Instrumenten en bedieningsorganen123
3. Zo spoedig mogelijk de verkeers‐stroom verlaten zonder hierbij an‐dere weggebruikers te hinderen.
4. Ontsteking uitschakelen.9 Waarschuwing
Bij uitgeschakelde motor gaat
remmen en sturen aanmerkelijk zwaarder. Tijdens een Autostop
werkt de rembekrachtigingseen‐
heid nog altijd.
Verwijder de sleutel niet voordat de auto stilstaat, anders kan het
stuurslot onverwacht ingescha‐
keld worden.
Het oliepeil controleren alvorens de hulp van een werkplaats in te roepen
3 235.
Te laag brandstofpeil i brandt of knippert geel.
Brandt
Peil in brandstoftank is te laag.
Knippert
Brandstofvoorraad opgebruikt. On‐
middellijk bijtanken. Tank nooit leeg‐
rijden.
Katalysator 3 177.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
3 240.
Startbeveiliging d knippert geel.
Storing in de startbeveiliging. De mo‐
tor kan niet worden gestart.
Motorvermogen
verminderd
# brandt geel.
Het motorvermogen is beperkt. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Rijverlichting
8 brandt groen.
De rijverlichting is ingeschakeld
3 146.Grootlicht
C brandt blauw.
Brandt wanneer het grootlicht aan is
of tijdens een lichtsignaal 3 147 of
wanneer het grootlicht aan is met
grootlichtassistentie of intelligent ver‐
lichtingssysteem 3 149.
Grootlichtassistentie l brandt groen.
De grootlichtassistentie of het intelli‐
gent verlichtingssysteem is geacti‐
veerd 3 147, 3 149.
Adaptive Forward Lighting f brandt of knippert geel.
Brandt
Storing in het systeem.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Knippert
Systeem overgeschakeld op symme‐ trisch dimlicht.
332TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............295, 299
Aanduidingen op banden ..........270
Aangeslagen lampenglazen ......155
Aanhangerstabilisatie ................232
Aanhanger trekken ....................229
Aansteker .................................. 112
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 233
Accu ........................................... 238
Achterlichten .............................. 250
Achterruitverwarming ................... 38
Achteruitkijkcamera ...................214
Achteruitrijlichten .......................155
Actieve hoofdsteunen ..................42
Actieve noodrem......................... 204
Adaptief rijlicht (AFL) .........149, 245
Adaptieve cruise control .....124, 192
Adaptive Forward Lighting .........123
Afmetingen auto ........................316
Afslagverlichting ......................... 149
Airbag deactiveren ....................... 56
Airbag-deactivering .................... 118
Airbag en gordelspanners .........118
Airbagsysteem ............................. 54
Airconditioning ........................... 161
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 169Alarmknipperlichten ...................153
Algemene informatie .................. 228
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 170
Andere auto slepen ...................289
Antiblokkeersysteem .................181
Antiblokkeersysteem (ABS) .......120
Armsteun ............................... 49, 50
Armsteun met opbergruimte ........65
Asbakken ................................... 112
Autogegevens ............................ 299
Automatische antiverblinding ......35
Automatische verlichting ............ 147
Automatische versnellingsbak ...177
Automatisch vergrendelen ...........27
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 288
Auto stallen ................................. 233
B Bagageruimte ........................ 28, 86
Bagageruimte-afdekking .............91
Banden- en velgmaat veranderen ............................. 274
Bandenreparatieset ...................275
Bandenspanning .......................270
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ............................... 122, 271
Bandenspanningswaarden ........319
Batterijspanning .........................135