Page 81 of 94

7-1
2
3
4
5
6
78
9
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
DAU37833
Matkleur, let op
LET OP
DCA15192
Sommige modellen zijn uitgerust met
matkleurige onderdelen. Raadpleeg een
Yamaha dealer voor advies over wat
voor producten gebruikt moeten worden
om het voertuig te reinigen. Het gebruik
van een borsteltje, chemische produc-
ten of reinigingsmiddelen tijdens het rei-
nigen van deze onderdelen kan het
oppervlak bekrassen of beschadigen.
Ook was moet niet worden aangebracht
op een van de matkleurige onderdelen.
DAU26103
Verzorging
De open constructie van een scooter
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook meer
kwetsbaar. Er kan roestvorming en corro-
sie optreden, ook al zijn hoogwaardige
componenten gebruikt. Een roestige uit-
laatpijp valt bij een auto niet zo op, bij een
scooter is dit echter nadelig voor de alge-
hele aanblik. Regelmatige en correcte ver-
zorging is niet alleen vereist volgens de
garantiebepalingen, maar verzekert ook
een fraai uiterlijk van de scooter, verlengt
de levensduur en verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af met
een plastic zak nadat de motor is af-
gekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen en alle elektrische stekkers
en aansluitingen, inclusief de bougie-
doppen, stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar
gebruik dergelijke producten nooit
op afdichtingen, pakkingen en wielas-
sen. Spoel vuil en ontvetter altijd af
met water.
Reinigen
LET OP
DCA10782
●
Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als dergelij-
ke producten toch worden gebruikt
om hardnekkig vuil los te maken,
laat het reinigingsmiddel dan niet
langer inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel ver-
volgens grondig na met water, laat
direct drogen en breng daarna een
corrosiewerende spray aan.
●
Bij verkeerd reinigen kunnen kunst-
stof delen (zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, koplamp-
lenzen, lenzen van de instrumen-
tenverlichting enz.) en de
uitlaatdempers beschadigd raken.
Gebruik alleen een zachte, schone
doek of een spons met water om
kunststof delen te reinigen. Als de
kunststof delen met water niet af-
doende kunnen worden gereinigd,
kan een mild reinigingsmiddel met
water worden gebruikt. Spoel reini-
gingsmiddelresten zorgvuldig af
met grote hoeveelheden water, aan-
gezien ze de kunststof delen kun-
Page 82 of 94

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
nen beschadigen.
●
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
●
Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en achter-
bruglagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten (kabel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichting),
beluchtings- en ontluchtingsslan-
gen.
●
Bij scooters met een kuipruit: Ge-
bruik geen bijtende reinigingsmid-
delen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op een
klein, niet-zichtbaar gedeelte van dekuipruit om zeker te zijn dat geen
sporen achterblijven op de kuipruit.
Als de kuipruit krasjes vertoont,
breng dan na wassen een hoog-
waardige polish voor gebruik op
kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone spons
en spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of flessenborstel
voor moeilijk bereikbare plekken. Hardnek-
kig vastzittend vuil en insectenresten laten
gemakkelijker los als de bewuste plek alvo-
rens te reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in com-
binatie met water een zeer corrosieve wer-
king; handel daarom als volgt na een rit in
een regenbui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.OPMERKING
In de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.1. Reinig de scooter met koud water en
zachte zeep nadat de motor is afge-
koeld.
LET OP:
Gebruik geen warm
water, dit versnelt de corrosieve
werking van het zout.
[DCA10791]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen de-
len, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo cor-
rosie te voorkomen.
Na reiniging
1. Droog de scooter met een zeemleren
lap of een vochtabsorberende doek.
2. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaat-
systemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
4. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om nog achterge-
bleven vuil te verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen door
Page 83 of 94

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-3
2
3
4
5
6
78
9
steenslag e.d. bij.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
7. Laat de scooter volledig drogen alvo-
rens te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA10941
Verontreiniging van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlies van de contro-
le over de machine.
●
Controleer of er geen olie of was op
de remmen of banden zit. Reinig de
remschijven en remvoeringen in-
dien nodig met een normale rem-
schijfreiniger of aceton en spoel de
banden schoon met lauw water en
een mild reinigingsmiddel.
●
Test voor u de scooter in gebruik
neemt eerst de remwerking en het
weggedrag in bochten.
LET OP
DCA10800
●
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
●
Breng oliespray of was nooit aan op
rubber of kunststof delen, behandel
deze met een daartoe bestemd ver-
zorgingsmiddel.
●
Vermijd het gebruik van schurendepoetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
OPMERKING
●
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
●
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
DAU36551
Stalling
Korte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele en dro-
ge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
LET OP
DCA10820
●
Als de scooter wordt gestald in een
slecht geventileerde ruimte of in
vochtige toestand wordt afgedekt
met een dekzeil, zal water en vocht
kunnen binnendringen en roestvor-
ming veroorzaken.
●
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochtige kel-
der, een stal (i.v.m. de aanwezig-
heid van ammoniakdamp) en in een
opslagruimte voor sterke chemica-
liën.
Lange termijn
Alvorens uw scooter gedurende meerdere
maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de paragraaf
“Verzorging” in dit hoofdstuk.
2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
Page 84 of 94

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
3. Voer de volgende stappen uit om de
cilinders, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.
a. Verwijder de bougiedoppen en de
bougies.
b. Giet een theelepeltje motorolie in
de bougiegaten.
c. Breng de bougiedoppen aan op de
bougies en leg dan de bougies zo-
danig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond-
draaien op de startmotor. (De cilin-
derwanden worden zo geolied.)
e. Haal de bougiedoppen los van de
bougies en breng dan de bougies
en de bougiedoppen weer aan.
WAARSCHUWING! Verbind de
bougie-elektrodes met de mas-
sa bij het ronddraaien van de
motor om schade of letsel door
vonkvorming te voorko-
men.
[DWA10951]
4. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.5. Controleer de bandspanning en corri-
geer deze indien nodig en breng dan
de scooter omhoog zodat beide wielen
los van de grond zijn. Een andere mo-
gelijkheid is de wielen elke maand iets
te draaien, zodat de banden niet op
één gedeelte sterker achteruitgaan.
6. Dek de uitlaatdemper af met een plas-
tic zak om te voorkomen dat vocht kan
binnendringen.
7. Verwijder de accu en laad deze volle-
dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad deze eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
overmatig koude of warme plek op
[onder 0 °C (30 °F) of boven 30 °C (90
°F)]. Zie pagina 6-27 voor meer infor-
matie over het opbergen van de accu.
OPMERKING
Verricht eventueel noodzakelijke reparaties
alvorens de scooter te stallen.
Page 85 of 94

8-1
2
3
4
5
6
7
89
SPECIFICATIES
DAU2633P
Afmetingen:
Totale lengte:
2195 mm (86.4 in)
Totale breedte:
775 mm (30.5 in)
Totale hoogte:
1445 mm (56.9 in)
Zadelhoogte:
800 mm (31.5 in)
Wielbasis:
1580 mm (62.2 in)
Grondspeling:
125 mm (4.92 in)
Kleinste draaicirkel:
2800 mm (110.2 in)
Gewicht:
Incl. olie en brandstof:
XP500 221.0 kg (487 lb)
XP500A 225.0 kg (496 lb)
Motor:
Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling:
2-cilinder, parallel vooroverhellend
Slagvolume:
499.0 cm
3
Boring
×
slag:
66.0
×
73.0 mm (2.60
×
2.87 in)
Compressieverhouding:
11.00 :1
Startsysteem:
Elektrische startmotorSmeersysteem:
Dry sump
Motorolie:
Type:
SAE 10W-30 of SAE 10W-40
Aanbevolen kwaliteit motorolie:
Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:
2.80 L (2.96 US qt, 2.46 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
2.90 L (3.07 US qt, 2.55 Imp.qt)
Aandrijfkettingolie:
Type:
SAE 80 API GL-4 Hypoïd-olie
Hoeveelheid:
0.70 L (0.74 US qt, 0.62 Imp.qt)
Koelsysteem:
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen):
1.48 L (1.56 US qt, 1.30 Imp.qt)
Luchtfilter:
Luchtfilterelement:
Papieren element met oliecoating
Brandstof:
Aanbevolen brandstof:
Uitsluitend normale loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank:
15.0 L (3.96 US gal, 3.30 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
3.0 L (0.79 US gal, 0.66 Imp.gal)
Brandstofinjectie:
Gasklephuis:
Fabrikant:
MIKUNI
Type/hoeveelheid:
ACW31-10/1
Bougie(s):
Fabrikant/model:
NGK/CR7E
Elektrodenafstand:
0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)
Koppeling:
Type koppeling:
Nat, automatisch meervoudige plaat
Versnellingsbak:
Primair reductiesysteem:
Recht tandwiel/schroeftandwiel
Primaire reductieverhouding:
52/32
×
36/22 (2.659)
Secundair reductiesysteem:
Kettingaandrijving
Secundaire reductieverhouding:
41/25
×
40/29 (2.262)
Type versnellingbak:
Automatisch, V-snaar
Bediening:
Automatisch centrifugaal
Chassis:
Type frame:
Diamantframe
Spoorhoek:
25.00 graad
Naspoor:
92.0 mm (3.62 in)
Page 86 of 94

SPECIFICATIES
8-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorband:
Type:
Tubeless
Maat:
120/70R15 M/C 56H
Fabrikant/model:
DUNLOP/GPR-100F
Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/BT011F
Achterband:
Type:
Tubeless
Maat:
160/60R15 M/C 67H
Fabrikant/model:
DUNLOP/GPR-100L
Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/BT012R
Belading:
Maximale belasting:
XP500 194 kg (428 lb)
XP500A 190 kg (419 lb)
*(Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires)
Bandenspanning (gemeten aan koude
banden):
Gewichtsverdeling:
0–90 kg (0–198 lb)
Voor:
225 kPa (2.25 kgf/cm
2
, 33 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm
2
, 36 psi)Gewichtsverdeling:
XP500 90–194 kg (198–428 lb)
XP500A 90–190 kg (198–419 lb)
Voor:
225 kPa (2.25 kgf/cm
2
, 33 psi)
Achter:
280 kPa (2.80 kgf/cm
2
, 41 psi)
Voorwiel:
Type wiel:
Gietwiel
Velgmaat:
15M/C x MT3.50
Achterwiel:
Type wiel:
Gietwiel
Velgmaat:
15M/C x MT5.00
Voorrem:
Type:
Dubbele schijfrem
Bediening:
Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
Achterrem:
Type:
Enkele schijfrem
Bediening:
Bediening met linkerhand
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
Voorwielophanging:
Type:
TelescoopvorkVeer/schokdempertype:
Schroefveer/oliedemper
Veerweg:
120.0 mm (4.72 in)
Achterwielophanging:
Type:
Achterbrug
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/gas-oliedemper
Veerweg:
116.0 mm (4.57 in)
Elektrische installatie:
Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking (digitaal)
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magneten
Accu:
Model:
YTZ10S
Voltage, capaciteit:
12 V, 8.6 Ah
Koplamp:
Type gloeilamp:
Halogeenlamp
Gloeilampen voltage, wattage
×
aantal:
Koplamp:
12 V, 60 W/55.0 W
×
1
Koplamp:
12 V, 55.0 W
×
1
Achterlicht/remlicht unit:
12 V, 5.0 W/21.0 W
×
1
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 21.0 W
×
2
Page 87 of 94
SPECIFICATIES
8-3
2
3
4
5
6
7
89
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 21.0 W
×
2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W
×
2
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W
×
1
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED x 2
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
ABS-waarschuwingslampje:
XP500A LED
Controlelampje startblokkering:
LED
Zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
15.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 AZekering ABS-regeleenheid:
XP500A 5.0 A
Zekering ABS-motor:
XP500A 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
XP500A 20.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
Page 88 of 94
9-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
GEBRUIKERSINFORMATIE
DAU26351
Identificatienummers
Noteer het sleutelnummer, het voertuigi-
dentificatienummer en de modelinforma-
tiesticker in onderstaande ruimtes. Deze
nummers heeft u nodig om reserveonder-
delen bij een Yamaha dealer te bestellen of
wanneer uw machine is gestolen.
SLEUTELIDENTIFICATIE NUMMER:
VOERTUIGIDENTIFICATIE NUMMER:
MODELINFORMATIESTICKER:
DAU26381
Sleutelnummer
Het sleutelnummer is ingeslagen op het
sleutelplaatje. Noteer dit nummer in het
daartoe bestemde vakje en gebruik dit als
referentie bij het bestellen van een nieuwe
sleutel.
DAU26410
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer is ingesla-
gen op het frame.
OPMERKING
Het voertuigidentificatienummer is bedoeld
voor identificatie van uw machine en kan
worden gebruikt om deze in uw land aan te
melden voor kentekenregistratie.
1. Sleutelnummer
2. Codeersleutel (rood bovendeel)
3. Standaardsleutels (zwart bovendeel)
1. Voertuigidentificatienummer
1