Page 65 of 92

DAU40260
Controleren van
remvloeistofniveau
Voorrem
1. Merkstreep minimumniveau
Achterrem
1. Merkstreep minimumniveau
Bij een tekort aan remvloeistof kan lucht
het remsysteem binnendringen, waarna
de remwerking mogelijk minder effectief
is.
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor
minimumniveau staat en vul indien nodig
bij. Een laag remvloeistofniveau wijst
mogelijk op verregaande remblokslijtage
en/of lekkage in het remsysteem. Als het
remvloeistofniveau laag is, controleer dan
de remblokken op slijtage en het remsys-
teem op lekkage.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht:
Bij het controleren van het remvloei-
stofniveau moet het bovenvlak van
het remvloeistofreservoir horizontaal
staan.
Gebruik uitsluitend de voorgeschre-
ven kwaliteit remvloeistof, anders
kunnen de rubber afdichtingen ver-
slechteren en zo lekkage en slechte
remwerking teweegbrengen.
Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Bij vermengen van verschillende
typen remvloeistof kunnen schadelij-
ke chemische reacties optreden en
kan de remwerking verslechteren.
Pas op en zorg dat tijdens het bijvul-
len geen water of stof het remvloei-
stofreservoir binnendringen. Water
zal het kookpunt van de remvloeistof
aanzienlijk verlagen zodat dampbel-
vorming kan optreden en vuil de
hydraulisch bediende kleppen van
de ABS eenheid kan verstoppen.
Remvloeistof kan gelakte of kunst-
stof onderdelen aantasten. Veeg
gemorste remvloeistof steeds direct
af.
Naarmate de remblokken afslijten,
zal het remvloeistofniveau geleidelijk
verder dalen. Vraag echter wel een
Yamaha dealer om een inspectie als
het remvloeistofniveau plotseling
sterk is gedaald.
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 65
Page 66 of 92
DAU22731
Remvloeistof verversen
Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven onder OPMERKING in
het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. Laat bovendien de oliekeerrin-
gen van de hoofdremcilinders, de rem-
klauwen en de remslangen vervangen
volgens de intervalperioden of wanneer ze
lek of beschadigd zijn.
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslangen: Vervang elke vier jaar.
DAU23112
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel
De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontro-
leerd. Daarnaast moet de kabel door een
Yamaha dealer worden gesmeerd volgens
de intervalperioden vermeld in het perio-
dieke onderhoudsschema.
DAU23172
Smeren van voor- en
achterremhendels
Voorremhendel
Achterremhendel
De scharnierpunten van de voor- en ach-
terremhendels moeten worden gesmeerd
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 66
Page 67 of 92
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.DAU23213
Middenbok en zijstandaard
controleren en smeren
1. Zijstandaard
1. Middenbok
De werking van de middenbok en de
zijstandaard moet voorafgaand aan elke
rit worden gecontroleerd en de scharnier-punten en de metaal-op-metaal contact-
vlakken moeten indien nodig worden
gesmeerd.
DWA10741
Als de middenbok of de zijstandaard
niet soepel omhoog en omlaag
beweegt, vraag dan een Yamaha dealer
deze te controleren of te repareren. Een
slecht functionerende middenbok of
zijstandaard kan het wegdek raken en
u afleiden, waardoor u de controle over
de machine kunt verliezen.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
WAARSCHUWINGAanbevolen smeermiddel:
Siliconenvet
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 67
Page 68 of 92

DAU23272
Voorvork controleren
De conditie en de werking van de voor-
vork moeten als volgt worden gecontro-
leerd volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.
Om de conditie te controleren
1. Controleer de binnenste vorkbuizen
op krassen, beschadigingen en over-
matige olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop. WAAR-
SCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan
een Yamaha dealer te repareren of te
controleren.
DAU45511
Stuursysteem controleren
Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur-
systeem moet als volgt worden gecontro-
leerd volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.
1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het
onderste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
LET OP
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 68
Page 69 of 92

DAU23291
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de
wielnaaf speling vertoont of het wiel niet
soepel draait, vraag dan een Yamaha
dealer de wiellagers te controleren.
DAU34224
Accu
1. Positieve accupool
2. Negatieve accupool
3. Accu
De accu bevindt zich achter stroomlijnpa-
neel A. (Zie pagina 6-8).
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de
accukabelverbindingen te controleren en,
indien nodig, vast te zetten.
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden
veroorzaakt. Vermijd contact metde huid, ogen of kleding en
bescherm uw ogen altijd bij werk-
zaamheden nabij accu’s. Voer als
volgt EERSTE HULP uit als er
lichamelijk contact is geweest met
elektrolyt.
•UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
•INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep
direct de hulp in van een arts.
•OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep
direct medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
1. Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer de accu te laden als deze ont-
laden lijkt te zijn. Vergeet niet dat de
accu sneller ontladen raakt als de
machine is uitgerust met optionele
elektrische accessoires.
WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
37P-F819D-D1 2/3/10 08:07 Página 69
Page 70 of 92

DCA16520
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een con-
ventionele acculader raakt de accu
beschadigd. Als u niet beschikt over
een acculader met constante spanning,
laat de accu dan opladen door uw
Yamaha dealer.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig
langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad hem volledig bij en zet
dan weg op een koele en droge plek.
LET OP: Draai voordat u de accu
verwijdert de sleutel naar “OFF” en
haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt weggeborgen, moet deze
minstens eenmaal per maand wor-
den gecontroleerd; laad de accu dan
indien nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accu-kabels correct zijn aangesloten op de
accupolen.
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stal-
len van een ontladen accu kan leiden
tot permanente accuschade.
DAUS1880
Zekeringen vervangen
Het zekeringenkastje met de zekeringen
voor de afzonderlijke circuits bevindt zich
achter het stroomlijnpaneel A. (Zie pagina
6-8).
OPMERKING
De hoofdzekering, die zich op een andere
en moeilijk bereikbare plaats bevindt,
moet door een Yamaha dealer worden
vervangen.
Vervang een zekering voor de afzonderlij-
ke circuits als volgt als deze is doorge-
brand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF”
en schakel het betreffende elektri-
sche circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische sys-
teem en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15131]
LET OP
LET OP
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 70
Page 71 of 92
OPMERKING
Een zekeringtang en een tas met reserve-
zekeringen maken deel uit van de boord-
gereedschapsset. Gebruik de tang om
een zekering te verwijderen en te plaat-
sen.
For YP250R
1. Zekeringenkastje
2. Zekering alarmverlichtingssysteem
For YP250RA
1. ABS-zekering
2. Zekeringenkastje 1
3. Zekeringenkastje
4. Zekering alarmverlichtingssysteem
For YP250R-RA
1. Zekering radiatorkoelvin
2. Zekering elektronische regeleenheid
3. Backup-zekering
4. Zekering signaleringssysteem
5. Koplampzekering
6. Zekering ontstekingssysteem
7. Reservezekering
8. Zekering alarmverlichtingssysteem
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 71
Page 72 of 92

For YP250RA
1. Zekering ABS-motor
2. Reservezekering ABS-motor
3. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
4. Zekering ABS-regeleenheid
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch systeem te con-
troleren.
DAU34240
Koplampgloeilamp vervangen
De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Als een koplampgloei-
lamp is doorgebrand, laat deze dan door
een Yamaha dealer vervangen en laat
indien nodig de koplamplichtbundel
afstellen.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30,0 A
Koplampzekering:
15,0 A
Zekering signaleringssysteem:
10,0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10,0 A
Zekering radiatorkoelvin:
7,5 A
Circuitzekering
alarmverlichtingssysteem:
10,0 A
Zekering ECU (elektronische
regeleenheid):
5,0 A
Zekering ABS-regeleenheid (voor
modellen met ABS):
5,0 A
Zekering ABS-motor (voor
modellen met ABS):
30,0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep
(voor modellen met ABS):
20,0 A
Backup-zekering:
5,0 A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 72