OPMERKING:
•Het standaardnummer is 112. Het is mo-
gelijk dat het gekozen nummer niet van
toepassing is op de beschikbare mobiele
telefoonservice en de regio waar u zich
bevindt.
• Sommige systemen bieden de mogelijk-
heid het alarmnummer, indien onder-
steund, in te stellen. Druk hiertoe op de
toets
en zeg Setup(Instellen), ge-
volgd door Emergency (Noodgeval).
• Wanneer u via Uconnect® Phone belt, is
de kans op een geslaagde verbinding iets
kleiner dan wanneer u rechtstreeks met
de mobiele telefoon belt.
WAARSCHUWING!
Als u het Uconnect® Phone systeem wilt
gebruiken in noodgevallen, moet uw mo-
biele telefoon:
•zijn ingeschakeld,
•
zijn gekoppeld aan het Uconnect® systeem,• binnen bereik van het netwerk zijn. Hulp bij pech — indien aanwezig
Als u pechhulp nodig heeft:
•
Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Breakdown ser-
vice" (Pechhulp).
OPMERKING:
Het nummer voor pechhulp moet vóór ge-
bruik worden ingesteld. Als u dit nummer
wilt instellen, drukt u op de toets
, zegt u
Setup, Breakdown Service (Instellen, pech-
hulp) en volgt u de aanwijzingen.
Oppiepen
Raadpleeg "Werken met automatische syste-
men" voor informatie over het oproepen via een
pieper. Oppiepen werkt correct, behalve bij pie-
pers van sommige merken, die iets te vroeg
uitgaan om goed in combinatie met Uconnect®
Phone te kunnen werken.
Voicemail bellen
Raadpleeg "Werken met automatische syste-
men" voor informatie over het beluisteren van
uw voicemail. Werken met automatische systemen
Deze methode wordt gebruikt in situaties
waarin normaal gesproken cijfers moeten wor-
den ingedrukt op het toetsenbord van de mo-
biele telefoon tijdens het navigeren door een
geautomatiseerd telefoonsysteem.
U kunt Uconnect® Phone gebruiken voor toe-
gang tot uw voicemail of een geautomatiseerde
service, zoals een oproepservice voor piepers
of een geautomatiseerde klantenservice. Bij
sommige diensten moet onmiddellijk een res-
pons worden gegeven. In een aantal gevallen is
het mogelijk dat deze respons niet snel genoeg
kan worden gegeven via Uconnect® Phone.
Wanneer u via Uconnect® Phone een nummer
belt waarvoor u normaal gesproken een reeks
toetsen op uw mobiele telefoon moet indrukken,
kunt u de toets
indrukken en de reeks
inspreken die u wilt invoeren, gevolgd door het
woord "Send" (Verzend). Als u bijvoorbeeld uw
pincode en daarna een hekje ( 3746#)moet
invoeren, kunt u op de toets
drukken en
vervolgens zeggen: "3746#Send"(3746
hekje Verzend). Het inspreken van een cijfer of
cijferreeks, gevolgd door "Send"(Verzend) kan
ook worden gebruikt om door de menustructuur
86
van een geautomatiseerde klantenservice te
navigeren of om een nummer achter te laten op
een pieper.
U kunt ook de opgeslagen vermeldingen uit het
Uconnect® telefoonboek verzenden als tonen,
zodat u snel en gemakkelijk toegang krijgt tot
voicemail en pagers. Om deze functie te gebrui-
ken, kiest u het nummer dat u wilt bellen, drukt
u vervolgens op de toets
en zegt u"Send"
(Verzend). Het systeem vraagt u de naam of het
nummer in te voeren en de naam van de
telefoonboekvermelding uit te spreken die u wilt
zenden. Uconnect® Phone zal vervolgens het
telefoonnummer dat aan deze vermelding is
gekoppeld via de telefoon verzenden als tonen.
OPMERKING:
• Het is mogelijk dat u vanwege de netwerk-
configuratie van de mobiele telefoon niet
alle tonen kunt horen. Dit is echter nor-
maal.
• Sommige leveranciers van pieper- en
voicemaildiensten hebben een uitscha-
keltijd die te kort is, waardoor deze func-
tie niet bruikbaar is. Onderbreken — prompts negeren
De toets Voice Command-toets kan worden
gebruikt als u een deel van een prompt wilt
overslaan en de gesproken opdracht onmiddel-
lijk wilt geven. Als bijvoorbeeld de prompt
"Would you like to pair a phone, clear a...,
"(Wilt
u een telefoon koppelen, annule…,) klinkt, kunt
u de toets
indrukken en zeggen "Pair a
Phone" (Een telefoon koppelen) om die optie te
selecteren zonder dat u naar de rest van de
prompt hoeft te luisteren.
Controlevragen in- of uitschakelen
Als u de controlevragen uitschakelt, vraagt het
systeem u niet langer uw keuzes te bevestigen
(Uconnect® Phone zal bijvoorbeeld het tele-
foonnummer niet herhalen voordat het wordt
gekozen).
• Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u:
• "Setup Confirmations Prompts On "(Instel-
len Controlevragen Aan)
• "Setup Confirmations Prompts Off" (Instel-
len Controlevragen Uit) Indicatoren voor telefoon- en
netwerkstatus
Uconnect® Phone meldt de status van uw
telefoon en netwerk wanneer u probeert een
oproep tot stand te brengen via Uconnect®,
indien uw mobiele telefoon, de radio en/of een
display van hoge kwaliteit, zoals het instrumen-
tenpaneel, deze functie ondersteunen. De sta-
tus wordt aangeduid voor de signaalsterkte van
het netwerk, de status van de telefoonaccu, etc.
Kiezen via de toetsen van de mobiele
telefoon
U kunt via uw mobiele telefoon een nummer
kiezen en tegelijkertijd Uconnect® Phone ge-
bruiken (wanneer u de toetsen van de mobiele
telefoon gebruikt, moet u echter voorzichtig te
werk gaan en zorgen dat u de veiligheid niet in
gevaar brengt). Als u een nummer kiest via de
gekoppelde mobiele Bluetooth® telefoon, wordt
het geluid hoorbaar via het audiosysteem van
uw auto. Uconnect® Phone werkt op dezelfde
wijze als wanneer u het nummer kiest via een
gesproken opdracht.
87
OPMERKING:
Sommige merken mobiele telefoons verzen-
den de kiestoon niet naar Uconnect® Phone.
In dat geval zult u de kiestoon dus niet
horen. De gebruiker heeft dan, ook als het
nummer goed gekozen is, wellicht het ge-
voel dat er geen verbinding is, terwijl deze in
feite al tot stand is gebracht. Zodra de op-
roep wordt beantwoord, hoort u het geluid.
Geluid uit/geluid aan
Wanneer u het geluid van Uconnect® Phone
uitschakelt, kunt u nog steeds horen wat uw
gesprekspartner zegt, maar deze kan u niet
horen. Geluid van Uconnect® Phone uitschake-
len:
•Druk op de toets
.
• Na de pieptoon zegt u: "Mute"(Geluid uit).
Geluid van Uconnect® Phone weer inschake-
len:
• Druk op de toets
.
• Na de pieptoon zegt u: "Mute off"(Geluid
aan).
Geavanceerde telefoonverbindingen
Telefoongesprek doorschakelen van en
naar een mobiele telefoon
Met Uconnect® Phone kunt u actieve gesprek-
ken doorschakelen van uw mobiele telefoon
naar Uconnect® Phone, zonder het gesprek te
beëindigen. Als u een actief gesprek wilt door-
schakelen van de aan Uconnect® gekoppelde
mobiele telefoon naar Uconnect® Phone of
omgekeerd, drukt u op de toets
en zegt u
"Transfer Call" (Gesprek doorschakelen).
De verbinding tussen Uconnect® Phone en
de mobiele telefoon tot stand brengen of
verbreken
Uw mobiele telefoon kan aan veel verschillende
apparaten worden gekoppeld, maar kan met
slechts één elektronisch apparaat tegelijk actief
zijn "verbonden".
Als u de Bluetooth® verbinding tussen een aan
Uconnect® gekoppelde mobiele telefoon en het
Uconnect® Phone systeem tot stand wilt
brengen of verbreken, volg dan de aanwijzin-
gen in de handleiding van uw mobiele telefoon. Namen van gekoppelde mobiele telefoons
weergeven
•
Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup Phone
Pairing" (Telefoonkoppeling instellen).
• Na de prompt zegt u "List Phones"(Tele-
foons weergeven).
• Uconnect® Phone geeft vervolgens de na-
men van alle gekoppelde mobiele telefoons
weer, op volgorde van hoogste naar laagste
prioriteit. Als u een gekoppelde telefoon die
wordt aangekondigd, wilt selecteren of ver-
wijderen, drukt u op de toets
en zegt u
"Select" (selecteren) of "Delete"(verwijde-
ren). Lees ook de twee volgende paragrafen
voor informatie over een alternatieve manier
om een gekoppelde telefoon te selecteren of
te verwijderen.
Een andere mobiele telefoon selecteren
Met deze functie kunt u een andere aan
Uconnect® Phone gekoppelde telefoon selec-
teren en in gebruik nemen.
• Druk op de toets
om te beginnen.
88
•Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup Select
Phone" (Instellen Selecteren Telefoon) en
volgt u de aanwijzingen.
• U kunt ook op elk gewenst moment op de
toets
drukken terwijl de lijst wordt afge-
speeld en vervolgens de telefoon kiezen die
u wilt selecteren.
• De geselecteerde telefoon wordt gebruikt bij
het eerstvolgende telefoongesprek. Als de
geselecteerde telefoon niet beschikbaar is,
gebruikt Uconnect® Phone automatisch op-
nieuw de telefoon met de hoogste prioriteit in
of nabij (binnen ca. 9 m) de auto.
Aan Uconnect® Phone gekoppelde mobiele
telefoons verwijderen
• Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup Phone
Pairing" (Telefoonkoppeling instellen).
• Bij de volgende prompt zegt u "Delete"(Ver-
wijderen) en volgt u de aanwijzingen. •
U kunt ook op elk gewenst moment op de
toets
drukken terwijl de lijst wordt afge-
speeld en vervolgens de telefoon kiezen die
u wilt verwijderen.
Wat u moet weten over uw
Uconnect® Phone
Gebruiksaanwijzing Uconnect® Phone
Als u een korte beschrijving van de functies van
Uconnect® Phone wilt horen, drukt u op de
toets
en zegt u "Uconnect®- Tutorial"
(Uconnect®- gebruiksaanwijzing).
Stemtraining
Als u bij het herkennen van uw gesproken
opdrachten of telefoonnummers door
Uconnect® Phone problemen ondervindt, kunt
u de functie Stemtraining van Uconnect®
Phone gebruiken. Om deze training te active-
ren, volgt u een van de volgende twee proce-
dures:
Wanneer de Uconnect® Phone modus niet ac-
tief is (maar bijvoorbeeld de radiomodus)
• Houd de toets
vijf seconden lang inge-
drukt tot de trainingsessie begint of •
Druk op de toets
en spreek de volgende
opdracht in: "Voice Training", "System Trai-
ning", "Start Voice Training" (Stemtraining,
Systeemtraining, Start stemtraining).
Herhaal de woorden en zinnen als Uconnect®
Phone daarom vraagt. U bereikt de beste resul-
taten wanneer de stemtraining plaatsvindt ter-
wijl de auto is geparkeerd, de motor draait, alle
ramen zijn gesloten en de aanjager is uitge-
schakeld.
Deze procedure kan herhaald worden met een
nieuwe gebruiker. Het systeem past zich alleen
aan aan de laatst getrainde stem.
Om de fabrieksinstellingen van het spraakbe-
dieningssysteem te herstellen, activeert u de
stemtrainingssessie via de bovenstaande pro-
cedure en volgt u de aanwijzingen.
Resetten
• Druk op de toets
.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup"(Instel-
len) en vervolgens "Reset".
Hiermee verwijdert u alle telefoonkoppelingen,
telefoonboekvermeldingen en overige instellin-
89
gen in alle talen. Het systeem zal u om een
bevestiging vragen voordat de fabrieksinstellin-
gen worden hersteld.
Spraakbediening
•Voor de beste prestatie stelt u de achteruit-
kijkspiegel zo in dat er ten minste 1 cm
afstand is tussen het dakpaneel (indien aan-
wezig) en de spiegel.
• Wacht altijd op de pieptoon voor u begint
spreken.
• Spreek gewoon zonder te pauzeren, net
alsof u een gesprek voert met iemand die
een meter of twee van u vandaan zit.
• Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt
tijdens de spraakherkenningstraining.
• De spraakherkenning werkt het best:
• als de aanjager op een lage of normale
stand staat,
• bij lage tot matige voertuigsnelheid,
• bij weinig weglawaai,
• bij een gelijkmatig wegdek,
• bij volledig gesloten ramen,
• bij droge weersomstandigheden. •
Ofschoon het systeem ontworpen is voor
sprekers van het Brits Engels, Nederlands,
Frans, Duits, Italiaans of Spaans, is het mo-
gelijk dat het systeem bij sommige personen
niet altijd werkt.
• Tijdens het navigeren door een geautomati-
seerd systeem, zoals voicemail, of wanneer
u een pieper oproept, moet u erop letten dat
u aan het einde van de gesproken reeks het
woord "Send" (verzenden) zegt.
• Het wordt afgeraden namen in het telefoon-
boek op te slaan tijdens het rijden.
• Het is niet raadzaam om namen die hetzelfde
klinken op te slaan in het Uconnect®
telefoonboek.
• De herkenning van de namen in het
(Uconnect®) telefoonboek is optimaal wan-
neer de namen niet op elkaar lijken.
• Nummers moeten als losse cijfers worden
ingesproken. "800"moet uitgesproken wor-
den als "acht-nul-nul", niet als "achthonderd".
• U kunt "O"(de letter "O") zeggen in plaats
van "0"(nul). •
Hoewel voor internationale gesprekken de
meeste cijfercombinaties worden onder-
steund, is het mogelijk dat sommige verkorte
nummercodes niet werken.
• In een open auto kan de geluidskwaliteit van
het systeem minder goed zijn als het dak
naar beneden is.
Geluidskwaliteit telefoon achterin
• De geluidskwaliteit is het beste:
• als de aanjager op een lage of normale
stand staat,
• bij lage tot matige voertuigsnelheid,
• bij weinig weglawaai,
• bij een gelijkmatig wegdek,
• bij volledig gesloten ramen,
• bij droog weer en
• bij bediening vanuit de bestuurdersstoel.
• De
geluidskwaliteit, zoals de helderheid,
echo en dynamiek, is in hoge mate afhanke-
lijk van de gebruikte telefoon en het netwerk,
en niet van Uconnect® Phone.
90
•Echo bij de ontvanger van het telefoongeluid
achterin kan soms worden beperkt door het
volume in de auto te verlagen.
• In een open auto kan de geluidskwaliteit van
het systeem minder goed zijn als het dak
naar beneden is.
Recente gesprekken
Als uw telefoon de functie "Telefoonboek automa-
tisch downloaden" ondersteunt, kan Uconnect®
Phone een lijst tonen van uw uitgaande, ontvangen
en gemiste oproepen.
Beantwoording gesproken tekstberichten
Als uw telefoon beantwoording van gesproken
tekstberichten ondersteunt, kan Uconnect®
Phone nieuwe berichten op uw telefoon voorle-
zen of verzenden.
Berichten voorlezen:
Als u een nieuw tekstbericht ontvangt terwijl uw
telefoon is verbonden met Uconnect® Phone,
volgt er een melding om u te waarschuwen dat
u een nieuw tekstbericht hebt ontvangen. Ga
als volgt te werk om het nieuwe bericht te
beluisteren:
• Druk op de toets
. •
Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "SMS Read"
(SMS lezen) of "Read Messages" (Berichten
lezen).
• Uconnect® Phone speelt het volgende tekst-
bericht voor u af.
Nadat u een bericht hebt gelezen, kunt u het
met Uconnect® Phone beantwoorden ("Reply")
of doorsturen ("Forward").
Berichten verzenden:
U kunt berichten verzenden met Uconnect®
Phone. Ga als volgt te werk om een nieuw
bericht te verzenden:
• Druk op de toets
.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "SMS Send"
(SMS verzenden) of "Send Messages"(Be-
richten verzenden).
• U kunt nu het te verzenden bericht inspre-
ken, of u kunt zeggen: "List Messages"(Be-
richten weergeven). Er zijn 20 kant-en-klare
berichten. Als u een bericht wilt verzenden, drukt u op de
toets
terwijl het bericht wordt weergegeven
door het systeem en zegt u "Send"(verzenden).
Uconnect® Phone vraagt u de naam of het
nummer te zeggen van de persoon waaraan u
het bericht wilt zenden.
Overzicht van de kant-en-klare berichten:
1. Ja.
2. Nee.
3. Waar ben je?
4. Ik heb meer routeaanwijzingen nodig.
5. L O L
6. Waarom
7. Ik hou van je
8. Bel me
9. Bel me straks
10. Bedankt
91
Gesproken opdrachten
HoofdAlternatief/
alternatieven
nul
één
twee
drie
vier
vijf
zes
zeven
acht
negen
sterretje (*) ster
plus (+)
hekje (#)
alle allemaal
pechhulpHoofd Alternatief/
alternatieven
bellen
annuleren
controlevragen bevestiging
doorgaan
verwijderen
kiezen
downloaden
Dutch Nederlands
bewerken
noodgeval
English
alles verwijderen alles wissen
Espanol
Francais
German Deutsch
HelpHoofd Alternatief/
alternatieven
thuis
Italian Italiano
taal
namen weergeven
telefoons weergeven
Hoofdmenu
terug naar hoofdmenu
mobiel
Mute (geluid uit)
geluid aan
nieuwe invoer
nee
overige overige
een telefoon koppe-
len
telefoonkoppeling koppelen
telefoonboek Telefoonboek
96
HoofdAlternatief/
alternatieven
vorige
opnieuw kiezen
telefoon selecteren selecteren
zenden
instellen telefooninstellingen
of telefoon instellen
gesprek doorscha-
kelen
Uconnect® Tutorial
stemtraining
werk
jaSPRAAKBEDIENING — INDIEN
AANWEZIG
Werking van het
spraakbedieningssysteem
Met het Uconnect® Voice Command
systeem kunt u de AM- en FM-radio,
cd/dvd-speler, USB-opslagapparaat,
iPod® apparaten, Bluetooth® Strea-
ming Audio-apparaat en een memo-
recorder bedienen.
OPMERKING:
Spreek zo rustig en normaal mogelijk tegen
het Voice Interface systeem. De mogelijk-
heid voor het Voice Interface systeem om
opdrachten met de stem van de gebruiker te
herkennen kan negatief beïnvloed worden
als u snel spreekt of luider dan normaal.
WAARSCHUWING!
Elk spraakgestuurd systeem mag alleen
worden gebruikt als de rijomstandigheden dit
toelaten en het gebruik in overeenstemming
is met de verkeersregels. Uw aandacht moet
gericht zijn op het veilig besturen van de
auto. Anders bestaat er een risico op een
ongeluk en ernstig of zelfs dodelijk letsel.
Wanneer u op de Voice Command-toets
drukt, hoort u een pieptoon. De pieptoon is
het teken dat u een opdracht kunt geven.
OPMERKING:
Indien u niet binnen enkele seconden een
opdracht uitspreekt, geeft het systeem u een
lijst met mogelijkheden.
Als u het systeem wilt onderbreken terwijl de
lijst met mogelijkheden wordt weergegeven,
drukt u op de Voice Command-toets
,
wacht u tot de pieptoon heeft geklonken en
spreekt u uw opdracht in.
Het drukken op de Voice Command-toets
terwijl het systeem spreekt, wordt "inbre-
97