Page 9 of 92

goede besturing.
• De bestuurder moet tijdens het rij-
den beide handen aan het stuur
houden en beide voeten op de
bestuurdersvoetsteunen, om zo
de macht over het stuur te behou-
den.
• De passagier hoort steeds de
bestuurder, de zadelband of de
handgreep, indien aanwezig, met
beide handen vast te houden en
beide voeten op de passagiers-
voetsteunen te houden. Neem
nooit een passagier mee die niet in
staat is om beide voeten stevig op
de passagiersvoetsteunen te zet-
ten.
Rijd nooit onder invloed van alcohol
of andere drugs.
Deze scooter is uitsluitend ontwor-
pen voor gebruik op verharde wegen.
De machine is niet bedoeld voor off-
roadgebruik.
Beschermende kleding
Scooterongelukken met dodelijke afloop
betreffen meestal hoofdletsel. Het dragen
van een helm is de belangrijkste factor bij
het voorkomen of reduceren van hoofdlet-
sel.
Draag altijd een goedgekeurde helm.
Draag ook een vizier of een veilig-
heidsbril. Zonder oogbescherming
kan uw zicht door de rijwind ver-
slechteren, waardoor u gevaren
mogelijk te laat opmerkt.
Door een jack, stevige schoenen,
een lange broek, handschoenen e.d.
te dragen verkleint u de kans op
schaafwonden of ontvellingen.
Draag nooit loszittende kleding, deze
kan blijven haken aan schakelhand-
grepen of door de wielen worden
gegrepen en zo een ongeval of letsel
veroorzaken.
Draag altijd beschermende kleding
die uw benen, enkels en voeten
bedekt. De motor en het uitlaatsys-
teem kunnen tijdens en na het rijden
zeer heet zijn en brandwonden ver-
oorzaken.
De hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen gelden ook voor passa-
giers.
Voorkom koolmonoxidevergiftiging
De uitlaatgassen van verbrandingsmoto-
ren bevatten koolmonoxide, een dodelijk
gas. Inademing van koolmonoxide kan
hoofdpijn, duizeligheid, sufheid, misselijk-
heid, verwarring en uiteindelijk de dood
veroorzaken.Koolmonoxide is een kleurloos, reukloos,
smaakloos gas dat ook aanwezig kan zijn
als u geen uitlaatgassen ziet of ruikt. Het
koolmonoxideniveau kan zeer snel oplo-
pen, waardoor u het bewustzijn kunt ver-
liezen en uzelf niet meer kunt redden. In
afgesloten of slecht geventileerde ruimtes
kunnen dodelijke hoeveelheden koolmo-
noxide dagenlang blijven hangen. Als u
symptomen van koolmonoxidevergiftiging
ervaart, verlaat de ruimte dan onmiddel-
lijk, ga naar de open lucht en ROEP MEDI-
SCHE HULP IN.
Laat de motor niet binnen draaien.
Zelfs als u ventileert met ventilatoren
of open ramen en deuren kan de
hoeveelheid koolmonoxide snel
oplopen tot gevaarlijke niveaus.
Laat de motor niet draaien in slecht
geventileerde of deels afgesloten
ruimtes zoals schuren of garages.
Laat de motor niet buiten draaien op
plaatsen waar de uitlaatgassen in
een gebouw kunnen worden getrok-
ken via openingen zoals ramen en
deuren.
Beladen
Het monteren van accessoires of het ver-
voer van bagage kan een negatief effect
hebben op de rijstabiliteit en het wegge-
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-2
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 9
Page 10 of 92

drag als hierdoor de gewichtsverdeling
van de scooter verandert. Wees uiterst
voorzichtig bij het monteren van accessoi-
res of het beladen van uw scooter, om zo
mogelijke ongevallen te vermijden. Pas
extra op wanneer u op een scooter rijdt
die beladen is of waaraan accessoires zijn
gemonteerd. Hieronder volgen naast de
informatie over accessoires enkele richtlij-
nen voor het beladen van uw scooter:
Het totale gewicht van de bestuurder,
passagier, accessoires en bagage mag de
maximale gewichtslimiet niet overschrij-
den. Rijden met een te zwaar belaste
machine kan leiden tot een ongeval.
Let op het volgende wanneer u tot deze
gewichtslimiet belaadt:
Het zwaartepunt van bagage en
accessoires moet zo laag en zo dicht
mogelijk bij de scooter liggen.
Bevestig zware goederen zo dicht
mogelijk bij het midden van de
machine en verdeel het gewicht zo
gelijkmatig mogelijk over beide zij-
den om onbalans of instabiliteit teminimaliseren.
Als gewicht gaat schuiven kan zich
een plotselinge onbalans voordoen.
Controleer voordat u gaat rijden of
accessoires en bagage stevig aan de
scooter zijn bevestigd. Controleer de
bevestigingspunten voor accessoires
en bagage regelmatig.
• Pas de vering aan de te vervoeren
bagage aan (alleen voor modellen
met instelbare vering) en contro-
leer de toestand en spanning van
uw banden.
• Bevestig nooit omvangrijke of
zware goederen aan het stuur, de
voorvork of het voorwielspatbord.
Dergelijke items kunnen een insta-
biel weggedrag of een te trage
reactie op het stuur veroorzaken.
Deze machine is niet ontworpen
voor het trekken van een aanhan-
ger of bevestiging van een zijspan.
Originele Yamaha accessoires
De keuze van accessoires voor uw machi-
ne vormt een belangrijke beslissing. Origi-
nele Yamaha accessoires, die alleen ver-
krijgbaar zijn bij de Yamaha dealer, zijn
door Yamaha ontwikkeld, getest en goed-
gekeurd voor gebruik op uw machine.
Veel bedrijven die niet zijn gelieerd aanYamaha produceren onderdelen en
accessoires of bieden aanpassingssets
voor Yamaha voertuigen. Yamaha kan niet
alle producten testen die deze bedrijven
produceren. Om die reden kan Yamaha
accessoires die niet door Yamaha zijn ver-
kocht of wijzigingen die niet door zijn
Yamaha zijn aangeraden niet goedkeuren
of aanbevelen, zelfs niet als deze zijn ver-
kocht en geïnstalleerd door een Yamaha
dealer.
In de handel verkrijgbare onderdelen,
accessoires en aanpassingssets
Hoewel er producten verkrijgbaar zijn die
qua ontwerp en kwaliteit sterk lijken op
originele Yamaha accessoires, dient u te
beseffen dat sommige in de handel ver-
krijgbare accessoires of aanpassingssets
niet geschikt zijn vanwege mogelijke vei-
ligheidsrisico’s voor uzelf of anderen. Het
monteren van in de handel verkrijgbare
producten of het verrichten van aanpass-
ingen die de ontwerp- of bedieningsken-
merken van uw machine wijzigen kan het
risico op ernstig letsel of overlijden van
uzelf of anderen vergroten. U bent verant-
woordelijk voor letsel dat voortvloeit uit
wijzigingen aan de machine.
Volg bij de montage van accessoires de
onderstaande richtlijnen en die vermeld
Maximale belasting:
YP250R 186 kg (410 lb)
YP250RA 178,6 kg (394 lb)
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-3
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 10
Page 11 of 92

onder het kopje “Beladen”.
Monteer nooit accessoires en ver-
voer nooit bagage als deze een
nadelige invloed hebben op de pres-
taties van uw scooter. Inspecteer het
accessoire zorgvuldig alvorens het te
gebruiken om te waarborgen dat het
de grondspeling of de hellinghoek op
geen enkele manier vermindert, de
veerweg, de stuuruitslag of de bedie-
ning niet beperkt en geen lampen of
reflectors afdekt.
• Accessoires die aan of nabij het
stuur of de voorvork zijn gemon-
teerd zullen mogelijk instabiliteit
veroorzaken door een foutieve
gewichtsverdeling of door aerody-
namische effecten. Accessoires
aan het stuur of nabij de voorvork
moeten zo licht mogelijk zijn en tot
een minimum worden beperkt.
• Omvangrijke accessoires kunnen
door hun aerodynamisch effect
van invloed zijn op de rijstabiliteit
van de scooter. De scooter kan
door rijwind worden opgetild of bij
zijwind instabiel worden. Zulke
accessoires kunnen ook instabili-
teit veroorzaken terwijl u grote
voertuigen inhaalt of door deze
wordt ingehaald.• Sommige accessoires dwingen de
bestuurder om een andere dan de
normale zitpositie in te nemen.
Zo’n verkeerde zitpositie beperkt
de bewegingsvrijheid van de
bestuurder en kan een comforta-
bele bediening hinderen, zodat we
dergelijke accessoires sterk afra-
den.
Wees voorzichtig bij het aanbrengen
van elektrische accessoires. Als
elektrische accessoires de capaciteit
van het elektrisch systeem van de
scooter te boven gaan, kan zich een
gevaarlijke elektrische storing voor-
doen waardoor de verlichting of de
motor uitvalt.
In de handel verkrijgbare banden en
velgen
De banden en velgen die bij uw scooter
werden geleverd zijn ontworpen om de
mogelijkheden van de machine te onder-
steunen en bieden de beste combinatie
van rijprestaties, remvermogen en com-
fort. Andere banden, velgen, maten of
combinaties zijn mogelijk niet geschikt.
Zie pagina 6-18 voor bandenspecificaties
en meer informatie over het vervangen
van uw banden.
DAU10372
Andere aandachtspunten voor
veilig rijden
Geef duidelijk richting aan wanneer u
een bocht neemt.
Op een nat wegdek kan remmen
uiterst lastig zijn. Vermijd te hard
remmen, de scooter zou kunnen slip-
pen. Bedien de remmen rustig wan-
neer u op een nat wegdek wilt stop-
pen.
Minder snelheid bij het naderen van
een bocht of een afslag. Trek lang-
zaam op nadat u de bocht hebt
genomen.
Wees voorzichtig bij het passeren
van geparkeerde auto’s. Een
bestuurder merkt u mogelijk niet op
en kan het portier openslaan in uw
rijrichting.
Spoorwegovergangen, tramrails,
ijzeren platen gebruikt in de wegen-
bouw en putdeksels worden in natte
toestand zeer glad. Minder snelheid
en passeer ze voorzichtig. Houd de
scooter recht, anders kan hij gaan
schuiven.
De remvoeringen kunnen nat worden
bij het wassen van de scooter. Con-
troleer de remmen na het wassen
van de scooter, voordat u gaat rijden.
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-4
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 11
Page 12 of 92
Draag steeds een helm, handschoe-
nen, een lange broek (taps toelopend
bij de enkel/omslag, om flapperen te
voorkomen), en een felgekleurd jack.
Vervoer op uw scooter niet te veel
bagage. Een overbeladen scooter is
onstabiel. Gebruik degelijke snelbin-
ders om bagage aan de bagagedra-
ger vast te binden (indien het voer-
tuig is voorzien van een
bagagedrager). Losse bagage beïn-
vloedt de stabiliteit van de scooter en
kan uw aandacht afleiden van het
verkeer. (Zie pagina 1-1).
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-5
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 12
Page 13 of 92
DAU10410
Aanzicht linkerzijde
BESCHRIJVING
2-1
2
1. Koplamp (pagina 6-28)
2. Tankdop (pagina 3-14)
3. Boordgereedschapsset (pagina 6-2)
4. Luchtfilterelement in V-snaarbehuizing (pagina 6-15)
5. Achterste opbergcompartiment (pagina 3-18)
6. Luchtfilterelement (pagina 6-15)
7. Stelring voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-20)
8. Olieaftapplug (pagina 6-10)9. Middenbok (pagina 6-23)
10. Zijstandaard (pagina 3-20)
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 13
Page 14 of 92
DAU10420
Aanzicht rechterzijde
BESCHRIJVING
2-2
2
1. Handgreep (pagina 5-2)
2. Zadel (pagina 3-18)
3. Dop koelvloeistofreservoir (pagina 6-13)
4. Accu (pagina 6-25)
5. Zekeringen (pagina 6-26)
6. Voorremblokken (pagina 6-20)
7. Kijkglas koelvloeistofniveau (pagina 6-13)
8. Motoroliepeilstok (pagina 6-10)9. Achterremblokken (pagina 6-20)
10. Stelring voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-20)
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 14
Page 15 of 92
DAU10430
Bedieningen en instrumenten
BESCHRIJVING
2-3
2
1. Achterremhendel (pagina 3-13)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-11)
3. Snelheidsmeter (pagina 3-5)
4. Multifunctioneel display (pagina 3-6)
5. Toerenteller (pagina 3-6)
6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-11)
7. Voorremhendel (pagina 3-12)
8. Gasgreep (pagina 6-16)9. Voorste opbergcompartiment (pagina 3-18)
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 15
Page 16 of 92

DAU10976
Startblokkeersysteem
1. Codeersleutel (rood bovendeel)
2. Standaardsleutels (zwart bovendeel)
Dit voertuig is voorzien van een startblok-
keersysteem waarmee diefstal kan wor-
den bemoeilijkt door de codering van de
standaardsleutels te wijzigen. Het sys-
teem bestaat uit de volgende onderdelen:
een codeersleutel (met een rood
bovendeel)
twee standaardsleutels (met een
zwart bovendeel) die opnieuw kun-
nen worden gecodeerd
een transponder (die is geïntegreerd
in de codeersleutel)
een startblokkeereenheid
een ECU
een controlelampje van het startblok-
keersysteem (Zie pagina 3-4). De sleutel met het rode bovendeel
wordt gebruikt om de twee standaard-
sleutels te coderen. Het wijzigen van de
codes is een ingewikkelde procedure.
Breng het voertuig daarom met alle drie
sleutels naar een Yamaha dealer om
deze opnieuw te laten coderen. Gebruik
de sleutel met het rode bovendeel niet
om met het voertuig te rijden. Deze
sleutel dient uitsluitend te worden
gebruikt voor het opnieuw coderen van
de standaardsleutels. Gebruik altijd een
standaardsleutel om met het voertuig te
rijden.
DCA11821
ZORG DAT U DE CODEERSLEU-
TEL NIET VERLIEST! NEEM
DIRECT CONTACT OP MET UW
DEALER ALS U HEM VERLOREN
HEBT! Als de codeersleutel verlo-
ren is, kunnen de standaardsleu-
tels niet opnieuw gecodeerd wor-
den. U kunt het voertuig dan nog
steeds starten met de standaard-
sleutels, maar als ze opnieuw
gecodeerd moeten worden (d.w.z.
als er een nieuwe standaardsleutel
is gemaakt of als alle sleutels ver-
loren zijn), dient het gehele start-blokkeersysteem vervangen te
worden. Daarom wordt u sterk
aangeraden een van de standaard-
sleutels te gebruiken en de
codeersleutel op een veilige plek
te bewaren.
Dompel de sleutels nooit in water.
Stel de sleutels nooit bloot aan
extreem hoge temperaturen.
Leg de sleutels nooit vlakbij mag-
netische voorwerpen (zoals bij-
voorbeeld speakers enz.).
Plaats nooit voorwerpen die elek-
trische signalen uitzenden vlakbij
de sleutels.
Plaats nooit zware voorwerpen op
de sleutels.
U mag de sleutels nooit slijpen of
de vorm ervan wijzigen.
U mag het plastic gedeelte van de
sleutels nooit demonteren.
Hang nooit twee sleutels van een
startblokkeersysteem aan dezelf-
de sleutelring.
Bewaar de standaardsleutels en
ook de sleutels van andere start-
blokkeersystemen altijd op een
andere plek dan de codeersleutel
van het voertuig.
Houd sleutels van andere start-
blokkeersystemen altijd uit de
LET OP
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-1
3
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 16