Page 161 of 291
10
147
PRAKTISCHE INFORMATIE
ACCU
Procedure voor het opladen van de
accu en het gebruik van een hulpaccu
voor het starten van de motor met be-
hulp van startkabels.
Toegang tot de accu Starten van de motor met een
hulpaccu en startkabels
Sluit de rode kabel aan op de (+)
pool van de ontladen accu A en ver-
volgens op de (+) pool van de hulp-
accu B .
Sluit de groene of zwarte kabel aan
op de (-) pool van de hulpaccu B .
Sluit het andere uiteinde van de
groene of zwarte kabel aan op het
massapunt C van de auto.
Stel de startmotor in werking en laat
de motor draaien.
Wacht tot de motor stationair draait
en neem dan de kabels los.
De accu bevindt zich in de motorruim-
te.
Toegang tot de accu:
open de motorkap met de hendel in
het interieur en vervolgens de veilig-
heidshaak aan de buitenzijde,
bevestig de motorkapsteun,
verwijder de kunststof afdekkap voor
toegang tot de twee accupolen,
maak indien nodig de zekeringkast
los om de accu te verwijderen.
Page 162 of 291

10
!
!
i
148
PRAKTISCHE INFORMATIE
Maak de accupoolklemmen niet los
bij draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de ac-
cupoolklemmen los te nemen.
Accu's bevatten schadelijke stof-
fen, zoals zwavelzuur en lood.
Accu's moeten volgens de wet-
telijke voorschriften worden afge-
voerd en mogen in geen geval bij
het huisvuil terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in
bij een speciaal afvalstoffendepot.
Laden met behulp van een
acculader
Maak de accupoolklemmen los.
Volg de aanwijzingen van de fabri-
kant van de acculader.
Sluit de accukabels weer aan, te be-
ginnen met de (-) kabel.
Controleer of de accupolen en de
klemmen schoon zijn. Indien ze be-
dekt zijn met een (witte of groene)
oxidatielaag, neem dan de accuka-
bels los en reinig de polen en klem-
men.
De uitgeschakelde functies kunnen
tevens handmatig weer worden in-
geschakeld. Hierbij bestaat het ri-
sico dat de accu ontladen raakt. De spaarfase stuurt de elektrische func-
ties van de auto aan om het ontladen
van de accu te voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband
met de laadtoestand van de accu enke-
le functies (airconditioning, "AIRWAVE"
systemen, achterruitverwarming, ...) tij-
delijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch in-
geschakeld zodra de laadtoestand van
de accu dit toelaat.
Laat, om te voorkomen dat de accu
ontladen raakt, de verlichting niet
herhaaldelijk branden als het con-
tact is afgezet (zie paragraaf "Eco-
mode").
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is. Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten
van het contact.
Sluit het dak, de ruiten en de voor-
portieren voordat u de accukabels
loskoppelt.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht
1 minuut alvorens de motor te star-
ten, zodat de elektronische syste-
men geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
als er zich na deze handeling toch
nog problemen voordoen.
Raadpleeg het desbetreffende
hoofdstuk voor het zelf opnieuw
initialiseren van:
- de sleutel met afstandsbedie-
ning,
- de elektrische ruitbediening en het automatisch op een kier
zetten van de portierruiten,
- het GPS navigatiesysteem.
Page 163 of 291

10
!
!
i
148
PRAKTISCHE INFORMATIE
Maak de accupoolklemmen niet los
bij draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de ac-
cupoolklemmen los te nemen.
Accu's bevatten schadelijke stof-
fen, zoals zwavelzuur en lood.
Accu's moeten volgens de wet-
telijke voorschriften worden afge-
voerd en mogen in geen geval bij
het huisvuil terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in
bij een speciaal afvalstoffendepot.
Laden met behulp van een
acculader
Maak de accupoolklemmen los.
Volg de aanwijzingen van de fabri-
kant van de acculader.
Sluit de accukabels weer aan, te be-
ginnen met de (-) kabel.
Controleer of de accupolen en de
klemmen schoon zijn. Indien ze be-
dekt zijn met een (witte of groene)
oxidatielaag, neem dan de accuka-
bels los en reinig de polen en klem-
men.
De uitgeschakelde functies kunnen
tevens handmatig weer worden in-
geschakeld. Hierbij bestaat het ri-
sico dat de accu ontladen raakt. De spaarfase stuurt de elektrische func-
ties van de auto aan om het ontladen
van de accu te voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband
met de laadtoestand van de accu enke-
le functies (airconditioning, "AIRWAVE"
systemen, achterruitverwarming, ...) tij-
delijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch in-
geschakeld zodra de laadtoestand van
de accu dit toelaat.
Laat, om te voorkomen dat de accu
ontladen raakt, de verlichting niet
herhaaldelijk branden als het con-
tact is afgezet (zie paragraaf "Eco-
mode").
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is. Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten
van het contact.
Sluit het dak, de ruiten en de voor-
portieren voordat u de accukabels
loskoppelt.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht
1 minuut alvorens de motor te star-
ten, zodat de elektronische syste-
men geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
als er zich na deze handeling toch
nog problemen voordoen.
Raadpleeg het desbetreffende
hoofdstuk voor het zelf opnieuw
initialiseren van:
- de sleutel met afstandsbedie-
ning,
- de elektrische ruitbediening en het automatisch op een kier
zetten van de portierruiten,
- het GPS navigatiesysteem.
Page 164 of 291

10
!
i
149
PRAKTISCHE INFORMATIE
Neem de tijd die nodig is voor het
starten van de motor in acht om
een juiste lading van de accu te
garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en con-
tinu starten van de motor om de
accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de
motor niet gestart worden (zie de
paragraaf "Accu").
Als u op het moment dat de eco-
mode wordt ingeschakeld aan het
telefoneren bent:
- kan het gesprek nog 5 minu-
ten worden voortgezet met
de handsfree set van uw PC
Sound of PC Nav,
- kan het telefoongesprek ge- woon worden voortgezet met
de PC 3D Nav autoradio/tele-
foon/GPS RT4.
ECO-MODE
De eco-mode bepaalt de maximale ge-
bruiksduur van een aantal functies om
te voorkomen dat de accu ontladen
raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het
audio- en telematicasysteem, de ruiten-
wissers, dimlichten, plafonniers, ... nog
in totaal maximaal 30 minuten gebrui-
ken. Uitschakelen van de eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart
wordt.
Start om de functies direct weer te
kunnen gebruiken de motor en laat
deze draaien:
- minder dan tien minuten om de functies ongeveer vijf minuten te
kunnen gebruiken,
- meer dan tien minuten om de functies ongeveer dertig minuten
te kunnen gebruiken.
Inschakelen van de eco-mode
Na deze 30 minuten geeft een melding
op het multifunctionele display aan dat
de eco-mode is ingeschakeld en de ac-
tieve functies worden in de ruststand
gezet.
WISSERBLADEN VERVANGEN
De ruitenwisserbladen kunnen zonder
gereedschap worden vervangen.
Demonteren van een wisserblad
vóór
Til de desbetreffende ruitenwisser-
arm op.
Maak het wisserblad los en verwij-
der het.
Monteren van een wisserblad vóór
Controleer bij de ruitenwissers de
lengte van het wisserblad, omdat het
kortste blad aan de rechterzijde van
de auto gemonteerd moet worden.
Breng het nieuwe wisserblad aan en
klik het vast.
Zet de ruitenwisserarm voorzichtig
terug.
Voordat u een wisserblad
demonteert
Bedien de ruitenwisserschakelaar
b i n n e n é é n m i n u u t n a h e t a f z e t t e n
van het contact om de ruitenwissers
naar het midden van de voorruit te
verplaatsen.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
Zet het contact aan.
Bedien nogmaals de ruitenwissers-
chakelaar om de ruitenwissers in de
ruststand te zetten.
Page 165 of 291

10
!i
150
PRAKTISCHE INFORMATIE
SLEPEN VAN UW AUTO
U kunt uw auto laten slepen door een
andere auto of een andere auto slepen
met behulp van het sleepoog.
Toegang tot het gereedschap Slepen van uw auto
Maak het klepje in de voorbumper
los door op de onderkant ervan te
drukken.
Draai het sleepoog vast tot de aan-
slag.
Bevestig de sleepstang.
Schakel de alarmknipperlichten van
uw auto in.
Maak het klepje in de achterbumper
los door op de onderkant ervan te
drukken.
Draai het sleepoog vast tot de aan-
slag.
Bevestig de sleepstang.
Schakel de alarmknipperlichten van
de te slepen auto in.
Slepen van een andere auto
Het sleepoog bevindt zich onder de
vloerplaat van de bagageruimte:
sluit het dak,
open de achterklep,
til de vloerplaat op,
zet de vloerplaat in deze positie vast
door de handgreep aan het koffer-
dekselrubber te bevestigen,
neem het sleepoog uit de houder. Gebruik voor het slepen van een
auto met de vier wielen op de grond
altijd een sleepstang.
Laat het takelen van de auto (met
twee wielen op de grond) uitslui-
tend uitvoeren door een professio-
neel takelbedrijf.
Bij het slepen van de auto met
stilstaande motor zijn de rem- en
stuurbekrachtiging uitgeschakeld.
Zet de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N bij de
automatische transmissie).
Het niet opvolgen van deze bij-
zonderheid kan er toe leiden dat
bepaalde onderdelen van het rem-
systeem beschadigd raken en dat
de rembekrachtiger na het starten
mogelijk niet meer werkt.
Page 166 of 291

10
i
i
151
PRAKTISCHE INFORMATIE
TREKKEN VAN EEN AANHANGER, EEN CARAVAN...
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor
het vervoer van personen en bagage,
maar is tevens geschikt voor het trek-
ken van een aanhanger. Gewichtsverdeling
Verdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig en houd u
aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid ne-
men de prestaties van de motor af als
men op grotere hoogte boven de zee-
spiegel komt. Trek boven de 1 000 m
10 % van het maximum aanhangerge-
wicht af en herhaal dit voor elke volgen-
de 1 000 m.
Raadpleeg het hoofdstuk "Technische
gegevens" voor de gewichten en aan-
hangergewichten die voor uw auto van
toepassing zijn. Let in elk geval goed op de aanwijzing
van de koelvloeistoftemperatuurmeter.
Zijwind
Houd er rekening mee dat de zijwind-
gevoeligheid van de auto groter is.
Koeling
Het trekken van een aanhanger op een
helling veroorzaakt een hogere koel-
vloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch be-
diend en is niet afhankelijk van het mo-
tortoerental.
Pas uw snelheid aan om het toeren-
tal te beperken. Remmen
Het trekken van een aanhanger ver-
groot de remweg.
Banden
Controleer de bandenspanning van
de auto en de aanhanger en breng
deze indien nodig op de juiste waarde.
Verlichting
Controleer de verlichting van de
aanhanger.
De parkeerhulp wordt automatisch
uitgeschakeld als bij het aankop-
pelen van een aanhanger een ori-
ginele PEUGEOT-trekhaak wordt
gebruikt.
Als het verklikkerlampje van
de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden in combinatie
met het verklikkerlampje
STOP , stop dan zo snel mo-
gelijk en zet de motor af.
De trekhaak bestaat uit een mecha-
nisch systeem voor het aankoppelen
van een aanhanger of caravan en een
elektrische aansluiting voor de verlich-
ting en signalering.
Adviezen
Wij raden u aan gebruik te maken
van een speciaal door PEUGEOT
geteste en goedgekeurde trekhaak
inclusief bedrading en deze door
het PEUGEOT-netwerk te laten
monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd
door een ander bedrijf dan dat van
het PEUGEOT-netwerk, moet bij
de montage gebruik worden ge-
maakt van de reeds aanwezige
elektrische voorzieningen aan de
achterzijde van de auto volgens de
voorschriften van de constructeur. Het rijden met een aanhanger heeft veel
invloed op het rijgedrag van de auto en
vergt daarom extra aandacht van de
bestuurder.
Het maximum aanhangergewicht is af-
hankelijk van het hellingspercentage en
de temperatuur van de buitenlucht.
Page 167 of 291

10
i
152
PRAKTISCHE INFORMATIE
SNEEUWSCHERM *
Het afneembare sneeuwscherm wordt
op het onderste gedeelte van de voor-
bumper geplaatst om een opeenhoping
van sneeuw bij de koelventilateur van
de radiateur te voorkomen.
Plaatsen
Breng het afneembare sneeuw-
scherm aan op het onderste gedeel-
te van de voorbumper.
Zet het scherm vast door de beves-
t i g i n g s c l i p s o p d e o m t r e k é é n v o o r
é é n a a n t e d r u k k e n .
Vergeet niet het sneeuwscherm te
verwijderen:
- als de buitentemperatuur hoger is dan 10°C,
- als de auto moet worden ge- sleept,
- bij snelheden hoger dan 120 km/h. * Volgens land van bestemming.
Verwijderen
Wip met een schroevendraaier de vier
b e v e s t i g i n g s c l i p s é é n v o o r é é n l o s .
ACCESSOIRES
Het PEUGEOT-netwerk biedt u een rui-
me keuze aan accessoires en originele
onderdelen.
Deze accessoires en onderdelen zijn
getest en goedgekeurd ten aanzien van
bedrijfszekerheid en veiligheid.
Ze zijn volledig aangepast aan uw auto,
voorzien van een artikelnummer van
PEUGEOT en worden geleverd met ga-
rantie.
Het aanbod van PEUGEOT Boutique is
onderverdeeld in 5 groepen: PROTECT -
COMFORT - AUDIO - DESIGN - TECNIC:
"Protect": "Comfort":
matten ** , kunststof bak baga-
geruimte, windscherm.
Voor de vrijetijdsbesteding:
fi e t s e n d r a g e r v o o r b e v e s t i g i n g
op de trekhaak, zitverhogin-
gen en kinderzitjes.
inbraakalarm, graveren van
ruiten, wielbouten met slot,
alcoholtest, EHBO-trommel,
gevarendriehoek, veiligheids-
vest, lokalisatiesysteem ge-
stolen auto, set voor tijdelijke
bandreparatie, sneeuwkettin-
gen. ** Om te voorkomen dat pedalen blijven hangen:
- controleer of de mat goed op zijn plaats ligt en goed is bevestigd,
- l e g n o o i t m e e r d e r e m a t t e n o p é é n plaats.
Trekhaak. Deze moet bij het PEUGEOT-
netwerk worden gemonteerd.
Page 168 of 291

10
i
152
PRAKTISCHE INFORMATIE
SNEEUWSCHERM *
Het afneembare sneeuwscherm wordt
op het onderste gedeelte van de voor-
bumper geplaatst om een opeenhoping
van sneeuw bij de koelventilateur van
de radiateur te voorkomen.
Plaatsen
Breng het afneembare sneeuw-
scherm aan op het onderste gedeel-
te van de voorbumper.
Zet het scherm vast door de beves-
t i g i n g s c l i p s o p d e o m t r e k é é n v o o r
é é n a a n t e d r u k k e n .
Vergeet niet het sneeuwscherm te
verwijderen:
- als de buitentemperatuur hoger is dan 10°C,
- als de auto moet worden ge- sleept,
- bij snelheden hoger dan 120 km/h. * Volgens land van bestemming.
Verwijderen
Wip met een schroevendraaier de vier
b e v e s t i g i n g s c l i p s é é n v o o r é é n l o s .
ACCESSOIRES
Het PEUGEOT-netwerk biedt u een rui-
me keuze aan accessoires en originele
onderdelen.
Deze accessoires en onderdelen zijn
getest en goedgekeurd ten aanzien van
bedrijfszekerheid en veiligheid.
Ze zijn volledig aangepast aan uw auto,
voorzien van een artikelnummer van
PEUGEOT en worden geleverd met ga-
rantie.
Het aanbod van PEUGEOT Boutique is
onderverdeeld in 5 groepen: PROTECT -
COMFORT - AUDIO - DESIGN - TECNIC:
"Protect": "Comfort":
matten ** , kunststof bak baga-
geruimte, windscherm.
Voor de vrijetijdsbesteding:
fi e t s e n d r a g e r v o o r b e v e s t i g i n g
op de trekhaak, zitverhogin-
gen en kinderzitjes.
inbraakalarm, graveren van
ruiten, wielbouten met slot,
alcoholtest, EHBO-trommel,
gevarendriehoek, veiligheids-
vest, lokalisatiesysteem ge-
stolen auto, set voor tijdelijke
bandreparatie, sneeuwkettin-
gen. ** Om te voorkomen dat pedalen blijven hangen:
- controleer of de mat goed op zijn plaats ligt en goed is bevestigd,
- l e g n o o i t m e e r d e r e m a t t e n o p é é n plaats.
Trekhaak. Deze moet bij het PEUGEOT-
netwerk worden gemonteerd.