Page 233 of 367
170) Houd u bij het slepen aan de
speciale voorschriften van de
Wegenverkeerswet met
betrekking tot de
sleepvoorziening en het gedrag op
de weg.
171) Start de motor niet wanneer het
voertuig wordt gesleept.
172) Het slepen mag uitsluitend
plaatsvinden over de weg; de
voorziening mag niet gebruikt
worden om het voertuig weer op
de weg te brengen als het van
de weg is geraakt.
173) Het voertuig mag niet gesleept
worden om het over aanzienlijke
obstakels op de weg te krijgen
(bijv. hopen sneeuw of materialen
op het wegdek).
174) Het slepen moet gedaan
worden met twee voertuigen (het
ene sleept, het andere wordt
gesleept) die zo veel mogelijk
uitgelijnd moeten zijn; ook het
slepen door pechhulpvoertuigen
moet gedaan worden met de
voertuigen zoveel mogelijk met
elkaar uitgelijnd
229
11-3-2014 16:50 Pagina 229
Page 234 of 367
230
Deze pagina is opzettelijk blanco gelaten
11-3-2014 16:50 Pagina 230
Page 235 of 367
ONDERHOUD EN ZORG
Dankzij correct onderhoud kunnen de
prestaties van de auto, evenals
beperkte bedrijfskosten en het behoud
van de efficiëntie van de
veiligheidssystemen gedurende langere
tijd gegarandeerd worden.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe.GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD .................................232
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUDSSCHEMA ................233
PERIODIEKE CONTROLES .............236
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO ...236
NIVEAUS CONTROLEREN..............237
LUCHTFILTER/ POLLENFILTER ......244
ACCU .............................................245
WIELEN EN BANDEN .....................247
RUBBER SLANGEN........................248
RUITENWISSER ..............................249
CARROSSERIE ...............................250
INTERIEUR......................................252
231
11-3-2014 16:50 Pagina 231
Page 236 of 367

GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUDJuist onderhoud is uiterst belangrijk
voor een lange levensduur van het
voertuig onder optimale
omstandigheden.
Om die reden heeft Fiat een reeks
controles en onderhoudsbeurten
opgesteld die, afhankelijk van
de motorversie, elke 48.000 kilometer
uitgevoerd moeten worden.
Het geprogrammeerde onderhoud is
echter niet volledig toereikend om
de auto in optimale toestand te
houden: zowel in de beginperiode vóór
de servicebeurt bij 48.000 kilometer
als daarna, tussen twee servicebeurten
in, is regelmatig wat extra aandacht
vereist, zoals bijvoorbeeld de
vloeistofniveaus controleren en
eventueel bijvullen en de
bandenspanning controleren.
BELANGRIJK De servicebeurten van
het Geprogrammeerde Onderhoud zijn
door de fabrikant voorgeschreven.
Het niet uitvoeren ervan kan het
vervallen van de garantie tot gevolg
hebben.Het geprogrammeerde onderhoud
wordt door alle dealers van het Fiat
Servicenetwerk tegen vaste tarieftijden
uitgevoerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken
tijdens het uitvoeren van de diverse
inspecties en controles van het
geprogrammeerd onderhoud, mogen
uitsluitend worden uitgevoerd na
uitdrukkelijke toestemming van de
klant.
BELANGRIJK Het is raadzaam het Fiat
Servicenetwerk onmiddellijk te
informeren over eventuele kleine
defecten en niet te wachten tot de
volgende onderhoudsbeurt.
Als het voertuig dikwijls gebruikt wordt
voor het trekken van aanhangers,
dan moet een korter interval tussen de
onderhoudsbeurten worden
aangehouden.
232
ONDERHOUD EN ZORG
11-3-2014 16:50 Pagina 232
Page 237 of 367

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
km x 1000 48 96 144 192 240
Maanden 24 48 72 96 120
Laadtoestand accu controleren en zo nodig opladen●●●●●
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op spanning brengen●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje, lampjes
instrumentenpaneel, enz.) controleren●●●●●
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo nodig de sproeiers
afstellen●●●●●
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter controleren●●●●●
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
bodemplaatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en
remsysteem en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor controleren en de
werking van remblokslijtagesensor controleren●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen achter controleren en de
werking van remblokslijtagesensor controleren (voor versies/markten, daar
waar aanwezig)●●●●●
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (motorkoelvloeistof,
remmen/hydraulische koppeling, ruitensproeiers, accu enz.)●●●●●
233
11-3-2014 16:50 Pagina 233
Page 238 of 367

km x 1000 48 96 144 192 240
Maanden 24 48 72 96 120
Visueel de conditie controleren van aandrijfriem(en) van hulporganen
(uitvoeringen zonder automatische riemspanner) (110 (°)- 130 - 150 - 180
MultiJet versies)●●
De spanning controleren van aandrijfriem van hulporganen (uitvoeringen
zonder automatische riemspanner)(^)●●
De spanning controleren van aandrijfriem van hulporganen (uitvoeringen
zonder automatische riemspanner) (115 MultiJet versies) (°)) (^)●●●
De toestand van de getande distributieriem controleren (110 (°)- 130 - 150
MultiJet versies)●
De toestand van de getande distributieriem controleren (115 MultiJet
versies) (°))●●●●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●
Werking Motormanagementsysteem controleren (via diagnose-aansluiting)●●●●●
De reiniging van onderste rails zijschuifdeuren controleren bij uitvoeringen
met zijschuifdeuren (of elke 6 maanden)●●●●●
Het brandstoffilterelement vervangen (dieseluitvoeringen)●●●●●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen●
De aandrijfriem(en) van de hulporganen vervangen (115 MultiJet versies) (°))●●(°)Versie voor specifieke markten
(^) Bij de eerste verversing van de motorolie, moet de spanning van de aandrijfriem van de hulporganen gecontroleerd worden
234
ONDERHOUD EN ZORG
11-3-2014 16:50 Pagina 234
Page 239 of 367

km x 1000 48 96 144 192 240
Maanden 24 48 72 96 120
De getande distributieriem vervangen (*) (110 (°)- 130 - 150 MultiJet versies)●
De getande distributieriem vervangen (*) (115 MultiJet versies)(°))●
Het luchtfilterelement vervangen (***)●●●●●
Motorolie en oliefilter vervangen (**) (#)
Remvloeistof vervangen (of elke 24 maanden)●●
Het pollenfilter vervangen (of elke 24 maanden)●●●●●(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koud klimaat, gebruik in de stad, langdurig stationair draaien) om de 4
jaar worden vervangen of in elk geval om de 5 jaar.
I
(°)Versie voor specifieke markten
(***) Als het voertuig is voorzien van een speciaal luchtfilter voor stofrijke omgevingen: -elke 20.000 km filter controleren en schoonmaken, elke 40.000 km het filter
vervangen.
(**) Het werkelijke interval voor de vervanging van de motorolie en het oliefilter is afhankelijk van de gebruikscondities van de auto en wordt aangegeven met een
brandend lampje of een bericht (indien aanwezig) op het instrumentenpaneel (zie paragraaf "Lampjes en berichten") en mag nooit meer dan 24 maanden
bedragen.
(#) Als het voertuig overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt, dan moeten de motorolie en het oliefilter elke 12 maanden vervangen worden.
235
11-3-2014 16:50 Pagina 235
Page 240 of 367

PERIODIEKE
CONTROLESVóór een lange reis controleren en
eventueel bijvullen:
❒niveau motorkoelvloeistof;
❒remvloeistofniveau;
❒vloeistofniveau ruitensproeier;
❒conditie en spanning banden;
❒werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, enz..);
❒werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen
voor/achter.
Voor een goede werking en onderhoud
van het voertuig, is het raadzaam de
bovenstaande werkzaamheden
regelmatig uit te voeren (het is
raadzaam ongeveer elke 1000 km het
niveau van de motorolie te controleren
en elke 3000 km bij te vullen).
ZWAAR GEBRUIK
VAN DE AUTOAls vooral een intensief gebruik van het
voertuig wordt gemaakt, zoals:
❒het trekken van aanhangers of
caravans;
❒het rijden op stoffige wegen;
❒talrijke korte ritten (minder dan 7-8
km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
❒de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden
bij lage snelheden of als het voertuig
lang niet wordt gebruikt;
dienen de volgende controles vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven
in het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
❒remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
❒slot van motorkap en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen
smeren;
❒visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat,
brandstof- en remsysteem) en rubber
elementen (stofkappen - hoezen -
bussen enz.);❒laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
❒conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
❒motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen.
❒pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen.
236
ONDERHOUD EN ZORG
11-3-2014 16:50 Pagina 236