Rijden en bediening223
Bij extreme temperaturen in combi‐
natie met de gassamenstelling duurt
het wellicht langer voordat het sys‐
teem van benzine op gas overscha‐
kelt.
In extreme situaties kan het systeem
ook weer terugschakelen naar ben‐
zine als niet aan de minimumvereis‐
ten is voldaan.
Bij alle andere storingen de hulp van
een werkplaats inroepen.Voorzichtig
Reparaties en bijstellingen mogen alleen door getrainde specialisten
worden uitgevoerd om de veilig‐
heid en garantie op het LPG-sys‐
teem te handhaven.
LPG heeft een specifieke geur gekre‐
gen om eventuele lekken eenvoudig
te kunnen opsporen.
9 Waarschuwing
Als u gas in de auto of in de on‐
middellijke omgeving ruikt, scha‐
kel dan onmiddellijk naar benzine‐
modus. Niet roken. Geen open
vlammen of ontstekingsbronnen.
Sluit indien mogelijk de handmatige
afsluiter op de combiklep af. De com‐
biklep zit op de LPG-tank in de baga‐ geruimte, onder de vloerbedekking
achter.
Draai het kartelwiel rechtsom.
Als er na het sluiten van de handma‐
tige afsluiters geen gaslucht meer waarneembaar is, kan de auto op
benzine rijden. Start de motor niet als u gas blijft ruiken. Oorzaak van de
storing onmiddellijk door een werk‐
plaats laten verhelpen.
Volg in ondergrondse parkeergara‐
ges de aanwijzingen van de exploi‐
tant en lokale wetgeving op.
Let op
In geval van een ongeluk moeten het
contact en de lichten worden uitge‐
schakeld. Sluit de handbediende af‐ sluiter op de meerwegklep.
240Verzorging van de auto
Betekenis van de symbolen:■ Geen vonken, open vuur en niet ro‐
ken.
■ Altijd een veiligheidsbril dragen. Explosieve gassen kunnen aanlei‐
ding geven tot blindheid of letsel.
■ Houd de accu buiten het bereik van
kinderen.
■ De accu bevat zwavelzuur dat blindheid of ernstige brandwondenkan veroorzaken.
■ Zie de gebruikershandleiding voor meer informatie.
■ Er kan explosief gas aanwezig zijn in de buurt van de accu.Dieselbrandstofsysteem
ontluchten
Indien de tank is leeggereden, moet
het dieselbrandstofsysteem worden
ontlucht. Schakel het contact drie‐
maal in gedurende 15 seconden per keer. Motor vervolgens maximaal
40 seconden starten. Herhaal deze
procedure na minstens 5 seconden.
Als de motor niet aanslaat, moet u de
hulp van een werkplaats inroepen.
Wisserblad vervangenTil de ruitenwisserarm op tot hij om‐
hoog blijft staan, druk op de knop om
het wisserblad los te maken en ver‐
wijder het.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐
arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig naar omlaag.
Wisserblad achterruit
Til de ruitenwisser op. Maak het wis‐
serblad los zoals getoond in de illu‐
stratie en verwijder het.