Page 105 of 218

104
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
fig. 13L0D0139m
GROEP 3 fig. 13
Voor kinderen met een gewicht tussen
22 en 36 kg bestaan er verhogingen
die het correcte gebruik van de veilig-
heidsgordel mogelijk maken.
In de figuur wordt een voorbeeld ge-
geven van de juiste positie van het
kind op de achterbank.
Kinderen die langer zijn dan 1,50 m
kunnen net zoals volwassenen de vei-
ligheidsgordels omleggen.
De afbeelding dient alleen
ter illustratie van de mon-
tage. Houdt u voor de montage van
het kinderzitje aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze in-
structies bij te leveren.
ATTENTIE
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN
DE UNIVERSELE KINDERZITJES
De auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de mon-
tage van kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto. Zie de volgende
tabel:
ZITPLAATS
Groep Gewicht Passagiers- Passagiers- Passagiers
zitplaats zitplaats zitplaats
voor achter midden
op de flanken(indien
aanwezig)
Groep 0, 0+ tot 13 kg U U *
Groep 1 9–18 kg U U *
Groep 2 15–25 kg U U *
Groep 3 22–36 kg U U *
Legenda:
U = geschikt voor „Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese
ECE/R44-voorschriften voor de aangegeven „groepen”.
* Op de middelste zitplaats achter kan geen enkel type kinderzitje worden
gemonteerd.
Page 106 of 218

105
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
Hieronder zijn de richtlijnen
voor een veilig vervoer
van kinderen aangegeven:
❒Plaats het kinderzitje bij voorkeur
op een van de zitplaatsen achter
omdat deze plaatsen bij een onge-
val de meeste bescherming bieden.
❒Als de airbag aan passagierszijde
buiten werking wordt gesteld,
moet altijd gecontroleerd worden
of het betreffende gele lampje “
op het instrumentenpaneel continu
brandt.
❒Houdt u bij de montage van het
kinderzitje strikt aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze in-
structies bij te leveren. Bewaar de
instructies samen met het instruc-
tieboekje in de auto. Monteer geen
gebruikte kinderzitjes waarvan de
gebruiksaanwijzingen ontbreken.
❒Controleer of de gordels goed zijn
vastgemaakt door aan de gordel-
band te trekken.❒Ieder veiligheidssysteem is bedoeld
voor slechts één kind: vervoer nooit
twee kinderen in één systeem.
❒Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
❒Zorg er tijdens de rit voor dat het
kind geen afwijkende houding
aanneemt of de gordels losmaakt.
❒Vervoer kinderen nooit in uw ar-
men, ook geen pasgeboren kinde-
ren. Niemand is sterk genoeg om
ze bij een ongeval vast te houden.
❒Na een ongeval moet het zitje door
een nieuw exemplaar worden ver-
vangen.MONTAGEVOORBE
REIDING VOOR
“ISOFIX
UNIVERSEEL”-
KINDERZITJE
(voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten)
De auto is voorbereid op de montage
van “Isofix Universeel”-kinderzitjes;
een nieuw gestandaardiseerd Euro-
pees systeem voor het vervoeren van
kinderen. In fig. 14is een voorbeeld
gegeven van het kinderzitje. Het Iso-
fix Universeel-kinderzitje is er voor
drie gewichtsgroepen: 1.
Monteer absoluut geen
kinderzitje op de voorstoel
aan de passagierszijde als deze is
uitgerust met een airbag, omdat
kinderen nooit op de voorstoel ver-
voerd mogen worden.
ATTENTIE
Page 107 of 218

106
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
fig. 14L0C0425m
Vanwege het verschillende bevesti-
gingssysteem, moet het kinderzitje aan
de daarvoor bestemde onderste meta-
len beugels A-fig. 15worden beves-
tigd. Deze bevinden zich tussen de rug-
leuning en zitting van de achterbank.
Bevestig daarna de bovenste gordel (bij
het kinderzitje geleverd) aan de beu-
gelD-fig. 16aan de achterzijde van de
rugleuning bij het kinderzitje.
fig. 15L0C0140m
Er kan ook een mengvorm worden
gekozen, een traditioneel kinderzitje
en een “Isofix Universeel”-kinderzitje.
Bedenk dat bij Isofix Universeel-kin-
derzitjes, alle zitjes gebruikt kunnen
worden die goedgekeurd zijn volgens
de ECE R44/03-richtlijn „Isofix Uni-
verseel”.
In het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma zijn een “Isofix Universeel”
“Duo Plus”- en een “G 0/1”-kinder-
zitje beschikbaar.
Zie voor meer informatie over de
montage en/of het gebruik van het
kinderzitje, het “Instructieboekje” dat
bij het kinderzitje wordt geleverd.
fig. 16L0C0143m
Monteer het kinderzitje al-
leen als de auto stilstaat.
Het kinderzitje is op de juiste wijze
aan de beugels bevestigd als u het
hoort vergrendelen. Houdt u in ie-
der geval aan de instructies voor de
montage, de demontage en de plaat-
sing. De fabrikant van het kinder-
zitje is verplicht deze instructies bij
te leveren.
ATTENTIE
Page 108 of 218

107
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
In de rijrichting
In de rijrichting
In de rijrichtingE
E
D
C
D
C
B
B1
AIL
IL
IL
IL (*)
IL
IL (*)
IUF
IUF
IUF
IUF geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevestigingspunt boven) die in de rijrich-
ting bevestigd moeten worden en goedgekeurd zijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.
IL: geschikt voor Isofix-kinderzitjes, die speciaal ontworpen en goedgekeurd zijn voor dit type auto. Het kinderzitje
kan gemonteerd worden door de voorstoel naar voren te schuiven.
(*) Het Isofix-kinderzitje kan gemonteerd worden door de voorstoel in de hoogste stand te zetten. GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ISOFIX UNIVERSEEL
KINDERZITJES
In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkheden weergegeven van de montage
van de Isofix Universeel-kinderzitjes op de zitplaatsen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
Gewichtsgroep Richting Klasse- Plaats Isofix kinderzitje indeling Isofix achter aan de zijkant
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep I vanaf 9 kg
tot 18 kg
Page 109 of 218

108
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
FRONTAIRBAGS
De auto is uitgerust met frontairbags
aan bestuurders- en aan passagiers-
zijde, met headbags (voor bescher-
ming van het hoofd) en als optional
met zij-airbags voor (sidebags);
De frontairbags (bestuurder en pas-
sagier) beschermen de inzittenden
voor bij middelzware en zware fron-
tale botsingen, door het opblazen van
een luchtkussen tussen de inzittende
en het stuurwiel of het dashboard.
Als de airbags niet worden geactiveerd
bij andere soorten botsingen (zijde-
lings, van achter, over de kop slaan
enz), betekent dit niet dat het systeem
niet goed functioneert.
Bij een frontale botsing zorgt een re-
geleenheid ervoor, indien nodig, dat
het kussen wordt opgeblazen. Het
kussen blaast onmiddellijk op, waar-
door het lichaam van de inzittenden
voor wordt opgevangen en de kans op
letsel beperkt wordt. Direct daarna
loopt het kussen weer leeg.
De frontairbags (bestuurder en passa-
gier) zijn geen vervanging voor de vei-
ligheidsgordels, maar een aanvulling.
Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bo-
vendien is het dragen van veiligheids-
gordels wettelijk verplicht in Europa
(en in de meeste landen daarbuiten).Bij een ongeval kan een inzittende die
geen veiligheidsgordel heeft omgelegd,
in contact komen met een airbag die
nog niet volledig opgeblazen is. Hier-
door wordt de inzittende minder door
de airbag beschermd.
Het is mogelijk dat de frontairbags
in de volgende gevallen niet worden
geactiveerd:
❒bij frontale botsingen, met een an-
der deel van de auto dan het front,
tegen makkelijk vervormbare ob-
jecten (bijv. als het voorspatbord te-
gen de vangrail komt of tegen
grindhopen);
❒als de auto onder andere auto’s of
veiligheidsvoorzieningen schuift (bij-
voorbeeld onder vrachtwagens of de
vangrail); omdat geen enkele aan-
vullende bescherming wordt gebo-
den op de veiligheidsgordels. Als de
airbags in deze gevallen niet geacti-
veerd worden, betekent dit niet dat
het systeem niet goed functioneert.
De frontairbags aan bestuurders- en
passagierszijde zijn ontworpen voor
een optimale bescherming van de in-
zittenden voor met omgelegde veilig-
heidsgordels. Als de airbags volledig
opgeblazen zijn, vullen zij het groot-
ste deel van de ruimte tussen het
stuurwiel en de bestuurder en het
dashboard en de voorpassagier.FRONTAIRBAG AAN
BESTUURDERSZIJDE fig. 17
Deze bestaat uit een opblaasbaar kus-
sen dat in een daarvoor bestemde
ruimte in het midden van het stuur-
wiel is geplaatst.
fig. 17L0C0416m
Page 110 of 218

109
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
fig. 18L0C0145m
FRONTAIRBAG AAN
PASSAGIERSZIJDE fig. 18
Deze bestaat uit een opblaasbaar kus-
sen met een groter volume dan dat
aan bestuurderszijde. Het kussen is in
een daarvoor bestemde ruimte Ain
het dashboard geplaatst. Bij lichte
aanrijdingen (waarbij de bescherming
door de veiligheidsgordel voldoende
is) worden de airbags niet geactiveerd.
Daarom is het gebruik van de veilig-
heidsgordels absoluut noodzakelijk,
want de gordel houdt de inzittende bij
een zijdelingse botsing in de juiste po-
sitie en voorkomt dat de inzittende uit
de auto wordt geslingerd bij zware
botsingen.
Plaats geen stickers of an-
dere objecten op het stuur-
wiel, op het gedeelte A-fig. 18 van
de airbag aan passagierszijde of
de zijkant van de hemelbekleding.
Plaats geen voorwerpen op het
dashboard aan de passagierszijde
(bijv. een mobiele telefoon), omdat
deze het correct openen van de air-
bag aan passagierszijde kunnen
hinderen en de inzittenden ernstig
kunnen verwonden.
ATTENTIE
ZEER GEVAARLIJK: Mon-
teer absoluut geen kinder-
zitje achterstevoren op de passa-
giersstoel voor als de airbag aan
passagierszijde is ingeschakeld.
Als bij een ongeval de airbag wordt
geactiveerd, kan het kind hierdoor
dodelijke verwondingen oplopen.
ATTENTIE
Als de frontairbag aan
passagierszijde kan wor-
den uitgeschakeld, moet
deze worden uitgeschakeld
als er een kinderzitje op de
voorstoel wordt geplaatst.
Bovendien moet de passagiersstoel
zo ver mogelijk naar achteren zijn
geschoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard. Ook als
het niet wettelijk verplicht is, ra-
den wij u aan, voor een optimale
bescherming van de volwassenen,
de airbag onmiddellijk weer in te
schakelen zodra er geen kinderen
meer vervoerd worden.
ATTENTIE
Page 111 of 218

110
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
FRONTAIRBAG EN ZIJ-AIRBAG
AAN PASSAGIERSZIJDE
HANDMATIG UITSCHAKELEN
(Sidebag- voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Als het absoluut noodzakelijk is een
kind op de passagiersstoel voor te ver-
voeren, moeten de frontairbag en de
sidebag (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten) aan passagierszijde
worden uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje “op het
dashboard blijft continu branden tot-
dat de frontairbag en de zij-airbag
(sidebag) (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten) aan passagierszijde op-
nieuw worden ingeschakeld.ZIJ-AIRBAGS
(Sidebags –
Headbags)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
SIDEBAGS fig. 19
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Deze sidebags zijn kussens die zich
snel opblazen en bevinden zich in de
rugleuning van de voorstoelen. Ze heb-
ben tot doel de borstkast van de inzit-
tenden te beschermen bij middelzware
en zware zijdelingse aanrijdingen.
Raadpleeg voor het hand-
matig uitschakelen van de
frontairbag en zij-airbag (side-
bag) (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten) aan passagierszijde,
de paragraaf „Instelbaar multi-
functioneel display” in het hoofd-
stuk „Dashboard en bediening”.
ATTENTIE
Bedek de rugleuning van
de voorstoelen niet met
hoezen of kleden die niet zijn voor-
bereid op het gebruik met sidebags.
ATTENTIE
fig. 19L0C0147m
fig. 20L0C0148m
HEADBAGS fig. 20
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De headbags bestaan uit twee “gor-
dijn”-systemen, die zich aan de zij-
kanten in de hemelbekleding bevinden
en die zijn afgedekt met een afwerk-
lijst. De headbags bieden bescherming
aan het hoofd van de inzittenden voor
en achter tijdens een zijdelingse bot-
sing, dankzij het grote effectieve op-
pervlak van de kussens. In het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma zijn stoelhoezen opgenomen
voor stoelen die zijn uitgerust met
sidebags.
Page 112 of 218

111
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
De zij-airbags zijn geen vervanging
voor de veiligheidsgordels, maar een
aanvulling. Draag dus altijd veilig-
heidsgordels. Bovendien is het dragen
van veiligheidsgordels wettelijk ver-
plicht in Europa (en in de meeste lan-
den daarbuiten).
BELANGRIJK De inzittende wordt bij
een zijdelingse botsing optimaal door
het systeem beschermd als hij/zij in
de juiste positie in de stoel zit. Hier-
door kan de headbag op de juiste
wijze worden opgeblazen.
BELANGRIJK De frontairbags en/of
zij-airbags kunnen worden geacti-
veerd bij krachtige stoten aan de on-
derzijde van de carrosserie, bijvoor-
beeld bij zware botsingen tegen
drempels of stoepranden of obstakels
op het wegdek, of als de auto terecht
komt in grote gaten of verzakkingen
in het wegdek.
WAARSCHUWING Als de airbag in
werking treedt, ontsnapt een beetje
rook. Deze rook is niet schadelijk en
duidt niet op brand; bovendien kan
het oppervlak van het opgeblazen
kussen en het interieur van de auto
bedekt zijn met een laagje poeder: dit
poeder kan de huid en de ogen irrite-
ren. Als u hiermee in aanraking bent
gekomen, moet u zich met neutrale
zeep en water wassen.Het airbagsysteem heeft een geldig-
heid van 14 jaar voor wat betreft de
pyrotechnische lading en van 10 jaar
voor wat betreft het spiraalmecha-
nisme. Laat voor het verstrijken van
deze termijn het systeem door het
Lancia Servicenetwerk vervangen.
BELANGRIJK Na een ongeval waar-
bij een of meerdere airbags zijn geac-
tiveerd, dient u contact op te nemen
met het Lancia Servicenetwerk om de
geactiveerde airbags te laten vervan-
gen en de werking van het systeem te
laten controleren.
Alle controlewerkzaamheden, repara-
ties en de vervanging van de airbag
moeten door het Lancia Servicenet-
werk worden uitgevoerd.
Aan het einde van de lange levens-
duur van uw auto, moet u contact op-
nemen met het Lancia Servicenetwerk
om het systeem buiten werking te la-
ten stellen, bovendien moet bij ver-
koop van de auto de nieuwe eigenaar
op de hoogte gesteld worden van het
gebruik en de instructies, en moet hij
het instructieboekje ontvangen.
BELANGRIJK Het in werking treden
van de gordelspanners, de frontair-
bags en de zij-airbags voor wordt door
de elektronische regeleenheid bepaald,
afhankelijk van het type ongeval. Als
een van deze onderdelen niet in wer-
king treedt, dan duidt dat niet op een
storing in het systeem.
Steun niet met het hoofd, de
armen of de ellebogen tegen
het portier, de ruiten of in het gebied
van de headbag om verwondingen
tijdens het opblazen te voorkomen.
Steek nooit het hoofd, de armen of
de ellebogen uit het raam.
ATTENTIE
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of
blijft branden tijdens het rijden,
dan is er mogelijk een storing in de
veiligheidssystemen; in dat geval
kunnen de airbags of gordelspan-
ners niet geactiveerd worden bij
een ongeval of, in een zeer beperkt
aantal gevallen, niet op de juiste
wijze geactiveerd worden. Voordat
u verder rijdt, dient u contact op te
nemen met het Lancia Servicenet-
werk om het systeem direct te la-
ten controleren.
Bedek de rugleuning van de voor-
stoelen niet met hoezen of kleden
die niet zijn voorbereid op het ge-
bruik met sidebags.
ATTENTIE
ALGEMENE OPMERKINGEN