Page 65 of 88
![YAMAHA SR400 2014 Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
4. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreff ende elektrische cir-
cui YAMAHA SR400 2014 Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
4. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreff ende elektrische cir-
cui](/manual-img/51/51236/w960_51236-64.png)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
4. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreff ende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
5. Als een zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha-dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU23799
Koplampgloeilamp vervangenDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zoda t dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattag e dan is voor-geschreven. 1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Zekering signaleringssysteem: 15.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 7.5 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
7.5 A
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Schroef1
2RD-9-D0.book 31 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 66 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
2. Maak de koplampstekker los en ver- wijder dan de gloeilampkap.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp. 4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit dan de stekker aan.
6. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea- ler de koplamplichtbundel af te stellen.
DAU24134
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen1. Verwijder de lamplens van het rem-licht/achterlicht door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
1. Schroef
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1
1
2
1. Gloeilamphouder
1
1. Schroef
2. Lamplens achterlicht/remlicht
1 2
2RD-9-D0.book 32 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 67 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe- ven aan te brengen. LET OP: Draai
de schroeven niet te vast, hierdoor
kan de lens breken.
[DCA10682] DAU60010
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen1. Verwijder de lamplens, omlijsting en
pakking van de richtingaanwijzer door
de schroeven los te halen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp doordeze in te drukken en linksom te draai-
en.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de pakking, omlijsting en
lamplens van de richtingaanwijzer
door de schroeven aan te brengen.
Zorg dat de inkepingen op de omlijs-
ting en de lamplens naar binnen wijzen
zoals getoond. LET OP: Draai de
schroeven niet te vast, hierdoor kan
de lens breken.
[DCA10682]
1. Gloeilamp remlicht/achterlicht
1
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1
2
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Omlijsting richtingaanwijzer
3. Pakking
3
2
1
2RD-9-D0.book 33 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 68 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU33416
Parkeerlichtgloeilamp vervangenVervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand. 1. Verwijder de koplampunit door de schroeven los te halen.
2. Verwijder de lampfitting (samen met de gloeilamp) door deze in te drukken
en linksom te draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-1. Schroef
1. Schroef1
1
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
2. Parkeerlichtgloeilamp
1
1 2
2RD-9-D0.book 34 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 69 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
5. Breng de lampfitting (samen met de gloeilamp) aan door deze in te drukken
en rechtsom te draaien tot hij stuit.
6. Monteer de koplampunit door de schroeven aan te brengen.
DAU24361
Voorwiel
DAU59600
Om het voorwiel te verwijderen
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat deze niet kan omvallen.
1. Draai de wielasmoer terug.
2. Draai de moeren aan de wielashouder los. 3. Zet de motorfiets op de middenbok.
4. Maak de snelheidsmeterkabel los van
het voorwiel.
5. Verwijder de wielasmoer en de onder- legring.
6. Trek de wielas uit en verwijder dan de bus en het wiel. LET OP: Bekrachtig1. Wielasmoer
1
1. Wielashoudermoer
1. Snelheidsmeterkabel
1
1
2RD-9-D0.book 35 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 70 of 88
![YAMAHA SR400 2014 Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
de rem niet terwijl het wiel en de
remschijf zijn verwijderd, anders
worden de remblokken tegen elkaar
geperst.
[DCA11073]
Aanbrengen YAMAHA SR400 2014 Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
de rem niet terwijl het wiel en de
remschijf zijn verwijderd, anders
worden de remblokken tegen elkaar
geperst.
[DCA11073]
Aanbrengen](/manual-img/51/51236/w960_51236-69.png)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
de rem niet terwijl het wiel en de
remschijf zijn verwijderd, anders
worden de remblokken tegen elkaar
geperst.
[DCA11073]
Aanbrengen van het voorwiel 1. Monteer de wielnaaf en de tand- wieloverbrenging voor de snelheids-
meter zodanig aan elkaar dat de
nokjes in de sleuven vallen.
2. Plaats de bus aan de rechterzijde van de wielnaaf.
3. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.OPMERKINGControleer of er voldoende afstand bestaat tussen de remblokken alvorens de rem-
schijf ertussen te schuiven; de sleuf in de
tandwieloverbrenging voor de snelheids-
meter moet over de aanslag op de vorkpoot
vallen.
4. Steek de wielas in vanaf de linkerzijde en breng dan de onderlegring en de
wielasmoer aan.
5. Haal de motorfiets van de middenbok,
zodat het voorwiel op de grond staat
en klap daarna de zijstandaard om-
laag.
6. Draai de wielasmoer en de wielashou- dermoeren vast met de voorgeschre-
ven aanhaalmomenten. 7. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
8. Sluit de snelheidsmeterkabel aan.
1. Sleuf
2. Tandwieloverbrenging snelheidsmeter
3. Uitsteeksel
2
3
1
1. Borging
2. Sleuf
1
2
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:104 Nm (10.4 m·kgf, 74 ft·lbf)
Wielashoudermoer:
9 Nm (0.9 m·kgf, 6.5 ft·lbf)
2RD-9-D0.book 36 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 71 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU25081
Achterwiel
DAU59611
Verwijderen van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat deze niet kan omvallen. 1. Draai de wielasmoer los en de moer van de remankerstang bij de reman-
kerplaat.
2. Haal de remankerstang los van de re- mankerplaat door de moer, de onder-
legring en de bout te verwijderen.
3. Zet de motorfiets op de middenbok.
4. Verwijder de stelmoer waarmee devrije slag van het rempedaal wordt af-
gesteld en haal dan de rempedaal-
stang los van de remnokhefboom.
5. Draai de borgmoer op de kettingspan- ner en de stelbout voor kettingspan-
ning aan beide uiteinden van de
achterbrug los. 6. Verwijder de wielasmoer en onderle-
gring.
7. Ondersteun het achterwiel en trek dan de wielas uit.
8. Verwijder de kettingspannereenheden
en het afstandsstuk.
1. Rempedaalstang
2. Remnokhefboom
3. Stelmoer vrije slag rempedaal
4. Stelbout spanning aandrijfketting
5. Borgmoer kettingspanner
6. Kettingspanner
7. Ring
8. Wielasmoer
9. Bevestigingsmoer remankerstang
10.Remankerstang1 10
34
5
6
7
8
9
7
2
1. Stelbout spanning aandrijfketting
2. Borgmoer kettingspanner
3. Wielasmoer
4. Ring
3
2
1
4
2RD-9-D0.book 37 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 72 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-38
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
9. Druk het wiel naar voren en haal dan de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.OPMERKINGDe aandrijfketting hoeft niet te worden ge-
demonteerd om het achterwiel te verwijde-ren en aan te brengen.
Om het achterwiel aan te brengen1. Plaats het afstandsstuk aan de linker-
zijde van de wielnaaf.
2. Monteer de kettingspanners en het wiel door de wielas vanaf de linkerzijde
in te steken.
3. Breng de aandrijfketting aan op het achtertandwiel.
4. Breng de onderlegring en wielasmoer aan. 5. Monteer de rempedaalstang aan de
remnokhefboom en breng dan de stel-
moer voor vrije rempedaalslag aan op
de rempedaalstang.
6. Koppel de remankerstang aan de re-
mankerplaat door de bout, de onderle-
gring en moer aan te brengen.
7. Stel de spanning van de aandrijfket-
ting af. (Zie pagina 6-22.)
8. Haal de motorfiets van de middenbok, zodat het achterwiel op de grond staat
en klap daarna de zijstandaard om-
laag.
9. Zet de bevestigingsmoer van de re-
mankerstang en de wielasmoer vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
10. Stel de vrije slag van het rempedaal af. (Zie pagina 6-18.)
WAARSCHUWING
DWA10661
Controleer de werking van het remlicht
na het afstellen van de vrije rempedaal-slag.
DAU25852
Problemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In het volgende storingzoekschema is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze essentiële systemen zelf te
kunnen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de ervaring en
vakkennis om het nodige onderhoud aan de
motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens het controleren van het
brandstofsysteem en let erop dat er
1. Aandrijfketting
1
Aanhaalmomenten: Bevestigingsmoer remankerstang:
19 Nm (1.9 m·kgf, 14 ft·lbf)
Wielasmoer: 129 Nm (12.9 m·kgf, 92 ft·lbf)
2RD-9-D0.book 38 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分