Page 225 of 367

Zekeringenkast in rechter stijl in
interieur
(voor bepaalde versies/markten)
Verwijder het beschermdeksel fig. 227
voor toegang tot de zekeringenkast
fig. 226.
BELANGRIJK
45) Vervang een doorgebrande
zekering nooit door metalen
draden of ander materiaal.
BELANGRIJK
160) Vervang een zekering nooit
door een exemplaar met een
hogere stroomsterkte (ampère);
BRANDGEVAAR. Als een
hoofdzekering (MEGA-FUSE,
MIDIFUSE) doorbrandt, neem dan
contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
161) Alvorens een zekering te
vervangen, moet men controleren
of de contactsleutel uit het slot
is genomen en of alle
stroomverbruikers uit staan en/of
zijn uitgeschakeld.
162) Als de zekering opnieuw
doorbrandt, neem dan contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
163) Als een hoofdzekering voor
veiligheidssystemen
(airbagsysteem, remsysteem),
motorsystemen (motorsysteem,
transmissiesysteem) of de
stuurinrichting doorbrandt, neem
dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
226
F1A0217
227
F1A0218
221
11-3-2014 16:50 Pagina 221
Page 226 of 367

Zekeringenkast in het dashboard
fig. 222 - fig. 223STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRERechter dimlichtF12 7,5
Linker dimlichtF13 7,5
Relais zekeringenkast motorruimte, relais zekeringenkast dashboard (+sleutel) F31 5
Plafondverlichting inzittendenruimte (+accu) F32 7,5
Sensor accubewaking voor Start&Stop versies (+accu) F33 7,5
Interieurverlichting minibus (nood) F34 7,5
Radio, klimaatregeling, alarm, tachograaf, regeleenheid accuschakelaar,
Webasto timer (+accu)F36 10
Bediening remlichten (hoofd), derde remlicht, instrumentenpaneel (+sleutel) F37 7,5
Portiervergrendeling (+accu) F38 20
Ruitenwisser (+sleutel) F43 20
Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F47 20
Elektrische ruitbediening passagierszijde F48 20
Regeleenheid parkeersensor, radio, bedieningsorganen op het stuurwiel,
middelste bedieningspaneel, linker bedieningspaneel, extra paneel, regeleenheid
accuschakelaar (+sleutel)F49 5
Klimaatregeling, regeleenheid stuurbekrachtiging, achteruitrijlichten, sensor water
in dieselfilter, debietmeter, tachograaf (+sleutel)F51 5
Instrumentenpaneel (+accu) F53 7,5
AfwezigF89 -
222
NOODGEVALLEN
11-3-2014 16:50 Pagina 222
Page 227 of 367
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRELinker grootlichtF90 7,5
Rechter grootlicht F91 7,5
Linker mistlampF92 7,5
Rechter mistlamp F93 7,5
223
11-3-2014 16:50 Pagina 223
Page 228 of 367
Zekeringenkast in motorruimte
fig. 224 - fig. 225STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈREContactslot (+accu) F03 30
Verwarmd filterF04 40
Verstuiver voor Puma motor/ventilatie interieur met Webasto, pomp
gerobotiseerde versnellingsbak (+accu)F05 20/50
Hoge snelheid ventilator motorkoeling (+accu) F06 40/60
Lage snelheid ventilator motorkoeling (+accu) F07 40/50/60
Ventilator inzittendenruimte (+sleutel) F08 40
Stopcontact achter (+accu) F09 15
ClaxonF10 15
Stopcontact (+accu) F14 15
Aansteker (+accu) F15 15
Motorregeleenheid, regeleenheid gerobotiseerde versnellingsbak (+accu) F18 7,5
AircocompressorF19 7,5
RuitenwisserF20 30
Extra bedieningspaneel voor verstellen en neerklappen spiegels (+sleutel) F24 7,5
Spiegelverwarming F30 15
224
NOODGEVALLEN
11-3-2014 16:50 Pagina 224
Page 229 of 367
Zekeringenkast in rechter stijl in interieur
fig. 226 - fig. 227STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈREAfwezigF54 –
StoelverwarmingF55 15
Stopcontact inzittenden achter F56 15
Extra verwarming onder de stoel F57 10
Achterruitverwarming links F58 15
Achterruitverwarming rechts F59 15
AfwezigF60 –
AfwezigF61 –
AfwezigF62 –
Bediening extra verwarming passagiers F63 10
AfwezigF64 –
Ventilator extra verwarming passagiers F65 30
225
11-3-2014 16:50 Pagina 225
Page 230 of 367

ACCU OPLADENBELANGRIJK De procedure voor het
opladen van de accu is uitsluitend
bedoeld ter informatie. Geadviseerd
wordt contact op te nemen met het Fiat
Servicenetwerk om deze
werkzaamheden te laten uitvoeren.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid
en het bestuurdersportier is gesloten,
minstens één minuut alvorens de
elektrische voeding naar de accu los te
koppelen. Wanneer de elektrische
voeding naar de accu weer wordt
aangesloten, controleren of de
contactsleutel in de stand STOP staat
en of het bestuurdersportier gesloten is.
Het verdient aanbeveling de accu
langzaam en met een laag amperage
gedurende ongeveer 24 uur op te
laden. De accu langer opladen, kan de
accu beschadigen.
164) 165)
ZONDER START&STOP
SYSTEEM
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
❒maak de minklem los van de accu;❒sluit de kabels van de acculader aan
op de accupolen; let daarbij op de
polariteit;
❒schakel de acculader in;
❒schakel na het opladen eerst de
acculader uit alvorens de accu los te
koppelen;
❒sluit de minklem aan op de accu.
MET START&STOP
SYSTEEM
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
❒maak de stekker A van de
accusensor C op de minpool D van
de accu los (door op de knop B
te drukken);
❒sluit de pluskabel van de acculader
aan op de plusklem E van de accu
en de minkabel op de klem van
de sensor F zoals aangegeven in fig.
228;
❒schakel de acculader in;
❒schakel na het opladen de acculader
uit;
❒sluit na de acculader te hebben
afgekoppeld de stekker A weer aan
op de sensor C aan zoals
aangegeven in fig. 228.
BELANGRIJK
164) Accuvloeistof is giftig en
corrosief: vermijd contact met
huid en ogen. Het opladen van de
accu moet worden uitgevoerd in
een goed geventileerde ruimte,
ver van open vuur en vonken:
brand- en ontploffingsgevaar.228
F1A0219
226
NOODGEVALLEN
11-3-2014 16:50 Pagina 226
Page 231 of 367
165) Probeer nooit een bevroren
accu op te laden: laat de accu
eerst ontdooien om ontploffing
ervan te voorkomen. Als de accu
bevroren is geweest, moet door
vakbekwaam personeel worden
gecontroleerd of de cellen niet
beschadigd zijn en of de
behuizing geen scheuren
vertoont, waardoor de giftige en
corrosieve vloeistof kan
weglekken.
HET VOERTUIG
OPKRIKKENAls het voertuig opgekrikt moet
worden, ga dan naar een Fiat dealer die
is uitgerust met een garagekrik of een
hefbrug.
Het voertuig mag alleen zijdelings
worden opgekrikt door de hefarmen
van de garagekrik of de brug in de
zones getoond in fig. 229 te plaatsen.
SLEPEN VAN HET
VOERTUIG
166) 167) 168) 169) 170) 171) 172) 173) 174)
Het voertuig is voorzien van twee
sleepogen.
229
F1A0366
230
F1A0221
231
F1A0222
227
11-3-2014 16:50 Pagina 227
Page 232 of 367

Het sleepoog voor bevindt zich in de
gereedschapstas onder de
passagiersstoel. Bij versies met Fix&Go
kit en zonder reservewiel, is de
gereedschapstas alleen optioneel
verkrijgbaar voor bepaalde
versies/markten.Bij versies zonder gereedschapstas
wordt het sleepoog samen met het
instructieboek in de opslagruimte voor
de boorddocumentatie bewaard.
Om het te gebruiken, gaat u als volgt te
werk:
❒Open en verwijder de klep A zoals is
aangegeven in fig. 230;
❒draai de borgknop B fig. 230 linksom
en verwijder het om het vak fig. 231
open te schuiven;
❒neem de schroevendraaier uit de
gereedschapstas en maak hiermee
de dop C fig. 233 open op het
aangegeven punt;
❒neem het sleepoog D uit de
gereedschapstas en draai het stevig
op de schroefdraadpen fig. 233.
Het achterste sleepoog B fig. 234
bevindt zich op het punt dat is
aangegeven op de afbeelding.
BELANGRIJK
166) Schroef de trekhaak vast en
controleer dat deze vastgedraaid
zit tot de eindaanslag.
167) Schakel, voor het slepen, de
stuurvergrendeling uit (zie
paragraaf "Contactslot" in het
hoofdstuk "Kennismaking met de
auto").
168) Vergeet niet dat de
rembekrachtiging en de
elektrische stuurbekrachtiging
tijdens het slepen niet
beschikbaar zijn. Er dient
aanzienlijk meer kracht te worden
uitgeoefend op het rempedaal
en op het stuurwiel om ze te
bedienen.
169) Gebruik voor het slepen geen
soepele kabels en vermijd
bruuske bewegingen. Zorg tijdens
het slepen dat er geen onderdelen
door de sleepverbinding kunnen
worden beschadigd.
232
F1A0344
233
F1A0223
234
F1A0224
228
NOODGEVALLEN
11-3-2014 16:50 Pagina 228