Page 49 of 82

DAU21560
Banden
Let ten aanzien van de voorgeschre-
ven banden op het volgende voor een
optimale prestatie, levensduur en vei-
lige werking van uw motorfiets.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit
worden gecontroleerd en indien nodig
worden bijgesteld.
DWA10500
s s
WAARSCHUWING
De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld ter-
wijl de banden koud zijn (wan-
neer de temperatuur van de
banden gelijk is aan de omge-
vingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid
en het totale gewicht van rijder,
passagier, bagage en acces-
soires dat voor dit model is
vastgesteld.
DWA11020
s s
WAARSCHUWING
De aanwezigheid van bagage heeft
grote invloed op het weggedrag, de
rem- en rij-eigenschappen en de
veiligheid van uw motor. Neem daa-
rom de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
DE MOTORFIETS NOOIT
OVERBELADEN! Rijden met
een overbeladen motorfiets
kan leiden tot beschadigingvan de banden, controleverlies
of ernstig letsel. Zorg dat het
totale gewicht van de motorrij-
der, de passagier, de bagage
en de gemonteerde accessoi-
res nooit het voorgeschreven
maximumlaadgewicht voor de
machine overschrijdt.
Vervoer geen los verpakte spu-
llen die tijdens de rit kunnen
gaan schuiven.
Bevestig de zwaarste spullen
op veilige wijze dicht bij het
midden van de motorfiets en
verdeel het gewicht over beide
zijden.
Pas de luchtdruk in de wielop-
hanging en de bandspanning
aan op het te vervoeren
gewicht.
Controleer vóór iedere rit de
conditie en spanning van de
banden.
Bandspanning (gemeten op koude
banden):
Tot 90 kg (198 lb):
Voor:
180 kPa (25 psi) (1,8 kgf/cm
2)
Achter:
200 kPa (28 psi) (2,0 kgf/cm
2)
90 kg (198 lb)~maximale:
Voor:
190 kPa (27 psi) (1,9 kgf/cm
2)
Achter:
230 kPa (33 psi) (2,3 kgf/cm
2)
Maximale belasting*:
196 kg (432,18 lb)
* Totaal gewicht van motorrijder,
passagier, bagage en accessoires
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 49
Page 50 of 82

Inspectie van banden
1. Bandprofieldiepte
Voor elke rit moeten de banden wor-
den gecontroleerd. Als de bandpro-
fieldiepte op het midden van de band
de vermelde limiet heeft bereikt, de
band spijkers of stukjes glas bevat of
wanneer de wang van de band
scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer
worden vervangen.
OPMERKING:
De slijtagelimiet voor bandprofieldiep-
te is voor diverse landen verschillend.
Neem altijd de lokale voorschriften in
acht.
Bandeninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met giet-
wielen en tubeless banden.
DWA10460
s s
WAARSCHUWING
De banden op de voor- en ach-
terwielen dienen van hetzelfde
merk en dezelfde constructie
te zijn, anders is het wegge-
drag van de machine mogelijk
niet normaal.
Na uitgebreide tests zijn alleen
de hieronder vermelde banden
voor dit model goedgekeurd
door Yamaha España, S.A.
DWA10470
s s
WAARSCHUWING
Laat sterk versleten banden
door een Yamaha dealer ver-
vangen. Rijden op een machine
met versleten banden is niet
alleen verboden, maar dit heeft
ook een averechts effect op de
rijstabiliteit, waardoor u de
macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervanging van onderdelen
van wielen en remmen, inclu-
sief banden, dient te worden
overgelaten aan een Yamaha
dealer, die over de nodige vak-
kundige kennis en ervaring
beschikt.
Voorband:
Maat:
100/80-17 MC 52 H
Fabrikant/model:
Pirelli / SPORT DEMON
Continental/Conti-Twist SM
Achterband:
Maat:
130/70-17 M/C 62 H
Fabrikant/model:
Pirelli / SPORT DEMON
Continental/Conti-Twist SM
Minimale bandprofieldiepte (voor
en achter):
1.6 mm (0.06 in)
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 50
Page 51 of 82

DAU21960
Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschre-
ven wielen op het volgende voor een
optimale prestatie, levensduur en vei-
lige werking van uw motorfiets.
Controleer de velgen voor iedere
rit op scheurtjes, verbuiging of
kromtrekken. Laat ingeval van
schade het wiel door een Yama-
ha dealer vervangen. Probeer het
wiel nooit zelf te repareren, hoe
klein de reparatie ook is. Vervang
een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitge-
balanceerd. Een niet uitgebalan-
ceerd wiel zal mogelijk slecht
functioneren, of kan een slechte
wegligging en een verkorte
levensduur van de banden tot
gevolg hebben.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een band. Het ban-
doppervlak dient eerst te zijn
ingereden voordat het zijn opti-
male eigenschappen verkrijgt.
DAU22041
Vrije slag van
koppelingshendel afstellen
1. Vrije slag van koppelingshendel
2. Borgmoer (koppelingshendel)
3. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
De vrije slag van de koppelingshendel
dient 10~15 mm (0,39~0,59 in) te
bedragen, zoals weergegeven. Con-
troleer de vrije slag van de koppe-
lingshendel regelmatig en stel indien
nodig als volgt af.
1. Draai de borgmoer bij de koppe-
lingshendel los.
2. Draai de stelbout richting (a) voor
meer vrije slag van de koppe-
lingshendel. Draai de stelbout
richting (b) voor minder vrije slag
van de koppelingshendel.
OPMERKING:
Als de voorgeschreven vrije slag van
de koppelingshendel werd gehaald
zoals hierboven beschreven, zet dan
de borgmoer vast en sla de rest van
de afstelprocedure over; zo niet, ga
dan als volgt verder.
3. Draai de stelbout bij de koppe-
lingshendel richting (a) om de
koppelingskabel losser te stellen.
4. Draai de borgmoer bij het carter los.
5. Draai de stelmoer richting (a)
voor meer gaskabelspeling. Draai
de stelmoer richting (b) voor min-
der vrije slag van de koppelings-
hendel.
6. Draai de borgmoer bij de koppe-
lingshendel en op het carter vast.
ab
j
kj
q
1 23
ab
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-16
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 51
Page 52 of 82

DAUT1220
Vrije slag van voorremhendel
controleren
1. Vrije slag van voorremhendel
De vrije slag van de remhendel dient
2~5 mm (0,08~0,20 in) te bedragen,
zoals weergegeven. Controleer de vri-
je slag van de remhendel regelmatig
en laat indien nodig een Yamaha dea-
ler het remsysteem controleren.
DWA10640
s s
WAARSCHUWING
Als de vrije slag van de remhendel
niet normaal is, wijst dat op een
serieus defect in het remsysteem.
Laat het remsysteem vóór gebruik
van de motorfiets nakijken of repa-
reren door een Yamaha dealer.
DAUM1352
Vrije slag van rempedaal
afstellen
1. Vrije slag van rempedaal
De vrije slag van het rempedaal dient
10~15 mm (0,39~0,59 in) te bedra-
gen, zoals weergegeven. Controleer
de vrije slag van het rempedaal regel-
matig en laat deze indien nodig door
een Yamaha dealer afstellen.
DWAM1010
s s
WAARSCHUWING
Wij wijzen u erop dat alle pogingen
om de motor of welk ander onder-
deel dan ook te wijzigen om de
prestaties van de scooter op te
voeren wettelijk ten strengste ver-
boden zijn.
Elke wijziging die een verho-
ging van de maximumsnelheid
van het voertuig of een verho-
ging van het motorvermogen
ten gevolge heeft, betekent dat
de classificatie van het voer-
tuig verandert van een scooter
in een lichte motorfiets, met de
gevolgen die bij een ophoging
naar deze categorie horen,
waardoor de eigenaar verplicht
is:
- een nieuw certificaat aan te
vragen,
- het voertuig te laten registre-
ren,
- voor een rijbewijs te zorgen
(overeenkomstig de nieuwe
wetgeving).
Verder wijzen wij erop dat dergelij-
ke wijzigingen u zullen uitsluiten
van dekking door de verzekering,
voor zover in de verzekeringspolis
uitdrukkelijk wordt gesteld dat der-
gelijke technische wijzigingen die
zijn aangebracht om de prestaties
te verhogen, verboden zijn.
Om bovengenoemde redenen is
elke schending van de regels waa-
1
1
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-17
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 52
Page 53 of 82

rin ingrepen door uzelf of derden
worden verboden, wettelijk straf-
baar, waarbij straffen opgelegd
kunnen worden (waaronder inname
van het voertuig), en waaraan -
indien van toepassing - andere
straffen kunnen worden toegevo-
egd met betrekking tot het niet dra-
gen van een helm, het niet kunnen
identificeren van het voertuig, het
niet in het bezit zijn van een verze-
kering, of het niet in het bezit zijn
van een rijbewijs.DAUB1100
De stand van het
schakelpedaal afstellen
1. Schakelpedaal
De bovenzijde van het schakelpedaal
moet ca. 65 mm (2.5590 in) onder de
bovenzijde van de voetsteun staan,
zoals in de afbeelding. Controleer de
stand van het schakelpedaal regel-
matig en laat indien nodig afstellen
door een Yamaha dealer.
DAU22270
Remlichtschakelaar afstellen
1. Remlichtschakelaar
2. Stelmoer remlichtschakelaar
De remlichtschakelaar, die wordt
geactiveerd door het rempedaal, is
correct afgesteld wanneer het rem-
licht gaat branden vlak voordat de
remwerking intreedt. Stel indien nodig
de remlichtschakelaar als volgt af.
Terwijl de stelmoer wordt gedraaid,
moet de remlichtschakelaar op zijn
plaats worden gehouden. Draai de
stelmoer in de richting (a) om het rem-
licht eerder te laten branden. Draai de
stelmoer in de richting (b) om het rem-
licht later te laten branden.
a
b
1 2
1
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-18
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 53
Page 54 of 82

DAU22390
Controleren van voor- en
achterremblokken
De remblokken in de voor- en achte-
rrem moeten worden gecontroleerd
op slijtage volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU22430
Remblokken voorrem
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
Elk voorremblok is voorzien van slijta-
ge-indicatorgroeven, zodat het rem-
blok kan worden gecontroleerd zon-
der de rem te hoeven demonteren.
Let op de slijtage-indicatorgroeven
om de remblokslijtage te controleren.
Wanneer een remblok zover is afges-leten dat de slijtage-indicatorgroeven
vrijwel zijn verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set
te vervangen.
DAU22480
Remblokken achterrem
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
Elk achterremblok heeft een eigen slij-
tage-indicatorgroef, zodat het rem-
blok kan worden gecontroleerd zon-
der de rem te demonteren. Controleer
de remblokslijtage als volgt.
1. Verwijder de remklauwbout en
kantel dan de remklauw naar
voren om de slijtage-indicator-
groef te controleren. Wanneer
een remblok zover is afgesleten
dat de slijtage-indicatorgroef vrij-wel is verdwenen, vraag dan een
Yamaha-dealer de remblokken
als set te vervangen.
2. Breng de remklauwbout aan en
zet deze dan vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
Aanhaalmoment:
Remklauwbout:
30 Nm (3,0 m•kgf, 21,7 ft•lbf)11
11
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-19
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 54
Page 55 of 82

DAU22580
Controleren van
remvloeistofniveau
Voorrem
Achterrem
Bij een tekort aan remvloeistof kan
lucht het remsysteem binnendringen,
waarna de remwerking mogelijk min-
der effectief is.Controleer alvorens te gaan rijden of
de remvloeistof boven de merkstreep
voor minimumniveau staat en vul
indien nodig bij. Een laag remvloeis-
tofniveau wijst mogelijk op verregaan-
de remblokslijtage en/of lekkage in
het remsysteem. Als het remvloeistof-
niveau laag is, controleer dan de rem-
blokken op slijtage en het remsyste-
em op lekkage.
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht:
Bij het controleren van het remv-
loeistofniveau moet het bovenv-
lak van het remvloeistofreservoir
horizontaal staan.
Gebruik uitsluitend de voor-
geschreven kwaliteit remvloeis-
tof, anders kunnen de rubber
afdichtingen verslechteren en zo
lekkage en slechte remwerking
teweegbrengen.
Vul bij met hetzelfde type remvlo-
eistof. Bij vermengen van vers-
chillende typen remvloeistof kun-
nen schadelijke chemischereacties optreden en kan de rem-
werking verslechteren.
Pas op en zorg dat tijdens bijvu-
llen geen water het remvloeisto-
freservoir kan binnendringen.
Water zal het kookpunt van de
remvloeistof aanzienlijk verlagen
zodat dampbelvorming kan
optreden.
Remvloeistof kan gelakte of
kunststof onderdelen aantasten.
Veeg gemorste remvloeistof ste-
eds direct af.
Naarmate de remblokken afslij-
ten, zal het remvloeistofniveau
geleidelijk verder dalen. Vraag
echter wel een Yamaha dealer
om een inspectie als het remvlo-
eistofniveau plotseling sterk is
gedaald.
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
max.
min.
min
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 55
Page 56 of 82

DAU22730
Verversen van remvloeistof
Vraag een Yamaha dealer de remvlo-
eistof te verversen volgens de inter-
valperioden voorgeschreven onder
OPMERKING in het periodieke sme-
er- en onderhoudsschema. Laat
bovendien de olie-keerringen van de
hoofdremcilinders en de remklauwen
en de remslangen vervangen volgens
de intervalperioden of wanneer ze
lekken of zijn beschadigd.
Oliekeerringen: Vervang elke
twee jaar.
Remslangen: Vervang elke vier
jaar.
DAU22760
Spanning aandrijfketting
De spanning van de aandrijfketting
moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
DAU22781
Aandrijfketting controleren op
spanning
1. Spanning aandrijfketting
1. Zet de motorfiets op de zijstan-
daard.
OPMERKING:
Bij het controleren en instellen van de
spanning van de aandrijfketting mag
er geen gewicht op de motorfiets rus-
ten.
2. Schakel de versnellingsbak in de
vrijstand.
3. Draai het achterwiel door de
motorfiets te duwen en vind zo
het strakste gedeelte in de aan-
drijfketting; meet nu de spanning
van de ketting zoals afgebeeld.
4. Stel de spanning van de ketting
als volgt bij als deze niet correct
is.
OPMERKING:
Bij het controleren van de spanning
van de aandrijfketting mag de ket-
tingspanner de aandrijfketting niet
raken.
Spanning aandrijfketting:
20 ~ 25 mm (0,787 ~ 0,984 in)
1
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 56