Page 328 of 657
2. Controleer de omgeving rondom de auto en rijd achteruit.
(Displayconditie) (Voertuigconditie)
3. Nadat u de parkeerruimte binnen begint te rijden, langzaam achteruit blijven rijden zodat
de afstand tussen de voertuigbreedterichtlijnen en de zijkant van de parkeerruimte aan
de linker- en rechterzijde nagenoeg gelijk zijn.
4. Ga verder met het bijdraaien van het stuurwiel totdat de voertuigbreedterichtlijnen
parallel zijn aan de linker- en rechterzijde van de parkeerruimte.
4-172
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Page 329 of 657
5. Zodra de lijnen parallel staan, de wielen rechtvooruit zetten en uw auto langzaam
achteruit de parkeerruimte inrijden. Blijf de omliggende ruimte van de auto controleren
en breng vervolgens de auto op de best mogelijke plaats tot stilstand. (Als de
parkeerruimte verdeelstrepen heeft, controleer dan of de voertuigbreedterichtlijnen ten
opzichte hiervan parallel staan.)
(Displayconditie) (Voertuigconditie)
6. Wanneer de keuzehendel vanuit stand R in een andere keuzehendelstand wordt gezet,
keert het scherm terug naar de voorgaande display.
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-173
Page 333 of 657
Driedimensionaal object aan de achterzijde van de auto
Aangezien de afstandrichtlijnen getoond worden uitgaande van een plat vlak, bestaat de
kans dat de afstand naar het driedimensionele object dat op het scherm wordt getoond
verschilt van de werkelijke afstand.
A
A
C B
CB
(Werkelijke afstand) B>C=A
Gemeten afstand op scherm A>B>C(Schermdisplay)
(Werkelijke conditie)
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-177
Page 334 of 657

(Displaytype met hulplijnen voor geprojecteerd rijtraject)
Bij het achteruitrijden nabij een driedimensionaal object
Bij het achteruitrijden nabij een overhangend object, bestaat de kans dat de auto het object
raakt, ook als de lijn van het geanticipeerde traject niet met het object op het scherm in
aanraking komt. De positie van het object dat op het scherm wordt getoond is verschillend
van de werkelijke positie omdat de lijnen van het geanticipeerde traject die op het scherm
getoond worden uitgaan van een horizontaal wegdek. Bij het achteruitrijden nabij een
overhangend object, de ruimte aan de achterzijde en rondom de auto rechtstreeks visueel
controleren.
(Schermdisplay) (Werkelijke aanzicht)
qAfstelling van de beeldkwaliteit
WAARSCHUWING
Stel de beeldkwaliteit van de achteruitkijkmonitor enkel af wanneer de auto stilstaat:
De beeldkwaliteit van de achteruitkijkmonitor niet tijdens het rijden afstellen.
Afstellen van de beeldkwaliteit van de achteruitkijkmonitor zoals helderheid, contrast,
kleur en kleurtint tijdens het rijden is gevaarlijk, aangezien u hierdoor van de
besturing van de auto kan worden afgeleid, waardoor een ongeluk kan ontstaan.
4-178
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Page 353 of 657

Volautomatisch type
Klimaatregelinginformatie wordt getoond op de display.
Luchtstromingdisplay
Temperatuurinstellingdisplay (bestuurder)
Functiekeuzedisplay
A/CTemperatuurinstellingdisplay (passagier)
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
(stand voor
recirculerende lucht)
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
(stand voor aanvoer van
buitenlucht)
BestuurderstemperatuurregelknopAU TO
schakelaar
Functiekeuzeregelknop AanjagerregelknopOFF
schakelaar Voorruitontwasemingsschakelaar
AchterruitverwarmingsschakelaarPassagierstemperatuurregelknop DUAL schakelaarA/C schakelaar
qRegelschakelaars
AUTO schakelaar
Door het indrukken van de AUTO
schakelaar zullen de volgende functies
automatisch overeenkomstig de gekozen
ingestelde temperatuur geregeld worden:
lLuchtstroomtemperatuur
lHoeveelheid luchtstroming
lKeuze van de luchtstroomfunctie
lKeuze van aanvoer van buitenlucht/
recirculerende lucht
lWerking van de airconditioning
lSelecteren van A/C of A/C ECO
OPMERKING
AUTO schakelaar indikatielampje
lWanneer het systeem ingeschakeld
is, geeft dit automatische regeling
aan en het systeem zal automatisch
functioneren.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-9
Page 374 of 657
qAan/uit/Volume/Geluidsregelaars
AudioregelknopAan/uit/volumeknop
De afbeelding toont als voorbeeld de type A eenheid.
Installatie AAN/UIT
Zet het contact op ACC of ON. Druk op
de aan/uit/volumeknop om de audio-
installatie in te schakelen. Druk nogmaals
op de aan/uit/volumeknop om de audio-
installatie uit te schakelen.
Afstelling van het volume
Draai de aan/uit/volumeknop om het
volume af te stellen. Draai de aan/uit/
volumeknop rechtsom om het volume te
verhogen en linksom om het volume te
verlagen.
Afstelling van het audiogeluid
1. Druk op de audioregelknop voor het
kiezen van de functie. De gekozen
functie zal op de display worden
aangegeven.2. Draai de audioregelknop om de
gekozen functies als volgt af te stellen:
5-30
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Page 377 of 657

OPMERKING
Als u de zenderaftasttoets (,)
ingedrukt blijft houden, zal de
frequentie continu blijven veranderen
zonder te stoppen.
Afstemming via scan
Druk de scan-toets (
)inom
automatisch de sterke zenders af te tasten.
Het aftasten stopt bij elke zender
gedurende ongeveer 5 seconden. Voor het
vasthouden van een zender, de scan-toets
(
) tijdens dit interval van 5 seconden
nogmaals indrukken.
Afstemmen op voorkeuzezenders
De zes voorkeuzekanalen kunnen worden
gebruikt voor het opslaan van 6 AM en 12
FM zenders.
1. Voor het instellen van een kanaal, eerst
AM, FM1 of FM2 kiezen. Stem af op
de gewenste zender.
2. Houd een van de
voorkeuzezendertoetsen gedurende
ongeveer 2 seconden ingedrukt, totdat
u een pieptoon hoort. Het
voorkeuzezendernummer of de
zenderfrequentie wordt getoond. De
zender is nu in het geheugen
opgeslagen.
3. Herhaal deze procedure voor de
overige zenders en golfbanden die u
wilt opslaan. Voor het afstemmen op
een zender die in het geheugen is
opgeslagen, AM, FM1 of FM2 kiezen
en vervolgens de bijbehorende
voorkeuzezendertoets indrukken. De
zenderfrequentie of het
voorkeuzezendernummer wordt
getoond.Automatische geheugenopslag
Dit kunt U vooral gebruiken bij het rijden
in een gebied waar de plaatselijke zenders
niet bekend zijn.
Houd de automatische
geheugenopslagtoets (
) gedurende
ongeveer 2 seconden ingedrukt, totdat u
een pieptoon hoort; het systeem zal dan
automatisch de 6 zenders van elke
gekozen golfband in dat gebied aftasten
en tijdelijk in het geheugen opslaan.
Nadat het aftasten voltooid is, wordt op de
zender afgestemd en wordt de frequentie
ervan aangegeven. Voor het oproepen van
zenders die met de automatische
geheugenopslag zijn opgeslagen, de
automatische geheugenopslagtoets
(
) indrukken en loslaten. Telkens
zal één zender uit het geheugen worden
gekozen; de frequentie en het
zendernummer verschijnen op de display.
OPMERKING
Als na het aftasten op geen enkele
zender kan worden afgestemd, wordt
“A”getoond.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-33
Page 379 of 657

OPMERKING
Als u de zenderaftasttoets (,)
ingedrukt blijft houden, zal de
frequentie continu blijven veranderen
zonder te stoppen.
Afstemming via scan
Druk de scan-toets (
)inom
automatisch de sterke zenders af te tasten.
Het aftasten stopt bij elke zender
gedurende ongeveer 5 seconden. Voor het
vasthouden van een zender, de scan-toets
(
) tijdens dit interval van 5 seconden
nogmaals indrukken.
Afstemmen op voorkeuzezenders
De zes voorkeuzekanalen kunnen worden
gebruikt voor het opslaan van 6 MW/LW
en 12 FM zenders.
1. Voor het instellen van een kanaal, eerst
MW/LW, FM1 of FM2 kiezen. Stem af
op de gewenste zender.
2. Houd een van de
voorkeuzezendertoetsen gedurende
ongeveer 2 seconden ingedrukt, totdat
u een pieptoon hoort. Het
voorkeuzezendernummer of de
zenderfrequentie wordt getoond. De
zender is nu in het geheugen
opgeslagen.
3. Herhaal deze procedure voor de
overige zenders en golfbanden die u
wilt opslaan. Voor het afstemmen op
een zender die in het geheugen is
opgeslagen, MW/LW, FM1 of FM2
kiezen en vervolgens de bijbehorende
voorkeuzezendertoets indrukken. De
zenderfrequentie of het
voorkeuzezendernummer wordt
getoond.
OPMERKING
Terwijl RDS wordt ontvangen wordt het
identificatielogo van de zender getoond,
echter alleen als het
zenderidentificatielogo wordt
verzonden.
Automatische geheugenopslag
Dit kunt U vooral gebruiken bij het rijden
in een gebied waar de plaatselijke zenders
niet bekend zijn.
Houd de automatische
geheugenopslagtoets (
) gedurende
ongeveer 2 seconden ingedrukt, totdat u
een pieptoon hoort; het systeem zal dan
automatisch de 6 zenders van elke
gekozen golfband in dat gebied aftasten
en tijdelijk in het geheugen opslaan.
Nadat het aftasten voltooid is, wordt op de
zender afgestemd en wordt de frequentie
ervan aangegeven. Voor het oproepen van
zenders die met de automatische
geheugenopslag zijn opgeslagen, de
automatische geheugenopslagtoets
(
) indrukken en loslaten. Telkens
zal één zender uit het geheugen worden
gekozen; de frequentie en het
zendernummer verschijnen op de display.
OPMERKING
lAls na het aftasten op geen enkele
zender kan worden afgestemd, wordt
“A”getoond.
lTerwijl RDS wordt ontvangen wordt
het identificatielogo van de zender
getoond, echter alleen als het
zenderidentificatielogo wordt
verzonden.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-35