Page 57 of 80

DAU23290
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de
wielnaaf speling vertoont of het wiel niet
soepel draait, vraag dan een Yamaha dea-
ler de wiellagers te controleren.
DAU23385
Accu
1. Accu
2. Positieve accukabel (rood)
3. Negatieve accukabel (zwart)
De accu bevindt zich achter paneel A. (Zie
pagina 6-6).
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de
accukabelverbindingen te controleren en,
indien nodig, vast te zetten.
DCA10620
LET OP
Probeer nooit om celafdichtingen op de
accu te verwijderen, hierdoor kan per-
manente schade aan de accu worden
toegebracht.
DWA10760
sWAARSCHUWING
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden
veroorzaakt. Vermijd contact met
de huid, ogen of kleding en bes-
cherm uw ogen altijd bij werkza-
amheden nabij accu’s. Voer als
volgt EERSTE HULP uit als er
lichamelijk contact is geweest met
elektrolyt.
•UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
•INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep
direct de hulp in van een arts.
•OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep
direct medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 57
Page 58 of 80

voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
1. Vraag zo snel mogelijk een Yamaha
dealer de accu te laden als deze
ontladen lijkt te zijn. Vergeet niet dat
de accu sneller ontladen raakt als de
machine is uitgerust met optionele
elektrische accessoires.
DCA16520
LET OP
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een con-
ventionele acculader raakt de accu
beschadigd. Als u niet beschikt over
een acculader met constante spanning,
laat de accu dan opladen door uw
Yamaha dealer.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig
langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad hem volledig bij en zet
dan weg op een koele en droge plek.
LET OP: Draai voordat u de accu
verwijdert de sleutel naar “ ” enhaal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt weggeborgen, moet deze
minstens eenmaal per maand wor-
den gecontroleerd; laad de accu dan
indien nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accu-
kabels correct zijn aangesloten op de
accupolen.
DCA16530
LET OP
Houd de accu steeds opgeladen. Sta-
llen van een ontladen accu kan leiden
tot permanente accuschade.
DAU23503
Zekering vervangen
1. Hoofdzekering
De hoofdzekeringhouder bevindt zich
achter paneel A. (Zie pagina 6-6).
Vervang de zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “ ”
en schakel alle elektrische circuits
uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische syste-
em en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15131]
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 58
Page 59 of 80

3. Draai de contactsleutel naar “ ”
en schakel de elektrische circuits in
om te zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dea-
ler het elektrisch systeem te contro-
leren.
DAUS1433
Vervangen van de
koplampgloeilamp of gloeilamp
van de voorste
richtingaanwijzer
Vervang een gloeilamp als volgt als deze
is doorgebrand.
DCA10670
LET OP
Het is aan te bevelen dit werk uit te
laten voeren door een Yamaha dealer.
Koplampgloeilamp
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-6).
2. Maak de bedrading van de koplamp
los en haak dan de borgdraad van de
koplamp los zoals aangegeven.
1. Stekkers koplampbedrading
2. Loshalen.
3. Verwijder de gloeilamphouder door
deze naar buiten te trekken en ver-
wijder dan de doorgebrande gloei-
lamp door deze linksom te draaien.
1. Gloeilamphouder
2. Koplampgloeilamp
4. Plaats een nieuwe koplampgloeilamp
in de gloeilamphouder en draai de
lamp linksom.
GGYYBB
1
2
GYB
1
2
Voorgeschreven zekering:
7,5 A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 59
Page 60 of 80

5. Plaats de gloeilamphouder in zijn
oorspronkelijke positie en zet deze
vast met de borgdraad zoals aange-
geven.
6. Sluit de bedrading van de koplamp
aan en bevestig het stroomlijnpaneel.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te ste-
llen.
Gloeilamp richtingaanwijzer links
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-6).
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
1. Fitting
3. Verwijder de doorgebrande gloei-
lamp door deze uit de fitting te trek-
ken.
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Plaats de fitting door deze rechtsom
te draaien.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
Gloeilamp richtingaanwijzer rechts
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-6).
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
1. Fitting
3. Verwijder de doorgebrande gloei-
lamp door deze uit de fitting te trek-
ken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Plaats de fitting door deze linksom te
draaien.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
GGYYBB
1
1
GGYYBB
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 60
Page 61 of 80
DAUT1923
Vervangen van gloeilamp voor
remlicht/achterlicht of van
gloeilamp voor achterste
richtingaanwijzer
1. Lamplens achterlicht/remlicht
Gloeilamp remlicht/achterlicht
1. Verwijder de lamplens van het rem-
licht/achterlicht door de schroeven
los te draaien.
1. Schroef
2. Lamplens achterlicht/remlicht
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te dra-
aien.
1. Gloeilamp remlicht/achterlicht
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.4. Monteer de lamplens door de schro-
even aan te brengen.
Gloeilamp achterste richtingaanwijzer
1. Verwijder de lamplens van het rem-
licht/achterlicht door de schroeven
los te draaien.
1. Schroef
2. Lamplens richtingaanwijzer
2. Verwijder de lens van de richtingaan-
wijzer door de schroef te verwijderen.
1
2
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 61
Page 62 of 80

1. Gloeilamp richtingaanwijzer
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te dra-
aien.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
5. Monteer de lens van de richtingaan-
wijzer door de schroef vast te dra-
aien.
6. Monteer de lens van het
remlicht/achterlicht door de schroe-
ven vast te draaien. LET OP: Draai
de schroeven niet te vast, hierdoor
kan de lens breken.
[DCA10681]DAUS1151
Gloeilamp in
kentekenverlichting vervangen
(Per model verschillend)
1. Verwijder de lamplens door de schro-
ef te verwijderen.
1. Schroef
2. Gloeilampfitting kentekenverlichting
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
4. Monteer de lamplens door de schro-
ef aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan
de lens breken.
[DCA11191]DAUS1412
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen
Dit model is voorzien van twee parkeer-
lichten. Vervang een parkeerlichtgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-6).
2. Verwijder de parkeerlichtlampfitting
(samen met de gloeilamp) door deze
naar uit te trekken.
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
GGYYBB
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 62
Page 63 of 80

1. Parkeerlichtgloeilamp
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Bevestig de parkeerlichtlampfitting
(samen met de gloeilamp) door deze
in te drukken.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAU25881
Problemen oplossen
Yamaha scooters ondergaan een grondi-
ge inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of
ontstekingssystemen kunnen bijvoorbe-
eld de oorzaak zijn van slecht starten of
een afname in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is
een snelle en gemakkelijke werkwijze
weergegeven om deze vitale systemen
zelf te kunnen controleren. Ga met uw
scooter echter wel naar een Yamaha dea-
ler als reparaties nodig zijn, hier zijn vak-
kundige monteurs aanwezig die beschik-
ken over het benodigde gereedschap en
de ervaring en vakkennis om het nodige
onderhoud aan de scooter correct te
verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele
onderdelen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van min-
dere kwaliteit en hebben een kortere
levensduur, zodat dan later mogelijk toch
dure reparaties nodig zijn.
DWA15141
sWAARSCHUWING
Rook niet tijdens het controleren van
het brandstofsysteem en let erop dat er
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explo-
deren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 63
Page 64 of 80

DAU25922
Storingzoekschema’s
Startproblemen of slechte werking van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.
1. BrandstofEr is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.
2. CompressieEr is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.
3. OntstekingSchoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.
4. AccuDe motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu indien nodig.
Droog
NatDraai de gasgreep tot halverwege open
en bedien de elektrische startknop.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 64