Page 57 of 150
73
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Mode
Menu…Druk
op... Submenu… Druk
op... Selecteer… Bevestig
en stop Om...
4 Tijd instellen Uren/minuten
Verhogen
De tijd in te stellen
Verlagen
Weergave uren 24
De weergave van de uren op het
klokje te selecteren.
12
5 Datum
instellen Jaar/Maand/
Dag Activeren
De datum in te stellen.
Deactiveren
6 Radio
weergeven ON
De naam van het radiostation
weer te geven.
OFF
7 Autoclose Tijdens het
rijden ON
Het automatisch vergrendelen van
de schuifdeuren vanaf 20 km/h te
activeren/deactiveren.
OFF
8 Eenheid Afstand
Km
De eenheid voor de weergave
van de afstanden te selecteren.
Miles
Brandstofverbruikkm/l
De eenheid voor de weergave van
het brandstofverbruik te selecteren.
l/100 km
9 Talen Lijst met
beschikbare
talenDe taal van de weergave te
kiezen.
10 Volume
gesproken
berichten Verhogen
Het volume van de gesproken
berichten te verhogen of
verlagen.
Verlagen
Page 58 of 150
74
ModeMenu… Druk
op... Submenu… Druk
op... Selecteer… Bevestig
en stop Om...
11 Toetsen-
volume Verhogen
Het toetsenvolume te verhogen of
verlagen.
Verlagen
12 Service
Service (resterende
afstand in km tot
verversen
) Het resterende aantal kilometers/
mijlen tot het verversingsinterval
weer te geven.
Olie Het motorolieniveau weer te
geven.
13 Airbag
passagier ON
Ja
De airbag aan passagierszijde in
te schakelen.
Nee
OFF Ja
De airbag aan passagierszijde uit
te schakelen.
Nee
14 Menu
verlaten Het menu te verlaten. Druk op de
pijltoets "omlaag"om terug te keren
naar het hoofdmenu.
Page 59 of 150

kmC I T Y
75
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Parkeerhulp
PARKEERHULP ACHTER MET GELUIDSSIGNALEN
Dit systeem (volgens uitvoering) werkt
met geluidssignalen en bestaat uit vier
parkeersensoren die zijn aangebracht in de
achterbumper.
Het systeem waarschuwt de bestuurder voor
elk obstakel (persoon, auto, boom, hek, …)
dat zich achter de auto bevindt.
Het waarschuwt u echter niet voor objecten
die zich direct onder de bumper bevinden.
Paaltjes, pionnen bij wegwerkzaamheden
of gelijksoortige voorwerpen worden
waargenomen bij aanvang van de
aanrijmanoeuvre, maar niet meer wanneer
de auto te dicht genaderd is.Inschakelen van de achteruitversnelling
Een geluidssignaal geeft de afstand tot het
obstakel aan. Hoe dichter de auto bij het
obstakel komt, hoe korter de tijd tussen de
geluidssignalen is.
Als de auto minder dan ongeveer
30 centimeter van het obstakel verwijderd is,
is het geluidssignaal continu hoorbaar.
De parkeerhulp is een hulpmiddel voor de
bestuurder die desondanks waakzaam moet
blijven en verantwoordelijk is.
Uitschakelen van de parkeerhulp
Zet de versnellingsbak in de neutraalstand.Storing
Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk als dit verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel gaat
branden.Indien uw auto is
voorzien van dit display,
verschijnt een melding.
Gebruiksvoorschrift
Zorg ervoor dat de sensoren in de winter of
bij slecht weer niet bedekt zijn met modder,
ijs of sneeuw.
Page 60 of 150

76
Achteruitrijcamera
ACHTERUITRIJCAMERA
De achteruitrijcamera (volgens uitvoering)
bevindt zich aan de achterzijde van de
bestelwagen, ter hoogte van het derde
remlicht.
De camerabeelden worden weergegeven
op een scherm in de cabine. Deze
beelden zijn een visueel hulpmiddel bij het
achteruitrijden.Scherm
De camerabeelden worden weergegeven op een
verstelbaar 4 of 6,5 inch LCD-kleurenscherm dat
in de plaats komt van de binnenspiegel.
Druk de knop in en plaats het scherm op de
gewenste positie.
Inschakelen
Klap bij aangezet contact het scherm uit.
De camera wordt automatisch geactiveerd
zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld en blijft actief tot een snelheid
van ongeveer 15 km/h. Bij een snelheid hoger
dan 18 km/h wordt de camera gedeactiveerd.
Als een vooruitversnelling wordt ingeschakeld,
wordt het laatste beeld nog ongeveer 5 seconden
weergegeven en gaat het scherm vervolgens uit.
Klap het scherm in.Toetsen
Regeling lichtsterkte.
Regeling achtergrondverlichting.
Met de functie ON/OFF
kunnen de beelden van de
achteruitrijcamera worden
weergegeven zonder dat de
achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Page 61 of 150

77
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Achteruitrijcamera
InitialiserenZorg ervoor dat de
achteruitversnelling niet is
ingeschakeld en houd de toets
ON/OFF ongeveer 3 seconden
ingedrukt. Het lampje van de
toets knippert 2 keer om het
initialiseren te bevestigen.
Waarschuwingsmelding op het scherm
In de stand ON verschijnen bij het
achteruitrijden meldingen op het scherm:
- telkens als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, verschijnt een melding
voordat het eerste camerabeeld te zien is,
- als met ingeschakelde achteruitversnelling een snelheid van 18 km/h wordt bereikt,
verdwijnt het beeld op het scherm en gaat
het scherm stand-by. Zodra de snelheid
weer lager is dan 15 km/h, verschijnt het
beeld weer op het scherm.
Taal wijzigen
Zorg ervoor dat de achteruitversnelling niet
is ingeschakeld en druk gelijktijdig op de
toets ON/OFF en een willekeurige andere
toets.
Scroll in de lijst met talen door op ON/OFF
te drukken.
Wacht als de gewenste taal is geselecteerd
3 seconden om deze taal op te slaan. Gebruiksvoorschrift
Onder optimale omstandigheden van de
auto (stand op het wegdek, belading)is het
bereik van de camera ongeveer 3 meter in
diepte en 5,5 meter in breedte.
Het beeldbereik is afhankelijk van de
(weers)omstandigheden buiten de auto
(lichtsterkte, regen, sneeuw, mist, ...), de
belading van de auto en de stand van de
auto ten opzichte van het wegdek.
Klap het scherm in als u het niet gebruikt.
Gebruik om de camera en het scherm te
reinigen geen schoonmaakmiddelen die het
glas kunnen beschadigen.
Het is raadzaam hiervoor gebruik te maken
van een zachte doek of stoffer.
Als het scherm is beschadigd en
kristalvloeistof lekt, raak dit dan niet aan.
Spoel de huid bij contact met de vloeistof
onmiddellijk goed af met zeepwater.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk om het
scherm te laten repareren.
Page 62 of 150

78
Luchtvering
LUCHTVERING
Als uw auto is voorzien van luchtvering,
kunt u de hoogte van de wagenhoogte
achter wijzigen om het in- en uitladen te
vergemakkelijken.
Het bedieningspaneel bevindt zich op het
dashboard.
Naast de standaard wagenhoogte beschikt u
over 6 standen, omhoog (van +1 tot +3) en
omlaag (van -1 tot -3). De ingestelde stand
wordt aangegeven op het display van het
instrumentenpaneel.Handmatig wijzigen van de
wagenhoogte achter
Wagenhoogte achter omhoog
Druk op de schakelaar en laat de
schakelaar los om de beweging
te stoppen. Elke keer dat op de
schakelaar wordt gedrukt, wordt
de wagenhoogte achter één
stand verhoogd: +1 tot +3.
Wagenhoogte achter omlaag
Druk op de schakelaar en laat de
schakelaar los om de beweging te
stoppen.
Elke keer dat op de schakelaar wordt
gedrukt, wordt de wagenhoogte
achter één stand verlaagd: -1 tot -3.
Terugkeren naar de optimale wagenhoogte achter
Druk op de schakelaar "omhoog" (bij een
lage stand van de vering) of "omlaag" (bij een
hoge stand) tot de optimale stand is bereikt.
VerklikkerlampjeRaadpleeg in de rubriek 2 het gedeelte
"Cockpit".
Gebruiksvoorschrift
Het rijden met een te lage of te hoge
wagenhoogte kan schade aan de onderzijde
van de auto veroorzaken.
Gebruik dit systeem niet onder de volgende
omstandigheden:
- werkzaamheden onder de auto,
- het verwisselen van een wiel,
- vervoeren van de auto met een vrachtauto, trein, ferryboat, veerpont, ...
Page 63 of 150
79
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Tachograaf
TACHOGRAAF
De tachograaf (volgens uitvoering) is
een apparaat waarin een kaart met alle
gegevens met betrekking tot de auto wordt
bijgehouden.
Voorbeeld: aan het begin van een rit of bij
een chauffeurswissel.Als de kaart in de tachograaf is geplaatst,
kunnen alle gegevens:
- worden weergegeven op het scherm van
de tachograaf,
- worden afgedrukt,
- via een interface extern worden opgeslagen. Raadpleeg voor meer informatie de
documentatie geleverd door de fabrikant van
de tachograaf.
Als uw auto is uitgerust met een tachograaf,
adviseren wij u de minpool van de accu los
te koppelen als u de auto langer dan
5 dagen niet gebruikt (de accu bevindt zich
links onder de vloer in het interieur).
Page 64 of 150

80
Autoradio
01 BASISFUNCTIES
Selecteren van de geluidsbron: radio of CD/MP3.Zoeken naar radiozenders (als PTY niet is geselecte erd)
of nummers van de CD/MP3.
Herhalen van nummers van
de CD/MP3. In willekeurige volgorde afspelen
van nummers van de CD/MP3.Toegang tot het menu.
Afzoeken van voorkeuzezenders.
Handmatig zoeken naar zenders
i n a l o p e n d e / o p l o p e n d e v o l g o r d e .
Selecteren programmatype (PTY).
Instellingen functies vorige/
volgende menu.
Volgende/vorige numme
CD/MP3. Snel terug-/vooruitspoelen
nummers huidige CD/MP3.
Automatisch zoeken naar zenders
in oplopende/aflopende volgorde.
Audiofunctie hoger/lager instellen.
Volgende/vorige functie menu.
Uitwerpen van de CD.
Selecteren van het golfbereik FM1, FM2, FMt, MW en
LW.
Automatisch opslaan van zenders (autostore).
1/2/3/4/5/6: selecteren van een
voorkeuzezender.
Opslaan van een zender. Pauze/hervatten afspelen van
een nummer van de CD/MP3. Wissen van de
programmering van de
CD of MP3.
Programmeren
van nummers van
de CD of MP3.
Audioinstellingen: bass
(lage tonen), treble
(hoge tonen), fader
(voor/achter), balance
(links/rechts).
Loudness.
Volume verhogen/
verlagen.
Geluid onderbreken.
Aan. Uit. P
TY aan/uit
(zenders met
e e n s p e c i i e k
programmatype). EON aan/uit
(gekoppelde zenders
in hetzelfde gebied).RDS aan/uit (AF).
Voorrang voor
verkeersinformatie (TA/TP).
Druk de toets
lang in.