Page 217 of 280

Diesel VERSIESkm x 100035 70 105 140 175
Maanden24 48 72 96 120Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op spanning brengen●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
interieur, bagageruimte, lampjes instrumentenpaneel, enz.) controleren.●●●●●
Werking van de ruitenwisser/ruitensproeier controleren●●●●●
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter controleren●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor controleren en de werking
van remblokslijtagesensor controleren●●●●●
Remblokken van schijfremmen achter op conditie en slijtage controleren●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
bodemplaatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem en
rubber elementen (hoezen - balgen - bussen enz.)●●●●●
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●
De vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (koelsysteem, hydraulisch rem-
koppelingssysteem, ruitensproeiers, accu enz.)●●●●●
De slag van de handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●
Uitlaatgasemissie controleren.●●●●●
Conditie van aandrijfriemen hulporganen visueel controleren●●
Motormanagementsystemen controleren (m.b.v. diagnosestekker)●●●●●
Laadtoestand accu controleren en eventueel opladen●●●●●
213
Page 218 of 280

km x 100035 70 105 140 175
Maanden24 48 72 96 120Olieniveau van de elektrohydraulische actuator van ALFA TCT controleren en
eventueel bijvullen (voor bepaalde versies/markten)●
Aandrijfriemen hulporganen vervangen●
De getande distributieriem vervangen (*)●
Brandstoffilter vervangen●●
Luchtfilterelement vervangen●●
Motorolie en oliefilter vervangen (of elke 24 maanden) (**) (***)
Remvloeistof verversen(****)●●
Pollenfilter vervangen(*****)●●●●●(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koud klimaat, gebruik in de stad, langdurig stationair draaien) om de vier
jaar worden vervangen of in elk geval om de vijf jaar.
(**) Het werkelijke interval voor de vervanging van de motorolie en het oliefilter is afhankelijk van de gebruikscondities van het voertuig en wordt aangegeven met een
brandend lampje of een bericht (indien aanwezig) op het instrumentenpaneel en mag nooit 24 maanden overschrijden.
(***) Als de auto voornamelijk in de stad wordt gebruikt, dan moet de motorolie elke 12 maanden worden vervangen.
(****) De remvloeistof moet elke 24 maanden ververst worden.
(*****) Het pollenfilter moet elke 12 maanden vervangen worden.
214
ONDERHOUD EN ZORG
Page 219 of 280

PERIODIEKE
CONTROLESElke 1.000 km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
❒niveau motorkoelvloeistof,
remvloeistof en
ruitensproeiervloeistof;
❒conditie en spanning banden;
❒werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, etc.);
❒werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen
voor/achter.
Elke 3.000 km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
INTENSIEF GEBRUIK
VAN DE AUTOAls vooral een intensief gebruik van de
auto wordt gemaakt, zoals:
❒het trekken van aanhangers of
caravans;
❒het rijden op stoffige wegen;
❒talrijke korte ritten (minder dan 7-8
km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
❒vaak lang stationair draaiende motor
of lange afstanden bij lage snelheden
of als de auto lang niet wordt
gebruikt;
dienen de volgende controles vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven
in het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
❒remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
❒slot van motorkap en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen
smeren;
❒visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat,
brandstof- en remsysteem) en rubber
elementen (hoezen, balgen, bussen
enz.);❒laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
❒conditie van aandrijfriemen
hulporganen visueel controleren;
❒motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
❒pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
❒luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen.
215
Page 220 of 280
NIVEAUS
CONTROLEREN
31)137) 138)
.
.
G
185 - 1.4 Turbo Benzineversies
A0K0655
216
ONDERHOUD EN ZORG
Page 221 of 280
.
G
186 - 1.4 Turbo MultiAir-versies
A0K0656
217
Page 222 of 280
.
G
187 - 1750 Turbo Benzineversies
A0K0657
218
ONDERHOUD EN ZORG
Page 223 of 280
MOTOROLIE
Controleer of het oliepeil tussen de
referentietekens MIN en MAX staat op
de peilstok A.
Wanneer het olieniveau dichtbij of onder
het MIN-teken komt, moet olie worden
bijgevuld via de vulopening B tot aan
het MAX-teken.
139)
32)
Neem de oliepeilstok A uit, maak hem
schoon met een niet pluizende doek en
breng hem weer in. Neem de peilstok
weer uit en controleer of het peil zich
tussen het MIN- en MAX-teken op het
reservoir bevindt.Motorolieverbruik
33)
3)
Gewoonlijk ligt het maximale
motorolieverbruik op 400 gram per
1000 km. Tijdens de eerste
gebruiksperiode van de auto, moet de
motor worden ingereden. Daarom is het
motorolieverbruik pas stabiel na de
eerste 5.000 - 6.000 km.
G
188 - Dieselversies
A0K0658
219
Page 224 of 280

MOTORKOELVLOEISTOF
Draai, als het niveau te laag is, de
reservoirdop C los en vul de vloeistof bij
zoals vermeld in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
34)
140)
VLOEISTOF VOOR
RUITENSPROEIERS/
ACHTERRUITSPROEIER
Draai, als het niveau te laag is, de
reservoirdop D los en vul de vloeistof bij
zoals vermeld in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
141) 142)
BELANGRIJK De koplampsproeiers
zullen niet werken bij een laag
ruitensproeiervloeistofniveau, ook al
blijven de ruitensproeiers/
achterruitsproeier werken. Voor
bepaalde versies/markten is er een
referentieteken E op de peilstok (zie
vorige pagina's): ALLEEN de
voorruit-/achterruitsproeier werkt met
het peil beneden dit referentieteken.
REMVLOEISTOF
Controleer of de vloeistof op het
maximumniveau staat.
Als het vloeistofniveau te laag is, draai
dan de reservoirdop E los en vul de
vloeistof vermeld in het hoofdstuk
"Technische gegevens" bij.
35)
143) 144)
OLIE
BEDIENINGSSYSTEEM
ALFA TCT
VERSNELLINGBAK
(voor bepaalde versies/markten)
Wend u voor de controle van het
transmissieolieniveau uitsluitend tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
4)
BELANGRIJK
31) Let erop dat de verschillende
types vloeistoffen tijdens het
bijvullen niet verwisseld worden:
ze mogen absoluut niet onderling
gemengd worden! Bijvullen met
een ongeschikte vloeistof kan
leiden tot ernstige schade aan het
voertuig.
32) Het oliepeil mag het MAX-teken
nooit overschrijden.
33) Voeg geen olie met andere
specificaties dan die van de olie
die al in de motor zit toe.34) PARAFLU
UP
anti-vriesvloeistof
wordt gebruikt in het
motorkoelsysteem; gebruik voor
het bijvullen hetzelfde
vloeistoftype als het type dat al in
het koelsysteem zit. PARAFLU
UP
mag niet met andere typen
anti-vriesvloeistoffen worden
gemengd. Als er toch bijgevuld is
met een ongeschikt product,
start dan in geen geval de motor
en neem contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
35) Vermijd dat remvloeistof, die
uiterst corrosief is, in contact
komt met gelakte zones. Spoel bij
contact onmiddellijk af met water.
220
ONDERHOUD EN ZORG