Page 41 of 99

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU15950
DWA10270
WAARSCHUWING0
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfunc-
ties en hun werking voordat u
gaat rijden. Informeer bij een
Yamaha dealer als u de wer-
king van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
Start de motor nooit in een af-
gesloten ruimte en laat deze
hierin ook niet lange tijd aan-
een draaien. Uitlaatgassen zijn
giftig en het inademen ervan
kan al binnen korte tijd leiden
tot bewusteloosheid en dode-
lijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
Controleer of de zijstandaard is
ingetrokken alvorens weg te
rijden. Als de zijstandaard niet
behoorlijk is ingetrokken, kan
deze de grond raken en zo de
motorrijder afleiden, waardoor
u de macht over het stuur ver-
liest.
DAUB1340
Starten van de motor
Door het startspersysteem is starten
alleen mogelijk als aan een van de
volgende voorwaarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de
vrijstand.
De versnellingsbak staat in een
versnelling geschakeld terwijl de
koppelingshendel is ingetrokken
en de zijstandaard is opgeklapt.
DWA10290
WAARSCHUWING0
Controleer voor het starten van
de motor de werking van het
startspersysteem en volg daar-
bij de werkwijze beschreven op
pagina 3-20.
Ga nooit rijden terwijl de
zijstandaard omlaag staat.
1. Draai de contactsleutel naar "ON"
en controleer of de noodstop-
schakelaar op “
I” is gezet.
DCAB0040LET OP:
De volgende waarschuwings- en
controlelampjes gaan enkele se-
conden aan en dan weer uit.
Vrijstandcontrolelampje
Controlelampje richtingaanwij-
zers
Controlelampje grootlicht
Waarschuwingslampje motor-
storing
Waarschuwingslampje koel-
vloeistoftemperatuur
Waarschuwingslampje brand-
stofniveau
Controlelampje startblokkering
Als een waarschuwings- of contro-
lelampje niet dooft, zie dan pagina
3-3 voor een controle van het circuit
van het betreffende waarschu-
wings- of controlelampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de
vrijstand.
5-1
MY03 04-06 NL 22-12-2005 12:23 Pagina 5-1
Page 42 of 99

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
OPMERKING:
Als de versnellingsbak in de vrijstand
staat, moet het vrijstandcontrolelamp-
je branden; zo niet, vraag dan een Ya-
maha dealer het elektrisch circuit te
testen.
3. Start de motor door de startknop
in te drukken.
OPMERKING:
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startknop los, wacht een paar se-
conden en probeer het dan opnieuw.
Iedere startpoging moet zo kort moge-
lijk duren om de accu te sparen. Laat
de startmotor nooit langer dan 10 se-
conden aaneen draaien.
DCA11040LET OP:
Trek nooit snel op terwijl de motor
nog koud is, dit verkort de levens-
duur van de motor!
OPMERKING:
De motor is voldoende warm als deze
snel reageert op de gasbediening.
DAU16671
Schakelen
1. Schakelpedaal
N. Vrijstand
Door de versnellingen te schakelen
kunt u het beschikbare motorvermo-
gen doseren bij het wegrijden, optrek-
ken, tegen een helling oprijden etc.De
schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.
OPMERKING:
Om de versnellingsbak in de vrijstand
te schakelen wordt het schakelpedaal
enkele malen ingetrapt totdat het ein-
de van de slag bereikt is, waarna het
pedaal iets wordt opgetrokken.
5-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
MY03 04-06 NL 22-12-2005 12:23 Pagina 5-2
Page 43 of 99

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DCA10260LET OP:
Rijd niet lange tijd met afgezet-
te motor, ook niet met de ver-
snellingsbak in de vrijstand, en
sleep de motorfiets niet over
lange afstanden. De versnel-
lingsbak wordt alleen afdoende
gesmeerd terwijl de motor
draait. Door onvoldoende sme-
ring kan de versnellingsbak
worden beschadigd.
Gebruik altijd de koppeling om
de versnellingsbak te schake-
len om zo schade aan de mo-
tor, de versnellingsbak en de
aandrijving te voorkomen; door
hun constructie zijn deze niet
bestand tegen de schokken die
optreden bij belast schakelen.
DAU16810
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik
Het brandstofverbruik is vooral afhan-
kelijk van uw rijstijl. Hierna volgen en-
kele tips om het brandstofverbruik te
verlagen:
Schakel snel en soepel door en
vermijd hoge toerentallen terwijl u
accelereert.
Geef geen gas tijdens het terug-
schakelen en voorkom dat de mo-
tor onbelast met een hoog toeren-
tal draait.
Laat de motor niet langdurig sta-
tionair draaien maar zet hem af
(bijvoorbeeld in files, bij stoplich-
ten of bij spoorwegovergangen).
DAU16841
Inrijperiode
De belangrijkste periode in de levens-
duur van het motorblok is de tijd tus-
sen 0 en 1600 km (1000 mi). Lees
daarom de volgende informatie aan-
dachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is,
mag dit de eerste 1600 km (1000 mi)
niet te zwaar worden belast. De ver-
schillende onderdelen van de motor
slijten op elkaar in totdat de juiste be-
drijfsspelingen zijn bereikt. Rijd tijdens
deze periode nooit langdurig volgas
en vermijd ook andere manoeuvres
die tot oververhitting van de motor
kunnen leiden.
5-3
MY03 04-06 NL 22-12-2005 12:23 Pagina 5-3
Page 44 of 99

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU17100
0-1000 km (0-600 mi)
Laat de motor niet langdurig meer dan
4500 tpm draaien.
1000-1600 km (600-1000 mi)
Laat de motor niet langdurig meer dan
6000 tpm draaien.
DCA11150LET OP:
Nadat 1000 km (600 mi) zijn afgelegd
moet de motorolie worden ververst
en het oliefilterelement worden ver-
vangen.
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden
gebruikt.
5-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
DCA10310LET OP:
Voer het toerental niet zover op
dat de toerenteller in de rode
zone wijst.
Als tijdens de inrijperiode mo-
torschade optreedt, vraag dan
direct een Yamaha dealer de
machine te controleren.
DAU17212
Parkeren
Zet om te parkeren de motor af en
neem dan de sleutel uit het contact-
slot.
DWA10310
WAARSCHUWING0
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, par-
keer dus op een plek waar
voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met deze onder-
delen in aanraking kunnen ko-
men.
Parkeer niet op een helling of
op een zachte ondergrond, de
machine zou dan kunnen om-
vallen.
DCA10380LET OP:
Parkeer nooit op een plek waar
sprake is van brandgevaar, zoals op
droog gras of nabij ander ontvlam-
baar materiaal.
MY03 04-06 NL 22-12-2005 12:24 Pagina 5-4
Page 45 of 99

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU17240
De eigenaar is verplicht de optimale
veiligheid te waarborgen. Door perio-
diek inspecties, afstellingen en smeer-
beurten uit te laten voeren, zorgt u er-
voor dat uw machine in zo veilig en
efficiënt mogelijke conditie blijft. Op de
volgende pagina's wordt de belangrijk-
ste informatie met betrekking tot in-
specties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven. De intervalperioden vermeld
in het periodiek smeer- en onder-
houdsschema moeten worden be-
schouwd als een algemene richtlijn on-
der normale rijcondities Het is echter
mogelijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN
WORDEN VERKORT AFHANKELIJK
VAN HET WEER, HET TERREIN, DE
GEOGRAFISCHE LOCATIE EN INDI-
VIDUEEL GEBRUIK.
DWA10320
WAARSCHUWING0
Vraag een Yamaha dealer het on-
derhoudswerk uit te voeren als u
hiermee niet echt vertrouwd bent.
DAUB1400
Boordgereedschapsset
1. Boordgereedschapsset
2. Riemen
De boordgereedschapsset bevindt
zich onderaan het duozadel (zie pagi-
na 3-14), en wordt met een o-ring op
zijn plaats gehouden.
De onderhoudsinformatie in deze
handleiding en het gereedschap in de
boordgereedschapsset zijn bedoeld
om u te ondersteunen bij het uitvoeren
van preventief onderhoud en kleinere
reparaties. Het gebruik van extra ge-
reedschap zoals een momentsleutel
kan echter nodig zijn om bepaalde on-
derhoudswerkzaamheden correct uit
te voeren.
OPMERKING:
Laat een Yamaha dealer onderhoud
verrichten als u niet beschikt over het
gereedschap of de ervaring die voor
bepaalde werkzaamheden vereist zijn.
DWA10350
WAARSCHUWING0
Door modificaties die niet door Ya-
maha zijn goedgekeurd kan het
motorvermogen achteruitgaan of
de machine te onveilig worden om
nog te gebruiken Raadpleeg een
Yamaha dealer voordat u zelf wijzi-
gingen aanbrengt.
6-1
MY03 04-06 NL 22-12-2005 12:24 Pagina 6-1
Page 46 of 99

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU17705
Periodiek smeer- en onderhoudsschema
OPMERKING:
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een
onderhoudsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km, beginnend vanaf 10000 km.
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe
speciaal gereedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
6-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
N. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (x 1000 km)
110203040
JAARLIJKSE
CONTROLE
√√√√ √
√√
√√
√√
√√
√√√√√
√√√√√ √1✻
2
3
✻
4
5
6
✻
• Controleer de brandstofslangen op scheurtjes ofbeschadigingen.
• Controleer de conditie.
• Reinigen en elektrodenafstand afstellen.
• Vervangen.
• Controleer de klepspeling.
• Afstellen.
• Vervangen.
• Controleer de werking.• Afstellen.
• Controleer de werking en het vloeistofniveau en
controleer de machine op vloeistoflekkage.
• Vervang de remblokken. Brandstofleiding
Bougie
Ventielen
Luchtfilterelement
Koppeling
Voorrem
Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
MY03 04-06 NL 22-12-2005 12:24 Pagina 6-2
Page 47 of 99

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
N. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (x 1000 km)
110203040
JAARLIJKSE
CONTROLE
√√√√√ √
√√√√ √
√√√√
√√√√ √
√√√√
√√√√
√√√√√7✻
8✻
9✻
10✻
11✻
12✻
13
14
✻
• Controleer de werking en het vloeistofniveau en
controleer de machine op vloeistoflekkage.
• Vervang de remblokken.
• Controleer op scheurtjes en beschadigingen.
• Vervangen.
• Controleer de speling en controleer op beschadigingen.
• Controleer op slijtage en beschadigingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
• Controleer op speling of beschadigingen.
• Controleer op een correcte werking en overmatige
speling.
• Smeren met lithiumvet.
• Controleer de spanning, uitlijning en conditie van
de aandrijfketting.
• Stel de ketting af en smeer deze grondig met een
speciale smering voor o-ringkettingen.
• Controleer de lagers op speling en oppervlakte-
ruwheid.
• Smeren met lithiumvet. Achterrem
Remslangen
Wielen
Banden
Wiellagers
Achterbrug
Aandrijfketting
Balhoofdlagers
Elke 800 km en na elke wasbeurt of rit in
de regen
Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
Elke 4 jaar
Elke 50000 km
Elke 20000 km
MY03 04-06 NL 22-12-2005 12:24 Pagina 6-3
Page 48 of 99

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven
stevig zijn vastgezet.
• Controleer de werking.
• Smeren.
• Controleer de werking.
• Controleer op een correcte werking
en olielekkage.
• Controleer op een correcte werking
en olielekkage.
• Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.
• Stel het stationair toerental af.
• Verversen.
• Controleer het olieniveau en controleer
de machine op olielekkage.
• Vervangen.
• Controleer het koelvloeistofniveau en controleer
de machine op vloeistoflekkage.
• Verversen. Framebevestigingen
Zijstandaard
Zijstandaardschakelaar
Voorvork
Schokdemperunit
Scharnierpunten
relaisarm zijvering
en verbindingsarm
Brandstofinjectie
Motorolie
Oliefilterelement
Koelsysteem
√√√√ √
√√√√ √
√√√√√ √
√√√√
√√√√
√√√√
√√
√√√√√ √
√√√√√ √
√√√
√√√√ √15✻
16
17
✻
18✻
19✻
20✻
21✻
22
23
24
✻
N. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (x 1000 km)
110203040
JAARLIJKSE
CONTROLE
Elke 3 jaar
MY03 04-06 NL 22-12-2005 12:24 Pagina 6-4