Page 113 of 340

4
111
Rijden
Schakel de achteruitversnelling alleen in als de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het star tenvan de motor te vergemakkelijken:- zet de versnellingshendel altijd inde neutraalstand,- trap het koppelingspedaal in.
Handgeschakelde
6-versnellingsbak
Inschakelen van de 5 eof de
6 eversnelling
) Beweeg de versnellingshendel zo ver
mogelijk naar rechts om de 5 eof de 6e versnelling in te schakelen.
Schakel de achteruitversnelling alleenin als de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten van de motor te vergemakkelijken:
- zet de versnellingshendel altijd in de neutraalstand,
- trap het koppelingspedaal in.
Handgeschakelde
5-versnellingsbak
)Beweeg de versnellingshendel naar rechtsen vervolgens naar achteren.
Inschakelen van de
achteruitversnelling
Inschakelen van de
achteruitversnelling
)
Trek de ring onder de pookknop omhoogen beweeg de versnellingshendel eerst
n
aar links en dan naar voren.
Page 114 of 340

112
Rijden
Opschakelindicator *
Werking
Het systeem geeft uitsluitend adviezen als u rustig rijdt.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren één of meer versnellingen op teschakelen. U kunt deze aanwijzingen opvolgen
zonder de tussenliggende versnellingen in te hoeven schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk in te schakelen.
De keuze van de optimale versnelling hangtnamelijk altijd af van de situatie op de weg, de
verkeersdrukte en de veiligheid. De bestuurder
blijft derhalve altijd zelf verantwoordelijk voor hetal dan niet opvolgen van een schakeladvies van het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.
*
Afhankeli
jk van de motoruitvoering.
- U ri
jdt in de derde versnelling.
V
oorbeeld:
- U trapt het
gaspedaal geleidelijk in.
- Het s
ysteem kan u in dit geval adviseren een hogere versnelling in te schakelen.
De informatie wordt in de vorm van een pi
jl
op het instrumentenpaneel weergegeven, incombinatie met het nummer van de aanbevolen
versnelling.
In rijsituaties waarin veel van de motor wordt gevraagd (diep intrappen van hetgaspedaal, bijvoorbeeld tijdens eeninhaalmanoeuvre...) zal het systeem geen schakeladvies geven. Het systeem zal u nooit adviseren om:
- de eerste versnelling in teschakelen,
- de achteruitversnelling in te schakelen,
- terug te schakelen.
Page 115 of 340

4
113
Rijden
Bij deze automatische transmissie met 6 versnellingen kunt u kiezen voor automatischschakelen, aangevuld met de programma's Sport en Sneeuw, of voor handmatig schakelen.
Deze transmissie heeft dus vier gebruiksmogelijkheden:
-
automatisch schakelen
: het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd,
- programma Sport
: dit schakelprogramma maakt een meer dynamische rijstijlmogelijk,-programma Sneeuw
: dit schakelprogramma vereenvoudigt het rijden op een ondergrond met weinig grip, -handmatig schakelen
: deze stand maakthet zelf schakelen met de selectiehendelmogelijk.
Automatische transmissie "TipTronic - System Porsche"
1.
Toets programma "S"(Sport).2.Toets programma " 7
" (Sneeuw) .
Selectiehendel Schakel
patroon
P.Parkeerstand.
- Stilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken parkeerrem.
-
Starten van de motor.
R. Achteruitversnelling.
- Achteruitrijden, stilstaande auto, stationair
toerental.N.Neutraalstand.
- Stilzetten van de auto, met aangetrokken
parkeerrem.
- Starten van de motor.D.
Automatische werking.
Flippers aan de stuurkolom
+.
Flipper om op te schakelen, rechts achter het stuurwiel. )
Beweeg de flipper "+"
naar u toe om op teschakelen. -.
Flipper om terug te schakelen, links achter het stuurwiel. )
Beweeg de flipper "-"
naar u toe om terugte schakelen.
Met de flippers is het niet mogelijk deneutraalstand en de achteruitversnelling
in te schakelen of uit de achteruitversnelling te schakelen.
M.+ / -
Zelf schakelen tussen de zes
versnellingen.
) Beweeg de selectiehendel kor t naar
achteren om op te schakelen.
of )
Beweeg de selectiehendel kort naar voren
om terug te schakelen.
Page 116 of 340

114
Rijden
Weergave op het
instrumentenpaneel
Wanneer u de selectiehendel door het schakelpatroon beweegt, verschijnthet desbetreffende pictogram op het instrumentenpaneel. P. Parking (parkeerstand)R
. Reverse (achteruitversnelling)N.
Neutral (neutraalstand)D.
Drive (automatisch schakelen)
S.Programma Sport 7
. Programma Sneeuw1 t /m 6.
Ingeschakelde versnelling bijhandmatig schakelen-.Ongeldige waarde bij handmatig schakelen
)
Trap het rempedaal in en selecteer destand Pof N. )
Star t de motor.
Als niet aan de bovenstaande voorwaarden
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het display van hetinstrumentenpaneel. ) Trap bij draaiende motor het rempedaal in. )
Zet de parkeerrem vrij als deze niet in deautomatische stand staat. )
Selecteer de stand R
, D
of M, )
Laat het rempedaal geleidelijk los.
De auto begint te rijden.
Wegrijden
Als de motor stationair draait, hetrempedaal is losgelaten en de stand R
, D
of Mis geselecteerd, zet de auto zich zelfs al in beweging als het gaspedaalniet is ingetrapt.
Laat bij draaiende motor daarom geenkinderen alleen in de auto achter.
Trek de parkeerrem aan en selecteer de stand Pindien er onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd bij draaiende motor.
Als tijdens het rijden per ongeluk destand N
wordt geselecteerd, laat hetmotortoerental dan zakken tot stationair toerental, zet de selectiehendel in destand D
en trap het gaspedaal weer in.
Page 117 of 340

4
115
Rijden
Zet de selectiehendel nooit in de standN
als de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in de standP
of R
als de auto niet volledig stilstaat.
Automatisch
schakelpro
gramma
)Selecteer de stand D om automatischte laten schakelen tussen de zes
versnellingen.
De versnellingsbak werkt dan in de auto-
adaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft
te schakelen. De versnellin
gsbak kiest
voortdurend de meest geschikte versnelling,
afhankelijk van de rijstijl, het profiel van de wegen de belading van de auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de stand van de selectiehendel te wijzigen, moet het gaspedaal volledig worden
ingetrapt (kickdown). De versnellingsbak schakelt automatisch terug of handhaaft de
ingeschakelde versnelling totdat de motor het maximumtoerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de versnellingsbak
automatisch terug om sterker op de motor af te remmen.
Om de veiligheid te verbeteren schakelt de
versnellingbak niet naar een hogere versnelling
als u het gaspedaal plotseling loslaat.
Programma's Sport en
Sneeuw
g
Sport "S"
) Druk op de toets "S"
als de motor isgestart.
Het schakelprogramma maakt dan automatisch
een d
ynamische rijstijl mogelijk.
Op het instrumentenpaneel verschijnt
de aanduiding S.
Sneeuw " 7 "
)
Druk op de toets " 7" als de motor is gestart.
De transmissie past zich aan voor het rijden opgladde wegen. Het schakelprogramma zorgt ervoor dat u gemakkelijker kunt rijden op een ondergrond
met weinig grip.
Op het instrumentenpaneel verschijnt
de aanduiding 7 .
Terugkeren naar hetautomatische programma
)
Om terug te keren naar het automatische
programma kunt u het programma Sport
of Sneeuw op elk gewenst momentuitschakelen door opnieuw op de
desbetreffende toets (S of " 7
") te drukken.
Deze twee specifieke pro
gramma's vullen deautomatische werking aan onder bijzondere rijomstandigheden.
Kruipfunctie (rijden zonder
gasgeven)
Dankzij deze functie verloopt het rijden op lage snelheid soepeler (inparkeren, filerijden, ...).
Als de motor draait, de parkeerrem is vrijgezeten de stand D, Mof R
is geselecteerd, zet de auto zich langzaam in bewegingzodra uhet rempedaal loslaat (zelfs zonder dat u het
gaspedaal bedient).
Uit veiligheidsoverwegingen wordt deze functie
alleen geactiveerd als u het rempedaal intrapt
tijdens het inschakelen van de stand D , de stand M
of de stand R.
Deze functie wordt uitgeschakeld zodra het
bestuurdersportier wordt geopend. Sluit om de functie weer in te schakelen het portier en trap
het rempedaal of gaspedaal in.
Laat bij draaiende motor nooit kinderenalleen in de auto achter.
Page 118 of 340