Page 17 of 100
XT660ZA
BESCHRIJVING
2-4
2
12. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-21)
13. Zekeringenkastje 2 (pagina 6-31)
14. Boordgereedschapsset (pagina 6-1)
15. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-14)
16. Accu (pagina 6-29)
17. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-21)
18. Aftapplug koelvloeistof
19. Oliefilterelement (pagina 6-11)20. Rempedaal (pagina 3-12)
21. Achterste wielnaaf
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 17
Page 18 of 100
DAU10430
Bedieningen en instrumenten
BESCHRIJVING
2-5
2
1. Koppelingshendel (pagina 3-11)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-9)
3. Multifunctioneel display (pagina 3-6)
4. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-9)
5. Gasgreep (pagina 6-17)
6. Remhendel (pagina 3-11)
7. Olievuldop (pagina 6-11)
8. Tankdop (pagina 3-13/3-14)9. Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 18
Page 19 of 100

DAU10977
Startblokkeersysteem
1. Codeersleutel (rood bovendeel)
2. Standaardsleutels (zwart bovendeel)
Dit voertuig is voorzien van een startblok-
keersysteem waarmee diefstal kan wor-
den bemoeilijkt door de codering van de
standaardsleutels te wijzigen. Het sys-
teem bestaat uit de volgende onderdelen:
een codeersleutel (met een rood
bovendeel)
twee standaardsleutels (met een
zwart bovendeel) die opnieuw kun-
nen worden gecodeerd
een transponder (die is geïntegreerd
in de codeersleutel)
een startblokkeereenheid
een ECU
een controlelampje van de startblok-
kering (Zie pagina 3-4).
De sleutel met het rode bovendeel wordt
gebruikt om de twee standaardsleutels te
coderen. Het wijzigen van de codes is een
ingewikkelde procedure. Breng het voer-
tuig daarom met alle drie sleutels naar een
Yamaha dealer om deze opnieuw te laten
coderen. Gebruik de sleutel met het rode
bovendeel niet om met het voertuig te rij-
den. Deze sleutel dient uitsluitend te wor-
den gebruikt voor het opnieuw coderen
van de standaardsleutels. Gebruik altijd
een standaardsleutel om met het voertuig
te rijden.
DCA11821
ZORG DAT U DE CODEERSLEU-
TEL NIET VERLIEST! NEEM
DIRECT CONTACT OP MET UW
DEALER ALS U HEM VERLOREN
HEBT! Als de codeersleutel verlo-
ren is, kunnen de standaardsleu-
tels niet opnieuw gecodeerd wor-
den. U kunt het voertuig dan nog
steeds starten met de standaard-
sleutels, maar als ze opnieuw
gecodeerd moeten worden (d.w.z.
als er een nieuwe standaardsleutel
is gemaakt of als alle sleutels ver-loren zijn), dient het gehele start-
blokkeersysteem vervangen te
worden. Daarom wordt u sterk
aangeraden een van de standaard-
sleutels te gebruiken en de
codeersleutel op een veilige plek
te bewaren.
Dompel de sleutels nooit in water.
Stel de sleutels nooit bloot aan
extreem hoge temperaturen.
Leg de sleutels nooit vlakbij mag-
netische voorwerpen (zoals bij-
voorbeeld speakers enz.).
Plaats nooit voorwerpen die elek-
trische signalen uitzenden vlakbij
de sleutels.
Plaats nooit zware voorwerpen op
de sleutels.
U mag de sleutels nooit slijpen of
de vorm ervan wijzigen.
U mag het plastic gedeelte van de
sleutels nooit demonteren.
Hang nooit twee sleutels van een
startblokkeersysteem aan dezelf-
de sleutelring.
Bewaar de standaardsleutels en
ook de sleutels van andere start-
blokkeersystemen altijd op een
andere plek dan de codeersleutel
van het voertuig.
LET OP
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-1
3
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 19
Page 20 of 100

Houd sleutels van andere start-
blokkeersystemen altijd uit de
buurt van het contactslot, want
anders kunnen ze signaalstoring
veroorzaken.DAU10472
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtings-
systemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
OPMERKING
Gebruik de standaardsleutel (zwarte
greep) voor regelmatig gebruik van de
machine. Bewaar de codeersleutel (rode
greep) op een veilige plaats en gebruik
deze uitsluitend voor hercodering om het
risico op verlies te minimaliseren.
DAU10550
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting,
het achterlicht, de kentekenverlichting enhet parkeerlicht gaan branden en de
motor kan worden gestart. De sleutel kan
niet worden uitgenomen.
OPMERKING
De koplampen gaan automatisch branden
als de motor wordt gestart en blijven aan
totdat de sleutel naar “OFF” wordt
gedraaid, zelfs als de motor afslaat.
DAU10661
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DWA10061
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rijdt. Hier-
door worden de elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-
val.
DAU10683
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel
kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 20
Page 21 of 100
Om het stuur te vergrendelen
1. Drukken
2. Draaien
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai deze dan naar “LOCK”.
Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.Om het stuur te ontgr
endelen
1. Drukken
2. Draaien
Druk de sleutel in en draai deze dan naar
“OFF”. Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
DAU10941
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht,
de kentekenverlichting en het parkeerlicht
branden. De alarmverlichting en richting-
aanwijzers kunnen worden ingeschakeld,
maar alle andere elektrische systemen zijn
uit. De sleutel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “ ” te kunnen draaien.
DCA11020
Gebruik de parkeerstand niet geduren-
de langere tijd, anders kan de accu ont-
laden raken.
LET OP
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 21
Page 22 of 100

DAU47040
Controle- en
waarschuwingslampjes
Voor XT660Z
1. Controlelampje startblokkering
2. Vrijstandcontrolelampje “ ”
3. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
4. Controlelampje grootlicht “ ”
5. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
6. Waarschuwingslampje koelvloeistoftempe-
ratuur “ ”
Voor XT660ZA
1. ABS-waarschuwingslampje “ ”
2. Controlelampje startblokkering
3. Vrijstandcontrolelampje “ ”
4. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
5. Controlelampje grootlicht “ ”
6. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
7. Waarschuwingslampje koelvloeistoftempe-
ratuur “ ”
DAUB1510
Controlelampje richtingaanwijzers
“”
Dit controlelampje knippert terwijl de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar
de linker- of rechterstand is gedrukt.
Het elektrisch circuit van het controle-
lampje richtingaanwijzers kan worden
gecontroleerd door de sleutel naar “ON”
te draaien.Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha dealer om het elektrisch
circuit te testen.
DAUB1520
Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de ver-
snellingsbak in de vrijstand staat.
Het elektrisch circuit van het vrijstandcon-
trolelampje kan worden gecontroleerd
door de sleutel naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha dealer om het elektrisch
circuit te testen.
DAUB1530
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
Het elektrisch circuit van het controle-
lampje grootlicht kan worden gecontro-
leerd door de sleutel naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha dealer om het elektrisch
circuit te testen.
ABS
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 22
Page 23 of 100

DAU11444
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als de motor oververhit raakt. Zet in zo’n
geval de motor onmiddellijk af en geef
deze de tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden
oplichten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet
meteen op wanneer u de sleutel naar
“ON” draait of blijft het lampje branden,
laat het elektrisch circuit dan door een
Yamaha dealer controleren.
DCA10021
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
OPMERKING
Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in
de radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-40 nadere instructies
vermeld.
DAU11534
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knipperen wanneer er een probleem
wordt aangegeven in het elektrisch circuit
dat de motor controleert. Vraag in dat
geval een Yamaha dealer het zelfdiagnos-
esysteem te controleren. (Zie pagina 3-8
voor uitleg over de werking van het zelf-
diagnosesysteem.)
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden
oplichten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet
meteen op wanneer u de sleutel naar
“ON” draait of blijft het lampje branden,
laat het elektrisch circuit dan door een
Yamaha dealer controleren.
DAU11545
ABS-waarschuwingslampje “ ” (voor
modellen met ABS)
Als het waarschuwingslampje tijdens het
rijden gaat branden of knipperen, is het
ABS-systeem mogelijk defect. Vraag indat geval zo snel mogelijk een Yamaha
dealer het systeem te controleren. (Zie
pagina 3-12).
DWA10081
Als het ABS-waarschuwingslampje tij-
dens het rijden gaat branden of knippe-
ren, wordt alleen het conventionele
remsysteem gebruikt. Wees dan voor-
zichtig en zorg dat de wielen tijdens
plotseling remmen niet blokkeren. Als
het waarschuwingslampje tijdens het
rijden gaat branden of knipperen, vraag
dan zo snel mogelijk een Yamaha
dealer het remsysteem te controleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden
oplichten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet
meteen op wanneer u de sleutel naar
“ON” draait of blijft het lampje branden,
laat het elektrisch circuit dan door een
Yamaha dealer controleren.
WAARSCHUWING
ABS
LET OP
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 23
Page 24 of 100

DAU26877
Controlelampje startblokkering “ ”
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten
en dan uitgaan.
Licht het controlelampje niet meteen op
wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elek-
trisch circuit dan door een Yamaha dealer
controleren.
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het
startblokkeersysteem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem. (Zie pagina 3-8 voor uitleg
over de werking van het zelfdiagnosesys-
teem.)
DAUS1942
Multifunctioneel display
1. Toerenteller
2. Snelheidsmeter
3. Kilometerteller
4. Rittellers/ritteller brandstofreserve
5. Klok
6. Brandstofniveaumeter
7. “RESET”-toets
8. “SELECT”-toets
DWA12312
Zet de machine stil voordat u wijzigin-
gen aanbrengt in de instellingen van
het multifunctionele display. Het aan-
brengen van wijzigingen tijdens het rij-
den kan u afleiden en vergroot het risi-
co op een ongeval.
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een snelheidsmeter (die de actuele
rijsnelheid aangeeft)
een digitale toerenteller (die het
motortoerental in tpm aangeeft)
een kilometerteller (die de totale
afgelegde afstand toont)
twee rittellers (die de afgelegde
afstand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve
(die de afgelegde afstand aangeeft
sinds het onderste segment van de
brandstofniveaumeter begon te knip-
peren)
een klok
een brandstofniveaumeter
een voorziening voor zelfdiagnose
OPMERKING
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de “SELECT”- en
“RESET”-toets gebruikt.
Alleen voor Groot-Brittannië: Als u de
weergaven voor snelheidsmeter en
kilometerteller/ritteller wilt schakelen
tussen kilometers en mijlen, houdt u
tegelijk de toetsen “SELECT” en
“RESET” ingedrukt en draait u de
sleutel naar “ON”. Als de cijfers
beginnen te knipperen, drukt u op de
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 24