Page 121 of 260

Uitrusting
ACCE
SS
OIRE
S
5
ACCESSOIRES
Neem voor alle werkzaamheden
aan uw auto contact op met een
gekwalificeerde werkplaats die beschikt over
de juiste technische informatie, vakkennis
en apparatuur. Het CITROËN-netwerk is in
staat u dit te bieden.
Monteren van zenders voor
radiocommunicatie
Alvorens achteraf een zender voor
radiocommunicatie in te bouwen met externe
antenne op uw auto, adviseren wij u contact
op te nemen met een vertegenwoordiger van
het merk CITROËN.
Het CITROËN-netwerk zal u informeren over
de gegevens van de zenders (frequentie,
maximum uitgangsvermogen, stand
antenne, specifieke montagevoorschriften)
die kunnen worden gemonteerd, conform de
Richtlijn Elektromagnetische compatibiliteit
automobielen (2004/104/CE).
Het aanbod van accessoires is
onderverdeeld in comfort, vrije tijd en
onderhoud: Wieldoppen (uitgezonder 163 pk-motor),
spatlappen vóór, spatlappen achter,
windgeleiders, treeplank, ... Autoradio's, handsfree-sets, luidsprekers,
CD-wisselaar, navigatiesysteem, ...
Voordat nieuwe audio- en/of
telematica-apparatuur wordt gemonteerd,
moet aan de hand van de specificaties altijd
worden gecontroleerd of deze kan worden
gecombineerd met de standaarduitrusting
van de auto en of het elektrische systeem
van de auto er niet door wordt overbelast.
Stoelhoezen geschikt voor voorstoelen met
zij-airbags, banken, rubber mat, moquette
mat, kunststof bak laadruimte, dakstangen,
zonneschermen opzij, sneeuwkettingen.
Om te voorkomen dat de werking van de
pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn plaats
ligt en bevestigd is,
- gebruik nooit meer dan één mat per
plaats. Ruitensproeiervloeistof, zekeringen,
ruitenwisserbladen, reinigings-/
onderhoudsmiddelen voor interieur en
exterieur, lampen, ...
Het monteren van elektrische
uitrustingen of accessoires zonder
artikelnummer van CITROËN kan storingen
in het elektronisch systeem van uw auto
veroorzaken. Houd rekening met deze
bijzonderheid en wij raden u aan contact
op te nemen met een vertegenwoordiger
van het Merk om u te laten informeren over
het assortiment uitrustingen en accessoires
voorzien van een artikelnummer.
Afhankelijk van het land van bestemming is
de aanwezigheid van een veiligheidsvest,
een gevarendriehoek en een lampenset in
de auto verplicht. Inbraakalarm, graveren van ruiten,
verbanddoos, veiligheidsvest, parkeerhulp
achter, gevarendriehoek, ...
Page 122 of 260
Motorkap openen
MOTORKAP OPENEN
Binnenzijde:
- open het afdekkapje in de beenruimte bij
de linker voorstoel.
- trek de handgreep omhoog.
Sluiten
Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat
deze aan het einde van de slag in het slot vallen.
Controleer of de motorkap goed vergrendeld is.
Buitenzijde:
zet de motorkap op een kier,
druk de veiligheidshaak omhoog en til de
motorkap op.
Motorkapsteun
Plaats de stang in een van de twee
uitsparingen (afhankelijk van de gewenste
hoogte) om de motorkap te ondersteunen.
Druk de stang in de houder alvorens de
motorkap te sluiten.
Waarschuwing "Motorkap open"
Deze waarschuwing is alleen beschikbaar in
combinatie met de alarmoptie.
Als de motorkap niet goed
gesloten is terwijl de motor draait
of de auto rijdt, wordt u hiervoor
gewaarschuwd door een pictogram
en een afbeelding op het display in
combinatie met een geluidssignaal.
Page 123 of 260
121
Onder de motorkap
ONDERHOU
D
6
DIESELMOTOREN
8 - Reservoir stuurbekrachtiging.
9 - Afneembaar sleepoog.
10 -
Handopvoerpomp
( a : 1,6 L HDi; b : 2 L HDi).
11 - Trechter voor het bijvullen
van motorolie (2 L HDI).
1 - Reservoir ruiten- en koplampsproeiers.
2 - Zekeringkast.
3 - Reservoir koelvloeistof.
4 - Reservoir rem- en koppelingsvloeistof.
5 - Luchtfilter.
6 - Motoroliepeilstok.
7 - Motorolie (bij)vullen.
7.1 - Motorolie (bij) vullen.
Ga als volgt te werk als uw auto van deze
vulpijp is voorzien:
A - Verwijder de olievuldop.
B - Haal de vulpijp uit de houder.
C - Plaats de vulpijp in de vulopening,
zoals weergegeven in de afbeelding.
D - Draai de vulpijp een kwart omwenteling
naar links om deze te vergrendelen en
vul het motorolieniveau bij.
Voer om de vulpijp weer terug te plaatsen de
handelingen in omgekeerde volgorde uit en
vergeet niet de dop A stevig vast te draaien.
Page 124 of 260
122
Onder de motorkap
BENZINEMOTOR
4. Reservoir rem- en koppelingsvloeistof.
5. Luchtfilter.
6. Motoroliepeilstok.
1. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers.
2. Zekeringkast.
3. Reservoir koelvloeistof.
7. Motorolie (bij) vullen.
8. Reservoir stuurbekrachtiging.
9. Afneembaar sleepoog.
Page 125 of 260

123
Niveaus
ONDERHOU
D
6
NIVEAUS
Voor het behoud van de bedrijfszekerheid van de
motoren en de emissieregelsystemen mogen in geen
geval additieven aan de motorolie worden toegevoegd.
Remvloeistof verversen
De remvloeistof dient volgens de door de
constructeur voorgeschreven intervallen te
worden ververst.
Gebruik remvloeistof die door de
constructeur wordt aanbevolen en aan de
DOT4-normen voldoet.
Het niveau dient steeds tussen de
merktekens MINI en MAXI van het reservoir
te staan.
Raadpleeg als het reservoir vaak bijgevuld
moet worden zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
om het systeem te laten controleren. Voer de onderstaande controles
regelmatig uit om uw auto in goede
staat te houden. Raadpleeg de voorschriften
bij het CITROËN-netwerk of in het
garantie- en onderhoudsboekje dat bij dit
instructieboekje zit.
Let erop dat u bij het eventueel
verwijderen en monteren van de
afdekkap van de motor, de bevestigingsclips
niet beschadigt. Motorolieniveau
Regelmatig controleren en tussen twee
verversingen eventueel olie bijvullen.
De controle dient bij koude motor en
horizontaal geplaatste auto te geschieden,
met behulp van de oliepeilstok.
Oliepeilstok
2 merktekens op de
peilstok:
A = maxi.
Raadpleeg het
CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats
als het oliepeil boven dit
merkteken uitkomt.
B = mini.
Laat het oliepeil nooit onder
dit merkteken uitkomen. Olie verversen
Dit dient volgens het onderhoudsschema
van de constructeur te worden uitgevoerd.
Het is verplicht uitsluitend olieën te
gebruiken met de door de constructeur
voorgeschreven viscositeit. Raadpleeg de
voorschriften bij het CITROËN-netwerk.
Neem voordat u olie bijvult de peilstok uit de
houder.
Gebruik bij de 2 liter HDi-motor de
bijgeleverde trechter om olie bij te vullen via
de vulopening van het carter.
Controleer na het bijvullen het
motorolieniveau (het niveau mag niet boven
het bovenste merkteken uitkomen).
Draai de olievuldop vast alvorens de
motorkap te sluiten.
Keuze van de viscositeitsgraad
De olie dient in ieder geval aan de door de
constructeur voorgeschreven normen te
voldoen.
Verklikkerlampjes
Zie in de rubriek 2 het gedeelte
"Cockpit" voor meer informatie over de
verklikkerlampjes.
Page 126 of 260

124
Niveaus
Koelvloeistofniveau
Gebruik om ernstige motorschade te
voorkomen uitsluitend door de constructeur
aanbevolen koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de temperatuur
van de koelvloeistof geregeld door de
koelventilator.
Wacht voor werkzaamheden aan het
koelsysteem ten minste 1 uur nadat
de motor gedraaid heeft, omdat de
koelventilator nog kan (gaan) werken als de
sleutel uit het contactslot is verwijderd en
het koelsysteem onder druk staat.
Draai de dop eerst een kwart omwenteling
los om de druk te laten dalen en te
voorkomen dat de hete koelvloeistof uit
het koelsysteem spuit. Trek, als de druk
eenmaal gedaald is, de dop los en vul
koelvloeistof bij.
Laat het koelsysteem, als vaak koelvloeistof
moet worden bijgevuld, zo snel mogelijk
controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Vloeistofniveau stuurbekrachtiging
Controleer het niveau van de
stuurbekrachtigingsvloeistof als de auto op
een vlakke ondergrond staat en de motor
koud is. Draai de dop met geïntegreerde
peilstok los en controleer of het niveau
tussen de merktekens MINI en MAXI staat.
Niveau brandstofadditief (diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau
wordt aangegeven door het
verklikkerlampje service in combinatie met
een geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Als dit bij draaiende motor gebeurt, komt
dit doordat het roetfilter verstopt dreigt te
raken (uitzonderlijke rij-omstandigheden:
veelvuldig stadsverkeer, lage snelheid,
lange files, ...).
Om het filter te regenereren, wordt
geadviseerd zo snel mogelijk, indien de
omstandigheden dit toelaten, gedurende
minstens 5 minuten met een snelheid van
60 km/uur of hoger te rijden (totdat de
melding op het display verdwijnt en het
verklikkerlampje service uit gaat).
Tijdens het regenereren van het roetfilter,
kunnen enkele geluiden van het relais
hoorbaar zijn onder het dashboard.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als de melding
niet verdwijnt en het lampje service blijft
branden.
Bijvullen
Het niveau dient steeds tussen de
merktekens MINI en MAXI van het
expansievat te staan. Laat het koelsysteem,
als meer dan 1 liter moet worden bijgevuld,
controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Vloeistofniveau ruiten- enkoplampsproeiers
Wij adviseren u voor een optimale reiniging
en voor uw eigen veiligheid de producten uit
het CITROËN-gamma te gebruiken.
Inhoud reservoir ruitensproeiers: ongeveer
4,5 liter.
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers, bedraagt de inhoud van
het reservoir 7,5 liter.
Voor een optimale reiniging en om
bevriezing te voorkomen is het (bij)vullen
van het reservoir met water niet toegestaan.
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Page 127 of 260

Controles
ONDERHOU
D
6
CONTROLES
Accu
Laat uw accu voor de winter door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats controleren.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is sterk
afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan
het noodzakelijk blijken om de remblokken
vaker, tussen twee onderhoudscontroles door,
te laten controleren.
Als het remvloeistofniveau te laag is, kan dit
behalve door lekkage van het remsysteem
ook veroorzaakt worden door slijtage van de
remblokken.
Slijtage remschijven/-trommels
Raadpleeg voor meer informatie over de
controle van uw remschijven/-trommels het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Handrem
Als de handrem een te grote slag heeft
of als het systeem minder goed werkt,
moet de handrem zelfs tussen twee
onderhoudscontroles worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Oliefilter
Vervang het oliefilterelement regelmatig,
volgens het onderhoudsschema.
Koolstoffilter en interieurfilter
Het koolstoffilter zorgt ervoor dat stofdeeltjes
permanent en krachtig gefilterd worden.
Een verstopt interieurfilter vermindert de
prestaties van de airconditioning en kan
nare geuren in het interieur veroorzaken.
Wij adviseren u een gecombineerd
interieurfilter de gebruiken. Danzij het
specifieke tweede actieve filter, draagt
het bij aan de zuivering van de door de
inzittenden ingeademde lucht en aan
een schoon interieur (vermindering van
allergische reacties, onaangename geuren
en vette aanslag).
Raadpleeg het garantie- en
onderhoudsboekje voor informatie over het
vervangingsinterval van de filterelementen.
Als de omgeving (veel stof) en de
gebruiksomstandigheden van de auto (veel
stadsverkeer) daartoe aanleiding geven,
moeten de filters twee keer zo vaak worden
vervangen.
Roetfilter (diesel)
Het roetfilter levert een
actieve bijdrage aan het
verbeteren van de luchtkwaliteit
door het tegenhouden van
onverbrande vuildeeltjes. Dit wordt
automatisch en periodiek geregeld door het
motormanagementsysteem.
Dit lampje gaat branden als er kans is op
verstopping van het roetfilter.
Deze waarschuwing wijst op een
beginnende verzadiging van het roetfilter
(veelvuldige stadsritten: lage snelheden,
verkeersopstoppingen…).
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als deze
waarschuwing niet verdwijnt.
Als langdurig met zeer lage snelheid wordt
gereden of de motor langdurig stationair
draait, kan bij gasgeven soms rook uit de
uitlaat waargenomen worden. Dit heeft geen
invloed op de prestaties van de auto en
heeft geen gevolgen voor het milieu.
Om het filter te regenereren wordt
aangeraden zo spoedig mogelijk, als de
verkeerssituatie dit toelaat, gedurende ten
minste 5 minuten met een snelheid van
meer dan 60 km/h te gaan rijden (tot de
waarschuwing verdwijnt). Raadpleeg in rubriek 6 het gedeelte
"Onder de motorkap".
Page 128 of 260

126
Controles
Handgeschakelde versnellingsbak
Laat het niveau controleren volgens het
onderhoudsschema van de constructeur.
Raadpleeg de bladzijden in het
garantie- en onderhoudsboekje, die
betrekking hebben op de motoruitvoering
van uw auto, voor het laten controleren
van de belangrijkste niveaus en bepaalde
onderdelen volgens het onderhoudsschema
van de constructeur.
Gebruik uitsluitend door CITROËN
aanbevolen producten of
gelijkwaardige kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke organen
zoals het remsysteem te optimaliseren,
worden door CITROËN specifieke producten
geselecteerd en aangeboden.
Vanwege de kans op beschadiging van het
elektrisch systeem is het reinigen van de
motorruimte met een hogedrukreiniger niet
toegestaan.
Na het wassen kan er zich een laagje vocht,
of in de winter ijs, vormen op de remschijven
en remblokken: de remwerking kan daardoor
afnemen. Rem een paar keer lichtjes om de
remmen vocht- en ijsvrij te maken.
1,6 l HDi
2 l HDi
Aftappen van water in het brandstoffilter
Als dit lampje gaat branden,
moet het brandstoffilter worden
afgetapt. Om te voorkomen dat
het lampje gaat branden kan
het filter ook op regelmatige
basis worden afgetapt, bijvoorbeeld bij een
onderhoudsbeurt.
Draai de aftapplug aan het uiteinde van de
transparante slang los.
Ga door met aftappen tot al het water uit
het filter is weggelopen via de transparante
slang. Draai vervolgens de aftapplug weer
vast.
De HDi-motoren zijn technologisch
geavanceerde motoren.
Raadpleeg voor alle werkzaamheden het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Tijdens het regenereren kan een verhoogd
stationair toerental worden waargenomen,
kan de ventilator aanslaan en kan een
hoge uitlaattemperatuur ontstaan. Het is
dan ook raadzaam de auto uit de buurt van
brandbaar materiaal (gras, dorre bladeren,
dennenaalden of bosrand) te parkeren om
brandgevaar te voorkomen .