Page 9 of 82

NELHEID aan of rijden te lang
rechtop (onvoldoende schuinlig-
gen bij de bewuste rijsnelheid),
zodat de bocht dan te wijd wordt
genomen.
• Neem altijd de maximum snel-
heid in acht en rijd nooit sneller
dan de wegcondities en het
verkeer toestaan.
• Geef altijd richting aan voordat
u afslaat of van rijstrook wis-
selt. Zorg dat andere wegge-
bruikers u kunnen zien.
De zithouding van de bestuurder
en de passagier is belangrijk voor
een goede besturing.
• De bestuurder moet tijdens het
rijden beide handen aan het
stuur houden en beide voeten
op de bestuurdersvoetsteu-
nen, om zo de macht over het
stuur te behouden.
• De passagier hoort steeds de
bestuurder, de zadelband of de
handgreep, indien aanwezig,
met beide handen vast te hou-
den en beide voeten op de
passagiersvoetsteunen te hou-
den.• Neem nooit een passagier mee
die niet in staat is om beide
voeten stevig op de passa-
giersvoetsteunen te zetten.
Rijd nooit onder invloed van alco-
hol of andere drugs.
Deze motor is uitsluitend ontwor-
pen voor gebruik op verharde
wegen en is niet geschikt voor
off-roadgebruik.
Beschermende kleding
Motorongelukken met dodelijke aflo-
op betreffen meestal hoofdletsel. Het
dragen van een helm is de belan-
grijkste factor bij het voorkomen of
reduceren van hoofdletsel.
Draag altijd een goedgekeurde
helm.
Draag ook een gezichtskap of
een veiligheidsbril. De rijwind in
uw niet-afgeschermde ogen kan
het zicht verslechteren, zodat u
gevaren te laat zou opmerken.
Door een jack, stevige schoenen,
een lange broek, handschoenen
e.d. te dragen verkleint u de kans
op schaafwonden of ontvellin-
gen.
Draag nooit loszittende kleding,deze kan blijven haken aan
bedieningshandgrepen of door
de wielen worden gegrepen en zo
een ongeval of letsel veroorza-
ken.
Raak nooit de motor of het uitla-
atsysteem aan terwijl de motor
draait. Deze onderdelen worden
zeer heet en kunnen zo brand-
wonden veroorzaken. Draag altijd
beschermende kleding die uw
benen, enkels en voeten bedekt.
De hierboven vermelde voor-
zorgsmaatregelen gelden ook
voor passagiers.
Technische wijzigingen
Door het aanbrengen van technische
wijzigingen die niet door Yamaha zijn
goedgekeurd, of door originele
onderdelen te verwijderen, kan deze
motor onveilig worden in het gebruik
en ernstig persoonlijk letsel veroorza-
ken. Door dergelijke wijzigingen kan
het gebruik van uw motor ook onwet-
tig worden.
Bagage en accessoires
Het monteren van accessoires of het
vervoer van bagage kan een negatief
effect hebben op de rijstabiliteit en
1
VEILIGHEIDSINFORMATIEt
1-2
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 9
Page 10 of 82

het weggedrag als hierdoor de
gewichtsverdeling van de motor
verandert. Wees uiterst voorzichtig bij
het monteren van accessoires of het
beladen van uw motor, om zo moge-
lijke ongevallen te vermijden. Pas
extra op wanneer u op een motor rijdt
die beladen is of waaraan accessoires
zijn gemonteerd. Hier volgen enkele
algemene richtlijnen bij het beladen
van de motor of het monteren van
accessoires:
Beladen
Het totale gewicht van de bestuurder,
passagier, accessoires en bagage
mag de maximale gewichtslimiet niet
overschrijden.
Let op het volgende wanneer u tot
deze gewichtslimiet belaadt:
Het zwaartepunt van bagage en
accessoires moet zo laag moge-
lijk liggen en zo dicht mogelijk bij
de motor. Zorg dat het gewicht
zo gelijkmatig mogelijk over bei-
de zijden van de motor wordt ver-
deeld, om zo onbalans of instabi-liteit te beperken.
Als gewicht gaat schuiven kan
zich een plotselinge onbalans
voordoen. Controleer voordat u
gaat rijden of accessoires en
bagage stevig aan de motor zijn
bevestigd. Controleer de bevesti-
gingspunten voor accessoires en
bagage regelmatig.
Bevestig nooit omvangrijke of
zware goederen aan het stuur, de
voorvork of het voorwielspat-
bord. Dergelijke items, inclusief
bagage als slaapzakken, plunje-
zakken of tenten kunnen een ins-
tabiel weggedrag of een te trage
reactie op het stuur veroorzaken.
Accessoir
es
Originele Yamaha accessoires wer-
den speciaal ontworpen voor monta-
ge aan deze motor. Yamaha is niet in
staat om alle overige leverbare acces-
soires te testen. U bent dus zelf
verantwoordelijk voor de juiste keuze,
installatie en gebruik van niet-Yamaha
accessoires. Wees zorgvuldig bij de
keuze en installatie van accessoires.
Volg bij de montage van accessoires
de onderstaande richtlijnen en dievermeld onder het kopje “Beladen”.
Monteer nooit accessoires en
vervoer nooit bagage als deze
een nadelige invloed hebben op
de prestaties van uw motor. Ins-
pecteer het accessoire zorgvul-
dig alvorens het te gebruiken, om
zeker te zijn dat het de grondspe-
ling of de hellinghoek op geen
enkele manier vermindert, de
veerweg, de stuuruitslag of de
bediening beperkt of lampen of
reflectors afdekt.
• Accessoires die aan of nabij
het stuur of de voorvork zijn
gemonteerd zullen mogelijk
instabiliteit veroorzaken door
een foutieve gewichtsverdeling
of door aërodynamische effec-
ten. Accessoires aan het stuur
of nabij de voorvork moeten zo
licht mogelijk zijn en tot een
minimum worden beperkt.
• mvangrijke accessoires kun-
nen door hun aërodynamisch
effect van invloed zijn op de
rijstabiliteit van de motor. De
motor kan door rijwind worden
opgetild of bij zijwind instabiel
Maximale belasting:
196 kg (432,18 lb)
1
tVEILIGHEIDSINFORMATIE
1-3
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 10
Page 11 of 82

worden. Zulke accessoires
kunnen ook instabiliteit veroor-
zaken terwijl u grote voertuigen
inhaalt of door deze wordt
ingehaald.
• Sommige accessoires noodza-
ken de bestuurder om een
andere dan de normale zitposi-
tie in te nemen. Zo’n verkeerde
zitpositie beperkt de bewe-
gingsvrijheid van de bestuur-
der en kan een comfortabele
bediening hinderen, zodat we
dergelijke accessoires sterk
afraden.
Wees voorzichtig bij het aanbren-
gen van elektrische accessoires.
Als elektrische accessoires de
capaciteit van het elektrisch sys-
teem van de motorfiets te boven
gaan, kan zich een gevaarlijke
elektrische storing voordoen
waardoor de verlichting of de
motor uitvalt.
Benzine en uitlaatgassen
BENZINE IS ZEER GEMAKKE-
LIJK ONTVLAMBAAR:
• Zet de motor altijd af als u ben-
zine tankt.• Pas op en mors tijdens het tan-
ken geen benzine op de motor
of op het uitlaatsysteem.
• Tank niet terwijl u rookt of in de
nabijheid bent van open vuur.
Start de motor nooit in een afges-
loten ruimte en laat hem dan niet
draaien. De uitlaatgassen zijn gif-
tig en kunnen al heel snel bewus-
teloosheid of dodelijk letsel vero-
orzaken. Start de motor alleen in
de open lucht of in een ruimte die
voldoende ventilatie heeft.
Zet de motor altijd uit voordat u
de motorfiets onbeheerd achter-
laat en neem de sleutel uit het
contactslot. Let op het volgende
als u de motor gaat parkeren:
• De motor en het uitlaatsysteem
kunnen heet zijn, parkeer de
motorfiets daarom op een plek
waar voetgangers en kinderen
hier geen last van hebben.
• Parkeer de motor niet op een
helling of op een zachte onder-
grond, om omvallen te voorko-
men.
• Parkeer de motor niet nabij een
brandend toestel (bijv. eenpetroleumkachel) of bij open
vuur, hij zou zo vlam kunnen
vatten.
Als u de motor in een ander voer-
tuig vervoert, zorg dan dat deze
rechtop staat en de brandstof-
kraan op “ON” of “RES” (onder-
druktype)/”OFF” (handmatig
type) staat. Als de machine
schuin staat, kan er benzine uit
de carburateur of de brandstof-
tank stromen.
Roep onmiddellijk medische hulp
in als u benzine heeft ingeslikt,
veel benzinedamp heeft ingea-
demd of benzine in uw ogen is
terechtgekomen. Morst u benzi-
ne op uw huid of kleding, spoel
de bewuste plek dan direct met
zeepwater en trek andere kleding
aan.
1
VEILIGHEIDSINFORMATIEt
1-4
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 11
Page 12 of 82
DAU10410
Aanzicht linkerzijde
2
BESCHRIJVING
2-1
123
4567
8 9 10
1. Brandstoftank (pagina 3-7)
2. Brandstofkraan (pagina 3-9)
3. Oliereservoir (pagina 3-8)
4. Zadelslot (pagina 3-10)
5. Accu en Zekeringenkastje (pagina 6-28)6. Boordgereedschapsset (pagina 6-1)
7. Handgreep
8. Zijstandaard (pagina 3-12)
9. Schakelpedaal (pagina 3-5)
10. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-10)
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 12
Page 13 of 82
DAU10420
Aanzicht rechterzijde
2
BESCHRIJVING
2-2
123
5
6 74
1. Opbergcompartiment (pagina 3-11)
2. Zadel (pagina 3-10)
3. Luchtfilterelement (pagina 6-12)
4. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-20)5. Koplamp/Gloeilamp in voorste richtingaanwijzer (pagina 6-30)
6. Radiator (pagina 6-10)
7. Rempedaal (pagina 3-6)
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 13
Page 14 of 82
DAU10430
Bedieningen en instrumenten
2
BESCHRIJVING
2-3
12
34 5
6
7
8 9
1. Achteruitkijkspiegel linker (pagina 3-11)
2. Toerenteller (pagina 3-3)
3. Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
4. Snelheidsmeter/Kilometerteller (pagina 3-3)
5. Achteruitkijkspiegel rechts (pagina 3-11)6. Voorremhendel (pagina 3-5)
7. Gasgreep (pagina 6-13)
8. Tankdop (pagina 3-7)
9. Koppelingshendel (pagina 3-5)
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 14
Page 15 of 82

DAU10460
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden
het ontstekingssysteem en de verlich-
tingssystemen bediend en wordt het
stuur vergrendeld. De diverse standen
worden hierna beschreven.
DAU10640
f
Alle elektrische circuits worden voor-
zien van stroom en de motor kan wor-
den gestart. De sleutel kan niet wor-
den uitgenomen.
OPMERKING:
De koplamp, de instrumentenverlich-
ting en het achterlicht gaan automa-
tisch branden wanneer de motor
wordt gestart.
DAU10660
e
Alle elektrische systemen zijn uitges-
chakeld. De sleutel kan worden uitge-
nomen.
DAU10680
m
Het stuur is vergrendeld en alle elek-
trische systemen zijn uitgeschakeld.
De sleutel kan worden uitgenomen.
Om het stuur te ver
grendelen
1. Draai het stuur helemaal naar
links.
2. Druk de sleutel in de “
e”-stand
in en draai hem dan naar de “
m”-
stand. Houd de sleutel hierbij
ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgr
endelen
Druk de sleutel in en draai hem dan
naar “
e” terwijl de sleutel ingedrukt
wordt gehouden.
DWA10060
s s
WAARSCHUWING
Draai de contactsleutel nooit naar
“
e” of naar “m” terwijl de machine
rijdt; elektrische systemen worden
dan afgeschakeld en mogelijk zultu zo de macht over het stuur verlie-
zen of een ongeval veroorzaken.
Zorg altijd dat de machine stilstaat
voordat u de sleutel naar “
e” of
naar “
m” draait.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-1
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 1
Page 16 of 82

DAU11003
Controle- en
waarschuwingslampjes
1. Waarschuwingslampje koelvloeistoftempe-
ratuur “y”
2. Waarschuwingslampje olieniveau “z”
3. Vrijstandcontrolelampje “N”
4. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
5. Controlelampje richtingaanwijzers “
b”
DAU11020
Controlelampje richtingaanwijzers
“
cd”
Dit controlelampje knippert terwijl de
schakelaar voor richtingaanwijzers
naar de linker- of rechterstand is
gedrukt.
DAU11060
Vrijstandcontrolelampje “N”
Dit controlelampje brandt terwijl de
versnellingsbak in de vrijstand staat.
DAU11440
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “
y”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den als de motor oververhit raakt. Zet
in zo’n geval de motor onmiddellijk af
en geef deze de tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waars-
chuwingslampje controleert u door de
sleutel naar “
f” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet
een paar seconden lang oplicht en
dan dooft, vraag dan een Yamaha
dealer om het elektrisch circuit te tes-
ten.
DCA10020
LET OP:
Laat de motor niet draaien terwijl
deze oververhit is.
DAUM1061
Waarschuwingslampje olieniveau
“z”
Dit waarschuwingslampje brandt als
de sleutel in de stand “
f” staat of
als het olieniveau in het oliereservoir
voor 2-takt injectiesmering bij dra-
aiende motor te laag is. Als het
waarschuwingslampje bij draaiende
motor gaat branden, moet u onmid-
dellijk stoppen en het oliereservoir bij-
vullen met 2-takt injectiesmering van
ofwel JASO-klasse “FC” of ISO-klas-
se “EG-C” of “EG-D”. Het waarschu-
wingslampje moet doven nadat het
oliereservoir voor 2-takt injectiesme-
ring is bijgevuld.
OPMERKING:
Vraag een Yamaha-dealer het elek-
trisch circuit te controleren als het
waarschuwingslampje niet gaat bran-
den als de sleutel in de stand “
f”
staat of niet dooft nadat de olie in het
oliereservoir voor 2-takt injectiesme-
ring is bijgevuld.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 2