Page 73 of 210

72
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
fig. 99F0P00906m
KINDERVEILIGHEIDSSLOT
Hierdoor kunnen de zijschuifdeuren niet
van binnenuit geopend worden.
Druk voor inschakeling op de knop A-fig. 99
op het schakelaarpaneel op de midden-
console.
Het lampje op de knop Agaat branden als
dit systeem wordt ingeschakeld.
Het systeem blijft ook ingeschakeld na het
elektrisch ontgrendelen van de portieren.
fig. 97F0P0085mfig. 98
B
F0P0352m
CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
Van buitenaf
Gebruik de afstandsbediening voor het
ver-/ontgrendelen van de auto.
Van binnenuit fig. 97
Als de knop Aeen keer wordt
ingedrukt, worden de portieren/deuren
centraal vergrendeld.
Door de knop nogmaals in te drukken
worden alle sloten ontgrendeld.
Deze knop werkt niet als de auto van bui-
tenaf is vergrendeld m.b.v. de afstandsbe-
diening of de sleutel.
∫
Overvalbeveiliging
Het systeem vergrendelt de portieren
automatisch zodra de auto sneller dan 10
km/h rijdt.
In-/uitschakelen
Houd bij contactsleutel in stand Mde
knopAeven ingedrukt om de functie in
of uit te schakelen.
Laadruimte
(indien aanwezig) fig. 98
Door het indrukken van knop Bkunnen
de achterdeuren worden ver-/ontgren-
deld. Deze functie is ingesteld op het mo-
ment dat de auto wordt afgeleverd. Het
onderscheid in de ontgrendeling tussen de
cabine en de laadruimte kan op verzoek
worden uitgeschakeld. Wendt u tot het
Fiat Servicenetwerk.
018-080 ScudoG9 NL:018-080 ScudoG9 NL 24-11-2008 10:56 Pagina 72
Page 74 of 210
73
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Schakel dit systeem altijd in
als u kinderen vervoert.
ATTENTIE!
Controleer nadat u het vei-
ligheidsslot bij beide achter-
portieren hebt ingeschakeld, of het
slot daadwerkelijk is ingeschakeld
door aan de handgreep aan de bin-
nenzijde van de portieren te trekken.
ATTENTIE!
ROLHOES VOOR
AFDEKKEN
BAGAGERUIMTE
(indien aanwezig)
Om de rolhoes te gebruiken, moet u de
handgreepA-fig. 100vastpakken en de
rolhoes uit de rolautomaat Buitrollen en
bevestigen aan de betreffende borgingen.
Indien de rolautomaat moet worden ver-
wijderd: maak de twee uiteinden los uit de
zittingen door op de knop A-fig. 101te
drukken.
fig. 100F0P0091m
fig. 101F0P0092m
018-080 ScudoG9 NL:018-080 ScudoG9 NL 24-11-2008 10:56 Pagina 73
Page 75 of 210

74
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
RUITBEDIENING
In de armsteun van het portier aan be-
stuurderszijde zijn de twee bedienings-
knoppen gemonteerd waarmee u, als de
contactsleutel in stand Mstaat, de zijrui-
ten bedient:
Aopenen/sluiten ruit linksvoor;
Bopenen/sluiten zijruit rechtsvoor;
In de armsteun van het voorportier aan
passagierszijde bevindt zich de knop A-
fig. 102(indien aanwezig) voor de bedie-
ning van de bijbehorende ruit.
fig. 102F0P0093mfig. 103F0P0094m
Onzorgvuldig gebruik van de
elektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tij-
dens het bedienen van de ruit altijd of
de passagiers niet gewond kunnen ra-
ken door de bewegende ruiten; direct
door contact met de ruit of door voor-
werpen die door de ruit worden mee-
gesleept of geraakt. Verwijder altijd de
sleutel uit het contactslot als u de au-
to verlaat om te voorkomen dat een
onverwachtse inschakeling van de
elektrische ruitbediening gevaar ople-
vert voor de achtergebleven passagiers.
ATTENTIE!
Het systeem voldoet aan de
2000/4/EU-normen en is ge-
richt op de bescherming van de inzit-
tenden wanneer deze ledematen door
de geopende ruit steken.
ATTENTIE!
018-080 ScudoG9 NL:018-080 ScudoG9 NL 24-11-2008 10:56 Pagina 74
Page 76 of 210

75
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
WERKING
Handmatige bediening
Druk op de knop of trek aan de knop zon-
der het weerstandspunt te passeren. De
ruit stopt zodra de knop wordt losgela-
ten.
Automatische werking
Druk op de knop of trek aan de knop tot
voorbij het weerstandspunt. De ruit opent
of sluit volledig nadat de knop is losgela-
ten: door de knop nogmaals te bedienen
stopt de beweging van de ruit.
De elektrische ruitbediening wordt uitge-
schakeld:
– 45 seconden nadat de sleutel uit het
contactslot is genomen.
– als een van de voorportieren wordt ge-
opend en de contactsleutel uit het slot
is genomen.ANTI-LETSELBEVEILIGING
Als de auto met dit systeem is uitgerust,
dan wordt als tijdens het sluiten van de
ruit een obstakel wordt geraakt, de ruit
gestopt en weer iets geopend. Als de ruit
tijdens het sluiten onverwacht opent, druk
dan op de knop totdat de ruit volledig is
geopend. Trek binnen 4 seconden aan de
knop totdat de ruit volledig gesloten is.
Tijdens deze procedure is het beveili-
gingssysteem niet actief.Anti-letselbeveiliging opnieuw
initialiseren
Als de accu losgekoppeld is geweest, moet
de beveiligingsfunctie opnieuw worden
geïnitialiseerd.
Open de ruit volledig en sluit de ruit ver-
volgens. De ruit sluit geleidelijk telkens
een paar centimeter iedere keer als de
knop wordt ingedrukt. Herhaal de hande-
ling totdat de ruit volledig gesloten is.
Houd de knop ten minste een seconde in-
gedrukt, nadat de ruit volledig gesloten is.
Tijdens deze procedure is het beveili-
gingssysteem niet actief.
018-080 ScudoG9 NL:018-080 ScudoG9 NL 24-11-2008 10:56 Pagina 75
Page 77 of 210

76
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
MOTORKAP
BELANGRIJK Controleer of de armen van
de ruitenwissers tegen de ruit aanstaan
voordat u de motorkap optilt.
Openen van de motorkap:
– til het beschermdeksel A-fig. 104van
de hendel naast de bestuurdersstoel om-
hoog;
– trek de hendel B-fig. 105in de richting
van de pijl;
– druk op de haak C-fig. 106van de mo-
torkap;
– til de motorkap op en trek gelijktijdig de
steunstangD-fig. 107uit de klem E;
– steek het uiteinde van de stang Din een
van de twee zittingen F-fig. 107van de
motorkap.
Motorkap sluiten:
– houd de motorkap met een hand om-
hoog, trek met de andere hand de stang
uit de zitting en plaats de steunstang te-
rug in de klem;
fig. 107F0P0604m
– laat de motorkap tot op ongeveer 20 cm
van de motorruimte zakken, laat de mo-
torkap vallen en controleer of de motor-
kap goed is gesloten door de motorkap
op te tillen. De motorkap mag niet alleen
door de beveiliging vergrendeld zijn. Druk
in dit laatste geval de motorkap niet dicht,
maar til hem opnieuw op en herhaal de
handeling.
WAARSCHUWING Controleer altijd of
de motorkap goed is gesloten om te voor-
komen dat deze tijdens het rijden open-
gaat.
fig. 104F0P0096m
fig. 105F0P0097m
fig. 106F0P0603m
018-080 ScudoG9 NL:018-080 ScudoG9 NL 24-11-2008 10:56 Pagina 76
Page 78 of 210

77
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
IMPERIAAL/SKIDRAGER
De bevestigingspunten zijn voorbereid in
de goot op het dak van de auto.
Bevestig de steunen van de imperiaal/ski-
drager in de daarvoor bestemde schroef-
draadgaten, zoals afgebeeld in fig. 108.
WAARSCHUWING U dient zich strikt
aan de montagevoorschriften te houden
die bij de set zijn geleverd. De montage
moet altijd door deskundige personen
worden uitgevoerd.
fig. 108F0P0100m
Controleer na enkele kilo-
meters opnieuw of de beves-
tigingsbouten nog goed vastzitten.
ATTENTIE!
Houdt u strikt aan de wette-
lijke regels betreffende de
maximale afmetingen.
Verdeel de lading gelijkmatig
en houd tijdens de rit reke-
ning met een verhoogde zijwindge-
voeligheid.
ATTENTIE!
Overschrijd nooit het maxi-
mum draagvermogen (zie het
hoofdstuk “Technische gege-
vens”).
Om veiligheidsredenen moet
de motorkap tijdens het rij-
den altijd goed gesloten zijn. Contro-
leer daarom altijd of de motorkap
goed vergrendeld is. Als u tijdens het
rijden merkt dat de motorkap niet
goed is vergrendeld, stop dan onmid-
dellijk en sluit de motorkap op de juis-
te wijze.
ATTENTIE!
Als de steunstang verkeerd
geplaatst wordt, kan de mo-
torkap onverwacht dichtvallen.
ATTENTIE!
Voer deze handelingen alleen
uit bij een stilstaande auto.
ATTENTIE!
Als de auto is uitgerust met een diefsta-
lalarm, dan wordt een niet goed gesloten
motorkap aangegeven door een brandend
lampje
9in combinatie met een geluids-
signaal en een melding op het display.
018-080 ScudoG9 NL:018-080 ScudoG9 NL 24-11-2008 10:56 Pagina 77
Page 79 of 210

78
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
WIELOPHANGING MET
LUCHTVERING
Enkele uitvoeringen kunnen als optional
zijn uitgerust met achterwielophanging
met luchtvering.
Afhankelijk van de uitvoering kan de rij-
hoogte handmatig of automatisch worden
geregeld.
HANDMATIGE REGELING
De bedieningsknoppen fig. 109bevinden
zich rechtsachter in de auto.
Hoogteverstelling
De hoogteverstelling wijzigt van een
maximum hoogtevia een tussen-
hoogtenaar een minimum hoogte. Als
de twee uitersten, maximum of minimum,
worden bereikt, dan klinken er 3 “biep”-
geluiden.
Als twee keer op knop A(als de auto op
de minimum hoogte staat) of knop B(als
de auto op de maximum hoogte staat)
wordt gedrukt, dan regelt het systeem de
rijhoogte automatisch op de tussenstand.
fig. 109F0P0102m
Voordat u bij geopende por-
tieren overgaat tot handmati-
ge regeling, moet u ervoor
zorgen dat u rond de auto ge-
noeg ruimte hebt om deze handeling uit
te voeren.
Eerste gebruik
Druk om het systeem te initialiseren 2 se-
conden op de knop C-fig. 109.
Storingen in de werking
Als u de knoppen bedient en de niveau-
regeling werkt niet, dan klinken er 3 akoe-
stische signalen om een storing in het sys-
teem aan te geven. De storing kan de vol-
gende oorzaken hebben:
❒het rempedaal is ingetrapt en de con-
tactsleutel staat in stand M;
❒de handmatige regeling van het systeem
is te vaak gebruikt;
❒de accu is niet voldoende opgeladen (of
is volledig leeg);
❒een defect in de wielophanging met
luchtvering.
Als het akoestische signaal blijft klinken,
wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk. Bij stilstaande auto met draaiende of uit-
gezette motor, kan het gewenste niveau
worden ingesteld.
Bij uitgezette motor is de handmatige re-
geling alleen een beperkt aantal keren be-
schikbaar.
BELANGRIJK Voer deze handelingen al-
tijd uit bij stilstaande auto en:
❒gesloten voorportieren en zijdeuren;
❒aangetrokken handrem;
❒zonder het rempedaal in te trappen.
018-080 ScudoG9 NL:018-080 ScudoG9 NL 24-11-2008 10:56 Pagina 78
Page 80 of 210

79
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
AUTOMATISCHE REGELING
De bedieningsknoppen fig. 110bevinden
zich rechtsachter in de auto.
Bij wielophanging met automatisch gere-
gelde luchtvering wordt de hoogte van de
auto automatisch aangepast aan de lading.
Het lampje
…op het instrumentenpaneel
knippert als de hoogteafstelling niet opti-
maal is en gecorrigeerd moet worden: in
dat geval moet u de motor laten draaien
zonder gas te geven totdat het lampje
dooft (optimale niveauregeling).
Onder bepaalde omstandigheden kan de
niveauregeling tijdelijk niet uitgevoerd
worden:
❒als een of meer portieren/deuren geo-
pend zijn;
❒als de auto geremd wordt gehouden
(ingetrapt rempedaal, bijvoorbeeld voor
een rood verkeerslicht).
Systeem uitschakelen en weer
inschakelen
Systeem uitschakelen: houd de knop A-
fig. 110ingedrukt totdat u een akoestisch
signaal hoort. Er klinkt tweemaal een
akoestisch signaal en het lampje op de
knopAgaat branden om de uitschakeling
te bevestigen.Als het systeem is uitgeschakeld, kunt u
het systeem weer in te schakelen (uitslui-
tend bij stilstaande auto) door de knop A-
fig. 110ingedrukt te houden, totdat u een
akoestisch signaal hoort. Er klinkt twee-
maal een akoestisch signaal en het lampje
op de knop Adooft om de inschakeling te
bevestigen.
fig. 110F0P0288m
AANWIJZINGEN
VOOR HET LADEN
De auto is ontworpen en goedgekeurd op
basis van vastgestelde maximum gewich-
ten (zie de tabellen “Gewichten” in het
hoofdstuk “Technische gegevens”):
❒leeggewicht;
❒nuttig laadvermogen;
❒totaalgewicht;
❒maximum voorasbelasting;
❒maximum achterasbelasting;
❒aanhangergewicht.
De opgegeven maximum
gewichten mogen NOOIT
WORDEN OVERSCHREDEN. Let in
het bijzonder op het maximum toege-
stane gewicht op de voor- en achteras
bij het laden van de auto (in het bij-
zonder bij speciale opbouwconstructies).
ATTENTIE!
Schakel de automatische re-
geling uit voor:
❒verwisselen van een wiel❒bij transport van de auto, op een
vrachtauto, trein, veerboot enz.
ATTENTIE!
018-080 ScudoG9 NL:018-080 ScudoG9 NL 24-11-2008 10:56 Pagina 79