per pieper kunt oproepen. Het oproe-
pen per pieper werkt doorgaans goed,
behalve bij piepers van bepaalde fa-
brikanten, die iets te snel afslaan en
daardoor niet goed werken in combi-
natie met Uconnect® Phone.
Voicemail bellen
Raadpleeg "Werken met automati-
sche systemen" voor informatie over
het beluisteren van uw voicemail.
Werken met automatische
systemen
Deze methode wordt gebruikt in situ-
aties waarin normaal gesproken cij-
fers moeten worden ingedrukt op het
toetsenbord van de mobiele telefoon
tijdens het navigeren door een geau-
tomatiseerd telefoonsysteem.
U kunt Uconnect® Phone gebruiken
voor toegang tot uw voicemail of een
geautomatiseerde service, zoals een
oproepservice voor piepers of een ge-
automatiseerde klantenservice. Bij
sommige diensten moet onmiddellijk
een respons worden gegeven. In een
aantal gevallen is het mogelijk datdeze respons niet snel genoeg kan
worden gegeven via Uconnect®
Phone.
Wanneer u via uw Uconnect® Phone
een nummer belt waarvoor u normaal
gesproken een reeks toetsen op uw
mobiele telefoon moet indrukken,
kunt u het aanraakscherm gebruiken
of de toets
indrukken en het
woord "Send" (Verzend) inspreken,
gevolgd door de reeks die u wilt invoe-
ren. Wanneer u bijvoorbeeld uw pin-
code moet invoeren en daarna een
hekje , (3746#),kunt u de toets
indrukken en vervolgens zeggen:
“Send3746#”(verzend3746#)
gevolgd door een nummer, of een
reeks van nummers, deze methode
volgt u ook voor het navigeren door de
menustructuur van een geautomati-
seerde klantenservice en om een num-
mer achter te laten op een pieper.
U kunt ook de opgeslagen vermeldin-
gen uit opgeslagen telefoonboek van
de mobiele telefoon verzenden als to-
nen, zodat u snel en gemakkelijk toe-
gang krijgt tot voicemail en piepers. Als u bijvoorbeeld eerder een tele-
foonboekvermelding met First Name
(Voornaam) en/of Last Name (Ach-
ternaam) als "Voicemail Password"
(Wachtwoord voicemail) hebt inge-
voerd en daarna op de knop
drukt en zegt "Send Voicemail
Password" (Verzend wachtwoord
voicemail), zal Uconnect® Phone ver-
volgens het telefoonnummer dat aan
deze naam is gekoppeld via de tele-
foon verzenden als tonen.
OPMERKING:
Het eerste nummer dat aan die contactpersoon is gekoppeld,
wordt verzonden. Alle overige
nummers van die contactper-
soon worden genegeerd.
Het is mogelijk dat u vanwege de netwerkconfiguratie van de mo-
biele telefoon niet alle tonen
kunt horen. Dat is normaal.
Sommige leveranciers van pager- en voicemaildiensten
hebben een uitschakeltijd die te
kort is, waardoor deze functie
niet bruikbaar is.
101
Pauzes, wachten of andere te-kens die door sommige telefoons
worden ondersteund worden
niet via Bluetooth® onder-
steund. Deze extra symbolen
worden tijdens het kiezen gene-
geerd.
Onderbreken — prompts negeren
De toets
kan worden gebruikt als
u een deel van een prompt wilt over-
slaan en de spraakbedieningsop-
dracht onmiddellijk wilt geven. Wan-
neer het systeem bijvoorbeeld zegt
"There are 2 numbers with the name
John. Say the full name" (Er zijn 2
nummers met de naam John. Spreek
de volledige naam uit.) kunt u op de
toets
drukken en zeggen, "John
Smith" om die optie te kiezen zonder
naar de rest van de prompt te hoeven
luisteren.
Voice Response Length (Lengte
voor reactie op spraakbediening)
U kunt kiezen tussen korte en gede-
tailleerd. 1. Kies de schermtoets More (meer,
indien aanwezig) en daarna de
schermtoets Settings (instellingen),
2. Kies de schermtoets "Display" en
scroll vervolgens omlaag naar Voice
Response Length (Lengte voor reactie
op spraakbediening),.
3. Kies "Brief" (Kort) of "Detailed"
(Gedetailleerd) door het vakje naast
de selectie aan te raken. Een vinkje
geeft uw selectie weer.
Indicatoren voor telefoon- en
netwerkstatus
Uconnect® Phone meldt de status van
uw telefoon en netwerk wanneer u
probeert een oproep tot stand te
brengen via Uconnect® Phone. De
status wordt aangeduid voor de sig-
naalsterkte van het netwerk en de sta-
tus van de telefoonaccu.
Kiezen via de toetsen van de
mobiele telefoon
WAARSCHUWING!
Voor het comfort en gemak van u en
uw passagiers is uw nieuwe auto
uitgerust met vele voorzieningen.
Gebruik deze functies alleen wan-
neer als het veilig is. Als u deze
waarschuwing niet opvolgt, kan dit
ernstig en zelfs dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
U kunt via uw mobiele telefoon een
nummer kiezen en tegelijkertijd
Uconnect® Phone gebruiken (wan-
neer u de toetsen van de mobiele tele-
foon gebruikt, moet u echter voor-
zichtig te werk gaan en zorgen dat u
de veiligheid niet in gevaar brengt).
Als u een nummer kiest via de gekop-
pelde mobiele Bluetooth® telefoon,
wordt het geluid hoorbaar via het au-
diosysteem van uw auto. Uconnect®
Phone werkt op dezelfde wijze als
wanneer u het nummer kiest via een
spraakbedieningsopdracht.
102
OPMERKING: Sommige merken
mobiele telefoons verzenden de
kiestoon niet naar Uconnect®
Phone. In dat geval zult u de kies-
toon dus niet horen. De gebruiker
heeft dan, ook als het nummer
goed gekozen is, wellicht het ge-
voel dat er geen verbinding is, ter-
wijl deze in feite al tot stand is
gebracht. Zodra de oproep wordt
beantwoord, hoort u het geluid.
Dempen/dempen uit
Wanneer u het geluid van Uconnect®
Phone uitschakelt, kunt u nog steeds
horen wat uw gesprekspartner zegt,
maar deze kan u niet horen. Om
Uconnect® Phone te dempen, kiest u
de toets Mute (Dempen) in het hoofd-
scherm Phone (Telefoon).
GEAVANCEERDE
TELEFOONVERBINDINGEN
Telefoongesprek doorschakelen
van en naar een mobiele telefoon
Met Uconnect® Phone kunt u actieve
gesprekken doorschakelen van uw
mobiele telefoon naar Uconnect®Phone, zonder het gesprek te beëindi-
gen. Als u een actief gesprek wilt door-
verbinden van uw gekoppelde mo-
biele telefoon met Uconnect® Phone
of omgekeerd, kiest u de toets Trans-
fer (Doorverbinden) in het hoofd-
scherm Phone (Telefoon).
De verbinding tussen Uconnect®
Phone en de mobiele telefoon tot
stand brengen of verbreken
Wanneer u de Bluetooth® verbinding
tussen een aan Uconnect® gekop-
pelde mobiele telefoon en Uconnect®
Phone tot stand wilt brengen of wilt
verbreken, volg dan de aanwijzingen
in de gebruikershandleiding van uw
mobiele telefoon.
WAT U MOET WETEN
OVER UW Uconnect®
PHONE
Spraakbediening
Voor optimale prestaties stelt u de
achteruitkijkspiegel zo in dat er ten
minste 1 cm afstand is tussen de
spiegel en de dakconsole (voor be-
paalde uitvoeringen/landen). Wacht altijd op de pieptoon voor u
begint spreken.
Spreek op normale toon, zonder te pauzeren, net alsof u een gesprek
voert met iemand die een meter of
twee van u vandaan zit.
Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt tijdens de spraakbediening.
De spraakherkenning werkt het best:
als de aanjager op een lage of normale stand staat,
bij lage tot matige voertuigsnel- heid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
bij volledig gesloten ramen,
bij droge weersomstandigheden.
Hoewel het systeem ontworpen is voor verschillende accenten, is het
mogelijk dat het systeem voor som-
mige mensen niet altijd werkt.
103
Tijdens het navigeren door een ge-automatiseerd systeem, zoals voice-
mail, of wanneer u een pieper op-
roept, moet u erop letten dat u vóór
het inspreken van reeks het woord
"Send" (Verzend) zegt.
Het wordt afgeraden namen in het telefoonboek met favorieten op te
slaan tijdens het rijden.
De herkenning van de namen in het telefoonboek (mobiel en favorie-
ten) is optimaal wanneer de namen
niet op elkaar lijken.
U kunt "O" (de letter "O") zeggen in plaats van "0" (nul).
Hoewel voor internationale ge- sprekken de meeste cijfercombina-
ties worden ondersteund, is het mo-
gelijk dat sommige verkorte
nummercodes niet werken.
In een open auto kan de geluids- kwaliteit van het systeem minder
goed zijn als het dak naar beneden
is. Geluidskwaliteit achterin
De geluidskwaliteit is het beste:
bij lage of matige stand van deaanjager,
bij lage tot matige voertuigsnel- heid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
bij volledig gesloten ramen,
bij droog weer en
bij bediening vanuit de bestuur- dersstoel.
De geluidskwaliteit, zoals de hel- derheid, echo en dynamiek, is in
hoge mate afhankelijk van de ge-
bruikte telefoon en het netwerk, en
niet van Uconnect® Phone.
Echo bij de ontvanger van het tele- foongeluid achterin kan soms wor-
den beperkt door het volume in de
auto te verlagen.
Bij cabrioletmodellen kan de ge- luidskwaliteit van het systeem te
wensen overlaten tijdens het rijden
met open dak. Beantwoording gesproken
tekstberichten
Uconnect® Phone kan nieuwe berich-
ten op uw telefoon voorlezen of ver-
zenden.
Uw telefoon moet SMS via
Bluetooth® ondersteunen om van
deze functie gebruik te kunnen ma-
ken. Als de Uconnect® Phone vast-
stelt dat uw telefoon niet compatibel
is met SMS via Bluetooth® is de toets
"Messaging" (Tekstberichten) niet
beschikbaar en kan geen gebruik wor-
den gemaakt van deze functie.
OPMERKING: Uconnect® Phone
SMS is alleen beschikbaar wan-
neer de auto niet in beweging is.
104
Structuur gesproken opdrachten
107
Wanneer u op de Uconnect® Voice
Command-toets
drukt, hoort u
een pieptoon. De pieptoon is het teken
dat u een opdracht kunt geven.
Als er geen opdracht wordt ingespro-
ken, laat het systeem een van de vol-
gende twee meldingen horen:
I didn't understand (Ik heb het niet begrepen)
I didn't get that (Wat bedoeld u), etc.,
Als ook een tweede maal geen op-
dracht wordt ingesproken, antwoordt
het systeem met een fout en geeft het
aan wat u onder deze omstandighe-
den kunt zeggen. Na drie opeenvol-
gende foutief uitgesproken opdrach-
ten wordt de spraakbediening
uitgeschakeld. Het drukken op de Uconnect® Voice
Command-toetsterwijl het sys-
teem spreekt, wordt "inbreken" ge-
noemd. Het systeem wordt in dat ge-
val onderbroken en na de pieptoon
kunt u een opdracht inspreken. Dit is
handig naarmate u de opties kent.
OPMERKING: U kunt op elk
ogenblik de woorden "Cancel"
(annuleer) of "Help" inspreken.
Deze opdrachten zijn universeel en
kunnen vanuit elk menu gebruikt
worden. Alle andere opdrachten kun-
nen gebruikt worden afhankelijk van
de actieve toepassing.
Bij het gebruiken van dit systeem
moet u duidelijk en met een normaal
volume spreken. Het systeem zal uw opdrachten het
best begrijpen als de ramen gesloten
zijn en de ventilator van de
verwarming/airconditioning in een
lage stand staat.
Als het systeem een van uw opdrach-
ten niet begrijpt, wordt u gevraagd de
opdracht te herhalen.
Druk op de Uconnect® Voice
Command-toets
en zeg "Help"
om de beschikbare opdrachten te be-
luisteren. U hoort de beschikbare op-
drachten voor het scherm dat op dat
moment wordt weergegeven.
110
Natuurlijke spraak
Hierdoor kan de gebruiker opdrach-
ten in delen of als complete zinnen
uitspreken. Het systeem filtert be-
paalde uitspraken en geluiden als
"ah" en "eh". Het systeem verwerkt
bepaalde stopwoorden zoals "I would
like to" (Ik wil).
Het systeem verwerkt meerdere in-
puts in dezelfde frase of zin zoals
"make a phone call" (bellen) en "to
Kelly Smith" (met Kelly Smith). Bij
meerdere inputs in dezelfde frase of
zin identificeert het systeem het on-
derwerp of de context en levert het de
bijbehorende vervolgvraag, zoals
"Who do you want to call?" (Wie wilt
u bellen?), indien een telefoongesprek
werd aangevraagd, maar de speci-
fieke naam niet werd herkend.Het systeem maakt gebruik van een
continue dialoog. Wanneer het sys-
teem meer informatie van de gebrui-
ker nodig heeft, stelt het een vraag
waarop de gebruiker kan antwoorden
zonder de Uconnect® Voice
Command-toets
in te drukken.
UCONNECT®
SPRAAKBEDIENING
Het Uconnect® spraakbedieningssys-
teem begrijpt twee soorten opdrach-
ten. De algemene opdrachten zijn al-
tijd beschikbaar. Lokale opdrachten
zijn beschikbaar als de ondersteunde
radiomodus actief is.
Start een dialoog door op de
Uconnect® Voice Command-toets
te drukken.
111
STRUCTUUR GESPROKEN OPDRACHTEN
OPMERKING:
1.
U kunt "AM" vervangen door
"FM" of, indien aanwezig, kunt u
"SW" of "LW" zeggen.
2. U kunt "iPod" vervangen dooriedere andere spelerbron:
"USB", "SD Card", "AUX" of
"Bluetooth".
3. U kunt "950 AM" door iedere andere AM- of FM-frequentie
vervangen, bijvoorbeeld "98.7". 4. Beschikbare spraakbedie-
ningsopdrachten worden vetge-
drukt en met een grijze arcering
weergegeven.
112