!
30
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Zelfdiagnosesysteem motor.
Dit lampje gaat branden in het
geval van een storing in het
motormanagementsysteem.
Als het lampje knippert, wijst dit op een
storing in de emissieregeling.
Laag brandstofniveau.
Zodra dit lampje gaat bran-
den is er nog ongeveer 6 liter
brandstof in de tank aanwezig.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voor-
komen dat u met een lege tank strandt.
Zolang er niet voldoende brandstof
wordt getankt, gaat dit lampje branden
zodra het contact wordt aangezet.
Inhoud van de brandstoftank: ongeveer
60 liter . Maximum temperatuur
koelvloeistof.
Dit lampje gaat branden in het
geval van een te hoge koel-
vloeistoftemperatuur. Zet de auto zo
snel mogelijk op een veilige plaats stil.
Airbags.
Dit lampje gaat branden in het
geval van een storing in één
van de airbags of de pyrotech-
nische gordelspanners.
Veiligheidsgordel niet
vastgemaakt/weer losgemaakt.
Dit lampje gaat branden als de be-
stuurder en/of voorpassagier zijn
veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt of
weer heeft losgemaakt. Volgens uitvoering
en/of land van bestemming is het mogelijk
dat voor de voorpassagier alleen het los-
maken van de gordel wordt gedetecteerd.
Dit lampje gaat ook branden als de veilig-
heidsgordels van één of meer achterpas-
sagiers zijn losgemaakt (uitsluitend bij de
zitplaatsen achter op de 2e zitrij van de
SW met glazen panoramadak).
W a t e r i n b r a n d s t o f fi l t e r * .
Dit lampje gaat branden indien
e r w a t e r i n h e t b r a n d s t o f fi l t e r
(diesel) zit.
Er bestaat kans op schade aan het in-
spuitsysteem bij dieselmotoren. Geopend portier.
Een portier, de achterklep of de
achterruit is nog geopend:
Laden van de accu.
Dit lampje gaat branden in het
geval van een storing in het
laadcircuit van de accu (gecor-
rodeerde of losgeraakte accupolen, dy-
namoriem slap of gebroken...). Motoroliedruk.
Dit lampje gaat branden in het
geval van een storing in het
smeersysteem van de motor.
Zet de auto zo snel mogelijk op een vei-
lige plaats stil.
S p e c i fi e k e w a a r s c h u w i n g s l a m p j e s
* Volgens land van bestemming.
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP/ASR).
De systemen ESP en ASR wor-
den automatisch ingeschakeld als de
motor wordt gestart.
Als de systemen niet zijn uitgeschakeld
en dit verklikkerlampje en het lampje in
de schakelaar constant branden, wijst
dit op een storing in het systeem ESP
of ASR of de hill holder. - bij een snelheid lager dan 10 km/h
brandt dit lampje constant,
- bij een snelheid hoger dan 10 km/h brandt dit lampje constant, in
combinatie met een geluidssignaal.
Rijd nooit door tot de tank hele-
maal leeg is, hierdoor kunnen het
emissieregelsysteem en het injec-
tiesysteem beschadigd raken.