ten.
Kies het laatste nummer opnieuw
door de toets TEL ingedrukt te hou‐
den.
CD35 BT USB - Handmatig een
nummer invoeren
Terwijl het Telefoon-menu wordt
weergegeven, selecteert u Nummer
kiezen uit de lijst.
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord ( 3 121)
en selecteer het pictogram y op het
display. Druk op de centrale draai‐ knop om het kiezen te starten.
NAVI 50 - Handmatig een nummer
invoeren
Als het menu Telefoon wordt weerge‐
geven, drukt u op S in de linkerbo‐
venhoek en selecteert u Kiezen uit de
lijst.
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord en selec‐
teer g om het kiezen te starten.Raadpleeg (NAVI 50) "Toetsenbor‐
den op het display bedienen" in het
hoofdstuk "Algemene informatie"
3 121.
Ingevoerde gegevens kunnen wor‐
den gecorrigeerd met het toetsen‐
bordteken k. Houd k ingedrukt om
alle nummers tegelijk te wissen.
NAVI 80 - Handmatig een nummer invoeren
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Telefoon en Een nummer
kiezen op het displayscherm.
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord en druk
op Bellen om het kiezen te starten.
Ingevoerde gegevens kunnen wor‐
den gecorrigeerd met het toetsen‐
bordteken k.
Page 134 of 149

134Telefoon
Telefoonboek
Het telefoonboek telefoon bevat con‐
tactlijsten die alleen beschikbaar zijn
voor de huidige autogebruiker. Van‐
wege vertrouwelijkheidsredenen kan
elke gedownloade contactenlijst al‐
leen worden bekeken wanneer de
bijbehorende telefoon is aangesloten.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Telefoonboek
Nadat de mobiele telefoon aan het in‐
fotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Om een nummer uit het telefoonboek van de telefoon te kiezen terwijl het
menu Telefoon wordt weergegeven,
selecteert u Telefoonboek en het ge‐
wenste contact uit de alfabetische lijst. Druk op de draaiknop OK om het
kiezen te starten.
CD35 BT USB - Telefoonboek
Na het tot stand brengen van de ver‐
binding wordt de contactlijst van de
mobiele telefoon naar het handsfree-telefoonsysteem gedownload. Tel‐
kens wanneer de telefoon wordt aan‐
gesloten, wordt het telefoonboek van het systeem automatisch bijgewerkt.
U kunt het telefoonboek ook handma‐ tig bijwerken terwijl de telefoon is aan‐
gesloten. Selecteer hiervoor het
menu Telefooninstellingen , gevolgd
door Bijwerken . Selecteer de optie
Bijwerken en bevestig deze door de
centrale draaiknop te draaien en in te drukken.
Er kunnen maximaal 500 contacten
en 4 nummers per contact worden ge‐
download. Wanneer de opslagcapa‐
citeit wordt overschreden, verschijnt
er een oproep om overtollige contac‐
ten te verwijderen. Gewiste contacten blijven in de mobiele telefoon opge‐
slagen, maar worden uit het geheu‐
gen van het systeem gewist.Een nummer vanuit het telefoonboek
bellen
Om een nummer uit het telefoonboek
te kiezen terwijl het menu Telefoon
wordt weergegeven, selecteert u Te‐
lefooninstellingen om de contacten‐
lijst weer te geven.Selecteer de eerste letter van de ge‐
wenste naam door aan de centrale
draaiknop te draaien. Druk op de
knop om de contacten voor die letter,
indien van toepassing, weer te geven.
Draai de draaiknop om het gewenste
contact te selecteren en druk de knop in om de bijbehorende gegevens
weer te geven. Selecteer het betref‐
fende nummer voor het contact en
druk op de knop om het kiezen te
starten.Contacten toevoegen aan telefoon‐
boek
U kunt contacten aan het telefoon‐
boek toevoegen door de volgende
menuopties te selecteren:
■ Telefooninstellingen
■ Contact toevoegen
Gebruik de alfabetische en nume‐
rieke toetsenborden ( 3 121) om een
naam en maximaal 4 nummers in te voeren voor het nieuwe contact.
Verkeerde namen en nummers die
via de toetsenborden zijn ingevoerd,
kunnen ook tijdens het aanmaken
van het contact worden verwijderd.
Page 135 of 149

Telefoon135
NAVI 50 - Telefoonboek
Nadat de mobiele telefoon aan het in‐
fotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Als het menu Telefoon wordt weerge‐
geven, drukt u op S in de linkerbo‐
venhoek en selecteert u
Telefoonboek uit de lijst.
Om een nummer uit het telefoonboek te kiezen, selecteert u de gewenste
contactpersoon uit de lijst.
In plaats daarvan kunt u op het dis‐
play op Zoeken op naam drukken en
vervolgens de naam van de contact‐
persoon invoeren met behulp van het
toetsenbord.
Raadpleeg (NAVI 50) "Toetsenbor‐
den op het display bedienen" in het
hoofdstuk "Algemene informatie"
3 121.NAVI 80 - Telefoonboek
Nadat de mobiele telefoon aan het in‐
fotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Let op
Het delen van gegevens moet wor‐
den toegestaan op uw telefoon.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van uw mobiele telefoon of neem
contact op met uw netwerkprovider.
De functie "Telefoongegevens auto‐ matisch downloaden" moet even‐
eens worden ingeschakeld in het
menu Telefooninstellingen van het
infotainmentsysteem. Raadpleeg
(NAVI 80) "Telefooninstellingen"
hieronder.
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Telefoon en
Telefoonboek op het displayscherm.
Om een nummer uit het telefoonboek
te kiezen, selecteert u de gewenste
contactpersoon uit de lijst. Als een
contactpersoon meer dan één opge‐slagen nummer heeft, selecteer dan
het gewenste nummer wanneer daar
om wordt gevraagd.
Na de eerste koppeling van de tele‐
foon met het infotainmentsysteem,
kan het systeem worden bijgewerkt
met de nieuwste contacten op uw mo‐
biele telefoon. Druk op < om een pop-
upmenu te openen en selecteer
Telefoongegevens bijwerken . Selec‐
teer zo nodig Help in het pop-upmenu
voor ondersteuning.
Om een contactpersoon aan uw fa‐
vorietenlijst toe te voegen, drukt u op
< en selecteert u Contact aan de
favorietenpagina toevoegen .
Let op
U hebt op elk moment toegang tot de
favorieten door op de startpagina op f te drukken.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80) "Favorieten" in het hoofd‐
stuk "Inleiding" 3 23.
Page 136 of 149

136Telefoon
Gesprekkenlijsten
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Gesprekkenlijsten
Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten te kiezen (bijv. gekozen num‐
mers, ontvangen oproepen, gemiste
oproepen), selecteert u de relevante optie, bijv. Recente oproepen uit het
menu Gesprekkenlijst . Selecteer het
gewenste contact en druk op de
draaiknop OK om het kiezen te star‐
ten.
CD35 BT USB - Gesprekkenlijsten Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten (bijv. gekozen nummers, ont‐
vangen oproepen, gemiste oproe‐ pen) te kiezen, selecteert u de rele‐
vante optie, bijv. Gekozen nummers
uit het menu Geschiedenis . Selecteer
het gewenste contact en druk op de
centrale draaiknop om het kiezen te
starten.NAVI 50 - Gesprekkenlijsten
Nadat de mobiele telefoon aan het in‐
fotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de lijst met gekozen nummers,
ontvangen oproepen en gemiste op‐
roepen in de mobiele telefoon auto‐
matisch naar het handsfree-telefoon‐
systeem verzonden.
Als het menu Telefoon wordt weerge‐
geven, drukt u op S in de linkerbo‐
venhoek en selecteert u
Gesprekkenlijsten uit de lijst.
Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten te kiezen, selecteert u een van
de volgende opties op het display:
■ Alle : Toont een overzicht van alle
oproepen in de onderstaande lijs‐
ten.
■ a: Gekozen nummers.
■ c: Ontvangen oproepen.
■ ê: Gemiste oproepen.
De meest recente oproepen worden
bovenaan weergegeven. Selecteer
het gewenste contact uit de gekozen
lijst om het kiezen te starten.NAVI 80 - Gesprekkenlijsten
Nadat de mobiele telefoon aan het in‐ fotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de lijst met gekozen nummers,
ontvangen oproepen en gemiste op‐
roepen in de mobiele telefoon auto‐
matisch naar het handsfree-telefoon‐
systeem verzonden.
Let op
Het delen van gegevens moet wor‐
den toegestaan op uw telefoon.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van uw mobiele telefoon of neem
contact op met uw netwerkprovider.
De functie "Telefoongegevens auto‐ matisch downloaden" moet even‐
eens worden ingeschakeld in het
menu Telefooninstellingen van het
infotainmentsysteem. Raadpleeg
(NAVI 80) "Telefooninstellingen"
hieronder.
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Telefoon en
Gesprekkenlijsten op het display‐
scherm.