Page 97 of 218

96
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
VEILIGHEIDS-
GORDELS
GEBRUIK VAN
DE VEILIGHEIDSGORDELS
Voor en aan de zijkant achter
Ga goed rechtop zitten, steun tegen de
rugleuning en leg dan de gordel om.
Trek de gordel uit en maak de gordel
vast door de gesp A-fig. 1in de slui-
tingBte drukken, totdat hij hoorbaar
blokkeert.
Als tijdens het uittrekken van de gor-
del de rolautomaat blokkeert, laat dan
de gordel een stukje teruglopen en
trek de gordel vervolgens weer gelei-
delijk uit.
Druk, om de gordel los te maken, op
de knop C. Begeleid de gordel tijdens
het teruglopen, zodat wordt voorko-
men dat de gordelband draait.
Via de oprolautomaat wordt de lengte
van de gordel automatisch aangepast
aan het postuur van de drager en
wordt toch voldoende bewegingsvrij-
heid geboden.Als de auto op een steile helling staat,
kan de rolautomaat blokkeren; dit is
een normaal verschijnsel. Bovendien
blokkeert de rolautomaat als u de gor-
del snel uittrekt. Hij blokkeert ook bij
hard remmen, botsingen en bij hoge
snelheden in bochten.
De achterbank is voorzien van drie-
punts-veiligheidsgordels met rolauto-
maat.De veiligheidsgordels achter moeten
worden omgelegd zoals is aangegeven
in het afgebeelde schema D-fig. 2(uit-
voeringen met 5 zitplaatsen) of E-fig.
3(uitvoeringen met 4 zitplaatsen).
fig. 1L0D0126m
fig. 2L0D0430m
fig. 3L0D0431m
Druk tijdens het rijden
niet op de knop C-fig. 1.
ATTENTIE
Page 98 of 218

97
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
SBR-systeem
De auto is uitgerust met het SBR-sys-
teem (Seat Belt Reminder), dat be-
staat uit een akoestisch waarschu-
wingssysteem dat, samen met het
knipperende lampje
mentenpaneel, de bestuurder waar-
schuwt als de veiligheidsgordel niet is
omlegd.
De zoemer kan tijdelijk (totdat de mo-
tor wordt uitgezet) op de volgende
wijze worden uitgeschakeld:
❒maak de veiligheidsgordel aan be-
stuurderszijde vast;
❒draai de contactsleutel in stand
MAR;
❒wacht langer dan 20 seconden en
maak dan ten minste een van de
veiligheidsgordels los.
Voor permanente uitschakeling dient
u zich tot het Lancia Servicenetwerk
te wenden.
Het SBR-systeem kan uitsluitend weer
worden ingeschakeld in het setup-
menu (zie de paragraaf „niet omge-
legde veiligheidsgordels” in het hoofd-
stuk „Lampjes en berichten”).HOOGTEVERSTELLING VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS VOOR
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De hoogte van de gordel moet altijd
worden aangepast aan het postuur
van de inzittende: zo wordt de kans
op letsel bij een ongeval aanzienlijk
verkleind.
De gordel is goed afgesteld als hij over
de schouder halverwege tussen nek en
uiteinde van de schouder ligt.
Druk om de hoogte te regelen knop
A-fig. 4van het blokkeermechanisme
in en verplaats tegelijkertijd het beves-
tigingspuntBin de gewenste richting.
Bedenk dat achterpassa-
giers die geen gordel dra-
gen tijdens een ernstig ongeval, niet
alleen zelf aan gevaar worden
blootgesteld maar ook gevaar op-
leveren voor de inzittenden voor.
ATTENTIE
fig. 4L0D0128m
De veiligheidsgordels mo-
gen alleen worden versteld
als de auto stilstaat.
ATTENTIE
Controleer na het afstellen
altijd of de beugel vergren-
deld is in een van de vaste standen.
Laat hiervoor de knop los en trek
de gordel omlaag, zodat het beves-
tigingspunt blokkeert, als dit nog
niet heeft plaatsgevonden.
ATTENTIE
Page 99 of 218

98
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDEL VAN DE
ZITPLAATS MIDDENACHTER
De veiligheidsgordel is uitgerust met
twee sluitingen en twee gespen.
Voor het gebruik van de veiligheids-
gordel moet u de gespen uit de zittin-
genHenP-fig. 5van de rolautomaat
halen en de gordel voorzichtig en rus-
tig uittrekken om te voorkomen dat
de gordelband draait. Druk vervol-
gens de gesp G-fig. 6in de sluiting L
die voorzien is van een knop M.
Om de gordel om te leggen, moet de
gordel nog iets verder worden uitge-
trokken en de gesp I-fig. 6in de slui-
tingNworden gestoken.
Gordel losmaken: druk op de knop
O-fig. 6. Begeleid de gordel tijdens het
teruglopen om te voorkomen dat de
gordelband draait.
Bagageruimte vergroten: maak de
sluiting los door op de knop M-fig. 6
te drukken en begeleid de gordel tij-
dens het teruglopen om te voorkomen
dat de gordelband draait; plaats de
gespIin de zitting P-fig. 5en de gesp
G-fig. 6in de zitting H-fig. 5 in de
rolautomaat.
BELANGRIJK Als de zitplaatsen weer
in de normale stand staan, moet de
gordel weer gebruiksklaar zijn (zoals
hiervoor beschreven).
fig. 5L0D0311m
fig. 6L0D0310m
Bedenk dat achterpassa-
giers die geen gordel dra-
gen tijdens een ernstig ongeval, niet
alleen zelf aan gevaar worden
blootgesteld maar ook gevaar op-
leveren voor de inzittenden voor.
ATTENTIE
Page 100 of 218

99
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
GORDELSPANNERS
Voor een nog effectievere bescherming
zijn de veiligheidsgordels voor van de
auto voorzien van gordelspanners. Dit
systeem trekt bij een heftige botsing de
gordel enige centimeters aan. Op deze
wijze worden de inzittenden veel beter
op hun plaats gehouden en wordt de
voorwaartse beweging beperkt.
Het blokkeren van de veiligheidsgor-
del geeft aan dat de gordelspanner in
werking is geweest; de gordel wordt
niet meer opgerold, ook niet als hij
wordt begeleid.De gordelspanner werkt
slechts eenmaal. Als de
gordelspanners hebben gewerkt,
moet u zich tot het Lancia Service-
netwerk wenden om ze te laten ver-
vangen. De geldigheid van het sys-
teem staat vermeld op een plaatje
dat zich in het bovenste dashboard-
kastje aan passagierszijde bevindt:
laat voor het verstrijken van deze
termijn het systeem door het Lan-
cia Servicenetwerk vervangen.
ATTENTIE
Werkzaamheden waarbij
stoten, sterke trillingen of
verhitting (maximaal 100 °C
gedurende ten hoogste 6 uur)
optreden,kunnen de gordelspanners
beschadigen of activeren: bij die om-
standigheden horen niet trillingen
die voortgebracht worden door een
slecht wegdek of door contacten met
kleine obstakels zoals trottoirban-
den. Wendt u altijd tot het Lancia
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Voor een maximale be-
scherming door de gordelspanner
moet de veiligheidsgordel zo worden
omgelegd dat hij goed aansluit op
borst en bekken.
Er kan een beetje rook ontsnappen.
Deze rook is niet schadelijk en duidt
niet op brand.
De gordelspanner behoeft geen enkel
onderhoud of smering.
Elke verandering van de oorspronke-
lijke staat zal de doelmatigheid ver-
minderen.
Als de gordelspanner door extreme na-
tuurlijke omstandigheden (bijv. over-
stromingen, vloedgolven) met water en
modder in contact is geweest, dan
moet de spanner worden vervangen.
Page 101 of 218

100
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
TREKKRACHTBEGRENZERS
Om de bescherming van de inzitten-
den bij een ongeval te vergroten, zijn
de oprolautomaten van de gordels
voor voorzien van trekkrachtbegren-
zers die tijdens een frontale aanrijding
de piekbelasting op de borst en schou-
ders beperken.ALGEMENE OPMERKINGEN
OVER HET GEBRUIK
VAN VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder is verplicht zich te hou-
den aan de wettelijke voorschriften
met betrekking tot het verplichte ge-
bruik van de veiligheidsgordels (en de
inzittenden erop attent te maken).
Leg de veiligheidsgordel altijd om
voordat u vertrekt.
Ook zwangere vrouwen moeten een
gordel dragen: ook voor hen (zowel
voor de aanstaande moeder als het
kind) is de kans op letsel bij een ern-
stig ongeval kleiner als ze een gordel
dragen.
Uiteraard moeten zwangere vrouwen
het onderste deel van de gordel meer
naar beneden omleggen, zodat de
gordel over het bekken en onder de
buik langs loopt (zoals in fig. 7is
aangegeven).
fig. 7L0D0133m
fig. 8L0D0134m
fig. 9L0D0135m
De gordelband mag nooit
gedraaid zijn. Het diago-
nale gordelgedeelte moet via het
midden van de schouder schuin over
de borst liggen. Het horizontale gor-
delgedeelte moet over het bekken en
niet over de buik liggen. Gebruik
geen voorwerpen (wasknijpers,
klemmen enz.) die een goed aan-
sluiten van de gordel op het lichaam
verhinderen.
ATTENTIE
Voor maximale veilig heid
moet u de rugleuning rechtop
zetten, tegen de leuning aan gaan zit-
ten en de gordel goed laten aanslui-
ten op borst en bekken. Draag altijd
veiligheidsgordels zowel voor als
achter in de auto! Rijden zonder vei-
ligheidsgordels vergroot het risico op
ernstig letsel of dodelijke afloop bij
een ongeval.
ATTENTIE
Page 102 of 218

101
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
HOE U DE
VEILIGHEIDSGORDELS
IN OPTIMALE STAAT HOUDT
❒Zorg dat de gordel goed uitgetrok-
ken en niet gedraaid is; controleer
ook of de oprolautomaat zonder
haperingen werkt.
❒Vervang de gordels na een onge-
val, ook al zijn ze ogenschijnlijk
niet beschadigd. Vervang de gor-
dels ook als de gordelspanners in
werking zijn geweest.
❒U kunt de gordels met de hand
wassen met water en een neutrale
zeep. Spoel ze uit en laat ze in de
schaduw drogen. Gebruik geen bij-
tende, blekende of kleurende mid-
delen. Vermijd het gebruik van alle
chemische producten die het weef-
sel van de gordel kunnen aantasten.
❒Voorkom dat vocht in de oprolau-
tomaat komt: de werking van de
oprolautomaten is alleen gegaran-
deerd, als ze niet nat zijn geweest.
❒Vervang de gordels bij tekenen van
slijtage of beschadigingen.KINDEREN VEILIG
VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een on-
geval moeten alle inzittenden zittend
reizen en beschermd worden door
goedgekeurde veiligheidssystemen.
Dit geldt met name voor kinderen.
Dit is een wettelijk voorschrift volgens
richtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten
van de Europese Unie.
Het hoofd van kleine kinderen is in
verhouding met de rest van het li-
chaam groter en zwaarder dan dat van
volwassenen, terwijl spieren en bots-
tructuur nog niet volledig zijn ontwik-
keld. Daarom moeten kleine kinderen
door andere systemen beschermd wor-
den dan door de veiligheidsgordels.
Als de gordel aan een
zware belasting wordt
blootgesteld (bijvoorbeeld tijdens
een ongeval), dan moet de gordel
samen met de verankeringen, be-
vestigingspunten en de gordelspan-
ner worden vervangen. Ook als de
schade niet zichtbaar is, dan kan
de gordel toch verzwakt zijn.
ATTENTIE
Iedere gordel dient slechts
ter bescherming van een
enkel persoon: gebruik de gordel
niet voor een kind dat bij een vol-
wassene op schoot zit, waarbij de
gordel beiden zou moeten bescher-
men. Plaats bovendien geen enkel
voorwerp tussen de gordel en het
lichaam van een inzittende.
ATTENTIE
Het is streng verboden
onderdelen van de veilig-
heidsgordels of gordelspanners te
demonteren of open te maken. Werk-
zaamheden aan de veiligheidsgor-
dels en gordelspanners moeten wor-
den uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel. Wendt u altijd tot het
Lancia Servicenetwerk.
ATTENTIE
Page 103 of 218

102
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
De resultaten van onderzoek naar de
optimale bescherming van kleine kin-
deren zijn verwerkt in de Europese
ECE/R44-voorschriften die wettelijk
verplicht zijn. De systemen zijn on-
derverdeeld in vijf groepen:
Groep 0 gewicht tot aan 10 kg
Groep 0+ gewicht tot aan 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
Zoals u ziet is er een gedeeltelijke
overlapping tussen de groepen;
daarom zijn in de handel systemen
verkrijgbaar die geschikt zijn voor
verschillende gewichtsgroepen.
Alle systemen moeten zijn voorzien
van de typegoedkeuring en van een
goed vastgehecht plaatje met het con-
trolemerk, dat absoluut niet mag wor-
den verwijderd.
Kinderen met een lengte van meer
dan 1,50 m worden, met betrekking
tot de veiligheidssystemen, gelijkge-
steld met volwassenen en moeten dan
ook normaal de veiligheidsgordels
omleggen.
In het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma zijn kinderzitjes opgenomen
voor elke gewichtsgroep. Deze zijn
speciaal ontworpen en ontwikkeld
voor de Lancia-modellen.
ZEER GEVAARLIJK: Mon-
teer absoluut geen kinder-
zitje achterstevoren op de passa-
giersstoel voor als de frontairbag
aan passagierszijde is ingeschakeld.
Als bij een ongeval de airbag in
werking treedt (opblaast), kan dit
ernstig letsel en zelfs de dood tot ge-
volg hebben. Wij raden u aan kin-
deren altijd op de zitplaatsen ach-
ter te vervoeren, omdat die plaatsen
bij een ongeval de meeste bescher-
ming bieden. Kinderzitjes mogen
beslist nooit op de voorstoel gemon-
teerd worden bij auto's die zijn uit-
gerust met een airbag aan passa-
gierszijde. Als bij een ongeval de
airbag in werking treedt (opblaast),
kan dit ernstig letsel en zelfs de
dood tot gevolg hebben, ongeacht de
zwaarte van het ongeluk.
ATTENTIE
Als er geen andere moge-
lijkheid is, kunnen kinde-
ren op de voorstoel aan
passagierszijde worden
vervoerd bij auto’s die zijn
uitgerust met een uitscha-
kelbare frontairbag aan passa-
gierszijde.
In dit geval moet u er absoluut ze-
ker van zijn dat de airbag is uitge-
schakeld door te controleren of het
gele waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel brandt (zie
„Frontairbags passagierszijde” in
de paragraaf „Front- en zij-air-
bags”). Bovendien moet de stoel zo
ver mogelijk naar achteren zijn ge-
schoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard.
ATTENTIE
Page 104 of 218

103
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
GROEP 0 en 0+ (fig. 10)
Baby’s tot 13 kg moeten in wiegjes
worden vervoerd die achterstevoren
zijn geplaatst, waardoor het achter-
hoofd wordt gesteund en bij plotseling
remmen de nek niet wordt belast.
Het wiegje moet op zijn plaats worden
gehouden door de veiligheidsgordel en
het kind moet op zijn beurt worden
beschermd door de gordel van het
wiegje zelf.GROEP 1 (fig. 11)
Kinderen met een gewicht tussen 9 en
18 kg moeten met het gezicht naar
voren worden vervoerd.
fig. 11L0D0501mfig. 12L0D0138mfig. 10L0D0136m
De afbeelding dient alleen
ter illustratie van de mon-
tage. Houdt u voor de montage van
het kinderzitje aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze in-
structies bij te leveren.
ATTENTIE
De afbeelding dient alleen
ter illustratie van de mon-
tage. Houdt u voor de montage van
het kinderzitje aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze in-
structies bij te leveren.
ATTENTIE
GROEP 2 (fig. 12)
Kinderen met een gewicht tussen
15 en 25 kg kunnen direct door de
veiligheidsgordels van de auto worden
beschermd. Kinderen moeten zo in de
kinderzitjes worden geplaatst, dat het
diagonale gordelgedeelte schuin over
de borst en niet langs de nek ligt. Het
horizontale gordelgedeelte moet over
het bekken en niet over de buik van
het kind liggen.
De afbeelding dient alleen
ter illustratie van de mon-
tage. Houdt u voor de montage van
het kinderzitje aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze in-
structies bij te leveren.
ATTENTIE