wordt het huidige kanaal of de hui-
dige kanaalknop kortstondig verlicht.
3. Licht – De verlichting van de af-
standsbediening in- of uitschakelen.
De verlichting van de afstandsbedie-
ning gaat na vijf seconden automa-
tisch uit.
4. Keuzeschakelaar kanaal/scherm -
geeft aan welk kanaal wordt geregeld
met de afstandsbediening. Als de keu-
zeschakelaar op kanaal 1 staat, regelt
de afstandsbediening de functies van
kanaal 1 van de hoofdtelefoon (rech-
terkant van het scherm). Als de keu-
zeschakelaar op kanaal 2 staat, regelt
de afstandsbediening de functies van
kanaal 2 van de hoofdtelefoon (lin-
kerkant van het scherm). 5.►► – In radiomodus: druk hierop
om de volgende zender te zoeken. In
diskmodi: druk hierop en houd de
toets ingedrukt om snel vooruit te
spoelen door het huidige audionum-
mer of videohoofdstuk. In menumodi:
gebruik deze toets voor menunaviga-tie. 6. ▼ / Prev – In radiomodus: druk
hierop om de vorige zender te selecte- ren. In diskmodi: druk hierop om te-
rug te gaan naar het begin van het
huidige of vorige audionummer of vi-
deohoofdstuk. In menumodi: gebruik
deze toets voor menunavigatie.
7. MENU – Druk hierop om terug te
keren naar het hoofdmenu van de
dvd-disk, om een audio- of videosa-
tellietzender uit de lijst zenders te kie-
zen of de afspeelfuncties (SCAN/
RANDOM (scannen of willekeurig
afspelen) van een cd) te kiezen. 8.
► / || (Afspelen/Pauzeren) – af-
spelen van disk starten/hervatten of
pauzeren. 9. ■(Stop) – Stoppen met afspelen
van de disk
10. PROG Up/Down – Bij het luiste-
ren naar de radio wordt de volgende
of vorige voorkeurzender op de radio
geselecteerd als u op PROG Up resp.
PROG Down drukt. Bij het beluiste-
ren van gecomprimeerde audio op een
gegevensdisk kiest u met PROG Up de
volgende map en met PROG Down de
vorige map. Bij het beluisteren van
een cd op een radio met cd-wisselaar, kiest u met PROG Up de volgende cd
en met PROG Down de vorige cd.
11. MUTE – Druk hierop om het ge-
luid van het geselecteerde kanaal naar
de hoofdtelefoon te dempen.
12. SLOW – Druk hierop om een dvd
langzaam af te spelen. Druk op afspe-
len (
►) om het afspelen met de nor-
male snelheid te hervatten.
13. STATUS – Druk hierop om de
huidige status te tonen.
14. MODE – Druk hierop om de mo-
dus van het geselecteerde kanaal te
veranderen. Zie het hoofdstuk "Mo-
duskeuze" van deze handleiding voor
meer informatie over het wijzigen vanmodi.
15. SETUP – Druk terwijl een video-
modus actief is op de toets SETUP om
toegang te krijgen tot de schermin-
stellingen te gaan (zie hoofdstuk over
de scherminstellingen) en vervolgens
het menu voor dvd-instellingen te
openen door op de menutoets op de
radio te drukken. Wanneer een disk in
de dvd-speler (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) zit, de modus
VES™ is gekozen en de disk is ge-
213
standsbediening te drukken. Deze in-
stellingen bepalen de weergave van
het beeld op het scherm. De fabrieks-
instellingen zijn bedoeld voor opti-
male weergave,waardoor het onder
normale omstandigheden niet nodig is
deze instellingen te wijzigen.
Om de instellingen te wijzigen drukt u
op de navigatietoetsen van de af-
standsbediening (▲,▼ ) om een optie
te selecteren en drukt u vervolgens op
de navigatietoetsen van de afstands-
bediening ( ►,◄ ) om de waarde van
de geselecteerde optie te wijzigen. Om
alle standaardwaarden van de instel-
lingen te herstellen, kiest u de menuo-
ptie Default Settings (Standaardin-
stellingen) en drukt u op de ENTER-
toets van de afstandsbediening.
De diskfuncties regelen de instellin-
gen van de externe dvd-speler (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) voor
de dvd die in de externe speler wordtbekeken. Luisteren naar audio met geslotenscherm
Alleen luisteren naar het audiodeel
van het kanaal, met het scherm geslo-ten:
Stel het geluid in op de gewenste
bron en het gewenste kanaal.
Sluit het beeldscherm.
Om de huidige audiomodus te wij- zigen drukt u op de toets MODUS
van de afstandsbediening. Hier-
door wordt automatisch de vol-
gende beschikbare audiomodus ge-
selecteerd zonder het menu Mode
Select (Modus kiezen) te gebruiken.
Als het scherm weer wordt ge- opend, gaat het beeldscherm auto-
matisch aan en wordt het juiste
schermmenu of medium weergege-ven.
Als het scherm is gesloten en u geen
geluid hoort, controleer dan of hoofd-
telefoon is ingeschakeld (het lampje
ON brandt) en de keuzeschakelaar
van de hoofdtelefoon op het gewenste
kanaal staat. Wanneer de hoofdtele-
foon is ingeschakeld, druk dan op de
aan/uit-toets van de afstandsbedie- ning om het geluid in te schakelen.
Indien u nog steeds niets hoort, con-
troleer dan of de batterijen in de
hoofdtelefoons niet leeg zijn. Diskformaten
De VES™ dvd-speler kan de vol-
gende soorten disks afspelen (door-
snede 120 mm of 80 mm):
Dvd-videodisks (MPEG-2 video-
compressie) (zie opmerkingen over
dvd-regiocodes)
Dvd-muziekdisks (uitsluitend 2-kanaals geluidsuitgang)
Audio-Compact Discs (cd's)
Data-cd's met gecomprimeerde mp3- en wma-audiobestanden
Video-cd's (MPEG-1 videocom- pressie)
Dvd-regiocodes
De VES™ dvd-speler en een vele dvd-
disks hebben een code volgens geo-
grafische regio. Deze regiocodes moe-
ten overeenkomen; anders wordt de
disk niet afgespeeld. Als de regiocode
van de dvd-disk niet overeenstemt
219
met de regiocode van de speler, wordt
de disk niet afgespeeld maar uitge-worpen.
Ondersteuning audio-dvd
Als er een audio-dvd in de VES™
dvd-speler wordt geplaatst, wordt de
titel van de audio-dvd automatisch
afgespeeld (de meeste audio-dvd's
hebben ook een videotitel, maar die
wordt genegeerd). Al het programma-
materiaal van meerdere kanalen
wordt automatisch gemixt voor twee
kanalen, wat een schijnbaar zwakkere
geluidssterkte tot gevolg kan hebben.
Als u de geluidssterkte opvoert om
voor deze verandering te compense-
ren, moet u niet vergeten de geluids-
terkte te verminderen voordat u van
disk verwisselt of naar een andere mo-
dus overschakelt.
Opgenomen disks
De VES™ dvd-speler speelt CD-R en
CD-RW-disks af die zijn opgenomen
als audio- of video-cd's, of als CD-
ROM met MP3- of WMA-bestanden.
De speler kan ook DVD-video afspe-
len die is opgenomen op een DVD-R
of DVD-RW disk. DVD-ROM disks(zowel geperst als zelf opgenomen)
worden niet ondersteund.
Als u een disk opneemt met een pc,
kan het voorkomen dat de VES™
dvd-speler de disk niet of slechts ge-
deeltelijk kan afspelen, zelfs als de
disk is opgenomen in een compatibel
formaat en wel werkt op andere spe-
lers. Om problemen met afspelen te
voorkomen, wordt aanbevolen de vol-
gende richtlijnen aan te houden bij de
opname van disks.
Open sessies worden genegeerd. Al-
leen de afgesloten sessies zijn af-
speelbaar.
Bij multi-sessie cd's die alleen meerdere audiosessies bevatten,
hernummert de speler alle muziek-
nummers en geeft ze een nieuw,
uniek nummer.
Gebruik voor cd-data (of CD- ROM) disks altijd het formaat ISO-
9660 (niveau 1 of niveau 2), Joliet
of Romeo. Andere formaten (zoals
UDF, HFS en dergelijke) worden
niet ondersteund. De speler herkent maximaal 512
bestanden en 99 mappen per CD-R
en CD-RW disk.
Bij dvd's waarop gemengde media kunnen worden opgenomen, wordt
slechts het Video_TS-gedeelte van
de disk afgespeeld.
Als u nog steeds problemen heeft met
het opnemen van disks die afspeel-
baar zijn in de VES™ dvd-speler,
kunt u contact opnemen met de uitge-
ver van de overeenkomstige software
voor meer informatie over het bran-
den van afspeelbare disks.
Voor het labelen van opneembare
disks (CD-R, CD-RW, en DVD-R)
wordt een markeerstift met onuitwis-
bare inkt aanbevolen. Gebruik geen
kleefetiketten, want die kunnen losra-
ken van de disk of blijven plakken in
het mechanisme en onherstelbare
schade veroorzaken aan de dvd-
speler.
Gecomprimeerde audiobestanden
(mp3 en wma)
De dvd-speler kan de mp3- en wma-
bestanden (resp. MPEG-1 Audio
Layer 3 en Windows Media Audio) op
220
een CD-data-disk afspelen (gewoon-
lijk een CD-R of CD-RW).
De dvd-speler maakt altijd gebruikvan de extensie van het bestand om
het audioformaat te bepalen;
daarom moeten mp3-bestanden al-
tijd eindigen met de extensie
".mp3" of ".MP3" en moeten wma-
bestanden altijd eindigen met de
extensie ".wma" of ".WMA". Om
onjuist afspelen te voorkomen, mo-
gen deze extensies niet voor andere
soorten bestanden worden ge-bruikt.
Bij mp3-bestanden worden uitslui- tend de ID3 tag-gegevens van ver-
sie 1 (zoals naam zanger, titel, al-
bum, enz.) ondersteund.
Bestanden die beveiligd zijn tegen kopiëren (zoals bij bestanden die
gedownload zijn van diverse
online-muziekwinkels het geval is)
zijn niet afspeelbaar. De dvd-speler
slaat het bestand automatisch over
en speelt het volgende beschikbare
bestand af.
Andere gecomprimeerde formaat- soorten zoals AAC, mp3 Pro, Ogg
Vorbis, en ATRAC3 zijn niet afspeel-
baar. De dvd-speler slaat het be-
stand automatisch over en speelt het
volgende beschikbare bestand af.Als u uw eigen bestanden aanmaakt,
wordt aanbevolen bij mp3-
bestanden een vaste bitsnelheid tus-
sen 96 en 192 kbps te hanteren en bij
wma-bestanden een vaste bitsnel-
heid tussen 64 en 192 kbps. Varia-
bele bitsnelheden worden ook onder-
steund. Voor beide soorten
bestanden is de aanbevolen samplin-
gfrequentie 44,1 kHz of 48 kHz. Om het huidige bestand te verande-ren, drukt u op de toets ▲van de
afstandsbediening of dvd-speler
om door te gaan naar het volgende
bestand, of op de toets ▼om terug
te keren naar het begin van het
huidige of het vorige bestand.
Om de huidige directory te veran- deren, drukt u op de toetsen PROG
Up en PROG Down van de af-standsbediening.
Diskfouten
Als de dvd-speler de disk niet kan
lezen, verschijnt het bericht "Disc Er- ror" (diskfout) op het VES™ en het
weergavevenster van de radio en
wordt de disk automatisch uitgewor-
pen. Oorzaken van het bericht "Disc
Error" (diskfout) zijn o.a. een ver-
vuilde of beschadigde disk of een in-
compatibel formaat.
Als de disk een beschadigd nummer
bevat waardoor er een hoorbare of
zichtbare storing van minstens 2 se-
conden optreedt, probeert de dvd-
speler de disk verder af te spelen door
telkens 1 à 3 seconden vooruit te
springen. Als het eind van de disk
wordt bereikt, keert de dvd-speler te-
rug naar het begin en probeert de
speler de disk vanaf het begin af tespelen.
Onder extreem warme omstandighe-
den, bijvoorbeeld als het in de auto
warmer is dan 48 °C, is het mogelijk
dat de dvd-speler automatisch wordt
uitgeschakeld. In zo'n geval verschijnt
het bericht "VES High Temp" op de
dvd-speler, en worden alle displays
van het VES™ uitgeschakeld tot er
een veilige temperatuur is bereikt.
221
met de instelling op de dvd-speler. Als
het keuringscijfer van de disk hoger is
dan de instelling op de dvd-speler,
verschijnt het wachtwoordscherm.
Om de video te bekijken, moet de
passagier achterin het juiste wacht-
woord invoeren aan de hand van de
hieronder beschreven methode.
Om alle disks zonder wachtwoord af
te spelen, stelt u niveau 8 in als film-
keuringscijfer van uw dvd-speler. Als
niveau 1 wordt ingesteld als keurings-
cijfer is er altijd een wachtwoord ver-
eist om een dvd-disk te vertonen. Niet
alle dvd-disks zijn voorzien van een
keuringscode, dus er bestaat altijd
kans dat voor volwassenen bedoelde
disks zonder wachtwoord kunnen
worden afgespeeld.
Het standaard keuringscijfer van het
systeem is niveau 8 (alle disks worden
afgespeeld zonder wachtwoord) en
het standaard wachtwoord is 0000.Om het wachtwoord in te voeren, gaat
u naar het menu voor dvd-
instellingen en volgt u de volgendeaanwijzingen:
Met de linker en rechter cursortoet-
sen van de afstandsbediening selec-
teert u de tab "Rating" (filmkeu-ring).
Markeer "Change password" (wachtwoord wijzigen) en druk
vervolgens op de knop ENTER van
de afstandsbediening.
Voer het huidige wachtwoord in. Kies een cijfer, stel met de cursor-
toetsen omhoog en omlaag van de afstandsbediening de waarde voor
het huidige cijfer in en druk vervol-
gens op de rechter cursortoets van
de afstandsbediening om het vol-
gende cijfer te selecteren. Herhaal
deze stappen om alle vier cijfers te
selecteren.
Als het wachtwoord bestaande uit vier cijfers is ingevoerd, drukt u op
de knop ENTER van de afstands-
bediening. Als het wachtwoord juist
is, verschijnt het scherm Set pass-
word (wachtwoord vastleggen).
Stel met de cursortoetsen omhoog en omlaag van de afstandsbedie-
ning de waarde voor het huidige
cijfer in, druk vervolgens op de
rechter cursortoets van de afstands-
bediening om de cijfers te selecte-
ren en voer het nieuwe wachtwoordin.
Als de code van vier cijfers is inge- voerd, drukt u op de knop ENTER
van de afstandsbediening om de
wijziging te accepteren.
Wachtwoord voor dvd-speler invoeren
223
AUDIOBEDIENINGSELE-
MENTEN OP STUUR
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
De afstandsbediening voor het audio-
systeem bevindt zich achter op het
stuurwiel, in de standen 3 uur en 9
uur.
De rechter tuimelschakelaar heeft een
drukknop in het midden en regelt het
volume en de modus van het audio-
systeem. Als u de bovenzijde van de
tuimelschakelaar indrukt, neemt het
geluidsvolume toe. Als u de onder-
zijde van de tuimelschakelaar in-
drukt, neemt het geluidsvolume af.
Als u de knop in het midden indrukt,
schakelt de radio van MW naar LW, ofnaar de cd-modus, afhankelijk van de
in de auto aanwezige radio.
De linker tuimelschakelaar heeft een
drukknop in het midden. De functie
van de linker knop is afhankelijk van
de modus waarin het audiosysteem
zich bevindt.
Hieronder wordt de werking van de
linker tuimelschakelaar voor elke mo-
dus beschreven:
Bediening van de radio
Als u de bovenzijde van de schakelaar
indrukt, wordt omhoog gezocht naar
de volgende goed te ontvangen zen-
der. Als u de onderzijde van de scha-
kelaar indrukt, wordt omlaag gezocht
naar de volgende goed te ontvangen
zender.
Als u op de drukknop midden op de
schakelaar aan uw linkerkant drukt,
stemt de radio af op de volgende
vooraf ingestelde zender die u hebt
geprogrammeerd onder de drukknop
voor radiovoorinstellingen. Cd-speler
Bij eenmaal indrukken van de boven-
zijde van de schakelaar gaat u door
naar het volgende nummer op de cd.
Druk eenmaal op de onderkant van de
schakelaar om het begin van het hui-
dige nummer of het begin van het
vorige nummer te beluisteren. Doe dit
binnen één seconde nadat het huidige
nummer is begonnen.
Wanneer u de schakelaar tweemaal
naar boven of naar beneden drukt,
wordt het tweede nummer afgespeeld;
bij driemaal het derde, enz.
De knop midden op de linkerschake-
laar heeft bij deze stand geen functie.
ONDERHOUD VAN CD/ DVD-SCHIJFJES
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen om uw cd's en dvd's in goede
conditie te houden:
1. Houd de cd aan de rand vast en
zorg dat u het oppervlak niet aan-raakt.
2. Als er vlekken op de cd zijn, moet u
het oppervlak met een zachte doek
schoonmaken en vegen van het mid-
den naar de richting van de rand.Afstandsbediening geluidssysteem
(achteraanzicht stuurwiel)
225
steld op Vloer, Ontdooien/
ontwasemen of Ventilatie op twee
niveaus, komt de luchtstroom uit de
vloerroosters achterin.
1. Temperatuurregeling bestuurderszijde
Biedt de bestuurder onafhankelijke
temperatuurregeling. Draai naar
links voor koelere of naar rechts voor
warmere temperatuurinstellingen.
2. Aanjagerregelknop achterin
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze knop regelt u de hoeveelheid
lucht die in elke stand door het sys-
teem achterin wordt gevoerd. De aan-
jagersnelheid achterin wordt hoger als
u vanuit de stand "O" (Uit) de knop
verder rechtsom draait. Er zijn zeven
aanjagerstanden. Als u bediening viahet dak achterin wilt inschakelen,
draait u de aanjagerknop helemaal
naar links, voorbij de uit-stand "O".
3. Aanjagerregelknop voorin
Met deze knop regelt u de hoeveelheid
lucht die in elke stand door het sys-
teem wordt gevoerd. De aanjagersnel-
heid wordt hoger als u vanuit de stand
"O" (Uit) de knop verder rechtsom
draait. Er zijn zeven aanjagerstanden.
4. Temperatuurregeling achterin
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Voorziet in temperatuurregeling ach-
ter in het interieur. Draai naar links
voor instelling van een lagere tempe-
ratuur of naar rechts voor een hogere
temperatuur achterin.
5. Temperatuurregeling rechtsvoor
Biedt de passagier rechtsvoor onaf-
hankelijke temperatuurregeling.
Draai naar links voor koelere of naar
rechts voor warmere temperatuurin-stellingen.
6. Mix modus
De lucht stroomt via de vloer-
openingen en de roosters voor
de voorruit- en zijruitontwase-
ming. Deze instelling is ideaal voor
koud weer en sneeuw, wanneer de
voorruit extra verwarming nodig
heeft. Deze instelling is goed voor ex-
tra comfort en om vocht op de voor-
ruit te verminderen.
7. Modus Ontwasemen vóór Lucht stroomt via de roosters
voor de voorruit- en zijruitont-
waseming. Kies de stand ONT-
WASEMING met maximale aanjager-
snelheid en temperatuur om zo snel
mogelijk de voorruit en zijruiten teontwasemen. OPMERKING:
De compressor van de airconditi-
oning kan werken in de modi Mix
(Gemengde ventilatie), Defrost
(Ontwasemen) of in een combina-
tie van deze modi, ook als er niet is
gedrukt op de toets voor de aircon-
ditioning. Op die manier wordt de
voorruit veel sneller ontwasemd
door de drogere lucht. Om brand-
stof te besparen, kunt u deze stan-Handmatige temperatuurregeling
227
de derde versnelling zet, zal er niet
worden opgeschakeld naar een hogere
versnelling, maar wel normaal wor-
den teruggeschakeld naar de tweede
en eerste versnelling.
U kunt bij elke rijsnelheid schakelen
tussen de stand DRIVE en de ERS-
modus. Wanneer de keuzehendel in de
stand DRIVE staat, werkt de versnel-
lingsbak automatisch en wordt er ge-
schakeld tussen alle beschikbare ver-
snellingen. Als u de keuzehendel kort
naar links (-) duwt, wordt de ERS-modus geactiveerd, waarna de hui-
dige versnelling wordt getoond in de
instrumentengroep en deze versnel-
ling wordt ingesteld als hoogste be-
schikbare versnelling. Als u in de
ERS-modus de keuzehendel kort naar
links (-) of rechts (+) duwt, wordt een
andere versnelling ingesteld als hoog-
ste beschikbare versnelling.
Als u de ERS-modus wilt beëindigen,
houdt u de keuzehendel naar rechts
(+) gedrukt totdat de indicator van de
keuzehendel in de instrumentengroep
opnieuw de letter "D" weergeeft.
WAARSCHUWING!
Schakel op gladde wegen niet terug
voor meer motorremwerking. Hier-
door kunnen de aangedreven wielen
hun grip verliezen, waardoor de auto
in een slip kan raken, wat op zijn
beurt kan leiden tot een ongeval enletsel.
Weergave van het kilometertel- lerscherm
1 2 3 4 5 6 D
Toegestane versnelling(en) 1 1-2 1-3 1-4 1-5 1-6 1-6
OPMERKING:
Als u de juiste versnelling voor
maximale vertraging (remmen op
de motor) wilt kiezen, duwt u de
keuzehendel kort meerdere keren
naar links (-) terwijl de auto vaart
mindert. De versnelling schakelt
naar het bereik waarin de auto het
beste kan worden afgeremd.
Werking van de overdrive
De automatische transmissie is voor-
zien van een elektronisch geregelde overdrive (6e versnelling). De trans-
missie schakelt automatisch naar de
overdrive-versnelling als aan de vol-
gende voorwaarden wordt voldaan:
de versnellingspook staat in de
stand DRIVE,
de transmissievloeistof is heeft de juiste temperatuur bereikt,
de koelvloeistof heeft de juiste tem- peratuur bereikt,
rijsnelheid is voldoende hoog en de bestuurder trapt het gaspedaal
niet ver in
Koppelomvormerkoppeling
De automatische transmissie in deze
auto beschikt over een functie die het
brandstofverbruik helpt beperken. Bij
gekalibreerde toerentallen grijpt au-
tomatisch een koppeling in de kop-
pelomvormer aan. Dit kan een iets
ander gevoel of respons geven tijdens
normale werking in de hogere ver-
snellingen. Wanneer de rijsnelheid af-
256