Page 281 of 339

Verzorging van de auto279
deze te verwijderen, schroeft u de
compressorluchtslang erop en trekt
u de adapter eruit.
Wiel verwisselen Sommige auto's hebben in plaats van
een reservewiel een bandenrepara‐
tieset 3 275.
De onderstaande voorbereidingen
treffen en de instructies opvolgen:
■ Auto op een vlakke, stevige en slip‐
vrije ondergrond parkeren. Voor‐
wielen in de rechtuitstand draaien.
■ Handrem aantrekken, eerste ver‐ snelling, achteruitversnelling of P
inschakelen.
■ Reservewiel verwijderen 3 282.
■ Nooit meerdere wielen tegelijkertijd
vervangen.
■ Gebruik de krik alleen om een wiel te wisselen in geval van banden‐
pech en niet voor de jaarlijkse mon‐
tage van winter- of zomerbanden.
■ Bij een zachte ondergrond moet u een stevige plank (max. 1 cm dik)
onder de krik leggen.■ In de op te krikken auto mogen zich
geen personen of dieren bevinden.
■ Nooit onder een opgekrikte auto kruipen.
■ Opgekrikte auto niet starten.
■ Maak de wielmoeren en de schroefdraad schoon alvorens het
wiel te monteren.9 Waarschuwing
Vet de wielbout, de wielmoer en
de conus van de wielmoer niet in.
1. Wielmoerdoppen met een schroe‐
vendraaier loswippen en verwij‐
deren. Wieldop verwijderen met
de haak. Boordgereedschap
3 268.
Lichtmetalen velgen: Wielmoer‐
doppen met een schroeven‐
draaier loswippen en verwijderen. Ter bescherming een zachte doek
tussen de schroevendraaier en de lichtmetalen velg aanbrengen.
Lichtmetalen velgen met midden‐
wielboutdop: Maak de middendop
los door de trekker in de uitsparing van het merkembleem te plaatsen
en te trekken, boordgereedschap
3 268.
Page 282 of 339
280Verzorging van de auto
2. Afhankelijk van de versie boord‐gereedschap zijn er twee uitvoe‐
ringen voor de krik en de wielsleu‐
tel 3 268.
Variant 1a met stijve wielsleutel:
Plaats de wielsleutel stevig op de
wielmoer en draai elke moer een
halve slag los.
Variant 1b, 2 en 3 met uitklapbare
wielsleutel:
Klap de wielsleutel uit, zet deze
stevig op de wielmoer en draai
elke moer een halve slag los.
3. Zorg ervoor dat de krik op de juiste
manier onder het dichtstbijzijnde
kriksteunpunt staat.
Sommige versies zijn uitgevoerd
met dorpelplaten met afgedekte
krikpunten: trek eerst de afdek‐
king van het betreffende krikpunt
eruit.
4. 3-deurs / 5-deurs hatchback en
4-deurs notchback, krikvarianten
1a, 1b en 3, 3 268:
Page 283 of 339
Verzorging van de auto281
Zet de krik op de vereiste hoogte.
Plaats deze zodanig onder het
krikpunt dat deze niet kan los‐
schieten.
Bevestig de krikhendel en draai,
bij een juist uitgelijnde krik, aan de
hendel totdat het wiel vrij van de grond is.
Sports tourer, krikvariant 2,
3 268:
Zet de krik op de vereiste hoogte.
Plaats deze zodanig onder het
krikpunt dat deze niet kan los‐
schieten.
Bevestig de wielsleutel en draai
met de krik recht onder het krik‐
steunpunt aan de wielsleutel tot‐
dat het wiel van de grond komt.
5. Draai de wielmoeren los.
6. Wiel verwisselen. Reservewiel 3 282.
7. Draai de wielmoeren erop.
8. Laat de auto zakken en verwijder de krik.
9. Wielsleutel aanbrengen, let er hierbij op dat deze stevig vastzit
en de wielmoeren kruislings aan‐ halen. Het aanhaalmoment be‐
draagt 140 Nm.
Page 284 of 339
282Verzorging van de auto
10. Wieldop voor het aanbrengen zoverdraaien dat de ventielopeningover het bandventiel valt.
Wielmoerdoppen aanbrengen.
Installeer de middendop op de
lichtmetalen velgen.
11. Breng bij versies met dorpelplaten
de krikpuntafdekking aan.
12. Het vervangen wiel 3 282 en het
boordgereedschap 3 268 opber‐
gen.
13. Bandenspanning en het aanhaal‐ koppel van de wielmoeren van het
gemonteerde wiel zo spoedig mo‐ gelijk controleren.
Defecte band zo spoedig mogelijk la‐
ten vervangen of repareren.Hefpunt voor hefbrug
De positie van de achterste arm van
het hefplatform centraal onder de uit‐ sparing van de dorpel.
Positie van de voorste arm van de
hefbrug tegen de onderzijde van de
auto.
Reservewiel Sommige auto's hebben in plaats van
een reservewiel een bandenrepara‐
tieset.
Een reservewiel kan afhankelijk van
de uitvoering en de landelijke bepa‐ lingen ook als compact reservewiel
worden aangemerkt.
Het reservewiel heeft altijd een stalen
velg.
Page 285 of 339

Verzorging van de auto283Voorzichtig
Is het gemonteerde reservewiel
kleiner dan de andere wielen of
wordt het gebruikt in combinatie
met winterbanden, dan kunnen de
rijeigenschappen negatief worden
beïnvloed. Defecte band zo spoe‐
dig mogelijk laten vervangen.
Het reservewiel ligt in de bagage‐
ruimte onder de vloerafdekplaat.
Deze is vastgezet met een vleugel‐
moer.
Verwijderen:
1. Open de vloerafdekplaat.
2. Alleen 3-deurs hatchback: verwij‐ der de opbergruimte achter door
op beide knoppen te drukken.
Klap de afdekking neer en trek de
opbergruimte omhoog eruit.
3. Het reservewiel zit vast met een vleugelmoer. Neem het reserve‐
wiel eruit door de moer los te
draaien en de kegel te verwijde‐
ren (alleen 3-deurs hatchback).
Onder het reservewiel bevindt
zich de kist met boordgereed‐
schap.
4. Als er na het verwisselen van een
wiel geen wiel in de reservewiel‐
bak wordt gelegd, zet dan de ge‐ reedschapskist vast door de vleu‐
gelmoer rechtsom te draaien en
de vloerafdekplaat te sluiten.
Beschadigd volwaardig
reservewiel opbergen in de
bagageruimte, 3-deurs en
5-deurs hatchback De reservewielbak is niet gemaakt
voor bandenmaten die afwijken van
die van het reservewiel. Een bescha‐
digd volwaardig wiel moet in de ba‐
gageruimte worden opgeborgen en
met een riem worden geborgd.
Boordgereedschap 3 268. Zet het
wiel als volgt vast:
1. Plaats het wiel met de buitenzijde
omhoog dicht aan één zijde van
de bagageruimte.
Page 286 of 339
284Verzorging van de auto
2.Plaats de lus van de riem door het
voorste sjoroog aan de betref‐
fende zijde.
3. Plaats de haak van de riem door de lus en trek eraan totdat de riemstevig aan het sjoroog bevestigd
is.4. Steek de riem door de spaken van
het wiel zoals weergegeven in de
illustratie.
5. Doe de haak in het achterste sjor‐
oog.
6. Trek de riem strak en borg deze met de gesp.
9 Gevaar
Rijd na het opslaan van een be‐
schadigd reservewiel in de baga‐
geruimte altijd met opgeklapte en
vastgeklikte achterbankrugleunin‐
gen.
Beschadigd volwaardig
reservewiel opbergen in de bagageruimte, Sports tourer en
4-deurs notchbackAuto's met een volwaardig reserve‐
wiel:
Een beschadigd volwaardig wiel moet
met de buitenkant omhoog in de re‐
servewielbak worden opgeborgen en
met een vleugelmoer worden ge‐
borgd.
De vloerafdekking kan op het uitste‐
kende wiel worden geplaatst.
Page 287 of 339

Verzorging van de auto285
Auto's met een compact reservewiel:
Borg een beschadigd volwaardig wiel
met de buitenkant omhoog in de re‐
servewielbak. Vervang eerst de
schroefdraadbout door een lange
bout uit de gereedschapstas 3 268.
Bout vervangen:
1. Plaat de zeskantkop van de wiel‐ sleutel en zorg ervoor dat hij goedvaststaat op de bout.
2. Draai de wielsleutel naar links om
de bout los te zetten. Verwijder de
bout.
3. Neem de lange bout uit de ge‐ reedschapstas 3 268 en schroef
deze met de zeskant van wiel‐ sleutel handvast.
4. Berg de gereedschapskist en het beschadigde wiel met de buiten‐
kant omhoog in de reservewiel‐
bak en borg deze door de vleu‐
gelmoer op de bout rechtsom te
draaien.
De vloerafdekking kan op het uitste‐
kende wiel worden geplaatst.
Vervang de lange bout door de korte
bout voordat u het compacte reserve‐
wiel na het vervangen of repareren
van het defecte wiel in de bak legt.
Het reservewiel weer in de bakopbergen nadat het
beschadigde wiel is vervangen
1. Open de vloerafdekplaat, draai de
vleugelmoer los en eraf.
Alleen 3-deurs hatchback: open
de vloerafdekplaat, verwijder de
opbergruimte achter, draai de
vleugelmoer en kegel los en ver‐
wijder deze.
2. Alleen Sports tourer en 4-deurs notchback met compact reserve‐
wiel: vervang met de zeskant van
de wielsleutel de lange bout door
de korte bout.
3. Leg de gereedschappen in de ge‐
reedschapskist of -tas 3 268.
4. Leg het reservewiel met de bui‐ tenkant omhoog in de wielbak en
borg het door de vleugelmoer te‐
rug te draaien.
Page 288 of 339

286Verzorging van de auto
Alleen 3-deurs hatchback: plaats
de excentrische kegel in de uit‐
sparing van het reservewiel voor‐
dat u de vleugelmoer terug draait.
5. Sluit de vloerafdekplaat en steek de opbergruimte achter erin (al‐
leen 3-deurs hatchback).
9 Waarschuwing
Bij het niet goed vastzetten van
een krik, een wiel of andere appa‐ ratuur in de bagageruimte is er
kans op letsel. Bij een noodstop of
een botsing kunnen inzittenden
door voorwerpen worden getrof‐
fen.
Berg krikken of gereedschap altijd goed vastgezet in de betreffendeopbergvakken op.
Een beschadigd wiel dat in de ba‐
gageruimte wordt geplaatst, moet
altijd met een band worden vast‐
gezet.
Compact reservewiel
Voorzichtig
Is het gemonteerde reservewiel
kleiner dan de andere wielen of
wordt het gebruikt in combinatie
met winterbanden, dan kunnen de
rijeigenschappen negatief worden
beïnvloed. Defecte band zo spoe‐
dig mogelijk laten vervangen.
Slechts één compact reservewiel
monteren. Niet sneller rijden dan
80 km/u . In bochten langzaam rijden.
Niet langdurig gebruiken.
Als uw auto een lekke band krijgt
wanneer u een ander voertuig sleept,
moet u het compact reservewiel voor‐ aan plaatsen en een volwaardig wiel
achteraan.
Sneeuwkettingen 3 275.
Draairichtingsgebonden
banden
Draairichtingsgebonden banden zo
monteren dat ze in de rijrichting afrol‐ len. De draairichting is herkenbaar
aan een symbool (bijv. een pijl) op de
zijwand van de band.
Voor banden die tegen de draairich‐
ting in gemonteerd zijn geldt:
■ Rijeigenschappen worden mogelijk
nadelig beïnvloed. Defecte band zo
spoedig mogelijk laten vervangen
of repareren.
■ Bij regen en sneeuw bijzonder voorzichtig rijden.