Page 17 of 218

16
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Extra afstandsbedieningen
bestellen
Het systeem kan maximaal 8 af-
standsbedieningen herkennen. Als u in
de loop der tijd een nieuwe afstands-
bediening nodig hebt, kunt u zich tot
het Lancia Servicenetwerk wenden.
Neem dan alle in uw bezit zijnde sleu-
tels, de CODE-card, een identiteits-
bewijs en de autopapieren mee.MECHANISCHE SLEUTEL
(RESERVESLEUTEL) fig. 15
De metalen baard A-fig. 15zit vast
aan de sleutel.
De sleutel dient voor:
❒het start-/contactslot;
❒het slot in het bestuurdersportier;
❒de noodportiervergrendeling als
het elektrische systeem niet werkt
(bijv. lege accu);
❒het inschakelen van de kindervei-
ligheidssloten op de achterportieren. Batterij van de sleutel met
afstandsbediening vervangen
fig. 14
Ga voor het vervangen van de batte-
rij als volgt te werk:
❒druk op de knop Aen klap de me-
talen baard Buit;
❒draai de schroef Clos met een
kleine schroevendraaier;
❒trek de batterijhouder Dnaar bui-
ten en vervang de batterij E; let
daarbij goed op de polariteit;
❒plaats de batterijhouder Din de
sleutel en draai de schroef Cin
stand.
fig. 14b (indien aanwezig)L0D0492m
Lege batterijen zijn schade-
lijk voor het milieu. Ze
moeten in een daarvoor be-
stemde chemobox of afval-
bak worden gedeponeerd. Ze kunnen
ook ingeleverd worden bij het Lan-
cia Servicenetwerk, dat vervolgens
voor de afvoer zorgt.
fig. 14aL0D0379m
Page 18 of 218
17
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
EDIENING
De cover van de
afstandsbediening vervangen
fig. 16
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Volg voor het vervangen van het
frontje van de afstandsbediening de in
de figuur afgebeelde procedure.
fig. 15L0D0380m
fig. 16L0D0380mDruk de knop B alleen in
als de sleutel ver genoeg
van het lichaam (vooral de ogen) en
van voorwerpen die snel beschadi-
gen (bijvoorbeeld kledingstukken)
is verwijderd. Laat de sleutel nooit
onbeheerd achter om te voorkomen
dat anderen, met name kinderen,
de sleutel kunnen gebruiken en per
ongeluk op de knop drukken.
ATTENTIE
Page 19 of 218
18
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Type sleutel
Mechanische
reservesleutel
Hoofdsleutel metafstandsbediening
Knipperen
richtingaanwijzers
(alleen met sleutel
met afstandsbediening)
Bewakingslampje
Druk op de knop Ëom het tankluikje te ontgrendelen.
Hieronder worden alle met de sleutel in te schakelen functies samengevat (met en zonder afstandsbediening):
Sloten van buitenaf
vergrendelen
Sleutel rechtsom draaien
(bestuurderszijde)
Sleutel rechtsom draaien
(bestuurderszijde)
KnopÁkort indrukken
1 × knipperen
3 seconden continu
branden en vervolgens
knipperen bewakingslampjeAchterklepslot ontgrendelen
KnopRlanger dan 2 seconden
indrukken
2 × knipperen
Knipperen bewakingslampje Sloten ontgrendelen
Sleutel linksom draaien
(bestuurderszijde)
Sleutel linksom draaien
(bestuurderszijde)
KnopËkort indrukken
2 × knipperen
Gedoofd
Page 20 of 218

19
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
EDIENING
KINDERVEILIGHEIDSSLOT
fig. 17
Hierdoor kunnen de achterportieren
niet van binnenuit geopend worden.
Het systeem kan alleen bij een ge-
opend portier worden ingeschakeld.
❒stand1– systeem ingeschakeld
(portier vergrendeld);
❒stand2– systeem uitgeschakeld
(portier kan van binnenuit worden
geopend).
Het systeem A blijft ook ingeschakeld
na het elektrisch ontgrendelen van de
portieren.
BELANGRIJK Schakel dit systeem al-
tijd in als u kinderen vervoert.
BELANGRIJK Controleer nadat u het
kinderveiligheidsslot bij beide achter-
portieren hebt ingeschakeld of het slot
daadwerkelijk is ingeschakeld door
aan de handgreep aan de binnenzijde
van de portieren te trekken.U kunt de portieren weer openen
door:
❒de contactsleutel in het slot van
het bestuurdersportier te steken en
de sleutel linksom te draaien
❒open het portier aan bestuurders-
zijde
❒vanuit het interieur de andere por-
tieren te openen met de betref-
fende hendels in de handgrepen.
fig. 17L0D0101m
Het kinderveiligheidsslot
A-fig. 19 schakelt alleen in
als u het slot in horizontale stand
1 draait en het slot vergrendelt.
ATTENTIE
Het kinderveiligheidsslot
A-fig. 17 schakelt alleen
uit als u het slot in verticale stand
2 draait en het slot vergrendelt.
ATTENTIE
NOODPORTIERVERGRENDELI
NG VAN BUITENAF fig. 18
De portieren zijn voorzien van een
systeem waarmee alle portieren via
het slot kunnen worden vergrendeld
als er geen stroom aanwezig is.
In dat geval kunt u de portieren van
de auto vergrendelen door:
❒de contactsleutel in het slot Bte
steken
❒het slot in stand 1te draaien en
het portier te sluiten.
fig. 18L0D0247
Bedien het kinderveilig-
heidsslot niet gelijktijdig
met de handgreep voor opening van
het portier.
ATTENTIE
Page 21 of 218

20
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
BEDIENING
START-/
CONTACTSLOT
De sleutel kan in 3 standen worden
gedraaid:
❒STOP: motor uit, sleutel uitneem-
baar en stuur geblokkeerd. Enkele
elektrische installaties werken
(bijv. autoradio, elektrische ruit-
bediening enz.).
❒MAR: contact aan. Alle elektrische
installaties werken.
❒AV V: motor starten (stand zonder
vergrendeling).
Het contactslot is voorzien van een
herstartbeveiliging. Als de motor bij
de eerste poging niet aanslaat, moet
u de sleutel terugdraaien in stand STOP
en nogmaals starten.
Het is streng verboden om
de-/montagewerkzaamhe-
den uit te voeren, waarvoor wijzi-
gingen in de stuurinrichting of de
stuurkolom vereist zijn (bijv. bij
montage van een diefstalbeveili-
ging). Hierdoor kunnen de presta-
ties van het systeem, de garantie en
de veiligheid in gevaar worden ge-
bracht en voldoet de auto niet meer
aan de typegoedkeuring.
ATTENTIE
fig. 19L0D0021m
Als het start-/contactslot
is geforceerd (bijv. bij een
poging tot diefstal) moet u, voordat
u weer met de auto gaat rijden, de
werking van het slot laten contro-
leren door het Lancia Servicenet-
werk.
ATTENTIE
Neem altijd de sleutel uit
het contactslot als de auto
wordt verlaten, om onvoorzichtig
gebruik van de bedieningsknoppen
te voorkomen. Vergeet niet de hand-
rem aan te trekken. Schakel de eer-
ste versnelling in als de auto op een
helling omhoog staat en de achter-
uit bij een helling omlaag (gezien
vanuit de rijrichting). Laat kinde-
ren nooit alleen achter in de auto.
ATTENTIE
STUURSLOT
Inschakelen
Zet de sleutel in stand STOP, trek de
sleutel uit het start-/contactslot en
draai het stuur totdat het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur iets heen en weer, terwijl
u de sleutel in stand MARdraait.
Verwijder de sleutel nooit
uit het contactslot als de
auto nog in beweging is. Bij de eer-
ste stuuruitslag blokkeert het stuur
automatisch. Dit geldt in alle geval-
len, ook als de auto gesleept wordt.
ATTENTIE
Page 22 of 218

21
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
EDIENING
INSTRUMENTEN
SNELHEIDSMETER fig. 20
Geeft de snelheid van de auto aan.
TOERENTELLER fig. 21
Geeft het motortoerental per minuut
aan.
BELANGRIJK De regeleenheid van de
elektronische inspuiting blokkeert tij-
delijk de toevoer van brandstof als de
motor met te hoge toerentallen draait,
waardoor het motorvermogen zal af-
nemen.
Bij stationair draaiende motor kan de
toerenteller onder bepaalde omstan-
digheden een geleidelijke of herhaalde
toerentalstijging aangeven.
Dit is een normaal verschijnsel dat
kan optreden als bijvoorbeeld de air-
conditioning of de elektroventilateur
wordt ingeschakeld. In deze gevallen
dient een geringe toerentalstijging
voor het behoud van de lading van de
accu.Het waarschuwingslampje Ageeft aan
dat er nog ongeveer 6 liter brandstof
aanwezig is.
Rijd niet met een bijna lege brand-
stoftank: door een onregelmatige
brandstoftoevoer kan de katalysator
beschadigen. BRANDSTOFMETER fig. 22
De brandstofmeter geeft het aantal li-
ters brandstof aan dat in de tank aan-
wezig is (zie de paragraaf „Tanken”).
fig. 20L0D0241mfig. 22L0D0023m
fig. 21L0D0242mfig. 23L0D0024m
Page 23 of 218

22
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
BEDIENING
MULTIFUNCTIONE
EL DISPLAY
(op het standaard
instrumentenpane
el met twee regels)
De auto kan zijn uitgerust met een mul-
tifunctioneel display dat tijdens de rit
nuttige informatie levert aan de be-
stuurder op basis van de instelling voor
de gewenste gegevens. KOELVLOEISTOFTEMPERA-
TUURMETER fig. 23
Als het waarschuwingslampje Agaat
branden, dan is de koelvloeistoftempe-
ratuur te hoog; zet in dat geval de mo-
tor uit en wendt u tot het Lancia Ser-
vicenetwerk. De wijzer geeft de tempe-
ratuur aan van de motorkoelvloeistof,
zodra de koelvloeistoftemperatuur ho-
ger wordt dan ongeveer 50 °C. Onder
normale omstandigheden kan de wij-
zernaald op verschillende posities in het
bereik staan, afhankelijk van de ge-
bruiksomstandigheden van de auto en
de zelfregulerende werking van het mo-
torkoelsysteem.
BELANGRIJK Als de wijzernaald aan
het begin van de schaal staat (lage
temperatuur) en het waarschuwings-
lampjeAbrandt, dan is er een storing
in het systeem. Wendt u in dit geval
tot het Lancia Servicenetwerk om het
systeem te laten controleren.
Als de wijzernaald in het
rode gebied komt, zet dan
onmiddellijk de motor uit
en wendt u tot het Lancia
Servicenetwerk.fig. 24L0D0497m
BEGINSCHERM fig. 24
Op het beginscherm kan het volgende
worden weergegeven:
AKilometerteller (weergave kilome-
ter-/mijltotaalteller)
BTijd (altijd weergegeven, ook bij
uitgenomen contactsleutel en ge-
sloten voorportieren)
CStand koplampverstelling (alleen
als het dimlicht is ingeschakeld)
DIndicatie schakeladvies.
OPMERKING Bij het openen van een
voorportier wordt de display verlicht en
wordt enkele seconden de tijd en de ki-
lometer-/mijltotaalteller weergegeven.
Page 24 of 218

23
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
EDIENING
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 25
+Om in het scherm en de keuzemo-
gelijkheden de volgende optie te
selecteren of de weergegeven
waarde te verhogen.
MODEKort indrukken voor toegang
tot het menu en/of naar het
volgende scherm te gaan of
de keuze te bevestigen.
Even ingedrukt houden om
terug te keren naar het be-
ginscherm.
–Om in het scherm en de keuzemo-
gelijkheden de voorgaande optie te
selecteren of de weergegeven
waarde te verlagen.
OPMERKING Bij de knoppen
+en–hangt de werking van het volgende af.❒Om de nieuwe instelling te beves-
tigen, moet u langer dan 2 secon-
den op de knop MODE drukken.
Volumeregeling
waarschuwingszoemer (buzzer)
Ga voor het instellen van het gewenste
volume als volgt te werk:
❒druk kort een aantal malen op knop
MODEtotdat „bUZZ” wordt weer-
gegeven;
❒druk op de knop +om het volume
te verhogen;
❒druk op de knop –om het volume
te verlagen;
❒om de nieuwe instelling te beves-
tigen, moet u langer dan 2 secon-
den op de knop MODEdrukken.
Weergave overschrijding ingestelde
snelheidslimiet
Als de ingestelde snelheidslimiet
wordt overschreden, wordt dit op de
display weergegeven en klinkt er een
akoestisch signaal:
Deze functie is standaard ingesteld op
„OFF”.
SETUP-MENU
In het „Setup-menu” kunnen de vol-
gende instellingen worden uitgevoerd:
❒KLOK INSTELLEN
❒VOLUMEREGELING WAAR-
SCHUWINGSZOEMER (BUZZER)
❒INSTELLING SNELHEIDSLI-
MIET
❒MEETEENHEID INSTELLEN.
Klokje instellen
Het klokje is standaard ingesteld op
24 uur.
Ga voor het instellen van de tijd als
volgt te werk:
❒druk kort een aantal malen op
knopMODEtotdat „Hour” wordt
weergegeven;
❒druk op de knop +om een minuut
te verhogen;
❒druk op de knop –om een minuut
te verlagen.
Als u de knop +of–enkele seconden
ingedrukt houdt, lopen de cijfers au-
tomatisch snel door of terug totdat
u de knop loslaat.
fig. 25L0D0384m