Page 49 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-3
6
DAU46861
OPMERKING
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal
gereedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46910
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem
KILOMETERSTAND
NR. ITEMCONTROLE OFJAARLIJKSEONDERHOUDSBEURT
1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 kmCONTROLE
(600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi)
1*Brandstofleiding• Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.√√√ √√
• Controleer de conditie.
2Bougie• Reinigen en elektrodenafstand √√
afstellen.
• Vervangen.√√
3*Ventielen• Controleer de klepspeling.
• Afstellen.√√
4*Brandstofinjectie• Stel het stationair toerental af.√√ √ √ √ √
5*Uitlaatdempers en • Controleer of de schroefklemmen
uitlaatpijpengoed vastzitten.√√ √ √ √
• Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op
6*Luchtinlaatsysteembeschadiging.√√√ √√
• Vervang beschadigde onderdelen
indien nodig.
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 49
Page 50 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-4
6
KILOMETERSTAND
NR. ITEMCONTROLE OFJAARLIJKSEONDERHOUDSBEURT
1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 kmCONTROLE
(600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi)
1Luchtfilterelement• Vervangen.√√
2Koppeling• Controleer de werking.
• Afstellen.√√ √ √ √
• Controleer de werking en het
3*Voorremvloeistofniveau en controleer de √√ √ √ √ √
machine op vloeistoflekkage.
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
• Controleer de werking en het
4*Achterremvloeistofniveau en controleer de √√ √ √ √ √
machine op vloeistoflekkage.
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
• Controleer op scheurtjes en
5*Remslangenbeschadigingen.√√√ √√
• Vervangen. Elke 4 jaar
• Controleer de speling en de
6*Wielenspaakspanning en controleer op
√√ √ √ √
beschadigingen.
• Trek indien nodig de spaken aan.
• Controleer op slijtage en
beschadigingen.
7*Banden• Vervang indien nodig.√√√ √√
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
8*Wiellagers• Controleer op speling of
beschadigingen.√√√ √
DAU1770C
Algemeen smeer- en onderhoudsschema
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 50
Page 51 of 100

6
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGENPERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-
6
KILOMETERSTAND
NR. ITEMCONTROLE OFJAARLIJKSEONDERHOUDSBEURT
1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 kmCONTROLE
(600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi)
• Controleer op een correcte
9*Achterbrugwerking en overmatige speling.√√√ √
• Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
• Controleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
Elke 500 km (300 mi) en nadat de motorfiets is gewassen
10Aandrijfketting• Stel de ketting af en smeer deze
grondig met een speciale smeringof ermee in de regen of vochtige gebieden is gereden
voor o-ringkettingen.
• Controleer de lagers op speling
11 *Balhoofdlagersen oppervlakteruwheid.√√ √ √ √
• Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
12 *Framebevestigingen• Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastgezet.√√√ √√
13Scharnieras van
remhendel• Smeren met siliconenvet.√√√ √√
14Scharnieras van
rempedaal• Smeren met siliconenvet.√√√ √√
15Scharnieras van
koppelingshendel• Smeren met lithiumvet.√√√ √√
16Zijstandaard• Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.√√√ √√
17 *Zijstandaardscha-
kelaar• Controleer de werking.√√ √ √ √ √
18 *Voorvork• Controleer op een correcte
werking en olielekkage.√√√ √
19 *Schokdemperunit• Controleer op een correcte
werking en olielekkage.√√√ √
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 51
Page 52 of 100

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
6
KILOMETERSTAND
NR. ITEMCONTROLE OFJAARLIJKSEONDERHOUDSBEURT
1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 kmCONTROLE
(600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi)
Relaisarm achterwi-
20 *elophanging en • Controleer de werking.√√√ √
scharnierpunten
verbindingsarm• Smeren met lithiumvet.√√
• Verversen.
21Motorolie• Controleer het olieniveau en
√√ √ √ √ √
controleer de machine op
olielekkage.
22Oliefilterelement• Vervangen.√√ √
• Controleer het koelvloeistofniveau
23 *Koelsysteemen controleer de machine op √√√ √√
vloeistoflekkage.
• Verversen. Elke 3 jaar
24 *Voor- en achterrem-
schakelaar• Controleer de werking.√√ √ √ √ √
25Bewegende delen en
kabels• Smeren.√√√ √√
• Controleer de werking en speling.
26 *Gaskabelhuis en• Stel indien nodig de speling af.
√√√ √√
gaskabel• Smeer het gaskabelhuis en de
gaskabel.
Lampen, richtingaan-
• Controleer de werking.
27 *wijzers en √√ √ √ √ √
schakelaars• Stel de koplamplichtbundel af.
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 52
Page 53 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-7
6
DAUM1890
OPMERKING
Vervang het luchtfilterelement vaker als u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem
•Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
•Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinder worden vervangen en de remvloeistof worden ver-
verst.
•De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 53
Page 54 of 100

DAU18771
Panelen verwijderen en
aanbrengen
Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofd-
stuk worden beschreven, moeten de afge-
beelde panelen worden verwijderd. Neem
deze paragraaf telkens door om een
paneel te verwijderen of aan te brengen.
DAUB1541
Panelen A en B
Om een van de panelen te verwijder
en
Verwijder de bouten en trek het paneel
vervolgens los bij de aangegeven gedeel-
ten.
1. Bouten de paneel
A. Rechterpaneel
B. Linkerpaneel
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de bouten aan.
1. Paneel
2. Gloeilampstekker in richtingaanwijzer
3. Kegel
Panelen C en D
Om een van de panelen te verwijder
en
Verwijder de bouten en trek het paneel
vervolgens los bij de aangegeven gedeel-
ten.
1. Bouten de paneel
C. Rechterpaneel
D. Linkerpaneel
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel zoals weergegeven in
de oorspronkelijke positie en breng ver-
volgens de bouten aan.
Panelen E en F
Om een van de panelen te verwijder
en
1. Verwijder de bouten.
2. Verwijder de drukclip en trek het
paneel vervolgens los bij de aange-
geven gedeelten.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-8
6
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 54
Page 55 of 100

1. Bouten de paneel
2. Drukclip
E. Rechterpaneel
F. Linkerpaneel
Om het paneel aan te brengen
1. Plaats het paneel in de oorspronkelij-
ke positie.
2. Breng de drukclip en de bouten aan.
Paneel G
Om het paneel te verwijder
en
Verwijder de bouten en trek het paneel
vervolgens los bij de aangegeven gedeel-
ten.
1. Bouten de paneel
2. Paneel
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de bouten aan.
1. Paneel
2. Kegel
DAU19604
Bougie controleren
De bougie is een belangrijk motoronder-
deel dat gemakkelijk te controleren is.
Door hitte en aanslag slijten bougies op
de lange duur. Daarom moeten bougies
worden verwijderd en gecontroleerd vol-
gens het periodieke onderhouds- en
smeerschema. Bovendien kan aan het
uiterlijk van de bougie de conditie van de
motor worden afgelezen.
De bougie verwijderen
1. Verwijder de bougiedop.
1. Bougiedop
2. Bougiesleutel
2. Verwijder de bougie zoals getoond
met behulp van de bougiesleutel in
de boordgereedschapsset.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-9
6
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 55
Page 56 of 100

Controleren van de bougie
1. Controleer of de porseleinen isolator
rondom de centrale elektrode van de
bougie een middeldonkere tot lichte
kleur vertoont (de ideale kleur als
normaal met het voertuig wordt gere-
den).
OPMERKING
Wanneer de bougie een heel andere kleur
vertoont, werkt de motor mogelijk niet
naar behoren. Probeer dergelijke proble-
men niet zelf vast te stellen. Laat in plaats
daarvan uw machine nakijken door een
Yamaha dealer.
2. Controleer de bougie op afslijting van
de elektroden en op overmatige
koolstof- of andere aanslag. Vervang
indien nodig de bougie.
3. Meet de elektrodenafstand met een
draadvoelmaat. Stel de afstand
indien nodig af volgens de specifica-
tie.
1. Elektrodenafstand
De bougie monteren
1. Reinig het oppervlak van de bougie-
pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad
van de bougie.
2. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2
slag verder te draaien. De bougie moet
echter zo snel mogelijk naar het juiste
aanhaalmoment worden aangedraaid.
3. Installeer de bougiedop.
Aanhaalmoment:
Bougie:
12,5 Nm (1,25 m•kgf, 9,0 ft•lbf)
Elektrodenafstand:
0,7–0,8 mm (0,028–0,031 in)
1
ZAUM0037
Voorgeschreven bougie:
NGK/CR7E
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-10
6
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 56