Page 30 of 260
28
Cockpit
INSTRUMENTENPANEEL
1.
Kilometer-/mijlenteller.
2.
Display.
3.
Brandstofniveaumeter,
koelvloeistoftemperatuurmeter.
4.
Toerenteller.
5.
Dimmer dashboardverlichting.
6.
Nulstelling dagteller/
onderhoudsindicator.
Display instrumentenpaneel
- Snelheidsbegrenzer/-regelaar.
- Afgelegde afstand in km/mijl.
- Onderhoudsindicator,
motorolieniveaumeter, kilometer-/
mijlenteller.
- Water in brandstoffilter.
- Voorgloeien diesel.
- Opschakelindicator.
Verklikkerlampje en schakelaars op
de dakconsole
- Verklikkerlampje uitschakeling
passagiersairbag.
- Schakelaars stoelverwarming
bestuurder/passagier (uitvoering met
2 voorstoelen).
- Schakelaar in- en uitschakelen ventilatie
achter.
COCKPIT
Page 108 of 260

106
Airbags
Uitschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld:
- Zet het contact af
, steek de sleutel in
de schakelaar voor uitschakelen van de
airbag aan passagierszijde,
- draai deze in de stand "OFF"
,
- verwijder de sleutel zonder de stand van
de sleutel te veranderen.
Airbags vóór
Deze zijn voor de bestuurder in het midden
van het stuurwiel en voor de passagier in
het dashboard aangebracht.
Inschakelen
In de stand "OFF"
werkt de airbag aan
passagierszijde bij een eventuele aanrijding
niet.
Als u het kinderzitje hebt verwijderd, zet dan
de schakelaar weer op "ON"
om de airbag
opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid
van uw passagier te garanderen. Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag aan passagierszijde altijd
uit als u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders
kan een kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken.
Het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel brandt zolang
de airbag is uitgeschakeld.
Activering
Ze worden tegelijkertijd geactiveerd,
behalve als de airbag aan passagierszijde
is uitgeschakeld, bij een ernstige frontale
aanrijding binnen de impactzone A
, in de
lengterichting van de auto en vanaf de
voorzijde richting de achterzijde van de auto,
die zich op een horizontale ondergrond moet
bevinden.
De airbag vóór wordt opgeblazen tussen
de inzittende vóór en het dashboard om
te voorkomen dat de inzittende naar voren
wordt geworpen.
Storing airbag vóór
Als dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel gaat
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op
het display, laat het systeem dan
controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als de twee verklikkerlampjes airbag
permanent branden, plaats dan geen
kinderzitje met de rug in de rijrichting.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Page 110 of 260
108
Kinderen aan boord
De procedure voor kinderzitjes en de
functie uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde zijn gelijk voor het hele
CITROËN-gamma.
Als de airbag aan passagierszijde niet
kan worden uitgeschakeld, is het absoluut
verboden een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de zitplaatsen voor te bevestigen.
Zie rubriek 4, gedeelte "Airbags".
Airbag aan passagierszijde OFF
Sticker op beide zijden van de zonneklep
aan passagierszijde
Page 164 of 260

9.2
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
CITROËN OPROEP NAAR URGENCE MET LOKALISERING
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene LED-lampje en een geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de alarmcentrale CITROËN-Urgence is verstuurd * . gg g pp
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproepgeannuleerd. Het groene LED-lampje dooft.
Wanneer u deze toets op een willekeuri
g moment langer dan 8 seconden
ingedrukt houdt, annuleert u de oproep.
CITROËN OPROEP NAAR ASSISTANCE MET LOKALISERING
Bij het aanzetten van het contact, gaat hetgroene lampje 3 seconden branden. Dit duidtop een goede werking van het systeem.
Het oranje lampje knippert: er is een storing in het
systeem.
Het oran
je lampje blijft branden: de noodbatterij moet vervangen worden.
Raadplee
g in beide gevallen het CITROËN-netwerk.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraag geannuleerd.
Dit wordt bevesti
gd door een gesproken bericht.
Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvragen van hulp bij het stranden van de auto.
Een
gesproken bericht bevestigt dat de oproep is verstuurd*.
WERKING VAN HET SYSTEEM Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de CITRO
ËN-Urgence alarmcentrale
die de informatie over de lokalisatie van de auto ontvangt en een
waarschuwing kan zenden naar de gekwalificeerde hulpdiensten.
In landen waar de alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt de oproep meteen
doorgestuurd naar de hulpdiensten (11 2), zonder lokalisatie.
Wanneer de elektronische eenheid airba
gs een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan vande airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
*
Deze diensten zijn afhankelijk van bepaalde voorwaarden en beschikbaarheid.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk.Wanneer u uw auto buiten het CITROËN-netwerk hebt gekocht, raden
wi
j u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te latencontroleren en eventueel configureren. In een meertalig land kunt u het
systeem laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de
telematicadiensten aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht
voor om op elk willekeuri
g moment het telematicasysteem in de auto te
wijzigen. Indien u
gebruik maakt van de dienst CITROËN eTouch, beschikt u ook over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina MyCITROEN op deCITROËN-internetsite voor uw land. Surf hiervoor naar www.citroen.com. pjpgy p