Page 17 of 82

DCA10010
LET OP:
Gebruik de machine alleen als u
weet dat het motorolieniveau vol-
doende hoog is.
DAU11500
Waarschuwingslampje
motorstoring “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den of knippert wanneer een elek-
trisch circuit dat de motorwerking
controleert defect is. Vraag in dat
geval een Yamaha-dealer het zelf-
diagnosesysteem te controleren.
Het elektrisch circuit voor het waars-
chuwingslampje controleert u door de
sleutel naar “
f” te draaien. Als het
waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha-dealer om het
elektrisch circuit te testen.
DAU11621
Snelheidsmeterunit
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
De snelheidsmeterunit is voorzien van
een snelheidsmeter en een kilometer-
teller. De snelheidsmeter toont de
actuele rijsnelheid. De kilometerteller
toont de totale afgelegde afstand.
DAU11851
Toerenteller
1. Toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de
motorrijder het motortoerental contro-
leren en dit binnen het ideale bereik
houden.
DCA10031
LET OP:
Laat de motor niet draaien terwijl
de toerenteller in de rode zone
wijst.
Rode zone: 10.000 tpm en hoger
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 3
Page 18 of 82

DAU12344
Stuurschakelaars
1. Lichtsignaalschakelaar “j”
2. Dimlichtschakelaar “j/k”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “c/d”
4. Claxonschakelaar “a”
1. Noodstopschakelaar “
f/e”
2. Startknop “f”
DAU12380
Lichtsignaalschakelaar “j”
Druk deze schakelaar in om met de
koplampen een lichtsignaal te geven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar “j/k”
Zet deze schakelaar op “
j” voor
grootlicht en op “
k” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “c/d”
Druk deze schakelaar naar “
d” om
afslaan naar rechts aan te geven.
Druk deze schakelaar naar “
c” om
afslaan naar links aan te geven. Na
loslaten keert de schakelaar terug
naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “a”
Druk deze schakelaar in om een cla-
xonsignaal te geven.
DAU12660
Noodstopschakelaar “f/e”
Zet deze schakelaar voor u de motor
start op “
f”. Zet deze schakelaar op
“
e” om de motor direct uit te scha-
kelen in een noodgeval, zoals wanne-
er de machine omslaat of als de gas-
kabel blijft hangen.
DAU12710
Startknop “f”
Druk deze knop in om via de startmo-
tor de motor rond te draaien.
DCA10050
LET OP:
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
1
2
j
k
1
2
43
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 4
Page 19 of 82
DAU31640
Koppelingshendel
1. Koppelingshendel
De koppelingshendel bevindt zich aan
de linkerstuurgreep. Trek de hendel
naar het stuur toe om de koppeling te
ontkoppelen. Laat de hendel los om
de koppeling te laten aangrijpen. Voor
een soepele werking van de koppe-
ling moet de hendel snel ingetrokken
worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van
een sperschakelaar die deel uitmaakt
van het startspersysteem. (Zie pagina
3-12.)
DAU12870
Schakelpedaal
1. Schakelpedaal
Het schakelpedaal bevindt zich aan
de linkerzijde van de motor en wordt
in combinatie met de koppelingshen-
del gebruikt bij het schakelen van de
versnellingen van de 6-traps cons-
tant-mesh versnellingsbak op deze
motorfiets.
DAU12890
Remhendel
1. Remhendel
De remhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek de hendel
naar het stuur toe om de voorrem te
bekrachtigen.
1
1
j
k
13
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 5
Page 20 of 82

DAU12941
Rempedaal
1. Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich aan de
rechterzijde van de motorfiets. Trap
op het rempedaal om de achterrem te
bekrachtigen.
DAU13210
Brandstof
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
Controleer of voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is. Vul de
brandstoftank tot onderaan de vulpijp
zoals getoond.
DWA10880
s s
WAARSCHUWING
Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uit-
zet.
Mors geen brandstof op een
heet motorblok.
DCA10070
LET OP:
Veeg gemorste brandstof direct af
met een schone, droge en zachte
doek, de brandstof kan immers
schade toebrengen aan de lak of
aan kunststof onderdelen.
DAU13270
Uw Yamaha motorblok is gebouwd
op het gebruik van normale loodvrije
benzine met een octaangetal van
RON 91 of hoger. Als de motor gaat
detoneren (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan
bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOODV-
RIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
13,8 L (3,65 US gal) (3,04 Imp gal)
Brandstofreserve:
2,2 L (0,58 US gal) (0,48 Imp gal)1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 6
Page 21 of 82

DAU13431
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaat-
katalysator.
DWA10860
s s
WAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Controleer of
het uitlaatsysteem is afgekoeld
alvorens onderhoudswerkzaamhe-
den uit te voeren.
DCA10700
LET OP:
De volgende voorzorgsmaatrege-
len moeten worden genomen om
brand of andere schaderisico’s te
voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije
benzine. Bij gebruik van lood-
houdende benzine zal onhers-
telbare schade worden toege-
bracht aan de
uitlaatkatalysator.
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals
op gras of op ander materiaal
dat gemakkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang
aaneen stationair draaien.
DAU13070
Tankdop
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop,
steek de sleutel in het slot en draai
hem dan een kwartslag rechtsom. Het
slot wordt ontgrendeld en de tankdop
kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met
de sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de
oorspronkelijke positie, neem
hem uit en sluit dan het slotplaat-
je.
OPMERKING:
De tankdop kan alleen worden geslo-
ten met de sleutel in het slot. Boven-
dien kan de sleutel niet worden uitge-
nomen als de tankdop niet correct
gesloten en vergrendeld is.
DWA11090
s s
WAARSCHUWING
Controleer voor u gaat rijden of de
tankdop correct is afgesloten.
1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 7
Page 22 of 82
DAUB1300
Tankbeluchtingsslang/overlo
opslang
1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de
tankbeluchtingsslang/overloops-
lang.
Controleer de tankbeluchtingss-
lang/overloopslang op scheuren
of beschadiging en vervang
indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de
tankbeluchtingsslang/overloops-
lang niet verstopt is en reinig
indien nodig.
Zorg dat het uiteinde van de
tankbeluchtingsslang/overloops-
lang binnen de slangklem gepla-
atst is.DAU13460
2-takt injectiesmering
1. Reservoir voor 2-takt injectiesmering
2. Oliereservoir voor 2-takt injectiesmering
Controleer of voldoende olie aanwe-
zig is in het reservoir voor 2-takt injec-
tiesmering. Vul indien nodig de voor-
geschreven 2-takt injectiesmering bij.
OPMERKING:
Controleer of de dop op het oliereser-
voir voor 2-takt injectiesmering
correct is aangebracht.
12
1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 8
Page 23 of 82

DAU13561
Brandstofkraan
1. Brandstofkraan
Via de brandstofkraan wordt de ben-
zine vanuit de brandstoftank toegevo-
erd en bovendien gefilterd.
De brandstofkraan kent drie standen:
OFF
Met de kraanhendel in deze stand
stroomt de benzine niet door. Zet de
kraanhendel steeds in deze stand als
de motor niet draait.
AAN
Met de kraanhendel in deze stand
stroomt de benzine door naar de car-
burateur. Tijdens normaal rijden hoort
de kraanhendel in deze stand te sta-
an.RES
Dit is de reservestand. Zet de kraan-
hendel in deze stand wanneer u tij-
dens een rit zonder brandstof komt te
staan. Vul de brandstoftank zodra de
gelegenheid zich voordoet. Vergeet
na het tanken niet de kraanhendel
weer op “ON” te zetten!
1
ON
RES OFFFUEL
Aanbevolen olie:
Yamalube 2 of gelijkwaardige
2-takt injectiesmeerolie (JASO gra-
de “FC” of ISO grades “EG-C” of
“EG-D”)
Oliehoeveelheid:
1,4 L (1,48 US qt) (1,23 Imp qt)
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 9
Page 24 of 82
DAU13590
Chokehendel “q”
1. Chokehendel
Voor het starten van een koude motor
is een rijker lucht/brandstof mengsel
nodig; via de choke wordt dit mengsel
geleverd.
Beweeg de hendel in richting (a) om
de choke aan te zetten.
Beweeg de hendel in richting (b) om
de choke uit te zetten.
DAU13900
Zadel
1. Zadel
2. Zadelslot
Verwijderen van het zadel
1. Steek de sleutel in het zadelslot
en draai hem dan zoals afgebe-
eld.
2. Trek het zadel los.
Aanbrengen van het zadel
1. Steek het uitsteeksel aan de
voorzijde van het zadel in de
zadelbevestiging, zoals getoond
in de afbeelding.
2. Druk het zadel aan de achterzijde
omlaag om te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING:
Controleer of het zadel stevig is ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.
21
j
k1(b)
(a)
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 10