Page 33 of 88

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
1
2
3
456
7
8
9
10
11
12
LET OP
DCA10261
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnellings-
bak in de vrijstand, en sleep de mo-
torfiets niet over lange afstanden.
De versnellingsbak wordt alleen af-
doende gesmeerd terwijl de motor
draait. Door onvoldoende smering
kan de versnellingsbak worden be-
schadigd.
Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om zo
schade aan de motor, de versnel-
lingsbak en de aandrijving te voor-
komen; door hun constructie zijn
deze niet bestand tegen de schok-
ken die optreden bij belast schake-len.
DAU16811
Tips voor een zuinig
brandstofverbruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU16842
InrijperiodeDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit
de eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaar
worden belast. De verschillende onderde-
len van de motor slijten op elkaar in totdat
de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig volgas
en vermijd ook andere manoeuvres die tot
oververhitting van de motor kunnen leiden.
DAU17094
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 3500 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moet de motorolie worden ver-
verst en moet de o liefilterpatroon of het
oliefilterelement worden vervan-
gen.
[DCA10303]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 4200 tpm
achtereen draaien.
2RD-9-D0.book 3 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 34 of 88
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
1
2
3
45
6
7
8
9
10
11
12
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.LET OP
DCA10311
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine tecontroleren.
DAU17214
ParkerenZet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan de
machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot ge-
volg.
Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam zou-den kunnen vatten.
2RD-9-D0.book 4 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 35 of 88

6-1
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU17245
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u er-
voor dat uw machine in zo veilig en efficiënt
mogelijke conditie blijft. De eigenaar/be-
stuurder van de machine is verplicht de op-
timale veiligheid te waarborgen. Op de
volgende pagina’s wordt de belangrijkste in-
formatie met betrekking tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn onder
normale rijcondities. Het is echter mogelijk
dat de intervalperioden voor onderhoud
moeten worden verkor t afhankelijk van het
weer, het terrein, de geografische locatie en
individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhouddan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van onderhoud de motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidevergif-
tiging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-2 voor meer in-formatie over koolmonoxide.WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens dezeaan te raken.
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-onderhoud
apart gegroepeerd. Dit onderhoud vereist
gespecialiseerde gegevens, kennis en ge-
reedschap. Onderhoud, vervanging, of re-
paratie van emissiecontroleapparatuur en
-systemen kan door elke
gecertificeerde re-
parateur worden uitgev oerd (indien van toe-
passing). Yamaha dealers beschikken over
de training en het gereedschap om dit on-
derhoud uit te voeren.
2RD-9-D0.book 1 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 36 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-2
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU59370
BoordgereedschapssetDe boordgereedschapsset bevindt zich in
het gereedschapkastje.
Schuif het slotplaatje open, steek de sleutel
in het slot en draai hem dan een kwartslag rechtsom om de boor
dgereedschapsset te
openen.
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoeri ng van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.
OPMERKINGLaat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaaldewerkzaamheden vereist zijn.
1. Ontgrendelen.
2. Slotplaatje
1. Boordgereedschapsset
1
2
1
2RD-9-D0.book 2 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 37 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-3
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU46862
OPMERKING
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onderhouds-
beurt op kilometerbasis of, voor Groot-B rittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uit gevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46911
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEM CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 *Brandstofleiding Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.
2 Bougie Controleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand
afstellen.
Vervangen.
3 *Ventielen Controleer de klepspeling.
Afstellen.
4 *Brandstofinjectie Controleer het stationaire
toerental van de motor.
5 *Uitlaatdemper en
uitlaatpijp Controleer of de
schroefklem(men) goed
vastzit(ten).
6 *Luchtinlaatsysteem Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op
beschadiging.
Vervang beschadigde onderdelen indien nodig.
2RD-9-D0.book 3 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 38 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-4
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU1770K
Algemeen smeer- en onderhoudsschemaNR. ITEM CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 Luchtfilterelement Vervangen. Elke 20000 km (12500 mi)
2 Koppeling Controleer de werking.
Afstellen.
3 *Distributieketting Controleer de spanning van de
distributieketting.
Stel indien nodig bij.
4 *Decompressiesy-
steem Controleer de werking.
Kabel aanpassen of vervangen.
5 *Voorrem Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
Stel de vrije slag van de remhendel af.
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
6 *Achterrem Controleer de werking en stel de
speling van het rempedaal af.
Vervang de remschoenen. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
7 *Remslang Controleer op scheurtjes en
beschadigingen.
Zorg voor een correcte plaatsing van slang(en) en klem(men).
Vervangen. Elke 4 jaar
8 *Remvloeistof Vervangen. Elke 2 jaar
9 *Wielen Controleer de speling en de
spaakspanning en controleer op
beschadigingen.
Trek indien nodig de spaken aan.
2RD-9-D0.book 4 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 39 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-5
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
10 *Banden Controleer op slijtage en
beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.
11 *Wiellagers Controleer de l
agers op speling of
beschadigingen.
12 *Achterbrug Controleer op een correcte
werking en overmatige speling.
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
13 Aandrijfketting Controleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale smering
voor o-ringkettingen. Elke 500 km (300 mi) en nadat de motorfiets is gewassen of ermee in de regen
of vochtige gebieden is gereden
14 *Balhoofdlagers Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
15 *Framebevestigingen Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn
vastgezet.
16 Scharnieras van
remhendel Smeren met siliconenvet.
17 Scharnieras van
rempedaal Smeren met lithiumvet.
18 Scharnieras van
koppelingshendel Smeren met lithiumvet.
19 Zijstandaard,
middenbok Controleer de werking.
Smeren met lithiumvet.
20 *Zijstandaardscha-
kelaar Controleer de werking.
NR. ITEM
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
2RD-9-D0.book 5 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分
Page 40 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
21 *Vo o r v o r k Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
22 *Schokdemperunits Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
23 Motorolie
Controleer het olieniveau en
controleer de machine op
olielekkage.
24 Oliefilterelement Vervangen.
25 *Vo o r - e n
achterremschakelaar Controleer de werking.
26 Bewegende delen
en kabels Smeren.
27 *Gasgreep Controleer de werking.
Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien
nodig af.
Smeer de kabel en het kabelhuis.
28 *Lampen,
richtingaanwijzers
en schakelaars Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.
NR. ITEM
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
2RD-9-D0.book 6 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分