Page 25 of 88

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-10
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
OFF
Met de kraanhendel in deze stand stroomt
de benzine niet door. Gebruik deze positie
van de kraanhendel bij het uitvoeren van
bepaalde onderhoudswerkzaamheden of
bij langdurig stallen van het voertuig.
DAU13651
KickstarterKlap om de motor te st arten het kickstartpe-
daal uit, beweeg dit met uw voet iets naar
beneden totdat de tandwielen aangrijpen en
trap het pedaal dan soepel maar krachtig
omlaag. Dit model is uitgerust met een pri-
maire kickstarter, waardoor de motor in elke
versnelling kan worden gestart zolang de
koppeling ontkoppeld is. Het is echter toch
beter om de versnellingsbak in de vrijstand
te schakelen voordat wordt gestart.
DAU13701
DecompressiehendelAls de hendel wordt ingetrokken, wordt de
uitlaatklep met kracht geopend zodat de
compressiedruk teruggebracht kan worden.
Hierdoor kan de zuiger bewegen net na de
compressieslag voor de kickstart. (Zie
pagina 5-1.)
1. Pijlteken op “OFF”
1
1. Kickstarter
1
1. Decompressiehendel
1
2RD-9-D0.book 10 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 26 of 88

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU13961
ZadelVerwijderen van het zadel
Verwijder de bouten en neem dan het zadel
los.
Aanbrengen van het zadel 1. Steek de uitsteek sels aan de voorzijde
van het zadel in de zadelbevestiging,
zoals getoond in de afbeelding. 2. Plaats het zadel in de oorspronkelijke
positie en draai dan de bouten vast.
OPMERKINGControleer of het zadel stevig is vergrendeldalvorens te gaan rijden.
DAU14883
Afstellen van de
schokdemperunits
WAARSCHUWING
DWA10211
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolgzijn.
Elke schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor v eervoorspanning.LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-men.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
ring op beide schokdemperunits in de rich-
ting (a). Draai om de veervoorspanning te
verlagen en zo de vering zachter te maken
de stelring op beide schokdemperunits in
de richting (b).
Zet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-
demper.
1. Bout
1
1
1. Zadelbevestiging
2. Uitsteeksel1 2
2RD-9-D0.book 11 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 27 of 88

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-12
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU15306
ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor eenuitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijsta ndaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig en
laat het repareren door een Yamaha dea-ler als de werking niet naar behoren is.
DAU59340
StartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersy-
steem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
1. Stelring veervoorspanningAfstelling veervoorspanning: Minimum (zacht):
1
Standaard: 1
Maximum (hard): 5
1
2
3
4
5
1
(a) (b)
2RD-9-D0.book 12 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 28 of 88

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-13
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk het kickstartpedaal omlaag.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk het kickstartpedaal omlaag.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.WAARSCHUWING
“ ”
2RD-9-D0.book 13 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 29 of 88

4-1
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
DAU15598
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en p rocedures
voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-ne dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.
Controleer de tankbeluchtingsslang op
obstakels, scheuren of beschadiging en
controleer de slangaansluiting. 3-7, 3-8
Motorolie Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage. 6-10
Voorrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulis ch systeem op lekkage. 6-18, 6-20, 6-21
Achterrem Controleer de werking.
Controleer de vrije slag van het rempedaal.
Stel indien nodig bij. 6-18, 6-20
2RD-9-D0.book 1 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 30 of 88

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
Koppeling Controleer de werking.
Smeer indien nodig de kabel.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij. 6-17
Gasgreep Controleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de gasgreep.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te
stellen en de kabel en het kabelhuis te smeren. 6-14, 6-25
Bedieningskabels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig. 6-24
Aandrijfketting Controleer of de ketting correct is aangespannen.
Stel indien nodig bij.
Controleer de conditie van de ketting.
Smeer indien nodig. 6-22, 6-24
Wielen en banden Controleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig. 6-15, 6-17
Schakelpedaal Controleer of de werking soepel is.
Corrigeer indien nodig. 6-20
Rempedaal Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig het pedaalscharnierpunt. 6-26
Rem- en koppelingshendels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten. 6-25
Middenbok, zijstandaard Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de scharnierpunten. 6-26
Framebevestigingen Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast. —
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars Controleer de werking.
Corrigeer indien nodig.
—
Zijstandaardschakelaar Controleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren. 3-12
ITEM CONTROLES PAGINA
2RD-9-D0.book 2 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 31 of 88

5-1
1
2
3
456
7
8
9
10
11
12
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk eenongeval of letsel tot gevolg.
DAU59360
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. Draai in dit
geval de sleutel naar “OFF” en vervol-
gens naar “ON”. Als u dat niet doet zal
de motor niet starten, ondanks dat de
motor wordt aangezwengeld als u het
kickstartpedaal omlaag drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg het kick-
startpedaal omlaag om de motor op-nieuw te starten.
DAU59530
Starten van de motorDoor het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-12 voor meer informatie.
1. Draai de sleutel naar “ON” en zet de
noodstopschakelaar op “ ”.
De waarschuwingslampjes voor mo-
torstoring en het brandstofniveau
moeten enkele seconden oplichten en
daarna weer uitgaan.
LET OP
DCA16712
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid, of wanneer het waar-
schuwingslampje niet dooft, zie dan pa-
gina 3-2 voor een cont role van het circuit
van het betreffende waarschu-wingslampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
2RD-9-D0.book 1 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 32 of 88

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
1
2
3
45
6
7
8
9
10
11
12
het elektrische circuit na te kijken.
3. Sluit de gasgreep volledig en trek de
decompressiehendel in.
4. Trap het kickstartpedaal langzaam omlaag totdat het startmerkteken
zichtbaar is op de kickindicator.
5. Laat de decompressiehendel los, laat het kickstartpedaal los en trap het kick-
startpedaal dan met kracht omlaag om
de motor te starten.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van demotor!
DAU59470
StartproblemenAls de motor na 4 tot 5 keer aantrappen niet
start, maak dan de verbrandingskamer leeg
door de onderstaande procedure te volgen.1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Houd de decompressiehendel inge-
knepen, open de gasgreep volledig en
trap het kickstartpedaal 4 tot 5 keer
omlaag.
3. Draai de sleutel naar “ON” en probeer opnieuw om de motor te starten.
DAU16672
SchakelenDoor de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKINGOm de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de slag
bereikt is, waarna het pedaal iets wordt op-getrokken.
1. Startmerkteken
2. Kickindicator
2
1
1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1
2
1 3 4 5
N
2
2RD-9-D0.book 2 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分