Page 105 of 292

7
!
i
i
i
103
VEILIGHEID
CONTROLESYSTEEM BANDENSPANNING
Dit systeem zorgt voor een automati-
sche en permanente controle van de
bandenspanning tijdens het rijden. Alle reparaties aan een wiel dat
met dit systeem is uitgerust en
het vervangen van een band moe-
ten worden uitgevoerd door het
PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Wanneer bij het verwisselen een
wiel is gemonteerd dat niet door
uw auto wordt gedetecteerd (voor-
beeld: montage van winterban-
den), dient het systeem door het
PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalifi ceerde werkplaats op-
nieuw geïnitialiseerd te worden.
Ondanks dit systeem moet de ban-
denspanning (zie de paragraaf
"Identifi catie") nog regelmatig wor-
den gecontroleerd. De banden-
spanning heeft een belangrijke
invloed op het weggedrag van de
auto en de slijtage van de banden,
vooral onder zware rijomstandig-
heden (zware lading, hoge rijsnel-
heden).
De bandenspanning dient minimaal
één keer per maand gecontroleerd
te worden, bij koude banden. Denk
eraan ook de bandenspanning van
het reservewiel te controleren.
Het bandenspanningscontrolesy-
steem kan tijdelijk worden verstoord
door radiogolven in hetzelfde fre-
quentiegebied.
Elk ventiel is voorzien van een sensor,
die een waarschuwingssignaal uitzendt
als de bandenspanning te laag is (snel-
heid hoger dan 20 km/h).
Dit pictogram verschijnt op het
instrumentenpaneel en/of er
verschijnt een melding op het
display, in combinatie met een
geluidssignaal, om aan te ge-
ven welke band(en) het betreft.
)
Controleer zo snel mogelijk de ban-
denspanning.
Dit dient te worden uitgevoerd bij koude
banden.
Te lage bandenspanning
Het verklikkerlampje STOP
en/of dit verklikkerlampje gaat/
gaan branden op het instrumen-
tenpaneel in combinatie met
een geluidssignaal en een mel-
ding op het display die aangeeft
welke band(en) het betreft.
)
Stop onmiddellijk, maar vermijd ab-
rupte manoeuvres met het stuur en
de remmen.
)
Repareer of vervang de beschadig-
de band (lekke band of veel te lage
bandenspanning) en laat de ban-
denspanning zo snel mogelijk con-
troleren.
Lekke band
Het bandenspanningscontrolesysteem is
niet meer dan een hulpmiddel, hetgeen
inhoudt dat de waakzaamheid en verant-
woordelijkheid van de bestuurder niet door
het systeem kunnen worden vervangen.
Sensor(en) niet gedetecteerd of
defect
Dit pictogram verschijnt op het
instrumentenpaneel en/of er ver-
schijnt een melding op het display,
in combinatie met een geluidssig-
naal, om aan te geven van welk(e)
wiel(en) de bandenspanning niet meer ge-
controleerd wordt of om aan te geven dat
er een storing in het systeem zit.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats om de
defecte sensor(en) te vervangen.
Deze melding wordt ook weergege-
ven als één van de wielen niet op
de auto aanwezig is (bij reparatie)
of als er één of meerdere wielen
zonder sensor op de auto worden
gemonteerd.
Als uw auto is uitgerust met een
reservewiel, is deze niet voorzien
van een sensor.
Page 106 of 292

7
!
i
!
104
VEILIGHEID
HULPSYSTEMEN BIJ HET REMMEN
Uw auto is voorzien van drie systemen
die u helpen om de auto in een noodsi-
tuatie veilig tot stilstand te brengen:
- het antiblokkeersysteem (ABS),
- de elektronische remdrukregelaar
(EBD),
- Brake Assist System (BAS).
Antiblokkeersysteem (ABS)
en Electronic Brake Force
Distribution (EBD)
Deze systemen zorgen tijdens het rem-
men voor een betere stabiliteit en be-
stuurbaarheid van uw auto, vooral op
een slecht of glad wegdek.
Trap het rempedaal bij een nood-
stop krachtig en volledig in en laat
het niet los.
Zorg er bij vervanging van de wie-
len (banden en velgen) voor dat er
wielen worden gemonteerd die aan
de voorschriften van de construc-
teur voldoen.
Storing
Als dit waarschuwingslampje
gaat branden in combinatie
met een geluidssignaal en een
melding op het multifunctionele
display, duidt dit op een storing in het
antiblokkeersysteem. Door deze storing
zou u tijdens het remmen de controle
over uw auto kunnen verliezen.
Als dit waarschuwingslampje
gaat branden in combinatie
met de controlelampjes STOP
en ABS
, een geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele
display, duidt dit op een storing in de
elektronische remdrukregelaar. Door
deze storing zou u tijdens het remmen
de controle over uw auto kunnen ver-
liezen.
Brake Assist System (BAS)
Dit systeem zorgt ervoor dat in nood-
gevallen de optimale remdruk sneller
wordt bereikt, zodat de remafstand klei-
ner wordt.
Inschakelen
Het antiblokkeersysteem treedt auto-
matisch in werking zodra een van de
wielen dreigt te blokkeren.
Als het antiblokkeersysteem ingrijpt,
is dat merkbaar aan het trillen van het
rempedaal; dit is de normale werking.
Inschakelen
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal sneller wordt ingetrapt dan
een bepaalde grenswaarde.
Het systeem zorgt er dan voor dat de
benodigde bedieningskracht minder
wordt en dat de effectiviteit van het rem-
men wordt vergroot.
Trap het rempedaal bij een nood-
stop zeer krachtig in en laat het pe-
daal niet los.
Stop op een veilige plaats.
Raadpleeg in beide gevallen het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi -
ceerde werkplaats.
Page 107 of 292

7
!
105
VEILIGHEID
De systemen ASR en ESP zor-
gen voor meer veiligheid tijdens
het rijden. De bestuurder mag zich
echter nooit laten verleiden tot het
nemen van meer risico's of het te
hard rijden.
De goede werking van de syste-
men wordt verzekerd door het na-
leven van de voorschriften van de
fabrikant voor wat betreft:
- de wielen (banden en velgen),
- de componenten van het rem-
systeem,
- de elektronische componenten,
- de montage- en onderhouds-
procedures.
Laat de systemen na een aanrij-
ding door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalifi ceerde werk-
plaats controleren.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de
auto vastzit in de modder, sneeuw, in
mulle grond,...) kan het nuttig zijn de
systemen ASR en ESP uit te schake-
len, zodat de wielen kunnen spinnen en
weer grip kunnen krijgen.
)
Druk op de knop "ESP OFF"
, die
zich in het midden van het dash-
board bevindt.
Als dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel en het
verklikkerlampje van de knop
branden, zijn de systemen ASR
en ESP uitgeschakeld.
Bij auto's met een 1.6 THP 200-ben-
zinemotor wordt hiermee tevens het
automatisch inschakelen van de alarm-
knipperlichten uitgeschakeld.
Opnieuw inschakelen:
Deze systemen worden automatisch weer
ingeschakeld als het contact opnieuw
wordt aangezet of vanaf 50 km/h (uitge-
zonderd 1.6 THP 200-benzinemotor).
)
Druk nogmaals op de knop "ESP
OFF"
om de systemen handmatig
weer in te schakelen.
Storing
Als dit verklikkerlampje gaat
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
op het display, duidt dit op een
storing in deze systemen.
Laat de systemen controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwa-
lifi ceerde werkplaats.
STABILITEITSCONTROLESYSTEMEN
Inschakelen
De systemen worden automatisch inge-
schakeld zodra de motor wordt gestart.
Antislipregeling
(ASR) en elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP)
De systemen worden geactiveerd zodra
de wielen te weinig grip hebben of de
koers van de auto afwijkt van de door
de bestuurder gewenste richting.
In dat geval gaat dit controle-
lampje op het instrumentenpa-
neel knipperen.
De antislipregeling verbetert de tractie
van de wielen om doorslippen te voor-
komen, door in te grijpen op de remmen
van de aangedreven wielen en op het
motorkoppel.
Het elektronisch stabiliteitsprogramma
grijpt in via de remmen van één of meer
wielen en via het motorkoppel om de
auto (binnen de grenzen van de na-
tuurkundige wetmatigheden) weer in de
juiste koers te brengen. Bij auto's met een 1.6 THP 200-ben-
zinemotor wordt hiermee tevens het
automatisch inschakelen van de alarm-
knipperlichten weer ingeschakeld.
Page 108 of 292

7
!
VEILIGHEID
ROLL-BARS
Systeem dat de inzittenden beschermt
bij het over de kop slaan van de auto,
mits ze hun veiligheidsgordel dragen.
De roll-bars zijn in de rugleuning van
de achterbank aangebracht. Ze zijn
voorzien van de inscriptie "Rollover
Protection".
Activering
Ze worden gelijktijdig geactiveerd wan-
neer de auto over de kop slaat.
Storing in de werking
Als dit verklikkerlampje op het in-
strumentenpaneel gaat branden,
in combinatie met een geluidssig-
naal en een melding op het dis-
play, neem dan contact op met het
PEUGEOT-netwerk of met een
gekwalifi ceerde werkplaats om
het systeem te laten controleren.
Om een goede werking en active-
ring van de roll-bars te garanderen
als wordt gedetecteerd dat de auto
over de kop slaat, is het nodig dat:
- er geen enkel accessoire dat
niet is voorzien van een artikel-
nummer van PEUGEOT con-
tact maakt met of is bevestigd
aan de roll-bars,
- er geen voorwerpen aanwezig
zijn die de roll-bars blokkeren of
afremmen,
- er geen voorwerpen aanwezig zijn
in de zone boven de roll-bars.
Page 109 of 292