Page 65 of 82

DCA10640
LET OP:
Gebruik geen zekering met een
hoger ampèrage dan is voorgesch-
reven, om ernstige schade aan het
elektrisch systeem en mogelijk
brandgevaar te vermijden.
3. Draai de contactsleutel naar “f”
en schakel de elektrische circuits
in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw
doorbrandt, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch
systeem te controleren.
DAU23800
Koplampgloeilamp
vervangen
De koplamp op dit model heeft een
halogeen gloeilamp. Vervang de
koplampgloeilamp als volgt als deze
is doorgebrand.
1. Gloeilampkap
1. Verwijder de gloeilampkap en
maak dan de koplampstekker
los.
1. Koplampstekker
2. Gloeilamphouder
2. Haak de gloeilamphouder los en
verwijder dan de defecte gloei-
lamp.
DWA10790
s s
WAARSCHUWING
Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare pro-
ducten uit de buurt van een
koplampgloeilamp en raak het
lampglas niet aan zolang dit niet is
afgekoeld.
3. Breng een nieuwe koplampgloei-
lamp aan en zet deze dan vast
met de gloeilamphouder.
1
2
1
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-30
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 65
Page 66 of 82

DCA10660
LET OP:
Raak het glas van de koplampglo-
eilamp niet aan zodat dit vetvrij
blijft, anders kan de doorzichtig-
heid van het glas, de lichtintensiteit
en de levensduur nadelig worden
beïnvloed. Wrijf eventuele veron-
treinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een
doekje gedrenkt in alcohol of thin-
ner.
4. Sluit de koplampstekker aan en
breng dan de gloeilampkap aan.
5. Vraag indien nodig een Yamaha-
dealer de koplamplichtbundel af
te stellen.
DAUS1150
Gloeilamp in
kentekenverlichting
vervangen
1. Verwijder de lamplens door de
schroef te verwijderen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
4. Monteer de lamplens door de
schroef aan te brengen.
DCA11190
LET OP:
Zet de schroef niet overdreven
strak vast, anders kan de lamplens
breken.
DAU24281
Een
richtingaanwijzergloeilamp
of de gloeilamp in
remlicht/achterlicht
vervangen
1. Verwijder de lamplens door de
schroeven te verwijderen.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-31
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 66
Page 67 of 82

2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de
schroeven aan te brengen.
DCA10680
LET OP:
Zet de schroeven niet overdreven
strak vast, anders kan de lamplens
breken.
DAUS1350
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen
DCA10670
LET OP:
Het is aan te bevelen dit werk uit te
laten voeren door een Yamaha dea-
ler.
1. Verwijder de lampfitting (samen
met de gloeilamp) door deze link-
som te draaien voor de richtinga-
anwijzer rechts en rechtsom voor
de richtingaanwijzer links.
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
4. Monteer de lampfitting (samen
met de gloeilamp) door deze
rechtsom te draaien voor de rich-
tingaanwijzer rechts en linksom
voor de richtingaanwijzer links.1. Lampfitting
1. Gloeilamp
1
1
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 67
Page 68 of 82

DAU25870
Problemen oplossen
Yamaha motorfietsen ondergaan een
grondige inspectie voordat ze vanaf
de fabriek op transport gaan, maar tij-
dens gebruik kunnen toch storingen
optreden. Problemen in de brandstof-
, compressie- of ontstekingssyste-
men kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname
in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s
is een snelle en gemakkelijke werkwij-
ze weergegeven om deze vitale syste-
men zelf te kunnen controleren. Ga
met uw motorfiets echter wel naar
een Yamaha dealer als reparaties
nodig zijn, hier zijn vakkundige mon-
teurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de
ervaring en vakkennis om het nodige
onderhoud aan de machine correct te
verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha
vervangingsonderdelen. Niet-origine-
le onderdelen lijken misschien op
Yamaha onderdelen maar zijn toch
vaak van mindere kwaliteit en hebbeneen kortere levensduur, zodat dan
later mogelijk toch dure reparaties
nodig zijn.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 68
Page 69 of 82

6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
DAU25921
Storingzoekschema’s
Startproblemen of slechte werking van de motorDWA10840
s s
WAARSCHUWING
Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt.
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.
1. BrandstofEr is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.
2. CompressieEr is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.
3. OntstekingSchoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.
4. AccuDe motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu indien nodig.
Droog
NatDraai de gasgreep tot halverwege open
en bedien de elektrische startknop.
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 69
Page 70 of 82

6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-35
Oververhitte motorDWA10400
s s
WAARSCHUWING
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete
vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor
is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de
dop.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.
Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
OPMERKING:
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door
de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 70
Page 71 of 82

DAU26001
Verzorging
De open constructie van een motor-
fiets maakt de fraaie techniek beter
zichtbaar, maar de machine is hierdo-
or ook meer kwetsbaar. Er kan sprake
zijn van roestvorming en corrosie, ook
al zijn hoogwaardige componenten
gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt
bij een auto niet zo op, bij een motor-
fiets is dit echter nadelig voor de alge-
hele aanblik. Regelmatige en correcte
verzorging is niet alleen vereist vol-
gens de garantiebepalingen, maar
verzekert ook een fraai uiterlijk van de
machine, verlengt de levensduur en
verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af
met een plastic zak nadat de
motor is afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en
afdekpluggen, ook de bougie-
doppen, en alle elektrische stek-
kers en aansluitingen stevig zijn
bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling,
zoals verbrande olie op het car-
ter, met een ontvetter en eenborstel, maar gebruik dergelijke
producten nooit op afdichtingen,
pakkingen, tandwielen, de aan-
drijfketting en de wielassen. Spo-
el vuil en ontvetter altijd af met
water.
Reinigen
DCA10770
LET OP:
Vermijd het gebruik van sterke
en bijtende wielreinigingsmid-
delen, vooral bij spaakwielen.
Als dergelijke producten toch
worden gebruikt om hardnek-
kig vuil los te maken, laat het
reinigingsmiddel dan niet lan-
ger inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel
het betreffende gebied grondig
schoon met water, laat direct
drogen en breng daarna een
corrosiewerende spray aan.
Bij verkeerd reinigen kunnen
de kuipruit, de stroomlijnpane-
len, framepanelen en andere
kunststof delen worden bes-
chadigd. Gebruik alleen een
zachte, schone doek of een
spons met zachte zeep enwater om kunststof delen te
reinigen.
Gebruik geen bijtende chemis-
che reinigingsmiddelen op
kunststof delen. Vermijd het
gebruik van doeken of sponzen
die in contact zijn geweest met
bijtende of schurende reini-
gingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of
corrosieremmers, remvloeis-
tof, antivries of elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreini-
gers of stoomreinigers, omdat
dan op de volgende plaatsen
water kan doordringen en zo
schade kan ontstaan: afdich-
tingen (van wiel- en achterbru-
glagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten
(kabelstekkers, messtekkers,
instrumenten, schakelaars en
verlichting), beluchtings- en
ontluchtingsslangen.
Bij motorfietsen met een kui-
pruit: gebruik geen bijtende
reinigingsmiddelen of harde
sponzen, deze veroorzaken
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-1
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 71
Page 72 of 82

dofheid en laten krasjes achter.
Sommige reinigingsmiddelen
voor kunststof laten eveneens
krasjes achter op de kuipruit.
Test het product op een klein,
niet-zichtbaar gedeelte van de
kuipruit om zeker te zijn dat
geen sporen achterblijven op
de kuipruit. Als de kuipruit
krasjes vertoont, breng dan na
wassen een hoogwaardige
polish voor gebruik op kunsts-
tof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, zachte
zeep en een zachte, schone spons en
spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of een
flessenborstel op moeilijk bereikbare
plekken. Hardnekkig vastzittend vuil
en insectenresten laten gemakkelijker
los als de bewuste plek alvorens te
reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in r
egen, aan de kust of op
bepekelde wegen
Zeelucht en wegenzout waarmee
wegen ‘s winters worden bestrooidhebben in combinatie met water een
zeer corrosieve werking; handel daa-
rom als volgt na een rit in een regen-
bui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.
OPMERKING:
‘s Winters gestrooid wegenzout kan
nog tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de motorfiets met koud
water en zachte zeep nadat de
machine is afgekoeld.
DCA10790
LET OP:
Gebruik geen heet water, dit vers-
terkt de corrosieve werking van het
zout.
2. Breng met een spuitbus een
corrosiewerend middel aan op
alle metalen delen, ook op verch-
roomde en vernikkelde compo-
nenten, om zo corrosie te voor-
komen.
Na reiniging
1. Droog de motorfiets met een
zeemleren lap of een vochtabsor-
berende doek.2. Laat de aandrijfketting direct dro-
gen en smeer hem om roestvor-
ming te voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om
verchroomde, aluminium en
roestvrijstalen delen te doen
glanzen, ook het uitlaatsysteem.
(Zelfs thermische verkleuringen
op roestvrijstalen uitlaatsystemen
kunnen door oppoetsen worden
verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend
middel aan te brengen op alle
metalen delen, ook op verchro-
omde en vernikkelde componen-
ten, om zo corrosie te voorko-
men.
5. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om eventue-
el nog achtergebleven vuil te ver-
wijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen
bij veroorzaakt door steenslag
e.d.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in
de was.7
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-2
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 72