3
DE FUNCTIES VAN UW AUTO
•SPIEGELS ..................................74•Binnenspiegel met dag/nachtstand ..................74
•Binnenspiegel met automatische dimstand — indien aanwezig . . .74• Buitenspiegels ..............................75
• Inklapbare buitenspiegels .......................75
•
Buitenspiegels met automatische dimstand — indien aanwezig . . .75• Elektrisch bediende buitenspiegels .................76
• Elektrisch inklapbare buitenspiegels — indien aanwezig .....76
• Verwarmde buitenspiegels — indien aanwezig ...........76
• Verlichte make-upspiegels .......................77
• Zonneklepverlengstuk — indien aanwezig .............77
•Uconnect® Phone — INDIEN AANWEZIG ...............77•Compatibele telefoons ..........................78
• Bediening .................................78
• Functies telefoongesprekken ......................83
• Functies van Uconnect® Phone ....................85
• Geavanceerde telefoonverbindingen .................88
• Wat u moet weten over uw Uconnect® Phone ............89
67
LET OP!
Om tijdens reinigen de spiegel niet te be-
schadigen mag reinigingsvloeistof nooit
rechtstreeks op de spiegel worden gespoten.
Breng de vloeistof aan op een schone doek
en wrijf de spiegel daarmee schoon.
BuitenspiegelsVoor een optimaal resultaat dient u de spiegels
zo af te stellen dat u de naastliggende rijbaan
goed in het zicht hebt en er tevens een geringe
overlapping is met het zicht in de binnenspiegel.
WAARSCHUWING!
Auto’s en andere voorwerpen lijken in de
bolle spiegel aan passagierszijde kleiner en
verder weg dan ze in werkelijkheid zijn. Als u
te veel op de passagiersspiegel vertrouwt,
kunt u in botsing komen met een ander
voertuig of object. Gebruik uw binnenspiegel
om de grootte van of de afstand tot een
voertuig te schatten dat u in de rechterspie-
gel ziet. Sommige voertuigen hebben geen
bolle spiegel aan de passagierszijde.
Inklapbare buitenspiegelsAlle buitenspiegels kunnen naar voren of naar
achteren scharnieren om beschadigingen te
voorkomen. De scharnieren kennen drie stan-
den:
•volledig naar voren
• volledig naar achteren en
• normaal.
Buitenspiegels met automatische
dimstand — indien aanwezig
Deze linker- en rechterbuitenspiegels worden
automatisch aangepast aan hinderlijke weer-
spiegeling van de koplampen van achterliggers.
Deze functie wordt geregeld door de automati-
sche dimfunctie van het interieur. Deze spiegels
worden automatisch aangepast aan hinderlijke
weerspiegeling van de koplampen van achter-
liggers wanneer de binnenspiegel wordt aange-
past.
Binnenspiegel met automatische dimstand
75
Verlichte make-upspiegelsDe verlichte make-upspiegels zijn bereikbaar
wanneer u de zonnekleppen omlaagklapt.
Til de kap op om de spiegel zichtbaar te maken.
Het lampje gaat automatisch branden.
Zonneklepverlengstuk — indien
aanwezig
Met deze uitrusting kan de zonneklep worden
verlengd door het verlengstuk uit te trekken.
Uconnect® Phone — INDIEN
AANWEZIG
OPMERKING:
Raadpleeg het gedeelte over Uconnect®
Phone in de gebruikershandleiding van het
navigatiesysteem of de multimediaradio (af-
zonderlijk boekje) voor meer informatie over
Uconnect® Phone met navigatie of multime-
diaradio.
Uconnect® Phone is een via spraak te active-
ren, handsfree communicatiesysteem voor in
de auto. Met Uconnect® Phone kunt u een
nummer kiezen op uw mobiele telefoon* met
behulp van eenvoudige gesproken opdrachten
(zoals"Call"(bel)…"Jan"…"Work" (werk) of
"Dial" (kies) …"012 34 56 78"). Het geluid van
de mobiele telefoon wordt doorgegeven via het
audiosysteem van de auto en het systeem
dempt automatisch de radio wanneer
Uconnect® Phone wordt gebruikt.
Met Uconnect® Phone kunt u tijdens het in- of
uitstappen gesprekken doorschakelen tussen
Uconnect® Phone en uw mobiele telefoon, ter- wijl u ook de microfoon van het Uconnect®
systeem kunt uitschakelen wanneer u een pri-
végesprek wilt voeren.
Uconnect® Phone wordt aangestuurd via het
Bluetooth® Handsfree-profiel van uw mobiele
telefoon. Uconnect® Phone is voorzien van
Bluetooth® technologie, de wereldwijde stan-
daard waarmee verschillende elektronische ap-
paraten zonder draden of docking station aan
elkaar kunnen worden gekoppeld. Uconnect®
Phone werkt dan ook ongeacht de plaats waar
uw mobiele telefoon zich bevindt (handtas, zak
of aktetas), op voorwaarde dat uw telefoon is
ingeschakeld en aan Uconnect® Phone van de
auto is gekoppeld. Met Uconnect® Phone kun-
nen maximaal zeven mobiele telefoons op het
systeem worden aangesloten. Met Uconnect®
Phone kan slechts één aangesloten (of gekop-
pelde) mobiele telefoon tegelijk worden ge-
bruikt. Uconnect® Phone is verkrijgbaar in de
talen Engels, Nederlands, Frans, Duits, Itali-
aans of Spaans (zoals aanwezig).
Verlichte make-upspiegel
77
WAARSCHUWING!
Elk spraakgestuurd systeem mag alleen
worden gebruikt als de rijomstandigheden dit
toelaten en het gebruik in overeenstemming
is met de verkeersregels. Uw aandacht moet
gericht zijn op het veilig besturen van de
auto. Anders bestaat er een risico op een
ongeluk en ernstig of zelfs dodelijk letsel.
Uconnect® Phone toets De bedieningselementen op de ra-
dio of op het stuurwiel (indien aan-
wezig) bestaan uit twee bedie-
ningstoetsen (de toets Uconnect®
Phone
en de toets Voice Com-
mand) voor toegang tot het systeem.
Wanneer u op de toets drukt, hoort u het woord
Uconnect® en vervolgens een pieptoon. De
pieptoon is het teken dat u een opdracht kunt
geven. Voice Command-toets
De plaats van de toets kan afhan-
kelijk van de radio verschillen. De
afzonderlijke toetsen worden be-
schreven in het hoofdstuk "Bedie-
ning".
Uconnect® Phone kan worden gebruikt in com-
binatie met mobiele telefoons met Bluetooth®
Handsfree-profiel. Het is mogelijk dat sommige
telefoons niet alle functies van Uconnect®
Phone ondersteunen. Raadpleeg de leveran-
cier van uw mobiele telefoon of de telefoonfa-
brikant voor nadere bijzonderheden.
Uconnect® Phone is volledig geïntegreerd in
het audiosysteem van de auto. De geluids-
sterkte van Uconnect® Phone kan worden in-
gesteld met de volumeregelaar van de radio of,
indien aanwezig, via de radiotoetsen op het
stuurwiel.
Het radioscherm wordt gebruikt voor visuele
meldingen van Uconnect® Phone, zoals
"CELL" (GSM) of beller-ID bij bepaalde radio’s.
Compatibele telefoons* Voor het gebruik van Uconnect® Phone is
een mobiele telefoon met Bluetooth®
Handsfree-profiel, versie 1.0 of hoger ver-
eist.Raadpleeg de Uconnect® website voor
een overzicht van de compatibele telefoons.
• www.UconnectPhone.com
Navigeer door de volgende menu’s om de lijst
met compatibele telefoons op te vragen:
• Selecteer het bouwjaar van uw auto
• Selecteer het voertuigtype
• Selecteer compatibele telefoons onder de
tab Beginnen.
BedieningU kunt gesproken opdrachten gebruiken om
Uconnect® Phone te bedienen en door de
menu’s van Uconnect® Phone te navigeren. Na
de meeste prompts van Uconnect® Phone zijn
gesproken opdrachten nodig. U wordt gevraagd
een specifieke opdracht uit te spreken, waarnu
u door de beschikbare opties wordt geleid.
78
•Voordat u een gesproken opdracht geeft,
moet u wachten op de pieptoon, die volgt op
de prompt "Ready"(Gereed) of op een an-
dere prompt.
• Voor bepaalde bewerkingen kunnen samen-
gestelde opdrachten worden gebruikt. U kunt
bijvoorbeeld in plaats van "Setup"(instellen)
en daarna "Pair a Device" (apparaat koppe-
len) ook de volgende samengestelde op-
dracht geven: "Pair a Bluetooth® Device"
(Bluetooth® apparaat koppelen).
• In de beschrijvingen van de functies in dit
hoofdstuk wordt alleen de samengestelde
vorm van de gesproken opdracht vermeld. U
kunt de opdrachten ook in delen splitsen en
elk onderdeel van de opdracht afzonderlijk
zeggen, indien dat wordt gevraagd. U kunt
bijvoorbeeld de samengestelde opdracht
"Phonebook New Entry" (Telefoonboek
nieuwe invoer) geven, maar u kunt deze
opdracht ook opsplitsen in de twee gespro-
ken opdrachten "Phonebook"(Telefoonboek)
en "New Entry" (Nieuwe invoer). Denk eraan
dat Uconnect® Phone het beste werkt wan- neer u op een normale toon spreekt, alsof u
tegen iemand praat die enkele meters van u
vandaan zit.
Structuur gesproken opdrachten
Raadpleeg "Structuur gesproken opdrachten"
in dit hoofdstuk.
Opdracht Help
Als u hulp nodig hebt bij een prompt of als u wilt
weten wat de mogelijkheden zijn bij een be-
paalde prompt, zegt u na de pieptoon "Help".
Uconnect® Phone geeft alle opties voor de
prompt weer wanneer u om hulp vraagt.
Als u Uconnect® Phone na uitschakeling op-
nieuw wilt activeren, drukt u op de toets
en
volgt u de gesproken aanwijzingen. Alle sessies
met Uconnect® Phone beginnen met het druk-
ken op de toets
, die zich bij de bedienings-
elementen op de radio bevindt.
Opdracht Cancel(annuleer)
Bij elke prompt kunt u na de pieptoon "Cancel"
(annuleer) zeggen, waarna u terugkeert naar
het hoofdmenu. In een sommige gevallen
brengt het systeem u echter terug naar het
vorige menu. Uconnect® Phone koppelen aan
(aansluiten op) een mobiele telefoon
Voordat u Uconnect® Phone kunt gebruiken,
dient u een koppeling tot stand te brengen met
uw compatibele, met Bluetooth® uitgeruste mo-
biele telefoon (raadpleeg de paragraaf
"Compa-
tibele telefoons" voor informatie over het type
telefoon).
Om de koppeling tot stand te brengen, dient u
de gebruikshandleiding van uw mobiele tele-
foon te raadplegen. De Uconnect® website
biedt mogelijk ook gedetailleerde aanwijzingen
voor het koppelen van uw telefoon.
Hieronder volgen algemene aanwijzingen voor
het koppelen van een telefoon aan Uconnect®
Phone:
• Druk op de toetsom te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup Phone
Pairing" (Telefoonkoppeling instellen).
• Na de prompt en de pieptoon zegt u "Pair a
Phone" (Telefoon koppelen) en volgt u de
gesproken aanwijzingen.
79
•De automatisch gedownloade telefoonboek-
vermeldingen kunnen niet worden verwijderd
of gewijzigd.
Alle vermeldingen uit het Uconnect®
telefoonboek wissen
• Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Phonebook
Erase All" (Telefoonboek alles wissen).
• Uconnect® Phone vraagt u te bevestigen dat
u alle vermeldingen uit het telefoonboek wilt
verwijderen.
• Na die bevestiging worden alle vermeldingen
uit het telefoonboek verwijderd.
• Bedenk dat alleen de vermeldingen in het
telefoonboek van de huidige taal wordt
verwijderd.
• De automatisch gedownloade telefoonboek-
vermeldingen kunnen niet worden verwijderd
of gewijzigd.
Lijst van alle namen in het Uconnect®
telefoonboek weergeven
• Druk op de toets
om te beginnen. •
Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Phonebook List
Names" (Telefoonboek namen weergeven).
• Uconnect® Phone geeft alle namen uit het
telefoonboek weer, inclusief de gedownloade
telefoonboekvermeldingen, indien aanwezig.
• Als u een van de namen in de lijst wilt bellen,
drukt u op de toets
wanneer de ge-
wenste naam wordt uitgesproken en zegt u
"Call" (bellen).
OPMERKING:
U kunt op dit moment ook de functies Edit
(Bewerken) of Delete(Verwijderen) uitvoe-
ren.
• Uconnect® Phone vraagt u vervolgens naar
de aanduiding van het nummer dat u wilt
bellen.
• Het geselecteerde nummer wordt gekozen.
Functies telefoongesprekkenDe volgende functies zijn toegankelijk via
Uconnect® Phone, indien deze functies worden
ondersteund door uw mobiele telefoon. Als via
uw mobiele telefoon bijvoorbeeld driewegge- sprekken mogelijk zijn, is deze functie ook
toegankelijk via Uconnect® Phone. Neem con-
tact op met de leverancier van uw mobiele
telefoon voor informatie over de beschikbare
functies op uw telefoon.
Een inkomend gesprek beantwoorden of
weigeren — bij niet in gesprek
Wanneer u op uw mobiele telefoon wordt ge-
beld, onderbreekt Uconnect® Phone het audio-
systeem van de auto, indien dit is ingeschakeld,
en vraagt het u of u de oproep wilt beantwoor-
den. Druk op de toets
om het gesprek te
beantwoorden. Om het gesprek te weigeren,
houdt u de toets
ingedrukt tot u een pieptoon
hoort die aangeeft dat het inkomende gesprek
is geweigerd.
Een inkomend gesprek beantwoorden of
weigeren — bij in gesprek
Als er een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u
in gesprek bent, hoort u dezelfde netwerktonen
voor een wisselgesprek als op uw mobiele
telefoon. Druk op de toets
om het huidige
gesprek in de wacht te zetten en de inkomende
oproep te beantwoorden.
83
OPMERKING:
De huidige mobiele telefoons die compatibel
zijn met Uconnect® Phone, bieden niet de
mogelijkheid een inkomend gesprek te wei-
geren terwijl een ander gesprek wordt ge-
voerd. Daarom kan de gebruiker óf het inko-
mende gesprek beantwoorden óf negeren.
Een tweede telefoongesprek voeren terwijl
u al in gesprek bent
Als u wilt bellen terwijl u al een ander gesprek
voert, drukt u op de toets
en zegt u"Dial"
(Kiezen) of "Call"(Bellen), gevolgd door het
telefoonnummer dat u wilt bellen of de naam uit
het telefoonboek. Het eerste gesprek wordt in
de wacht gezet terwijl het tweede gesprek actief
is. Raadpleeg de paragraaf "Wisselgesprek
voeren" voor informatie over het terugschake-
len naar het eerste gesprek. Raadpleeg "Ver-
gadergesprek" voor informatie over het combi-
neren van twee gesprekken.
Een gesprek in de wacht zetten / uit de
wacht halen
Om een gesprek in de wacht te zetten, drukt u
op de toets
tot u één enkele pieptoon hoort.
Dit geeft aan dat het gesprek in de wacht is gezet. Om het gesprek uit de wacht te halen,
houdt u de toets
ingedrukt tot u één enkele
pieptoon hoort.
Wisselgesprek voeren
Als er twee gesprekken gaande zijn (één actief
en de andere in de wacht), houdt u de toets
ingedrukt tot u één enkele pieptoon hoort.
Hiermee wordt aangegeven dat de status van
de twee gesprekken (één actief en de andere in
de wacht) is verwisseld. Er kan slechts één
gesprek tegelijk in de wacht gezet worden.
Vergadergesprek
Als er twee gesprekken gaande zijn (één actief
en de andere in de wacht) houdt u de toets
ingedrukt tot u twee pieptonen hoort. Hier-
mee wordt aangegeven dat de twee gesprek-
ken samengevoegd zijn tot één vergaderge-
sprek.
Drieweggesprekken
Als u een drieweggesprek wilt beginnen, drukt u
tijdens een gesprek op de toets
en belt u
het tweede nummer, zoals wordt beschreven in
de paragraaf "Een tweede telefoongesprek voe-
ren terwijl u al in gesprek bent". Nadat het
tweede gesprek tot stand is gekomen, houdt u de toets
ingedrukt totdat u twee pieptonen
hoort. Hiermee wordt aangegeven dat de twee
gesprekken zijn samengebracht in één verga-
dergesprek.
Gesprek beëindigen
Om een actief gesprek te beëindigen, drukt u
kort op de toets
. Alleen actieve gesprekken
worden dan beëindigd en als er een gesprek in
de wacht is gezet wordt dit het nieuwe actieve
gesprek. Als het actieve gesprek door de an-
dere beller wordt beëindigd, wordt het gesprek
in de wacht mogelijk niet automatisch actief. Dit
hangt af van de mobiele telefoon. Om het
gesprek uit de wacht te halen, houdt u de toets
ingedrukt tot u één enkele pieptoon hoort.
Opnieuw kiezen
• Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Redial"
(Herhaal).
• Uconnect® Phone belt het laatst gekozen
nummer op uw mobiele telefoon.
84
OPMERKING:
Het is mogelijk dat dit niet het laatste num-
mer is dat u via Uconnect® Phone hebt
gekozen.
Voortzetting telefoongesprek
De functie"Voortzetting telefoongesprek"
maakt het mogelijk een telefoongesprek via
Uconnect® Phone voort te zetten nadat de
contactschakelaar naar de stand OFF is ge-
draaid. Uw auto kan zijn uitgerust met een van
de volgende drie versies van de functie "Voort-
zetting telefoongesprek":
• Nadat de contactschakelaar in de stand OFF
is gezet, kunt u het gesprek voortzetten via
Uconnect® Phone totdat het wordt beëindigd
of totdat de accu van de auto dermate leeg is
dat het gesprek via Uconnect® Phone moet
worden doorgeschakeld naar de mobiele te-
lefoon.
• Nadat de contactschakelaar in de stand OFF
is gezet, kunt u een gesprek gedurende een
bepaalde tijd voortzetten via Uconnect®
Phone, waarna het gesprek automatisch
wordt doorgeschakeld naar de mobiele
telefoon. •
Een actief gesprek wordt automatisch door-
geschakeld naar de mobiele telefoon nadat
de contactschakelaar in de stand OFF is
gezet.
Functies van Uconnect® Phone
Taalkeuze
Taal van Uconnect® Phone wijzigen:
•Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de
daarop volgende pieptoon spreekt u de
naam in van de taal die u wilt gebruiken
(Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans
of Spaans, indien aanwezig).
• Volg de verdere aanwijzingen van het sys-
teem om de taalkeuze te voltooien.
Nadat u een taal hebt geselecteerd, worden alle
prompts en gesproken opdrachten in die taal
uitgevoerd. OPMERKING:
Nadat u de taal van Uconnect® Phone hebt
gewijzigd, is alleen het telefoonboek met 32
namen beschikbaar dat bij de nieuwe taal
hoort. De naam van de gekoppelde telefoon
is niet taalspecifiek en kan voor alle talen
worden gebruikt.
Hulp in noodsituaties — indien aanwezig
Als u zich in een noodsituatie bevindt en de
mobiele telefoon is binnen handbereik:
•
Pak de telefoon en kies zelf het alarmnum-
mer.
Als de telefoon niet binnen handbereik is, maar
Uconnect® Phone wel is ingeschakeld, kunt als
volgt het alarmnummer kiezen:
• Druk op de toets
om te beginnen.
•
Na de prompt "Ready’ (Gereed) en de daarop
volgende pieptoon zegt u ’’Emergency’ (Nood-
geval). Vervolgens zal Uconnect® Phone aan
de gekoppelde mobiele telefoon de opdracht
geven het alarmnummer te bellen.
85