Zoeken naar telefoonnummers vancontactpersonen ("Search for John
Smith Mobile" (Zoek John Smith
mobiel)).
Via het scherm geactiveerde
functies:
Nummer kiezen via het toetsenbord op het aanraakscherm.
Contactpersonen weergeven en bel- len vanuit telefoonboeken op het
aanraakscherm.
Favoriete telefoonnummers instel- len zodat deze eenvoudig vanaf het
hoofdscherm Phone (Telefoon) be-
reikbaar zijn.
Contactpersonen weergeven en bel- len vanuit lijsten met recente
oproepen.
Recente inkomende SMS-berichten bekijken.
Tekstbericht verzenden via het aanraakscherm.
Luisteren naar muziek op uw Bluetooth® apparaat via het
aanraakscherm. Maximaal 10 telefoons/audio-
apparaten koppelen voor een een-
voudige toegang en snelle
verbinding.
BEDIENING
U kunt gesproken opdrachten gebrui-
ken om Uconnect® Phone te bedienen
en door de menu's van Uconnect®
Phone te navigeren. Na de meeste
prompts van Uconnect® Phone zijn
gesproken opdrachten nodig. Spraak-
bediening werkt in het algemeen op
twee manieren:
1. Spreek samengestelde opdrachten
uit zoals "Call John Smith mobile"
(Bel John Smith mobiel).
2. Spreek de individuele opdrachten
uit en laat het systeem u leiden om de
taak uit te voeren.
U wordt gevraagd een specifieke op-
dracht uit te spreken, waarnu u door
de beschikbare opties wordt geleid. Voordat u een gesproken opdracht
geeft, moet u wachten op de piep-
toon, die volgt op de prompt "Lis-
ten" (Luister) of op een andere
prompt.
Voor bepaalde bewerkingen kun- nen samengestelde opdrachten
worden gebruikt. Bijvoorbeeld, in
plaats van te zeggen "Call" (Bel) en
dan "John Smith" en dan "mobile"
(mobiel), kunt u de volgende sa-
mengestelde opdracht geven: "Call
John Smith mobile" (Bel John
Smith mobiel).
In de beschrijvingen van de functies in dit hoofdstuk wordt alleen de
samengestelde vorm van de gespro-
ken opdracht vermeld. U kunt de
opdrachten ook in delen splitsen en
elk onderdeel van de opdracht af-
zonderlijk zeggen, indien dat wordt
gevraagd. U kunt bijvoorbeeld de
gecombineerde vorm van de ge-
sproken opdracht "Search for John
Smith" (Zoek naar John Smith) ge-
bruiken, of u kunt de gecombi-
neerde vorm verdelen in twee ge-
sproken opdrachten "Search
90
Contact" (Zoek contactpersoon)
en, als dit gevraagd wordt, "John
Smith". Denk eraan dat
Uconnect® Phone het beste werkt
wanneer u op een normale toon
spreekt, alsof u tegen iemand praat
die enkele meters van u vandaan
zit.
Natuurlijke spraak
Het spraaksysteem van uw
Uconnect® Phone maakt gebruik van
een Natural Language Voice Recogni-
tion (VR) engine
(spraakherkennings-engine voor na-
tuurlijke taal).
Hierdoor kan de gebruiker opdrach-
ten in delen of als complete zinnen
uitspreken. Het systeem filtert be-
paalde uitspraken en geluiden weg als
"ah" en "eh." Het systeem kan wer-
ken met aanvullende woorden zoals
"Ik zou graag naar."
Het systeem kan werken met meer-
dere inputs in dezelfde uitdrukking of
zin, zoals "bellen met" en "Kelly
Smith." Bij meerdere inputs in de-
zelfde uitdrukking of zin, herkent het
systeem het onderwerp of de context en zorgt voor de bijbehorende follow-
upvraag zoals "wie wilt u bellen?" in
het geval u een telefoonoproep heeft
gevraagd, maar de specifieke naam
niet was herkend.
Het systeem maakt gebruik van een
continue dialoog. Wanneer het sys-
teem meer informatie van de gebrui-
ker nodig heeft, stelt het een vraag
waarop de gebruiker kan antwoorden
zonder de Voice Command-toets
op het stuurwiel in te drukken.
Structuur gesproken opdrachten
Raadpleeg "Structuur gesproken op-
drachten" in dit hoofdstuk.
Opdracht Help
Als u hulp nodig hebt bij een prompt
of als u wilt weten wat de mogelijkhe-
den zijn bij een bepaalde prompt, zegt
u na de pieptoon "Help".
Om uw Uconnect® Phone vanuit de
stand-bystand te activeren, drukt u
op de knop
op het stuurwiel en
spreekt u een opdracht uit of zegt
"Help." Alle sessies met uw
Uconnect® Phone beginnen met een druk op de knop
, die zich bij de
bedieningselementen op de radio be-
vindt.
Opdracht "Cancel" (annuleer)
Bij elke prompt kunt u na de pieptoon
"Cancel" (annuleer) zeggen, waarna
u terugkeert naar het hoofdmenu.
U kunt ook op de toets
ofop
uw stuurwiel drukken wanneer het
systeem naar een opdracht luistert en
naar het hoofdmenu of een vorig
menu terugkeren.
Uconnect® Phone koppelen aan
(aansluiten op) een mobiele
telefoon
Om te beginnen moet u Uconnect®
Phone koppelen aan een compatibele
mobiele telefoon met Bluetooth®
functionaliteit.
Om de koppeling tot stand te brengen,
dient u de gebruikershandleiding van
uw mobiele telefoon te raadplegen. De
Uconnect® website biedt mogelijk
ook gedetailleerde aanwijzingen voor
het koppelen van uw telefoon.
91
3. Kies de schermtoets + rechts naast
de naam van het apparaat,
4. De pop-up met opties wordt weer-
gegeven,
5. Kies de schermtoets Make Favorite
(Favoriet maken). Het gekozen appa-
raat zal naar de bovenste positie in de
lijst worden verplaatst,
6. Kies de X om het scherm Settings
(Instellingen) te sluiten.
Telefoonboek downloaden —
telefoonboek van mobiele
telefoon automatisch overbrengen
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten, waar verkrijgbaar)
Uconnect® Phone downloadt auto-
matisch de namen (in tekstvorm) en
telefoonnummers uit het telefoonboek
van uw mobiele telefoon, indien deze
aanwezig zijn en uw mobiele telefoon
deze functie ondersteunt. Deze functie
is mogelijk met bepaalde mobiele te-
lefoons met Bluetooth®, die PBAP
(Phone Book Access Profile) onder-
steunen. Raadpleeg de Uconnect®website, www.UconnectPhone.com,
voor een overzicht van de compatibele
telefoons.
Als u een naam uit het gedownloade
telefoonboek van de mobiele tele-
foon wilt bellen, volgt u de proce-
dure in het gedeelte "Snelgids voor
spraakbediening".
Het automatisch downloaden en updaten van een telefoonboek, in-
dien ondersteund, begint zodra de
draadloze Bluetooth® verbinding
tussen de telefoon en Uconnect®
Phone tot stand is gebracht, bij-
voorbeeld nadat u de motor hebt
gestart.
Elke keer wanneer een telefoon wordt verbonden met Uconnect®
Phone, worden er maximaal 1000
vermeldingen per telefoon gedown-
load en bijgewerkt.
Afhankelijk van het maximum aantal gedownloade gegevens, kan
er een korte vertraging optreden
voordat de laatste gedownloade na-
men kunnen worden gebruikt. Tot dat moment is het eerder gedown-
loade telefoonboek, indien aanwe-
zig, voor gebruik beschikbaar.
Alleen het telefoonboek van de op dat moment gekoppelde mobiele
telefoon is toegankelijk.
Dit gedownloade telefoonboek kan niet worden gewijzigd of verwijderd
op Uconnect® Phone. Dit telefoon-
boek kan uitsluitend worden gewij-
zigd op de mobiele telefoon. De
eerstvolgende keer dat de mobiele
telefoon wordt gekoppeld, worden
de wijzigingen overgebracht en de
gegevens op Uconnect® Phone bij-
gewerkt.
Uw favoriete telefoonboek
beheren
Er zijn drie manieren om een vermel-
ding aan uw favoriete telefoonboek
toe te voegen.
1. Kies Favorite (Favoriet) aan de
bovenzijde van het hoofdscherm
Phone (Telefoon) om tijdens een ac-
tief telefoongesprek een nummer fa-
voriet te maken.
95
2. Selecteer na het laden van het mo-
biele telefoonboek de optie Phone-
book (Telefoonboek) vanuit het
hoofdscherm Phone (Telefoon) en se-
lecteer daarna het betreffende num-
mer. Kies de + naast het te selecteren
nummer om de pop-up met opties
weer te geven. Selecteer "Add to Fa-
vorites" (Aan favorieten toevoegen) in
de pop-up.
OPMERKING: Als de lijst met fa-
vorieten vol is, wordt u gevraagd
een favoriet uit de lijst te verwijde-
ren.3. Selecteer Phonebook (Telefoon-
boek) vanuit het hoofdscherm Phone
(Telefoon). Kies vanuit het scherm
Phonebook (Telefoonboek) de
schermtoets "Favorites" (Favorieten)
en hierna de schermtoets + rechts van
de telefoonboekvermelding. Selecteer
een lege plaats en kies de + bij deze
plaats. Wanneer de pop-up Opties
verschijnt, raakt u optie "toevoegen
van mobiel" aan. Daarna wordt u ge-
vraagd welke contactpersoon en welk
nummer uit het telefoonboek van uw
mobiele telefoon moeten worden ge-
kozen. Vervolgens wordt de nieuwe
favoriet getoond.
Een favoriet verwijderen
1. Selecteer Phonebook (Telefoon-
boek) in het hoofdscherm Phone (Te-
lefoon) om een favoriet te verwijde-
ren.
2. Selecteer daarna Favorites (Favo-
rieten) links in het scherm en kies
daarna de schermtoets + Options
(Opties).
3. Kies de + naast de favoriet die u
wilt verwijderen.
4. De pop-up Options (Opties) ver-
schijnt. Kies "Remove from Favs"
(Uit favorieten verwijderen).
FUNCTIES
TELEFOONGESPREKKEN
De volgende functies zijn toegankelijk
via Uconnect® Phone, indien deze
functies worden ondersteund door
Bluetooth® en de services van uw mo-
biele telefoon. Als via uw mobiele te-
lefoon bijvoorbeeld drieweggesprek-
ken mogelijk zijn, is deze functie ook
toegankelijk via Uconnect® Phone.
Neem contact op met de leverancier
van uw mobiele telefoon voor infor-
matie over de beschikbare functies op
uw telefoon.
96
Manieren om een telefoongesprek
te beginnen
Hieronder worden alle manieren be-
schreven waarop u een telefoonge-
sprek met Uconnect® Phone kunt be-
ginnen.
Opnieuw kiezen
Kiezen door het nummer aan teraken
Spraakbedieningsopdrachten (kie- zen door een naam uit te spreken,
bellen door een naam in het tele-
foonboek uit te spreken, opnieuw
kiezen of terugbellen)
Favorites
Mobiel telefoonboek
Lijst van recente oproepen
SMS-berichtenweergave
Kiezen door het nummer uit te
spreken
Druk op de knop
op uw stuur-
wiel om te beginnen, Zeg na de prompt "Listening"
(luistert) en de daaropvolgende
pieptoon "Dial 151-1234-5555"
(Kies 248-555-1212).
De Uconnect® Phone zal dan het nummer 151-1234-5555 kiezen.
Bellen door een naam in het
telefoonboek uit te spreken
1. Druk op de knop
op het stuur-
wiel om te beginnen,
2. Zeg na de prompt "Listening"
(luistert) en de daaropvolgende piep-
toon "Call John Doe Mobile" (Bel
John Doe mobiel),
3. Uconnect® Phone kiest het num-
mer van John Doe, of vraagt, als er
meerdere nummers zijn, welk num-
mer van John Doe moet worden geko-
zen.
Bedieningselementen voor
telefoonfuncties
Met het aanraakscherm kunt u de vol-
gende telefoonfuncties bedienen:
Opnemen
Ophangen Negeren
In de wacht/uit de wacht
Dempen/dempen uit
Een gesprek naar/van de telefoon
doorverbinden
Wisselgesprek voeren met 2 contactpersonen
2 actieve gesprekken met elkaar verbinden
Nummer intoetsen
1. Kies de schermtoets "Phone" (Te-
lefoon),
2. Kies de schermtoets "Dial" (kie-
zen),
3. Het scherm Touch-Tone (Toetsen)
wordt weergegeven,
4. Voer met de cijfertoetsen op het
scherm het telefoonnummer in en kies
"Call" (bellen).
Om een nummer te kiezen door mid-
del van spraakbediening, drukt u tij-
dens het gesprek op de knop
en
zegt u "Send 1234#" (Zend1234#) of
97
"Send Voicemail Password" (Wacht-
woord voor voicemail verzenden) als
het voicemailwachtwoord in uw mo-
biele telefoonboek is opgeslagen.
Recente gesprekken
U kunt bladeren tussen maximaal 34
meest recente gesprekken van de vol-
gende typen:
Inkomende oproepen
Uitgaande oproepen
Gemiste oproepen
Alle oproepen
Deze kunnen worden bekeken door de
schermtoets "Recent Calls" (Recente
oproepen) in het hoofdscherm Phone
(Telefoon) te kiezen.U kunt ook op de knopdrukken en
zeggen "Show my incoming calls"
(ingekomen oproepen) vanuit ieder
scherm, waarna de ingekomen oproe-
pen worden weergegeven.
U kunt ook op de knop
drukken en
zeggen "Show my recent calls" (re-
cente oproepen) vanuit ieder scherm,
waarna alle oproepen worden weerge-
geven.
OPMERKING: U kunt het woord
"incoming" (ingekomen) vervan-
gen door "outgoing" (uitgaande),
"recent" (recente) of "missed" (ge-
miste).
Een inkomend gesprek
beantwoorden of negeren — bij
niet in gesprek
Wanneer u een oproep ontvangt op uw
mobiele telefoon, onderbreekt de
Uconnect® Phone het audiosysteem
van de auto. Druk op de toets
om
het gesprek te beantwoorden. U kunt
ook de schermtoets "Answer" (Opne-
men) of het kader met nummerher-
kenning kiezen. Een inkomend gesprek
beantwoorden of negeren — bij in
gesprek
Als er een nieuwe oproep binnenkomt
terwijl u in gesprek bent, hoort u de-
zelfde netwerktonen voor een wissel-
gesprek als op uw mobiele telefoon.
Druk op de telefoontoets
, kies de
schermtoets "Answer" (Opnemen) of
kies het kader met nummerherken-
ning om het actuele gesprek in de
wacht te zetten en de inkomende op-
roep te beantwoorden.
OPMERKING: De huidige mo-
biele telefoons die compatibel zijn
met Uconnect® Phone, bieden niet
de mogelijkheid een inkomend ge-
sprek te weigeren terwijl een an-
der gesprek wordt gevoerd.
Daarom kan de gebruiker óf het
inkomende gesprek beantwoorden
óf negeren.
Een tweede telefoongesprek voeren
terwijl u al in gesprek bent
U kunt een gesprek in de wacht zetten
door de schermtoets Hold (In wacht)
in het hoofdscherm Phone (Telefoon)
te kiezen en vervolgens het nummer te
98
kiezen met behulp van de cijfertoet-
sen of de recente oproepen, SMS-
inbox of vanuit het telefoonboek.
Raadpleeg de paragraaf "Wisselge-
sprek voeren" voor informatie over
het terugschakelen naar het eerste ge-
sprek. Raadpleeg "Gesprekken sa-
menvoegen" voor informatie over het
combineren van twee gesprekken.
Een gesprek in de wacht zetten /
uit de wacht halen
Kies tijdens een actief gesprek de
schermtoets "Hold" (In wacht) in het
hoofdscherm Phone (Telefoon).
Wisselgesprek voeren
Als er twee gesprekken actief zijn (één
actief en de andere in de wacht), kiest
u de schermtoets Swap (wisselen) in
het hoofdscherm Phone (telefoon). Er
kan slechts één gesprek tegelijk in de
wacht gezet worden.
U kunt ook de toets
indrukken om
tussen het actieve gesprek en het ge-
sprek in de wacht te schakelen. Gesprekken samenvoegen
Wanneer er twee gesprekken actief
zijn (één actief en de andere in de
wacht), kiest u de schermtoets "Join
Calls" (Gesprekken samenvoegen) in
het hoofdscherm Phone (Telefoon)
om alle gesprekken te combineren in
een vergadergesprek..
Gesprek beëindigen
Om een actief gesprek te beëindigen
drukt u kort op de toets
of kiest u
de schermtoets End (Beïndigen). Al-
leen actieve gesprekken worden dan
beëindigd en als er een gesprek in de
wacht is gezet wordt dit het nieuwe
actieve gesprek.
Opnieuw kiezen
Druk op de schermtoets "Redial" (op-
nieuw kiezen), of druk de
en zeg
na de prompt "Listening" (luistert)
en de daarop volgende pieptoon, "Re-
dial" (opnieuw kiezen).
Uconnect® Phone belt het laatst ge-
kozen nummer op uw mobiele tele-
foon. Voortzetting telefoongesprek
De functie "Voortzetting telefoonge-
sprek" maakt het mogelijk een tele-
foongesprek via Uconnect® Phone
voort te zetten nadat de contactscha-
kelaar naar de stand OFF is gedraaid.
OPMERKING: Het gesprek blijft
binnen het audiosysteem van de
auto actief tot de telefoon buiten
het bereik van de Bluetooth® ver-
binding komt. Wanneer u de auto
verlaat verdient het aanbeveling
de schermtoets "Transfer" (Door-
verbinden) te kiezen.
FUNCTIES VAN
UCONNECT® PHONE
Taalkeuze
Taal van Uconnect® Phone wijzigen:
Druk op de toetsom te beginnen.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daarop volgende pieptoon
spreekt u de naam in van de taal die
u wilt gebruiken (Engels, Neder-
lands, Frans, Duits, Italiaans of
Spaans, indien aanwezig).
99
Volg de verdere aanwijzingen vanhet systeem om de taalkeuze te vol-
tooien.
Nadat u een taal hebt geselecteerd,
worden alle prompts en gesproken op-
drachten in die taal uitgevoerd.
OPMERKING: Nadat u de taal
van Uconnect® Phone hebt gewij-
zigd, is alleen het telefoonboek
met 32 namen beschikbaar dat bij
de nieuwe taal hoort. De naam van
de gekoppelde telefoon is niet taal-
specifiek en kan voor alle talen
worden gebruikt.
Hulp in noodsituaties
Als u zich in een noodsituatie bevindt
en de mobiele telefoon is binnen
handbereik:
Pak de telefoon en kies zelf het alarmnummer.
Als de telefoon niet binnen handbe-
reik is, maar Uconnect® Phone wel is
ingeschakeld, kunt als volgt het
alarmnummer kiezen:
Druk op de toets
om te begin-
nen. Na de prompt "Listening'' (Luis-
tert) en de daarop volgende piep-
toon zegt u ''Call Emergency" of
"Dial Emergency" (Bel/kies alarm-
nummer). Vervolgens zal de
Uconnect® Phone aan de gekop-
pelde mobiele telefoon de opdracht
geven het alarmnummer te bellen.
Deze functie wordt ondersteund in
de VS, Canada en Mexico.
OPMERKING:
De noodoproep kan ook via het aanraakscherm in gang worden
gezet.
Het alarmnummer dat gekozen wordt, is gebaseerd op het land
waar de auto is aangeschaft. Het
is mogelijk dat het gekozen
nummer niet van toepassing is
op de beschikbare mobiele tele-
foonservice en de regio waar u
zich bevindt.
Wanneer u via Uconnect® Phone belt, is de kans op een
geslaagde verbinding iets klei-
ner dan wanneer u rechtstreeks
met de mobiele telefoon belt.
WAARSCHUWING!
Wanneer u deze functie wilt kunnen
gebruiken in noodgevallen, moet
uw telefoon zijn ingeschakeld en
gekoppeld aan Uconnect® Phone,
bereik hebben en aan Uconnect®
Phone gekoppeld blijven.
Hulp bij pech (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Als u pechhulp nodig heeft:
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daaropvolgende pieptoon, zegt u
"Breakdown service" (Pechhulp).
OPMERKING: Het nummer voor
pechhulp moet vóór gebruik wor-
den ingesteld. Als u dit nummer
wilt instellen, drukt u op de toets
, zegt u "Setup, Breakdown Ser-
vice" (Instellen, pechhulp) en volgt
u de aanwijzingen.
Oppiepen
Zie "Werken met automatische syste-
men" als u wilt weten hoe u iemand
100