Page 25 of 306

23
VOORDAT u GAAT RIJDE
N
2
Van binnenuit
Ontgrendel de schuifdeur met deze
handgreep en schuif de deur naar
achteren open tot het zware punt.
Open de schuifdeur tot voorbij het
zware punt om hem open te houden.
Sluit de schuifdeur met behulp van de
handgreep om hem voorbij het zware
punt te schuiven. Maak vervolgens
gebruik van de uitsparing aan de
bovenzijde van de portierstijl om de
schuifdeur in de vergrendeling te
trekken.
Beweeg de schuifdeur niet met behulp
van het handvat.
Gebruiksvoorschrift
Controleer of de rail op de vloer vrij
is van voorwerpen die het openen of
sluiten van de schuifdeur in de weg
kunnen staan.
Houd als de auto op een helling
staat de schuifdeur vast bij het
open- en dichtschuiven. Anders
kan de schuifdeur sneller open- of
dichtgaan dan de bedoeling is en letsel
veroorzaken.
Ga om veiligheidsredenen en om
storingen te voorkomen niet rijden met
geopende schuifdeuren.
Uit te voeren handeling bij een
lege accu
Voorportier passagierszijde en zijdeuren
Gebruik het slot om de portieren
mechanisch te vergrendelen in geval
van een storing in de accu of de centrale
vergrendeling.
)
Trek aan de portiergreep aan de
binnenzijde om het portier te openen
en uit te stappen.
)
Steek, om het portier te
vergrendelen, de sleutel in het
slot in de zijkant van het portier
en draai de sleutel een achtste
omwenteling
.
Bestuurdersportier
)
Steek de sleutel in het slot en draai
deze rechtsom om het portier te
vergrendelen en linksom om het
portier te ontgrendelen.
Toegang tot de auto
Page 26 of 306

24
ACHTERKLEP (volgens uitvoering)
Van binnenuit
Ruit van de achterklep
De ruit van de achterklep kunt u
openen, zodat u het achtercompartiment
rechtstreeks kunt bereiken zonder dat u
de klep hoeft te openen.
Noodbediening
Hiermee kan bij een eventuele storing
in de centrale vergrendeling de
achterklep van binnenuit ontgrendeld
worden.
Steek een kleine schroevendraaier in
de opening tussen de achterklep en
de vloer. Verplaats de nok naar links
om het slot te ontgrendelen en duw de
klep vervolgens open.
Van buitenaf
De achterklep kan worden
vergrendeld en ontgrendeld met de
afstandsbediening.
Druk om de achterklep te openen op
de knop onder de sierlijst en trek de
klep open.
U kunt gebruik maken van een lus om
de geopende achterklep te sluiten.
Trek de achterklep omlaag tot aan het
evenwichtspunt en duw de achterklep
vervolgens volledig dicht.
Openen
Druk nadat u de auto met de
afstandsbediening of de sleutel hebt
ontgrendeld op de knop en til de
achterruit op om hem te openen.
Sluiten
Sluit de achterruit door op het midden
van de ruit te drukken totdat deze
volledig gesloten is.
De achterklep en de ruit van de
klep kunnen niet gelijktijdig worden
geopend. De ruit zou anders
beschadigd kunnen raken.
Toegang tot de auto
Page 27 of 306
25
VOORDAT u GAAT RIJDE
N
2
ACHTERDEUREN
Van buitenaf
Trek om de achterdeuren te openen de
handgreep naar u toe. Trek aan de hendel om de rechterdeur
te openen.
Sluit om de achterdeuren te sluiten
eerst de rechterdeur en vervolgens de
linkerdeur.
Bij uitvoeringen met achterklep is de
achterbumper versterkt en kan deze
als opstap worden gebruikt.
Praktische informatie
Bij het vervoer van lange voorwerpen
kan met de rechter achterdeur
geopend worden gereden. De linker
achterdeur wordt gesloten gehouden
door de duidelijk zichtbare gele
vergrendeling in de deurstijl. Deze
gesloten deur mag niet worden
gebruikt om lading op zijn plaats te
houden.
Rijd alleen met een geopende deur
als het niet anders kan. Respecteer de
wettelijke veiligheidsvoorschriften om
medeweggebruikers op de uítstekende
belading te attenderen. De twee achterdeuren zijn
asymmetrisch (2/3 - 1/3), met de kleine
deur rechts.
Ze zijn voorzien van een centraal slot. Toegang tot de auto
Page 28 of 306
26
Van binnenuit
Trek de handgreep naar u toe om de
linkerdeur te openen.
Openen tot ongeveer 180°
De deurvangers maken het mogelijk
de achterdeuren met een hoek van
ongeveer 90° tot 180° te openen.
Trek als de deur is geopend aan de
gele hendel.
Bij het sluiten van de deur komt
de deurvanger automatisch in zijn
oorspronkelijke stand terug. Bij het parkeren
van de auto met de
achterdeuren 90°
geopend, bedekken
de deuren de
achterlichten. Gebruik
een gevarendriehoek of
een andere signalering
die door de regelgeving
en wetten van uw land
voorgeschreven is om
andere weggebruikers,
die in dezelfde richting
rijden en niet opmerken
dat u stilstaat, te
waarschuwen. Toegang tot de auto
Page 29 of 306

27
VOORDAT u GAAT RIJDE
N
2
DAKKLEP
Steunstang
U heeft de beschikking over een
steunstang voor het vervoer van lange
stukken na het openen van de girafon.
Klap de steunstang neer door de
hendel omhoog te zetten.
Breng het uiteinde van de stang naar
de achterdeursponning.
Houd de te vervoeren lange
voorwerpen met één hand vast, til
ze op en zet met de andere hand de
steunstang terug.
Controleer of deze goed is vergrendeld
door de handgreep naar beneden te
duwen tot voorbij het zware punt en zet
de lading stevig vast. De achterbumpers zijn versterkt
voor het gebruik als treeplank bij
het instappen in de laadruimte.
Ga nooit rijden als de steunstang niet
op zijn plaats zit.
De achterdeuren kunnen alleen
worden vergrendeld als de
steunstang is geplaatst.
Let bij het rijden met geopende
girafon op wegen met een beperkte
doorrijhoogte.
Laat geen belading tegen de
achterdeuren rusten.
Respecteer de wettelijke voorschriften
om medeweggebruikers op de
uítstekende belading te attenderen. De steunen opzij kunnen worden
gebruikt als bevestigingspunten.
- laat het zwarte hendeltje zakken om
de dakklep te vergrendelen.
Door de dakklep te vergrendelen, wordt
deze goed op het rubber geplaatst
waardoor een juiste afdichting, zonder
bijgeluiden, is gegarandeerd. Deze dakklep achter is alleen mogelijk
bij uitvoeringen met achterdeuren.
Openen van de dakklep:
- til het zwarte hendeltje van de kap
omhoog,
- duw de dakklep voorzichtig naar
beneden en maak de haak los,
- trek de dakklep omhoog,
- open de dakklep tot voorbij het
zware punt om hem te blokkeren
met de steunen.
Sluiten van de dakklep:
- controleer of de steunstang goed is
vergrendeld,
- laat de dakklep zakken,
- pak, terwijl u de dakklep naar
beneden duwt, de twee ringen van
de veer vast en zet de haak op zijn
plaats, Toegang tot de auto
Page 30 of 306

28
CENTRALE VERGRENDELING
Druk één keer op de
schakelaar om de complete
auto te vergrendelen, als alle
portieren zijn gesloten.
Druk nogmaals op de
schakelaar om de complete auto te
ontgrendelen.
De schakelaar werkt niet als de auto
van buitenaf is vergrendeld met de
afstandsbediening of met de sleutel in
het portierslot.
De portieren kunnen altijd van
binnenuit worden geopend.
Verklikkerlampje geopende portieren
Het lampje van de schakelaar:
- knippert als de portieren zijn
vergrendeld bij stilstaande auto en
afgezette motor,
- gaat branden als de portieren zijn
vergrendeld en als het contact
wordt aangezet.
Anti-overvalsysteem
Controleer als dit lampje
brandt of alle deuren van uw
auto goed zijn gesloten.
Vergrendeling tijdens het rijden
Dit systeem vergrendelt alle portieren
zodra sneller wordt gereden dan
ongeveer 10 km/h. U kunt dat horen
aan het kenmerkende geluid van
de centrale vergrendeling. Op het
middenpaneel van het dashboard gaat
het lampje van de schakelaar branden.
Als vervolgens een van de portieren
wordt geopend, worden alle portieren
weer ontgrendeld.
In het geval van een ernstige aanrijding
worden de portieren automatisch
ontgrendeld, zodat de hulpdiensten
de portieren van de auto van buitenaf
kunnen openen.
Activeren/deactiveren van de functie
Houd bij aangezet contact
deze knop lang ingedrukt om
de functie te activeren of te
deactiveren. Toegang tot de auto
Page 31 of 306
VOORDAT u GAAT RIJDE
N
22
Cockpit
INSTRUMENTENPANEEL
Displays
COCKPIT
Displays
De informatie die op het
instrumentenpaneel wordt
weergegeven hangt af van de
uitrusting van de auto.
Klokken
1. Kilometer-/mijlenteller.
2. Display.
3. Brandstofniveaumeter,
koelvloeistoftemperatuurmeter.
4. Toerenteller.
5. Nulstelling dagteller/
onderhoudsindicator.
6. Dimmer dashboardverlichting.
- Snelheidsbegrenzer/-regelaar.
- Afgelegde afstand in km/mijl.
- Onderhoudsindicator,
motorolieniveaumeter, kilometer-/
mijlenteller.
- Water in brandstoffi lter.
- Voorgloeien diesel.
Page 32 of 306

30
Cockpit
Middenconsole met display
Instrumentenpaneel zonder display
- rechtsom draaien: uren verhogen
(houd de knop naar rechts om
de tijd in een sneller tempo in te
stellen),
- linksom draaien: tijdsaanduiding in
24H of 12H,
- rechtsom draaien: 24H of 12H
selecteren,
- linksom draaien: ingestelde tijd
bevestigen.
Als er ongeveer 30 seconden geen
handelingen worden uitgevoerd,
verschijnt de huidige weergave.
TIJD INSTELLEN
Raadpleeg om de op het display
weergegeven tijd en datum in te
stellen in de rubriek 9 het gedeelte
"Datum en tijd instellen".
Middenconsole zonder display
De tijdweergave is afhankelijk
van de uitvoering. De
toegang tot "Datum" is alleen
actief als de datum geheel in
letters wordt weergegeven
(volgens uitvoering). Met de knop aan de
linkerzijde kan het klokje
worden ingesteld door de
handelingen in onderstaande
volgorde uit te voeren:
- linksom draaien: de minuten
knipperen,
- rechtsom draaien: minuten
verhogen (houd de knop naar
rechts om de tijd in een sneller
tempo in te stellen),
- linksom draaien: de uren knipperen,