Page 25 of 80

Om de dop van het oliereservoir voor 2-
takt injectiesmering aan te brengen wordt
deze vastgedrukt in de reservoiropening.
DWA10141
sWAARSCHUWING
Controleer alvorens te gaan rijden of de
tankdop en de dop van het oliereservoir
voor 2-takt injectiesmering correct zijn
aangebracht. Door brandstoflekkage
ontstaat brandgevaar.
DAU13212
Brandstof
Controleer of er voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is.
DWA10881
sWAARSCHUWING
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande ins-
tructies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens
het tanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van von-
ken, open vuur of andere ontste-
kingsbronnen zoals de waakvlam-
men van geisers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Stop met vullen zodra de brandstof
de onderkant van de vulhals heeft
bereikt. Omdat brandstof uitzet als
deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zor-
gen dat brandstof uit de brandstof-
tank stroomt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
3. Veeg uitgestroomde brandstof
onmiddellijk af. LET OP: Veeg
gemorste brandstof onmiddellijk
af met een schone, droge, zachte
doek, aangezien de brandstof de
gelakte oppervlakken en kunststof
delen kan aantasten.
[DCA10071]
4. Draai de tankdop stevig vast.DWA15151
sWAARSCHUWING
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep
onmiddellijk medische hulp in nadat u
benzine heeft ingeslikt, veel benzine-
damp heeft ingeademd of benzine in
uw ogen heeft gekregen. Als benzine
op uw huid terechtkomt, was deze dan
1
2
ZAUM0020
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 25
Page 26 of 80

af met water en zeep. Als u benzine op
uw kleding morst, trek dan andere kle-
ding aan.
DAU13270
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen),
gebruik dan benzine van een ander merk
of gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onder-
houdskosten beperkt.
DAU13432
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatka-
talysator.
DWA10861
sWAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Let op het vol-
gende om brandgevaar of brandwon-
den te voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat
gemakkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitla-
atsysteem in aanraking kunnen
komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan
enkele minuten stationair draaien.
Lang stationair draaien kan leiden
tot oververhitting.
DCA10701
LET OP
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Bij gebruik van loodhoudende benzine
zal onherstelbare schade worden toe-
gebracht aan de uitlaatkatalysator.
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
5,5 L (1,45 US gal, 1,21 Imp.gal)
Brandstofreserve:
1,9 L (0,50 US gal, 0,42 Imp.gal)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 26
Page 27 of 80

DAUS1500
2-takt injectiesmering
Controleer of er voldoende 2-takt injec-
tiesmering aanwezig is in het oliereservoir.
Vul indien nodig de voorgeschreven 2-takt
injectiesmering bij.
Om bij het oliereservoir voor 2-takt injec-
tiesmering te komen, opent u het opberg-
compartiment. (Zie pagina 3-11).
1. Verwijder de dop van het oliereser-
voir voor 2-takt injectiesmering door
deze los te trekken.
2. Breng de dop van het reservoir voor
2-takt injectiesmering weer aan door
deze in de reservoiropening te druk-
ken.
OPMERKING
Controleer of de dop van het reservoir
voor 2-takt injectiesmering correct is
geplaatst alvorens met de machine te
gaan rijden.
DAUS1050
Kickstarter
1. Kickstartpedaal
Trap om de motor te starten het kickstart-
pedaal licht omlaag totdat de tandwielen
aangrijpen en trap het pedaal dan soepel
maar krachtig omlaag.
1
Aanbevolen olie:
Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid:
1,40 L (1,48 US qt, 1,23 Imp.qt)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 27
Page 28 of 80

DAU14160
Rijderzadel
Openen van het rijderzadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contactslot en
draai hem dan linksom.
1. Openen
OPMERKING
Druk de sleutel niet in terwijl u deze draait.
3. Klap het rijderzadel omhoog.
1. Zadel
Sluiten van het rijderzadel
1. Klap het zadel omlaag en druk dan
aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contactslot
als de scooter onbeheerd wordt ach-
tergelaten.
OPMERKING
Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
DAU14510
Opbergcompartiment
1. Opbergcompartiment
Onder het zadel is een opbergcomparti-
ment aanwezig. (Zie pagina 3-11).
DWA10960
sWAARSCHUWING
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 3,5 kg (7,7 lb) voor het
opbergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van CS50/CS50M 169 kg
(373 lb) CS50Z 166 kg (366 lb) voor
de machine niet.
DCA10080
LET OP
Let op het volgende bij het gebruik van
het opbergcompartiment.
Het opbergcompartiment wordt
snel warmer als het is blootgesteld
1
1
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 28
Page 29 of 80

aan direct zonlicht, bewaar hierin
dus geen goederen die slecht
tegen warmte kunnen.
Wikkel natte voorwerpen in een
plastic zak, om zo vochtig worden
van het opbergcompartiment te
voorkomen.
Het opbergcompartiment kan nat
worden als de scooter wordt
gewassen, omwikkel te bewaren
voorwerpen dus in een plastic zak.
Bewaar geen waardevolle of bre-
ekbare voorwerpen in het opberg-
compartiment.
Om een helm op te bergen in het opberg-
compartiment, moet de helm omgekeerd
geplaatst worden en met de voorkant naar
voren toe.
OPMERKING
Sommige helmen kunnen vanwege
hun grootte of vorm niet worden
weggeborgen in het opbergcompar-
timent.
Laat uw scooter niet onbeheerd ach-
ter met het zadel open.
DAU14832
Schokdemperunit afstellen
(Per model verschillend)
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicator
Deze schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.
DCA10101
LET OP
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelring in de richting (a). Draai om de
veervoorspanning te verlagen en zo de
vering zachter te maken de stelring in derichting (b).
Zet de gewenste inkeping in de stelring
tegenover de positie-indicator op de
schokdemper.
DWA10221
sWAARSCHUWING
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet blo-
ot aan open vuur of een andere hit-
tebron. Hierdoor kan de gasdruk
zo hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan
de cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
(b)
Standaard:
midden
Maximum (hard):
(a)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 29
Page 30 of 80
Werp een beschadigde of versle-
ten schokdemperunit niet zelf
weg. Breng de schokdemperunit
voor elk onderhoud naar een
Yamaha-dealer.DAUT1072
BagagehaakDWAT1031
sWAARSCHUWING
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 1,5 kg (3,3 lb) voor de
bagagehaak niet.
Overschrijd het maximumgewicht
van CS50/CS50M 169 kg (373 lb)
CS50Z 166 (366 lb) voor het voer-
tuig niet.
1. Bagagehaak
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 30
Page 31 of 80
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15595
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en pro-
cedures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
DWA11151
sWAARSCHUWING
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op een ongeval of schade. Rijd niet met de machi-
ne als u een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding,
laat de machine dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 31
Page 32 of 80

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
DAU15605
Controlelijst voor gebruik
ITEM CONTROLES PAGINA
• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Brandstof• Vul indien nodig brandstof bij. 3-8
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
2-takt injectiesmering• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven
3-10
niveau.
• Controleer de machine op olielekkage.
Versnellingsbakolie• Controleer de machine op olielekkage. 6-8
• Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Koelvloeistof (CS50Z)• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
6-9
niveau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage.
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer
het hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
Voorrem• Vervang indien nodig. 6-14, 6-15, 6-16
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
• Controleer de werking.
Achterrem• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.6-14, 6-15
• Stel indien nodig bij.
• Controleer of de werking soepel is.
Gasgreep• Controleer de vrije slag van de kabel.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te 6-11, 6-17
stellen, en de kabel en het kabelhuis te smeren.
• Controleer op schade.
Wielen en banden• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
6-12, 6-13
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 32